Eiwit­tran­sitie



Naast heldere klimaatdoelen is het aanjagen van de eiwittransitie een belangrijke stap om een goede toekomst voor ons allemaal veilig te stellen. Eiwittransitie houdt een verandering in van ons productie- en consumptiepatroon: een verschuiving van dierlijke naar groene, plantaardige eiwitten. Groene, plantaardige eiwitbronnen zijn afkomstig van granen, peulvruchten, noten, algen, wieren en zaden. In Europa zijn erwt, veldboon, zoete lupine en koolzaad de belangrijkste eiwitgewassen. Via regelgeving, belastingen en subsidies kunnen we boeren en andere producenten helpen om te innoveren en over te schakelen naar groene eiwitbronnen. Tegelijkertijd moeten we consumenten beter informeren en prikkels geven om vaker te kiezen voor groene eiwitten.

Over de eiwittransitie zijn talloze rapporten geschreven. De effecten op duurzaamheid, gezondheid, milieu en dierenwelzijn zijn inzichtelijk gemaakt en gekwantificeerd. De inmiddels algemeen geaccepteerde conclusie: een meer gebalanceerde consumptie van (minder) dierlijke en (meer) plantaardige eiwitten levert op alle gebieden winst. Die winst moeten we pakken.

Ambitieus klimaatbeleid
Een belangrijke stap naar een duurzame toekomst: de Statenfracties van de Partij voor de Dieren, PvdA en GroenLinks hebben samen een initiatiefvoorstel voor een ambitieus klimaatbeleid bij de provincie Noord-Holland ingediend. Klimaatdoelen moeten dieper en breder verankerd worden in het beleid voor een duurzame toekomst. Ook op regionaal niveau is dit noodzakelijk. Met dit initiatiefvoorstel vertalen bovengenoemde partijen de landelijke initiatief Klimaatwet naar de provincie Noord-Holland.

Het voorstel roept de provincie op om in 2050 ten minste 95 procent minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990 en 100 procent duurzaam opgewekte energie te gebruiken. Als tussenstap is een vermindering van ten minste 55 procent uitstoot van broeikasgassen in 2030 opgenomen. Net als in de landelijke initiatief-Klimaatwet moet de provincie vijfjarige klimaatplannen op gaan stellen. Daarin worden voor beleidsvelden als verkeer, landbouw en economie klimaatdoelen gesteld en moet per beleidsveld worden aangegeven hoe deze reducties in broeikasgassen gaan worden gehaald.

Rol van eiwittransitie
In de provincie liggen op het gebied van duurzaamheid dus veel kansen voor het oprapen, en het aanjagen van de eiwittransitie is daar één van. Er moet worden ingezet op een kleinere veestapel en een vermindering van de vleesconsumptie. Met een meer plantaardig voedselpatroon kunnen we veruit de snelste klimaatwinst boeken: als iedere Nederlander één dag in de week het vlees zou weglaten, levert dat dezelfde besparing op als wanneer we 1 miljoen auto ’s van de weg zouden halen. De veehouderij stoot wereldwijd meer broeikasgassen uit dan al het verkeer en vervoer samen en levert daarmee een grote bijdrage aan de klimaatverandering.

Het Planbureau voor de Leefomgeving, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, het Internationale Klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties adviseren dan ook dat er beleid moet komen om ons consumptiepatroon ter verduurzamen door minder dierlijke producten te eten. Een vermindering van de vleesproductie en –consumptie hoort dan ook in het pakket met maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. De provincie kan een belangrijke rol spelen bij de transitie van dierlijke naar meer plantaardige voeding door bijvoorbeeld campagnes te steunen die zich richten op een transitie naar een meer plantaardig voedingspatroon. Hier liggen ook kansen voor bijvoorbeeld melkveehouders die vanwege de lage prijzen willen stoppen, maar dat financieel niet kunnen. Zij kunnen overstappen op verbouw van groene eiwitten. Verschillende soorten peulvruchten kunnen in Nederland worden verbouwd, zoals erwten, kapucijners, witte bonen en lupinen: een groene eiwittransitie als economische innovatie.

Al in 2008 wees de Partij voor de Dieren Noord-Holland de provincie op een ernstige omissie in het klimaatbeleid: de provincie had geen enkele aandacht voor de mogelijkheden die een verandering van een consumptiepatroon met zich mee kan brengen. De partij wees de provincie toen al op het rapport ‘Vleesconsumptie en Klimaatbeleid’ van het Planbureau voor de Leefomgeving, waarin nut en noodzaak van een meer plantaardige productie en consumptie werden geschetst.

Naast directe reducties van CH4 en N2O, leidt de vermindering van vleesconsumptie ook tot een forse afname van het areaal landbouwgrond. Hierdoor kan land beschikbaar komen voor andere toepassingen, zoals duurzame energie. Bij een volledige transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten komen 2700 miljoen hectare grasland vrij en 100 miljoen hectare akkerland. In de verschillende scenario’s kan een vijfde tot een derde van het verwachte verlies aan biodiversiteit in 2050 worden vermeden. De kosten van het klimaatbeleid om de Europese CO2-doelstelling te halen zouden lager uitvallen.

De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil dus een volstrekt andere landbouw: we doen het duurzaam, of we doen het niet. Met een beetje duurzaam redden we het immers niet meer. We kunnen samen met de landbouwsector werken aan een toekomstbestendige sector. In juni 2016 spoorde de partij de provincie daarom aan om meer te investeren in onderwijs in landbouwinclusieve natuur en omschakeling naar biologische landbouw. Landbouwinclusieve natuur, want de natuur is de basis voor de hele economie.

Om dit te verwezenlijken heeft de partij een voorstel ingediend voor een groot plan van aanpak voor landbouwinclusieve natuur waarin ook de eiwittransitie een grote rol speelt. De partij wil dat er een bedrag van 20 miljoen wordt geïnvesteerd in een versnelde omschakeling naar biologische landbouw en in een onderwijsaanbod voor boeren die biologisch willen produceren. Er liggen kansen voor boeren omdat zij een betere prijs krijgen voor hun product, maar hulp bij omschakeling is gewenst omdat dit voor veel boeren een grote opgave is. Dit amendement helpt tevens de onverenigbaarheid van de doelen van de oude economie (grootschaligheid en verdere intensivering en daarmee zo veel mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten en ten koste van alles van waarde) en de ecologie in het bestaande beleid weg te nemen.

In mei 2018 stelden we vragen over de door de RLI gead­vi­seerde reductie van de veestapel

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws
Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws