Hobby­jacht


Jaarlijks worden tienduizenden dieren doodgeschoten of raken gewond door kogels, alleen voor de lol van een kleine groep hobbyjagers in Noord-Holland. Deze jacht op wild (wilde eend, fazant, haas, konijn en houtduif) staat los van beheer en schadebestrijding, mag zonder onderbouwing plaatsvinden en wordt daarom in de volksmond ook wel 'plezierjacht' of ‘hobbyjacht’ genoemd.

Volgens de nieuwe Wet natuurbescherming is het aan de provincies om regels te maken omtrent deze hobbyjacht. Ook is de hobbyjacht in natuurgebieden mogelijk geworden. De hobbyjacht is een wrede hobby met veel dierenleed tot gevolg. Jonge dieren blijven moederloos achter, partnerverbanden worden verbroken en groepshiërarchie en populatiedynamiek worden letterlijk aan flarden geschoten.

De wet erkent de intrinsieke waarde van elk individueel dier. Het doodschieten van een dier zonder nut of noodzaak gaat volledig voorbij aan deze intrinsieke waarde. De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil daarom een einde maken aan de hobbyjacht en wil dus dat de provincie Noord-Holland binnen haar verruimde bevoegdheden kiest voor een beleid dat in principe jachtvrij is. Dus geen jacht zonder objectief vastgestelde noodzaak.

Hobbyjacht op provinciale gronden

Hobbyjagers schieten voor hun plezier dieren dood en de provincie faciliteert dit op eigen grondgebied. Dit terwijl 70 procent van de Nederlandse bevolking hobbyjacht afwijst. De Partij voor de Dieren Noord-Holland doet er al jaren alles aan om hobbyjacht op provinciale gronden onmogelijk te maken.

Reeds in 2009 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland voorgesteld om het onderscheid (zoals in de wet vermeld) tussen ‘jacht’ (hobbyjacht) en ‘schadebestrijding’ scherper te hanteren en hobbyjacht op provinciale gronden niet toe te staan. De provincie had toen alleen bevoegdheden in hobbyjacht op eigen grondgebied. Het standpunt van de provincie was tot dan toe om hobbyjacht op provinciale gronden inderdaad niet toe te staan. Maar vanaf 2009 besloot de provincie plotseling de hobbyjacht wel toe te staan, nu als middel bij schadebestrijding. Door de hobbyjacht vrij te geven op provinciale gronden mag er echter meteen ook op soorten gejaagd worden die helemaal geen schade veroorzaken. Hierdoor wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de schade veroorzakende diersoorten en andere wildsoorten.

De Partij voor de Dieren Noord-Holland stelde daarom voor dat de provincie, bij behoefte aan schadebestrijding, de bestaande procedures voor schadebestrijding zou volgen. In die procedures is voor belanghebbenden namelijk een nette juridische toetsing ingesteld, zoals het in een democratische rechtsstaat hoort. Maar met de botte constructie waarin hobbyjacht en schadebestrijding werden gecombineerd, werd die juridische toets omzeild.

In een motie uit 2012 en in de vragen aan Gedeputeerde Staten uit 2014 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland opnieuw deze constructie in vraag gesteld en een stop van het verhuren van de hobbyjacht op provinciale gronden voorgesteld. Ook in een schaduwnota voor flora- en faunabeleid, wees de Partij voor de Dieren Noord-Holland op het feit dat de provincie geen opdracht heeft om jagers in hun hobby te faciliteren en dat het uitgeven van jachtrechten misplaatst is.

In een amendement op de Verordening faunabeheer Noord-Holland van oktober 2016 stelde de Partij voor de Dieren Noord-Holland voor om te stoppen met jacht zonder noodzaak. Waar bij het beheer van populaties op basis van een ontheffing en vrijstelling nut en noodzaak dient te worden aangetoond, is dit bij jacht op haas, konijn, fazant, wilde eend en houtduif niet het geval. Deze dieren mogen gedood worden voor het plezier van de jager. Partij voor de Dieren vindt dit niet meer van deze tijd. De nieuwe Wet natuurbescherming biedt de mogelijkheid om nadere eisen te stellen aan een faunabeheerplan en de partij stelt voor om de voorwaarden die gelden voor ontheffing en vrijstelling ook voor hobbyjacht te laten gelden.

Jacht in stiltegebieden

De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil dat in zogenaamde stiltegebieden geen uitzondering op het verbod van gebruik van vuurwapens wordt gemaakt voor de hobbyjacht. De hobbyjacht kent geen nut of noodzaak en veroorzaakt dus onnodig lawaai. Zonder noodzaak luide knallen toelaten in een stiltegebied kan de ervaring van de natuurlijke geluiden verstoren. De partij heeft deze onnodige uitzondering voor de hobbyjacht eerst via een amendement in 2013 proberen op te heffen, en daarna via initiatiefvoorstellen in 2013 en 2015. De voorstellen gaan over de hobbyjacht in het jachtseizoen, niet over beheer en schadebestrijding.

Stiltegebieden zijn vastgelegd in de Provinciale Milieuverordening (PMV). Deze gebieden vinden hun oorsprong in de Wet geluidhinder (Staatsblad, 1979). Stiltegebieden waren daarin gedefinieerd als gebieden waarin de geluidbelasting door toedoen van menselijke activiteiten zo laag is, dat de in dat gebied heersende natuurlijke geluiden niet of nauwelijks worden gestoord

Het is belangrijk om geen onnodig lawaai in stiltegebieden toe te laten. Stilte is namelijk een oerkwaliteit. In 2006 schreef de Gezondheidsraad aan de staatssecretaris van het voormalige ministerie VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) dat stilte in Nederland steeds schaarser werd, terwijl veel mensen behoefte hebben aan plekken waar nog rust heerst. Om de stilte te borgen is in stiltegebieden een groot aantal activiteiten verboden. Zo is het gebruik van een vuurwapen verboden, maar worden hierop uitzonderingen gemaakt, bijvoorbeeld voor de politie in geval van nood. Helaas geldt de uitzondering dus ook voor de hobbyjacht, wat betekent dat de kostbare stilte mag worden verstoord voor slechts een hobby: dit tegen internationaal recht in en zonder nut of noodzaak.