Dieren­rechten


Dieren hebben het recht om te leven naar hun aard

Dieren hebben het recht te leven naar hun aard. De Partij voor de Dieren vindt dat de provincie moet streven naar een samenleving waarin zo min mogelijk dieren worden gebruikt door en voor de mens. Dieren zijn levende wezens, geen producten of middelen tot menselijk vermaak.

De Partij voor de Dieren wil af van het automatisme waarmee het welzijn van dieren in de provincie ondergeschikt wordt gemaakt aan menselijke doelen. Vermaak, sport, reclamedoeleinden en mode zijn geen redenen om dieren te doden, te verwonden of anderszins aan te tasten in hun welzijn.

Ruimte voor dieren, niet voor jagers

In ons land wordt de leefruimte van in het wild levende dieren steeds verder ingeperkt. Nu dieren noodgedwongen vaker in de buurt van mensen leven, wordt al te gemakkelijk beweerd dat ze overlast veroorzaken. Manieren om dieren op een diervriendelijke manier te weren uit bepaalde gebieden worden niet of nauwelijks toegepast. Ruimte voor onderzoek naar en inzet van preventieve middelen is er ook nauwelijks. Dieren worden bestreden met de zwaarste middelen, praktisch altijd worden ze gedood. Ondanks deze intensieve bestrijding lukt het niet om de aantallen dieren blijvend te laten dalen. De jacht op ganzen, vossen, muskusratten, reeën, damherten en vele andere dieren moet stoppen.

In Noord-Holland trekken we sinds onze toetreding tot Provinciale Staten ten strijde tegen megastallen en andere misstanden in de veehouderij. Wrede en onnodige vormen van jacht in de provincie zoals het ganzenbeleid en het afschot van damherten blijven we op de agenda zetten. Ook de hobbyjacht proberen we te stoppen. Verder zetten we ons in voor betere opvang van wilde dieren.

  • Damherten

    De Partij voor de Dieren Noord-Holland zet zich al jaren in tegen het afschot van damherten. Het afschot is niet alleen wreed, maar ook onnodig en bovendien gevaarlijk. Door de jacht zullen de damherten schuw worden en sneller in paniek raken, wat juist meer ongelukken kan veroorzaken. Door bijvoorbeeld goede hekken te plaatsen en deze te onderhouden, kunnen aanrijdingen en landbouwschade effectiever worden voorkomen.

    Biodiversiteit en damherten in Noord-Hollandse duinen
    De natuur heeft de afgelopen miljoenen jaren bewezen prima in staat te zijn om zichzelf te regelen. Afschot brengt de natuur echter juist uit balans. De jacht zorgt voor overpopulatie doordat het doden van grote aantallen dieren de reproductie stimuleert. De dieren in de Noord-Hollandse duinen zouden de kans moeten krijgen om als populatie en binnen het natuurgebied waarin zij leven tot een natuurlijk evenwicht te komen. Dat houdt in dat het gebied en populatiegrootte op elkaar afgestemd raken. Wat daarvoor wel noodzakelijk is, is zorgen dat er ook voldoende en schone natuur is. In de duinen is genoeg ruimte, maar de stikstofdepositie is nog steeds te hoog. Méér natuur is de enige duurzame oplossing voor ons ecosysteem.

    Bovendien zijn diverse natuurwaarden, zoals de beschermde grijze duinen en de bedreigde vlinder de Keizersmantel, juist afhankelijk van de herten. Damherten creëren voor sommige planten en dieren gunstigere omstandigheden dan voor andere soorten. Hierdoor verandert het gebied wel, maar dat is geen achteruitgang.

    Natuureducatie en natuurbeleving
    De damherten zijn nu nog niet mensschuw, wat maakt dat mensen ze van heel dichtbij kunnen aanschouwen in hun natuurlijke omgeving. De damherten zijn op die manier essentieel voor natuureducatie en de natuurbeleving van mensen en vooral kinderen. Besluiten om damherten af te schieten stuiten daarom altijd op verzet van veel omwonenden en bezoekers van de duingebieden waar de damherten leven.

    Onzorgvuldige besluitvorming
    Afschot van herten in Nederland is in principe verboden en alleen toegestaan onder bepaalde voorwaarden, zoals dat er geen andere werkende alternatieven voor het voorkomen van eventuele schade of ongelukken beschikbaar zijn. Het provinciebestuur van Noord-Holland verleent echter steeds afschotvergunningen op basis van onjuiste informatie en zonder een zorgvuldige en integrale afweging van de kosten en baten. Partij voor de Dieren Noord-Holland stelde dit onzorgvuldig handelen door de provincie al in 2008 aan de kaak middels statenvragen. In 2010 en in 2014 diende de partij moties in om de besluitvorming over het ingrijpen in populaties en het doden van dieren zorgvuldiger te laten gebeuren.

    Ondanks dat de noodzaak voor het afschot ontbreekt, heeft het provinciebestuur van Noord-Holland in 2016 weer toestemming gegeven voor het doden van ruim 6.000 damherten in de Noord-Hollandse duinen (Amsterdamse Waterleidingduinen en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland), over een periode van vijf jaar. De Partij voor de Dieren Noord-Holland heeft begin 2016 meteen een motie ingediend tegen dit besluit. Helaas werd deze motie door o.a. de VVD, D66 en PvdA verworpen.

    De partij blijft echter strijden voor zorgvuldigere en diervriendelijkere besluitvorming binnen de provincie. Zo is in oktober van 2016 een amendement van de Partij voor de Dieren Noord-Holland aangenomen, dat stelt dat maatregelen in het faunabeheerplan aantoonbaar effectief moeten zijn voor het uiteindelijke maatschappelijke doel. Bij een vrijstelling gold dit vereiste al, bij een ontheffing nog niet. Deze omissie is hiermee hersteld.

    Afschaffing van vrijstellingen om dieren te doden
    In oktober 2016 heeft de partij een amendement ingediend om te voorkomen dat dieren in de toekomst middels een vrijstelling gedood mogen worden. Partij voor de Dieren Noord-Holland vindt namelijk dat het doden van dieren niet meer met een vrijstelling, maar altijd met een ontheffing moet worden gereguleerd. Het doden van dieren moet altijd maatwerk zijn en als laatste redmiddel worden ingezet. De vrijstelling is een grofmazig instrument dat ook ingezet kan worden als er geen dreigende schade is. Dit is niet te rijmen met het uitgangspunt van bescherming van individuele dieren. De maatregel leidt niet tot inventief oplossen van problemen: immers, als de bescherming van dieren opzij wordt gezet en afschot snel mogelijk wordt gemaakt, is er geen stimulans om tot een slimme, diervriendelijke oplossing te komen.

    Daarnaast is er geen degelijke rechtsgang mogelijk tegen een vrijstellingsverklaring, maar wel tegen een ontheffing. Een vrijstelling biedt de mogelijkheid om de toets van een rechter te omzeilen en dat kan in een rechtsstaat nooit de bedoeling zijn. Een soortgelijk amendement tegen vrijstellingen heeft de partij ook in 2014 ingediend en in 2009 heeft de partij zich via een motie tegen zulke vrijstellingen verzet.

    Geld naar preventie in plaats van bestrijding
    De bedragen die nu nog worden uitgegeven aan de zinloze en wrede bestrijding van damherten en andere in het wild levende dieren kunnen beter worden ingezet voor preventief beleid dat, in tegenstelling tot de huidige bestrijding, wél effectief is. In een motie van 2013 heeft de Partij voor de Dieren daarom het provinciebestuur gevraagd om geen geld meer uit te geven aan het doden van dieren en het hiermee vrijkomend budget beschikbaar te stellen voor diervriendelijke alternatieven.

    Actie
    Naast politieke instrumenten maakt de Partij voor de Dieren Noord-Holland ook gebruik van acties om de slechte besluitvorming rond damherten aan te kaarten.

    Meer informatie
  • Groei van Schiphol

    De Partij voor de Dieren is tegen groeiverslaving. Dat geldt voor de economie, en ook voor Schiphol. De Provincie Noord-Holland blijft tegen de wens van de inwoners en ondanks de gevaren voor volksgezondheid en klimaat, stug inzetten op groei. Terwijl Schiphol nu al te veel ultrafijnstof uitstoot en enorme geluids hinderveroorzaakt. Als de huidige groei van de wereldwijde luchtvaart doorzet, zal deze in 2080 alleen meer uitstoten dan alle andere economische activiteit, volgens onderzoek van de TU Delft. De Partij voor de Dieren zal zich blijven inzetten om groei van de luchtvaart en Schiphol te stoppen.

    Daarbij verleent de provincie in naam van de vliegveiligheid ieder jaar opnieuw ontheffing voor het afmaken en vergassen van duizenden ganzen ten behoeve van de vliegveiligheid. In meer dan tien jaar tijd heeft het doden van meer dan 400.000 ganzen echter geen positief effect gehad op de veiligheid op Schiphol. De Partij voor de Dieren pleit al jaren voor diervriendelijke methoden om de vliegveiligheid te waarborgen. Wij hebben gepleit voor zonneakkers, het gebruik van verjagende groene lasers, pachtvoorwaarden, maatregelen in de ruimtelijke ordening en het stoppen met schieten van vossen rond Schiphol.

    Meer informatie
  • Hobbyjacht

    Jaarlijks worden tienduizenden dieren doodgeschoten of raken gewond door kogels, alleen voor de lol van een kleine groep hobbyjagers in Noord-Holland. Deze jacht op wild (wilde eend, fazant, haas, konijn en houtduif) staat los van beheer en schadebestrijding, mag zonder onderbouwing plaatsvinden en wordt daarom in de volksmond ook wel 'plezierjacht' of ‘hobbyjacht’ genoemd.

    Volgens de nieuwe Wet natuurbescherming is het aan de provincies om regels te maken omtrent deze hobbyjacht. Ook is de hobbyjacht in natuurgebieden mogelijk geworden. De hobbyjacht is een wrede hobby met veel dierenleed tot gevolg. Jonge dieren blijven moederloos achter, partnerverbanden worden verbroken en groepshiërarchie en populatiedynamiek worden letterlijk aan flarden geschoten.

    De wet erkent de intrinsieke waarde van elk individueel dier. Het doodschieten van een dier zonder nut of noodzaak gaat volledig voorbij aan deze intrinsieke waarde. De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil daarom een einde maken aan de hobbyjacht en wil dus dat de provincie Noord-Holland binnen haar verruimde bevoegdheden kiest voor een beleid dat in principe jachtvrij is. Dus geen jacht zonder objectief vastgestelde noodzaak.

    Hobbyjacht op provinciale gronden

    Hobbyjagers schieten voor hun plezier dieren dood en de provincie faciliteert dit op eigen grondgebied. Dit terwijl 70 procent van de Nederlandse bevolking hobbyjacht afwijst. De Partij voor de Dieren Noord-Holland doet er al jaren alles aan om hobbyjacht op provinciale gronden onmogelijk te maken.

    Reeds in 2009 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland voorgesteld om het onderscheid (zoals in de wet vermeld) tussen ‘jacht’ (hobbyjacht) en ‘schadebestrijding’ scherper te hanteren en hobbyjacht op provinciale gronden niet toe te staan. De provincie had toen alleen bevoegdheden in hobbyjacht op eigen grondgebied. Het standpunt van de provincie was tot dan toe om hobbyjacht op provinciale gronden inderdaad niet toe te staan. Maar vanaf 2009 besloot de provincie plotseling de hobbyjacht wel toe te staan, nu als middel bij schadebestrijding. Door de hobbyjacht vrij te geven op provinciale gronden mag er echter meteen ook op soorten gejaagd worden die helemaal geen schade veroorzaken. Hierdoor wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de schade veroorzakende diersoorten en andere wildsoorten.

    De Partij voor de Dieren Noord-Holland stelde daarom voor dat de provincie, bij behoefte aan schadebestrijding, de bestaande procedures voor schadebestrijding zou volgen. In die procedures is voor belanghebbenden namelijk een nette juridische toetsing ingesteld, zoals het in een democratische rechtsstaat hoort. Maar met de botte constructie waarin hobbyjacht en schadebestrijding werden gecombineerd, werd die juridische toets omzeild.

    In een motie uit 2012 en in de vragen aan Gedeputeerde Staten uit 2014 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland opnieuw deze constructie in vraag gesteld en een stop van het verhuren van de hobbyjacht op provinciale gronden voorgesteld. Ook in een schaduwnota voor flora- en faunabeleid, wees de Partij voor de Dieren Noord-Holland op het feit dat de provincie geen opdracht heeft om jagers in hun hobby te faciliteren en dat het uitgeven van jachtrechten misplaatst is.

    In een amendement op de Verordening faunabeheer Noord-Holland van oktober 2016 stelde de Partij voor de Dieren Noord-Holland voor om te stoppen met jacht zonder noodzaak. Waar bij het beheer van populaties op basis van een ontheffing en vrijstelling nut en noodzaak dient te worden aangetoond, is dit bij jacht op haas, konijn, fazant, wilde eend en houtduif niet het geval. Deze dieren mogen gedood worden voor het plezier van de jager. Partij voor de Dieren vindt dit niet meer van deze tijd. De nieuwe Wet natuurbescherming biedt de mogelijkheid om nadere eisen te stellen aan een faunabeheerplan en de partij stelt voor om de voorwaarden die gelden voor ontheffing en vrijstelling ook voor hobbyjacht te laten gelden.

    Jacht in stiltegebieden

    De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil dat in zogenaamde stiltegebieden geen uitzondering op het verbod van gebruik van vuurwapens wordt gemaakt voor de hobbyjacht. De hobbyjacht kent geen nut of noodzaak en veroorzaakt dus onnodig lawaai. Zonder noodzaak luide knallen toelaten in een stiltegebied kan de ervaring van de natuurlijke geluiden verstoren. De partij heeft deze onnodige uitzondering voor de hobbyjacht eerst via een amendement in 2013 proberen op te heffen, en daarna via initiatiefvoorstellen in 2013 en 2015. De voorstellen gaan over de hobbyjacht in het jachtseizoen, niet over beheer en schadebestrijding.

    Stiltegebieden zijn vastgelegd in de Provinciale Milieuverordening (PMV). Deze gebieden vinden hun oorsprong in de Wet geluidhinder (Staatsblad, 1979). Stiltegebieden waren daarin gedefinieerd als gebieden waarin de geluidbelasting door toedoen van menselijke activiteiten zo laag is, dat de in dat gebied heersende natuurlijke geluiden niet of nauwelijks worden gestoord

    Het is belangrijk om geen onnodig lawaai in stiltegebieden toe te laten. Stilte is namelijk een oerkwaliteit. In 2006 schreef de Gezondheidsraad aan de staatssecretaris van het voormalige ministerie VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) dat stilte in Nederland steeds schaarser werd, terwijl veel mensen behoefte hebben aan plekken waar nog rust heerst. Om de stilte te borgen is in stiltegebieden een groot aantal activiteiten verboden. Zo is het gebruik van een vuurwapen verboden, maar worden hierop uitzonderingen gemaakt, bijvoorbeeld voor de politie in geval van nood. Helaas geldt de uitzondering dus ook voor de hobbyjacht, wat betekent dat de kostbare stilte mag worden verstoord voor slechts een hobby: dit tegen internationaal recht in en zonder nut of noodzaak.

    Meer informatie
  • Megastallen en mestoverschot

    De Partij voor de Dieren wil dat de problemen rond de productie van mest bij de bron worden aangepakt. Nederland kent als gevolg van een immense veestapel een gigantisch mestoverschot dat zorgt voor een bijna onbeheersbare uitstoot van ammoniak en broeikasgassen en voor grote schade aan natuur en milieu.

    In Noord-Holland hebben wij zowel in april als in juni vragen gesteld over natuurschade door de aanpak van stikstof middels de Programmatische Aanpak Stikstof, en in mei over de door de RLI gead­vi­seerde reductie van de veestapel.

    Mest is het resultaat van een zeer inefficiënte vorm van eiwitproductie, omdat er vele kilo's plantaardig eiwit nodig zijn voor de productie van 1 kilo dierlijk eiwit. Het mestprobleem wordt in de eerste plaats veroorzaakt doordat de kringloop in de Nederlandse veehouderijsector de afgelopen decennia bruut is verstoord.

    Desondanks weigert het kabinet het plafond voor mestproductie in Nederland te verlagen. Op aandringen van de PvdD schaft ze de bestaande productiebegrenzing voor varkens en kippen voorlopig niet af, maar ze laat die mogelijkheid nog wel in de lucht hangen. Dit terwijl de veestapel, en dus de productie van mest, juist verder zou moeten worden ingedamd en er óók voor melkvee een productieplafond in zou moeten worden gesteld. De regering zet in plaats daarvan in op mestverwerking en mestvergisting in grote, gevaarlijke installaties.

    De Partij voor de Dieren verzet zich hier hevig tegen, omdat dit grote nadelige gevolgen heeft voor mens, dier, milieu en landschap. Er zullen hierdoor alleen nog maar meer megastallen gebouwd worden. Bovendien zullen de dieren steeds meer jaarrond op stal gehouden worden. Ook de laatste koeien zullen daardoor verdwijnen uit de wei. Het mestproductieplafond moet niet worden afgeschaft, maar juist worden uitgebreid, zodat ook koeien, kalveren, geiten en schapen er onder komen te vallen.

    De veestapel zal in zijn geheel moeten krimpen, waardoor er niet meer mest wordt geproduceerd dan er verantwoord op de Nederlandse landbouwgronden gebruikt kan worden. Als er minder dieren gehouden worden, is er minder mest en zijn er minder problemen. De Partij voor de Dieren vindt bovendien dat grondgebonden veehouderij moet worden bevoordeeld ten opzichte van veehouderijen waarin de dieren jaarrond op stal worden gehouden. Ook wil de partij kleine bedrijven beschermen door een maximum te verbinden aan kilo's mest die er op een bedrijf geproduceerd mogen worden.

    Meer informatie
  • Visserij en vis

    Duurzame of diervriendelijke visserij bestaat niet. De visserij is de afgelopen decennia veranderd in een massale industrie met verwoestende effecten op ecosystemen. De vangsttechnieken zorgen voor een pijnlijke doodsstrijd voor de vissen. Bovendien is er sprake van ernstige overbevissing. Viskwekerijen - ten onrechte vaak gezien als een alternatief voor wildvangst - vormen een nieuwe bio-industrie, met alle gevolgen van dien voor dieren en volksgezondheid. Partij voor de Dieren zet zich daarom in de provincie Noord-Holland in voor afbouw van viskwekerijen, visrechten en subsidies voor visserij in het algemeen.

    In het voorjaar van 2018 diende de fractie de Discussienota het Welzijn van Vissen in een poging om vissenwelzijn beter geborgd te krijgen in provinciaal beleid. Nadat verschillende voorstellen op een positieve ontvangst konden rekenen, dient de fractie in de loop van het jaar een initiatiefvoorstel in met concrete beleidsmaatregelen.

    Visserijsubsidie
    Partij voor de Dieren Noord-Holland spoort, onder andere via statenvragen, de provincie Noord-Holland aan zich in te zetten op herstel van vispopulaties en natuur, in plaats van doorgaan met het subsidiëren en faciliteren van visserij. De Partij voor de Dieren stelde voor om het overheidsgeld voortaan alleen aan te wenden voor het uitkopen van vissers (warme sanering). Zo bleek uit het ‘Masterplan Toekomst IJsselmeer’ van 2014 dat de visstand in het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer op een dramatisch dieptepunt was beland. Er is sprake van een aanzienlijke teruggang van het aantal vissen per soort en/of een ongezonde leeftijdsopbouw. Er wordt te veel gevist en de vissers kunnen nauwelijks nog het hoofd boven water houden. Het dringende advies in dit rapport is dan ook om als eerste maatregel per direct een moratorium op de schubvisvangst van drie jaar in te stellen zodat visstanden zich enigszins kunnen herstellen.

    De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties schat dat 70% van de visbestanden in de wereld nu is overbevist. Een omslag in de visserijsector is derhalve noodzakelijk. De Partij voor de Dieren heeft daarom ook via moties in bijvoorbeeld 2009 de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland gevraagd om geen subsidie beschikbaar te stellen voor visvangst die onvoldoende rekening houdt met o.a. dierenwelzijn en natuur.

    Tevens stelde de partij kritische vragen over het geld dat de provincie Noord-Holland in 2014 beschikbaar heeft gesteld voor het project ‘Achteroever Wieringermeer’, waarbij onderzoek zou worden gedaan naar de commerciële teelt van de Chinese Wolhandkrab in tulpenkassen. Partij voor de Dieren wees op een eerder, vergelijkbaar project dat een mislukking bleek te zijn en waarvan bleek dat het veel dierenleed met zich mee had gebracht.

    Visrechten
    De provincie Noord-Holland heeft veel visrechten en verhuurt deze aan beroepsvissers en hengelsportverenigingen. Het staat de provincie vrij om de visrechten al dan niet te verhuren of voorwaarden te stellen aan de verhuur. De provincie verhuurt visrechten nu conform het Rijksbeleid voor Staatswateren. Hierin spelen nut en noodzaak van verhuur, natuur, milieu of dierenwelzijn geen rol.

    In een initiatiefvoorstel uit 2011 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland de Provinciale Staten aangespoord om een kaderstellende discussie te voeren over nut en noodzaak van verhuur van visrechten. Des te meer omdat verhuur de provincie in financiële zin eigenlijk niets oplevert. De partij drong erop aan dat de provincie Nood-Holland een onderzoek zou starten naar de effecten van hengelen op de visstand, in samenwerking met de waterschappen. Volgens de partij is de noodzaak van beheer van de visstand door visvangst niet aangetoond.

    Tevens pleitte de partij ervoor dat de provincie als eigenaar van de visrechten de huurders extra eisen ging opleggen. De provincie kan de huurders bijvoorbeeld verplichten mee te werken aan de visstandbeheercommissie (VBC) en mee te werken aan visplannen. De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt eisen aan de visstand, die niet overeen hoeven te komen met de belangen van huurders. Vaak zijn de belangen van hengelaars tegengesteld aan de eisen van de KRW.

    Ook pleitte de Partij voor de Dieren in haar initiatiefvoorstel voor eisen ter verbetering van het welzijn van vissen. Zulke eisen spelen momenteel geen rol in de verhuur van visrechten. Het belang van de hengelaars is het uitoefenen van hun hobby, terwijl de vissen stress, pijn en soms de dood wordt toegebracht door de hengelaars. Het vangen van vissen veroorzaakt een verstoring op van de natuurlijke processen in de wateren en de vissen hebben er belang bij dat er niet wordt gevist. Er spelen conflicterende belangen en de Partij voor de Dieren Noord-Holland pleitte in haar initiatievoorstel voor een zorgvuldigere afweging.

    Bovendien heeft de Partij voor de Dieren zich telkens verzet tegen ontheffingen voor visserij in natuurgebieden, zoals in de Koopmanspolder.

    Paling
    De provincie Noord-Holland verhuurt actief het recht om paling te vangen in provinciale wateren. Dit terwijl de paling met uitsterven bedreigd is, voor een groot deel door het werk van commerciële palingvisserij. Tegelijkertijd investeert de overheid miljoenen om deze soort te redden. In een motie van 2012 stelde de Partij voor de Dieren Noord-Holland dat het toestaan van het vangen en doden van een bedreigde diersoort terwijl miljoenen worden geïnvesteerd om de soort te redden geen consistent beleid is. Daarom vroeg de partij in dezelfde motie het College van Gedeputeerde Staten om de lopende aalvisverhuurcontracten op te zeggen en geen nieuwe aalvisverhuurcontracten aan te gaan.

    Ook in de commissies van provincie Noord-Holland, houdt de Partij voor de Dieren iedereen scherpt. Zo heeft Statenlid Linda Vermaas in de commissie Ruimte, Wonen en Water vragen gesteld over hengelaars die illegaal op paling vissen. Nu blijkt dat ook hengelaars aan het uitsterven van de paling bijdragen, omdat ze meer dan 400.000 palingen per jaar opvissen, en deels meenemen om op te eten. Vermaas heeft Gedeputeerde Loggen (zelf een fervent hengelaar) daarom gevraagd of hij wil onderzoeken hoeveel paling er in Noord-Holland sterft door toedoen van hengelaars, en of hij bereid is om de sportvisserij en de beroepsvisserij op aal te beperken. Helaas vindt de Gedeputeerde Loggen nog steeds dat hengelhobby belangrijker is dan het beschermen van uitstervende diersoorten en weigert hij een onderzoek in te stellen.

    Overbevissing in de Waddenzee
    In 2015 toonden wetenschappelijke bevindingen aan dat het ecosysteem in de Waddenzee door overbevissing grondig is verstoord. Het vissen op garnalen in het bijzonder heeft een zeer negatieve impact op de ecologie in de Wadden door aantasting van de bodem en de grote hoeveelheid bijvangst. Door de netten van garnalenvissers zijn de middelgrote en de grote vissoorten vrijwel geheel verdwenen uit de Waddenzee. Onderzoekers zouden het liefst zien dat de Waddenzee een volledig beschermd zeereservaat wordt, zonder professionele visserij.

    Naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland de Gedeputeerde Staten gevraagd om zich, als één van de partijen van het garnalenconvenant, te heroriënteren op de ambities en afspraken van dat bestaande garnalenconvenant. Bovendien pleitte de partij ervoor om, met het oog op de visstand, het advies van onderzoekers zoals Han Olff over te nemen en in te zetten op het opkopen van visvergunningen van de vissers, in plaats van in te zetten op innovatie binnen de visserij. Daarnaast betoogde de partij dat een uitkoopregeling van de garnalenvissers op het Wad en de Noordzee, met behulp van geld uit het Waddenfonds, de beste oplossing zou zijn voor het behoud van de bijzondere natuur in de Waddenzee.

    Aquacultuur en welzijn van vissen
    In aquacultuur worden veel vissen geconcentreerd gehouden, waarbij er sprake is van dierenleed, risico’s op dierziekten en druk op natuur en milieu. Daarom stelde Partij voor de Dieren Noord-Holland in een motie voor om aquacultuur te beschouwen als intensieve veehouderij. In moties uit 2009 en 2010 pleitte de partij voor het weigeren van directe of indirecte ondersteuning aan viskwekerijen en producenten die vis niet verdoven of vis niet onmiddellijk doden vóór de verwerking. Bovendien pleitte de partij ervoor om de criteria voor leefbaarheid uit de maatlat duurzame aquacultuur als subsidievoorwaarde te erkennen. De maatlat duurzame aquacultuur formuleert criteria die voorwaardelijk zijn voor natuurlijk gedrag van vissen. Vissen in gevangenschap moeten immers zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen.

    Uitzetten van vissen
    In 2013 heeft Partij voor de Dieren Noord-Holland zich verzet tegen het uitzetten van 3000 forellen in het Geestmerambacht, een recreatiegebied dat een belangrijke schakel is voor de natuur. De uitgezette vissen waren ten dode opgeschreven. Ze werden geplaatst in een niet natuurlijke omgeving, zodat ze geen voortplantingsgedrag konden vertonen. Daarnaast zouden de forellen de voedselconcurrentie aangaan met de aanwezige dieren die in en om het water leven, juist op het moment dat de natuur aangaf dat er minder vissen kunnen overleven (de visstand was in Geestmerambacht afgenomen). Het enige doel van de uitzetting van de forellen was het faciliteren van hengelaars die de dieren willen vangen en doden. Dat vindt de Partij voor de Dieren onverantwoord.


    Viskwekerijen
    De Partij voor de Dieren vindt dat intensieve viskwekerijen moeten worden behandeld als intensieve veehouderijen. Deze viskwekerijen zijn aantoonbaar schadelijk voor milieu, gezondheid en dierenwelzijn en verbruiken veel energie. Kweekvissen worden bovendien vaak gevoerd met voer waarin wilde vis is verwerkt. Dat ondermijnt de visstand en draagt bij aan de ineenstorting van mariene ecosystemen. Bijna een vijfde van alle wild gevangen vis ter wereld wordt verwerkt tot vismeel en visolie. Het overgrote deel hiervan wordt gebruikt voor visvoer in viskwekerijen. Als alternatief ingrediënt voor visvoer wordt bijvoorbeeld soja gebruikt, maar dat draagt weer vaak bij aan ontbossing. De Partij voor de Dieren wil voorkomen dat zulke schadelijke viskwekerijen zich in de toekomst in Noord-Holland vestigen.

    Meer informatie

Dierenrechten

Wat we hebben bereikt

  • Vissenwelzijn

    In het voorjaar van 2018 diende de fractie de Discussienota het Welzijn van Vissen in een poging om vissenwelzijn beter geborgd te krijgen in provinciaal beleid. Nadat verschillende voorstellen op een positieve ontvangst konden rekenen, dient de fractie in de loop van het jaar een initiatiefvoorstel in met concrete beleidsmaatregelen.

  • Strengere regels voor de jacht

    In oktober 2016 werd een amendement van de Partij voor de Dieren Noord-Holland aangenomen, dat stelt dat maatregelen in het faunabeheerplan aantoonbaar effectief moeten zijn voor het uiteindelijke maatschappelijke doel. Bij een vrijstelling gold dit vereiste al, bij een ontheffing nog niet. Deze omissie werd hiermee hersteld.

    Naast politieke instrumenten maakt de Partij voor de Dieren Noord-Holland ook gebruik van acties om de slechte besluitvorming rond damherten aan te kaarten.

  • Houdverbod voor dierenmishandelaars

    In oktober 2016 heeft de partij een amendement ingediend om te voorkomen dat dieren in de toekomst middels een vrijstelling gedood mogen worden. Partij voor de Dieren Noord-Holland vindt namelijk dat het doden van dieren niet meer met een vrijstelling, maar altijd met een ontheffing moet worden gereguleerd. Het doden van dieren moet altijd maatwerk zijn en als laatste redmiddel worden ingezet.

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Partij voor de Dieren op Dierendag: “Provincie en Landal Park, stop met doden van zwaar bedreigde konijnen”

Haarlem 4 oktober 2023: De Statenfractie van de Partij voor de Dieren Noord-Holland roept de provincie en Landal Park op Dierendag om te stoppen met doden van konijnen en voor diervriendelijke oplossingen te kiezen. Eerder stelde de partij vragen aan provincie Noord-Holland over waarom de provincie toestemming verleent voor het doden van konijnen op Landal Park Texel. De provincie heeft de vragen ...

Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws
Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws