Mobi­liteit


Wij staan voor mobiliteitskeuzes die een minimale impact op natuur en milieu hebben. Wij willen eerlijke prijzen, waarbij die impact op natuur en milieu is meeberekend. De auto is nu vaak goedkoper dan de bus of de trein. Vliegen is veel goedkoper dan de trein. Dat strookt niet met de werkelijke kosten voor de aarde.

De Partij voor de Dieren is tegen het korte termijndenken en het asfalt-automatisme van de gevestigde politiek. De natuur is de grote verliezer bij de aanleg van meer wegen. Van het totale budget van de provincie Noord-Holland wordt meer dan 40% aan asfalt besteed, en dat is veel te veel. Onze fractie strijdt voor een provincie die investeert in natuur, in plaats van meer asfalt.

De fractie voert in Noord-Holland daarom actie tegen nieuwe wegen, dient moties in voor alternatieve bestedingen en belastingen, voorstellen voor provinciale milieuzones, en maakt zich hard voor meer investeringen in fietsinfrastructuur en OV in plaats van asfalt.

  • Duinpolderweg

    De natuur is, naast de luchtkwaliteit, de grote verliezer bij de aanleg van meer wegen. In het geval van de Duinpolderweg, zijn dat de prachtige duinen en het open landschap tussen Hillegom en Lisse, en daarmee het leefgebied van vele dieren waaronder grutto’s, tureluurs, kieviten, eekhoorns en watervleermuizen. Daarom verzetten wij ons, samen met onze collega's in Zuid-Holland, tegen de komst van deze weg.

    Meer informatie
  • Groei van Schiphol

    De Partij voor de Dieren is tegen groeiverslaving. Dat geldt voor de economie, en ook voor Schiphol. De Provincie Noord-Holland blijft tegen de wens van de inwoners en ondanks de gevaren voor volksgezondheid en klimaat, stug inzetten op groei. Terwijl Schiphol nu al te veel ultrafijnstof uitstoot en enorme geluids hinderveroorzaakt. Als de huidige groei van de wereldwijde luchtvaart doorzet, zal deze in 2080 alleen meer uitstoten dan alle andere economische activiteit, volgens onderzoek van de TU Delft. De Partij voor de Dieren zal zich blijven inzetten om groei van de luchtvaart en Schiphol te stoppen.

    Daarbij verleent de provincie in naam van de vliegveiligheid ieder jaar opnieuw ontheffing voor het afmaken en vergassen van duizenden ganzen ten behoeve van de vliegveiligheid. In meer dan tien jaar tijd heeft het doden van meer dan 400.000 ganzen echter geen positief effect gehad op de veiligheid op Schiphol. De Partij voor de Dieren pleit al jaren voor diervriendelijke methoden om de vliegveiligheid te waarborgen. Wij hebben gepleit voor zonneakkers, het gebruik van verjagende groene lasers, pachtvoorwaarden, maatregelen in de ruimtelijke ordening en het stoppen met schieten van vossen rond Schiphol.

    Meer informatie
  • Groene energie

    De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil een leefbare toekomst voor iedereen. Daarom willen wij een decentrale en duurzame energieopwekking waarbij burgers en bedrijven zelf energie opwekken. Door ook energie te besparen worden woningen, bedrijfspanden en overheidsgebouwen netto leveranciers van energie in plaats van verbruikers. Wetenschappers hebben veelvuldig gewaarschuwd voor de dramatische effecten van klimaatverandering en de aantasting van natuur bij het uitblijven van extra energiemaatregelen. De Partij voor de Dieren is van mening dat provincie Noord-Holland in haar energiebeleid de wetenschap moet volgen. Ons streven is dat we, geheel volgens het internationaal klimaatakkoord in Parijs, uiterlijk in 2050 stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen in Nederland. Dit kan bereikt worden door regelgeving aan te passen en innovatie te stimuleren. Met de omschakeling naar duurzame energiebronnen beperkt de provincie tevens de uitstoot van CO2. Van de duurzame bronnen moeten windenergie en zonne-energie de belangrijkste bijdrage leveren.

    Stoppen met vieze energiebronnen
    De Partij voor de Dieren Noord-Holland is tegen schaliegaswinning, nieuwe kolen- en gascentrales, mestvergisting en andere milieuonvriendelijke energiebronnen: dit zijn allemaal niet-duurzame bronnen waarbij geen rekening wordt gehouden met de toekomstige bewoners van deze aarde.

    Met het oog op de toekomst, pleit de Partij voor de Dieren voor een actieve ontmoediging van milieuvervuilende bedrijven. Provincie Noord-Holland dient derhalve op geen enkele wijze medewerking te verlenen aan mestvergistingsprojecten, de bouw van nieuwe kerncentrales en kolencentrales, schaliegaswinning of projecten voor het verkrijgen van energie uit afvalstoffen van de vee-industrie.

    Mestvergisters en biomassa
    Mestvergisters produceren geen groene stroom. Het kleine beetje energie dat de mestvergisters opleveren, komt niet uit de lucht vallen. Om onze bio-industrie draaiende te houden, worden er grote hoeveelheden soja en mais ingevoerd uit landen als Brazilië en Argentinië. Dit hele proces kost jaarlijks net zo veel energie als vijf miljoen huishoudens gebruiken. De schamele opbrengsten van de mestvergisters staan daarmee in schril contrast. We verspillen veel te veel energie aan de bio-industrie en we wekken er maar heel weinig energie mee op. Voor omwonenden brengen de mestvergisters bovendien heel veel overlast met zich mee. Mensen worden letterlijk ziek van mestvergisters. De Partij voor de Dieren heeft zich daarom al in 2010 in een motie en amendement uitgesproken tegen mestvergisting.

    In 2012 hebben de Provinciale Staten de motie van Partij voor de Dieren Noord-Holland aangenomen, waarin wordt erkend dat het transporteren van biomassa over grote afstanden voor energieopwekking niet groen is en niet duurzaam. De provincie dient dit derhalve niet te faciliteren.

    Gas
    Tevens verzet de Partij voor de Dieren zich tegen het gebruik van lege gasvelden voor de opslag van (geïmporteerd) aardgas. De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde in 2015 dat tot 2013 onvoldoende rekening werd gehouden met de veiligheid bij de gaswinning in Groningen. De aanbevelingen en conclusies van dit rapport lijken ook op te gaan voor de gasopslag bij Bergermeer, regio Alkmaar. De Partij voor de Dieren Noord-Holland is van mening dat niet dezelfde fouten gemaakt moet worden als in Groningen en dat daarom de gasopslag bij Alkmaar, de grootste van Europa, van de baan moet. Wij vinden dat het voorzorgsprincipe moet worden toegepast. De veiligheid van omwonenden moet voorop staan en er moet dus geen gaswinning of opslag plaatsvinden als de risico’s onvoldoende duidelijk zijn. De Partij voor de Dieren heeft in 2015 gepleit voor een nieuw advies over de veiligheid rond de gasopslag.

    Partij voor de Dieren drong aan om in beroep te gaan tegen het Rijksinpassingsplan voor gasopslag in Bergermeer in 2011. De provincie Noord-Holland slikte helaas haar bezwaren in na de aankondiging van economische compensatiemaatregelen. De Partij voor de Dieren betoogde toen dat het opslaan van gas op de Bergermeerlocatie risico’s op ernstige natuur-en milieuschade met zich meebrengt, die niet voldoende worden ondervangen door de exploitant (TAQA Energy bv, van de Verenigde Arabische Emiraten). Vanwege de kosten op korte termijn heeft de provincie niet gekozen voor het meest milieuvriendelijke alternatief. De gasopslag is slecht voor het stimuleren van duurzame energie. Er wordt immers weer gekozen voor fossiele brandstof. Nederland wordt daarmee ook nog afhankelijker van het buitenland.

    De Partij voor de Dieren heeft zich via (ondersteuning van) moties ook altijd verzet tegen schaliegas. De winning daarvan brengt ernstige milieu- en natuurschade met zich mee en past niet in een duurzaam energiebeleid.

    Toekomstbestendig beleid
    Een duurzame provincie houdt in haar beleid van nu ook rekening met haar toekomstige bewoners. Een duurzaam Noord-Holland moet zichzelf daarom ambitieuze doelen op het gebied van energiebeleid stellen. Elke dag weer bieden zon, wind en water voldoende energie voor een duurzame toekomst. We moeten er alleen gebruik van maken. Reeds in 2014 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland in een motie het college opgeroepen om met een coherente strategie te komen voor een volledig duurzame samenleving in 2050.

    Initiatiefvoorstel Klimaatinitiatief Noord-Holland
    Het internationaal klimaatakkoord van Parijs stelt als doel om een snelle afbouw van fossiele brandstoffen te realiseren en een overgang naar 100 procent duurzame energie voor 2050. Dat betekent ook doortastend beleid op regionaal niveau, zoals in Noord-Holland. Eenzelfde ambitie komt naar voren in de initiatief-Klimaatwet die nu op de Haagse tafel ligt. Partij voor de Dieren Noord-Holland heeft, samen met GroenLinks en Partij van de Arbeid, dit jaar (2016) een klimaatinitiatief ingediend waarmee we de landelijke Klimaatwet naar de provincie Noord-Holland vertalen. Want strijden tegen klimaatverandering doe je niet alleen op landelijk niveau. Ook lokaal en regionaal moet er een hoop gebeuren om de doelstellingen te halen. Noord-Holland kan een voorbeeldfunctie vervullen voor andere provincies.

    Zo willen wij dat Noord-Holland zich minimaal aan dezelfde doelen (95 procent minder CO2- uitstoot en 100 procent duurzame opgewekte energie) houdt als opgesteld in de landelijke Klimaatwet en vragen wij om ook in Noord-Holland vijfjaarlijkse klimaatplannen te maken voor het terugdringen van broeikasgassen, energiebesparing en de toename van het aandeel duurzame energie. Dit zorgt voor stabiliteit in het tot zover gemaakte beleid. Denk bijvoorbeeld aan subsidies op zonnepanelen, waarvan de voorwaarden in het verleden vaak zijn veranderd wat zorgde voor verwarring en een afwachtende houding onder Nederlanders. Landelijk is het aandeel hernieuwbare energie van het totale energieverbruik nog slechts 5,6 procent.

    De Klimaatwet biedt, zoals hierboven al geschetst, een duidelijk kader waarbinnen gehandeld kan worden. De wet biedt stabiliteit door lange termijndoelen en het vijfjarenplan, maar ook flexibiliteit, doordat het iedere vijf jaar opnieuw wordt vastgesteld en nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen worden ingebouwd. Bovendien maakt de wet klimaatdoelstellingen duidelijk zichtbaar en controleerbaar, door de jaarlijkse klimaatbegroting. Met een vertaling van de Klimaatwet naar regionaal niveau nemen we dezelfde systematiek over. Daarmee wordt het klimaatbeleid verankerd in ieder onderdeel van provinciaal beleid. Het dwingt tot secuur kijken, en echt nadenken wat duurzamer kan. Met ambitieuze maar concrete doelen, met een duidelijk plan, met jaarlijkse planning en controle.

    De provincie moet niet alleen een voorbeeldfunctie zijn voor andere provincies, maar ook voor de bedrijven en de inwoners van Noord-Holland. Omdat we volledig verantwoordelijk zijn voor de provinciale organisatie, kunnen we ook daar strengere doelstellingen hanteren. Daarom willen wij een 100 procent uitstootvrije en 100 procent duurzame provinciale organisatie in 2030.

    In september, wanner het gezamenlijke klimaatvoorstel van PvdA, GroenLinks en Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten wordt besproken, krijgt de coalitie van VVD, D66, PvdA en CDA opnieuw een kans om het voorstel te ondersteunen en eindelijk een concrete klimaatstap te nemen.

    Energiebesparing en groene steden
    Energiebesparing komt nog onvoldoende van de grond, terwijl het de goedkoopste manier is om klimaatverandering te beperken. Waar steden juist de grootgebruikers van energie zijn, liggen hier grote kansen. We pleiten bijvoorbeeld voor investeren in groene steden, want die verbruiken minder energie. Volgens de Wageningse hoogleraar Pier Vellinga liggen in steden kansen voor bijvoorbeeld energiebesparing bij bedrijven, voor het aanleggen van warmtenetten voor gebruik van restwarmte voor verwarming van woningen, kansen voor het opwekken van hernieuwbare energie in de provincie zoals met zonneakkers gecombineerd met dubbel ruimtegebruik, kansen voor innovatie in hernieuwbare energie en daarmee gepaard gaande werkgelegenheid, etc. Partij voor de Dieren Noord-Holland ziet de provincie graag ruim baan maken voor zulke initiatieven.

    Duurzame energiebronnen
    Naast energiebesparing moeten we ook inzetten op windenergie en zonne-energie. Op daken en weides moeten we zonnepanelen leggen en op land en zee windmolens plaatsen. Uiteraard moeten we bij het plaatsen van windmolens rekening houden met de omgeving en omwonenden, zowel mens als dier. Daartoe heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland het college reeds in 2011 succesvol aangespoord. Bij het gebruik van waterkrachtcentrales als energiebron, dient vispasseerbaarheid een harde voorwaarde te zijn. De Partij voor de Dieren Noord-Holland merkt dat ondernemers- en burgerinitiatieven staan te springen om duurzame energieprojecten, maar de politiek loopt achter.

    Een voorbeeld van alternatieve energiewinning waar de Partij voor de Dieren in Noord-Holland zich voor heeft ingezet, zijn zonneakkers. In de vergadering van Provinciale Staten van 23 juni 2014 heeft de partij via een motie Gedeputeerde Staten gevraagd een voorstel uit te werken hoe zonneakkers ingepast kunnen worden in de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Deze motie is met algemene stemmen aangenomen.

    Partij voor de Dieren wil creatieve, structurele, mens- en diervriendelijke inzet van de ruimte om ons heen om zonne-energie op te wekken. Zo heeft Partij voor de Dieren Noord-Holland in 2012 een motie ingediend om de graslanden naast Schiphols start- en landingsbanen en de daken van vrachtgebouwen te benutten voor zonne-energie, zoals eerder gebeurde op bijvoorbeeld de luchthaven van Denver en Weeze. Ook de landbouwakkers bij de banen kunnen benut worden voor de aanleg van zonnepanelen. Door het terrein van Schiphol in te zetten om zonne-energie op te vangen kan een kwart van het jaarlijkse energiegebruik van de luchthaven zelf duurzaam geproduceerd worden. Omdat zonnepanelen niet aantrekkelijk zijn voor vogels, reduceert dit plan ook nog eens de kans op aanvaringen en draagt dus bij aan de vliegveiligheid. Ganzen bijvoorbeeld blijven op dit moment aangetrokken tot Schiphol, omdat er zoveel voedsel beschikbaar is op de landbouwgronden rondom de start- en landingsbanen. Door er zonne-akkers van te maken, wordt derhalve een effectief alternatief geboden voor het nutteloze afschieten en vergassen van ganzen in dat gebied.

    Dankzij de Partij voor de Dieren Noord-Holland gaat de provincie Noord-Holland onderzoek doen naar de kansen voor zonne-opstellingen in bufferzones en kijken onder welke voorwaarden die zonne-opstellingen mogelijk gemaakt kunnen worden. In een succesvolle motie van 27 juni 2016 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland namelijk een voorstel ingediend voor zo’n onderzoek. Het gaat om bufferzones zoals bij de Haarlemmermeerpolder en Luchthaven Schiphol, maar niet om het Natuur Netwerk Nederland, de UNESCO Stelling van Amsterdam/Nieuwe Hollandse Waterlinie en de weidevogelleefgebieden. Het voorstel is om eerst onderzoek te doen naar de kansen bij de Haarlemmermeerpolder en naar aanleiding daarvan onderzoek te doen naar de andere bufferzones. Indien blijkt dat er kansen zijn, zullen de voorwaarden voor het neerzetten van zonne-opstellingen in bufferzones in de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) worden verankerd en ter besluitvorming worden voorgelegd.

    Meer informatie
  • Verbinding A8-A9

    Een weg, een verbinding als de A8-A9 raakt aan aspecten als gezondheid, landschappelijke kwaliteit, de unieke veenweiden, rust en stilte, biodiversiteit – waarmee het slecht gesteld is in Noord-Holland - en zelfs aan unieke cultuurhistorie met een UNESCO werelderfgoedstatus. De Partij voor de Dieren Noord-Holland vindt dat nieuwe verbindingen en doorsnijdingen in het waardevol landschap en de open ruimte noch noodzakelijk noch van deze tijd zijn. Het wegennetwerk is de afgelopen decennia voldoende gegroeid.

    De Partij voor de Dieren Noord-Holland ziet in de opties die nu nog op tafel liggen voor een A8-A9 verbinding vooral verplaatsen en vooruitschuiven van problemen, in plaats dat ze bij de kern worden aangepakt. Knelpunten en luchtvervuiling worden verplaatst, natuur wordt aangetast en daarnaast zorgen alle opties behalve de Nul-plusvariant voor een ernstige aantasting van ons werelderfgoed de Stelling van Amsterdam. Dat vindt de partij onacceptabel en pleit ervoor om de focus op het aanleggen van wegen los te laten en te verplaatsen naar het oplossen van leefbaarheidsproblemen in het gebied.

    Geen langdurige oplossing

    In commissievergaderingen heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland er meerdere malen op gewezen dat vervuiling door aanleg van nog meer wegen eenvoudigweg wordt verplaatst en dat er een verkeersaanzuigende werking zal ontstaan, waardoor er uiteindelijk nauwelijks winst wordt geboekt qua reistijd.

    Uit MIRT Onderzoek Noordkant Amsterdam (MONA) van het Rijk blijkt ook dat de investering in een verbinding als de A8-A9 nauwelijks iets oplost qua bereikbaarheid. Een verbinding tussen de A8 en de A9 lost mogelijk een deel van de verkeersproblemen in Krommenie op, maar verschuift ook de problemen: verkeer en vervuiling verplaatsen zich. De netto reistijd van een groot deel van de mensen wordt niet of nauwelijks verkort.

    Verder bleek uit de MIRT Corridorstudie Amsterdam-Hoorn, een onderzoek van Rijkswaterstaat, dat de verbindingsweg A8-A9 effecten heeft op de verkeersafwikkeling in Zaanstad. Het knooppunt Zaandam zal veel drukker worden en rond de Coenbrug en de op- en afritten zal het verkeer door de aanleg van de verbinding tussen A8-A9 juist toenemen met zo'n 50%.

    Bovendien concludeert het onderzoek van ingenieursbureau DHV uit 2007 dat de aanleg van de A8-A9 een verkeersaantrekkende werking heeft. Ook het MONA beschrijft een dergelijke werking, waardoor uiteindelijk de reistijd weer zal toenemen.

    Ook kleven grote financiële risico’s aan dit project, waarvan een groot deel onvoldoende wordt meegenomen in de overwegingen. Zo wordt het risico van de inpassing in het veenweidegebied niet ingecalculeerd. Bij grote werken in het slappe veen komt men altijd voor verrassingen te staan. Wegen in het veen hebben de neiging weg te zakken wat tot onveilige situaties kan leiden. Bovendien zijn zulke wegen duur in onderhoud.

    Luchtkwaliteit

    Uit de luchtkwaliteit kaart van de Natuur en Milieu Federatie Noord-Holland blijkt dat in bijna alle gemeenten in Noord-Holland de lucht niet gezond of zelfs ongezond is, gerelateerd aan de gezondheidsnormen die de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) stelt. Hoewel de lucht de laatste tijd schoner is geworden, veroorzaken de huidige luchtverontreinigings-niveaus nog steeds een verkorting van de gemiddelde levensverwachting met meer dan een jaar, aldus het RIVM. Die problemen lossen we niet op door meer wegen te bouwen en stukken groen af te breken. Integendeel.

    Terwijl de luchtkwaliteit in Noord-Holland dus nog steeds zorgelijk is, wordt bij het A8-A9-project eerder gewerkt aan een verspreiding en verplaatsing van het leefbaarheidsprobleem: de leefbaarheid bij Saendelft en Broekpolder wordt met dit project verder onder druk gezet, terwijl het hoogstens een verzachting oplevert voor het leefbaarheidsprobleem aan de Provincialeweg van Krommenie.

    Bijzonder gebied

    Het gebied waarin het project speelt is een bijzonder gebied, waar verschillende (unieke) kwaliteiten te vinden zijn, zoals weidevogelleefgebied. De open landschappen tussen de steden zijn voor de leefbaarheid in onze verstedelijkte metropool van onschatbare waarde. De ruimte voor natuurbeleving en biodiversiteit is een waardevolle eigenschap en essentieel voor leefbaarheid. De waarde die wij hechten aan het behoud van werelderfgoed, aan het behoud van landschap en open ruimte, wordt nauwelijks zichtbaar in de huidige overwegingen. Bovendien zijn natuur, landschap en leefbaarheid op lange termijn ook goed voor de economie, omdat mensen hier graag willen wonen en bedrijven zich graag vestigen.

    Hoewel de provincie onderschrijft dat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) afgemaakt wordt en dat er geen EHS verloren moet gaan, gaat het huidige voorstel dwars door EHS en pal langs Natura 2000 gebieden. Dat betekent niet alleen dat de stikstofdepositie de natuurwaarden in de omgeving onder druk zet, maar tevens dat dieren die tussen gebieden migreren op de wegen kunnen verongelukken. De Partij voor de Dieren vindt dat onacceptabel en vindt dat een goed milieu, natuur en leefomgeving als uitgangspunt moeten dienen voor toekomstige infrastructurele aanpassingen.

    Alle varianten die nu op tafel liggen, de gestrekte varianten, brengen onherstelbare schade toe aan de natuur. De waarde van bijvoorbeeld het Oer-IJ gebied is van wezenlijk belang en wordt door de A8-A9 plannen ernstig bedreigd.

    Werelderfgoed

    Werelderfgoederen zijn monumenten die zo belangrijk zijn voor de wereldgemeenschap dat we ze veilig aan toekomstige generaties willen doorgeven. Alle gestrekte varianten in de huidige voorstellen leveren volgens UNESCO werelderfgoedcomité en zijn vaste adviseur ICOMOS onherstelbare schade aan ons werelderfgoed de Stelling van Amsterdam, waardoor de Stelling zijn status als werelderfgoed zou verliezen. ICOMOS concludeert dat het Nul-plusalternatief de enige oplossing is die geen verlies van erfgoed met zich meebrengt, maar dat deze wel een nadelig effect heeft op de leefbaarheid in de omgeving van het erfgoed en bovendien geen duurzame vervoersoplossing vormt. Daarom ondersteunt ICOMOS op dit moment geen enkel alternatief dat op tafel ligt en vraagt om verder te zoeken naar andere opties die wel het werelderfgoed en de leefbaarheid beschermen.

    Focus op aanpakken van bron leefbaarheidsprobleem

    De slechte leefbaarheid in het gebied moet volgens de Partij voor de Dieren Noord-Holland wel aangepakt worden. Er moet een keuze worden gemaakt voor luchtkwaliteit, natuur en milieu en niet worden gekozen voor meer auto’s. Daarom wil de Partij voor de Dieren Noord-Holland dat specifiek wordt gekeken naar alle mogelijkheden om de leefbaarheid in het gebied te vergroten. Een milieuzone op de Provincialeweg, om te zorgen dat de grootste vervuilers geen gebruik meer maken van deze weg, naast een verkeersdosering om de overlast te verminderen. Daarnaast dient te worden geïnvesteerd in het stimuleren van elektrisch rijden en het reizen met openbaar vervoer.

    Daarnaast geeft het Rijk aan dat de scheefheid wonen/werken een belangrijke oorzaak is van de mobiliteitsproblemen. Uit het onderzoek van het Rijk blijkt dat vermindering van deze scheefheid leidt tot reductie van woon-werkverkeer en dus reductie van mobiliteitsproblemen. Grote investeringspakketten zoals A8-A9 faciliteren autogebruik, waardoor de verkeersmaatregelen teniet worden gedaan.

    De Partij voor de Dieren is van mening dat we moeten werken aan het terugdringen van woon-werkverkeer en zo veel mogelijk openbaar vervoer en fietsen mogelijk moeten maken. Dat zorgt niet alleen voor minder verloren uren in reistijd, maar zorgt er ook voor dat wegen niet hoeven worden uitgebreid.

    De Partij voor de Dieren Noord-Holland vindt het onwenselijk om helemaal terug te gaan naar de tekentafel en alle varianten opnieuw te bekijken. Dan moeten inwoners van Krommenie en Assendelft nog langer wachten, terwijl er ondertussen niets gebeurt om de leefbaarheid in het gebied te verbeteren. Op dit moment richten alle plannen zich op hoe er meer asfalt moet worden aangelegd, terwijl er geen zicht is op de verbetering van de leefbaarheid in het gebied. Aangezien het leefbaarheidsprobleem het meest urgente is en de gezondheid van inwoners, natuur en milieu aantast, wil de Partij voor de Dieren dat alle energie gestoken wordt in gezonde lucht, in plaats dat er wordt blindgestaard op het bouwen van wegen.

    Meer informatie

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws
Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws