Damherten


De Partij voor de Dieren Noord-Holland zet zich al jaren in tegen het afschot van damherten. Het afschot is niet alleen wreed, maar ook onnodig en bovendien gevaarlijk. Door de jacht zullen de damherten schuw worden en sneller in paniek raken, wat juist meer ongelukken kan veroorzaken. Door bijvoorbeeld goede hekken te plaatsen en deze te onderhouden, kunnen aanrijdingen en landbouwschade effectiever worden voorkomen.

Biodiversiteit en damherten in Noord-Hollandse duinen
De natuur heeft de afgelopen miljoenen jaren bewezen prima in staat te zijn om zichzelf te regelen. Afschot brengt de natuur echter juist uit balans. De jacht zorgt voor overpopulatie doordat het doden van grote aantallen dieren de reproductie stimuleert. De dieren in de Noord-Hollandse duinen zouden de kans moeten krijgen om als populatie en binnen het natuurgebied waarin zij leven tot een natuurlijk evenwicht te komen. Dat houdt in dat het gebied en populatiegrootte op elkaar afgestemd raken. Wat daarvoor wel noodzakelijk is, is zorgen dat er ook voldoende en schone natuur is. In de duinen is genoeg ruimte, maar de stikstofdepositie is nog steeds te hoog. Méér natuur is de enige duurzame oplossing voor ons ecosysteem.

Bovendien zijn diverse natuurwaarden, zoals de beschermde grijze duinen en de bedreigde vlinder de Keizersmantel, juist afhankelijk van de herten. Damherten creëren voor sommige planten en dieren gunstigere omstandigheden dan voor andere soorten. Hierdoor verandert het gebied wel, maar dat is geen achteruitgang.

Natuureducatie en natuurbeleving
De damherten zijn nu nog niet mensschuw, wat maakt dat mensen ze van heel dichtbij kunnen aanschouwen in hun natuurlijke omgeving. De damherten zijn op die manier essentieel voor natuureducatie en de natuurbeleving van mensen en vooral kinderen. Besluiten om damherten af te schieten stuiten daarom altijd op verzet van veel omwonenden en bezoekers van de duingebieden waar de damherten leven.

Onzorgvuldige besluitvorming
Afschot van herten in Nederland is in principe verboden en alleen toegestaan onder bepaalde voorwaarden, zoals dat er geen andere werkende alternatieven voor het voorkomen van eventuele schade of ongelukken beschikbaar zijn. Het provinciebestuur van Noord-Holland verleent echter steeds afschotvergunningen op basis van onjuiste informatie en zonder een zorgvuldige en integrale afweging van de kosten en baten. Partij voor de Dieren Noord-Holland stelde dit onzorgvuldig handelen door de provincie al in 2008 aan de kaak middels statenvragen. In 2010 en in 2014 diende de partij moties in om de besluitvorming over het ingrijpen in populaties en het doden van dieren zorgvuldiger te laten gebeuren.

Ondanks dat de noodzaak voor het afschot ontbreekt, heeft het provinciebestuur van Noord-Holland in 2016 weer toestemming gegeven voor het doden van ruim 6.000 damherten in de Noord-Hollandse duinen (Amsterdamse Waterleidingduinen en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland), over een periode van vijf jaar. De Partij voor de Dieren Noord-Holland heeft begin 2016 meteen een motie ingediend tegen dit besluit. Helaas werd deze motie door o.a. de VVD, D66 en PvdA verworpen.

De partij blijft echter strijden voor zorgvuldigere en diervriendelijkere besluitvorming binnen de provincie. Zo is in oktober van 2016 een amendement van de Partij voor de Dieren Noord-Holland aangenomen, dat stelt dat maatregelen in het faunabeheerplan aantoonbaar effectief moeten zijn voor het uiteindelijke maatschappelijke doel. Bij een vrijstelling gold dit vereiste al, bij een ontheffing nog niet. Deze omissie is hiermee hersteld.

Afschaffing van vrijstellingen om dieren te doden
In oktober 2016 heeft de partij een amendement ingediend om te voorkomen dat dieren in de toekomst middels een vrijstelling gedood mogen worden. Partij voor de Dieren Noord-Holland vindt namelijk dat het doden van dieren niet meer met een vrijstelling, maar altijd met een ontheffing moet worden gereguleerd. Het doden van dieren moet altijd maatwerk zijn en als laatste redmiddel worden ingezet. De vrijstelling is een grofmazig instrument dat ook ingezet kan worden als er geen dreigende schade is. Dit is niet te rijmen met het uitgangspunt van bescherming van individuele dieren. De maatregel leidt niet tot inventief oplossen van problemen: immers, als de bescherming van dieren opzij wordt gezet en afschot snel mogelijk wordt gemaakt, is er geen stimulans om tot een slimme, diervriendelijke oplossing te komen.

Daarnaast is er geen degelijke rechtsgang mogelijk tegen een vrijstellingsverklaring, maar wel tegen een ontheffing. Een vrijstelling biedt de mogelijkheid om de toets van een rechter te omzeilen en dat kan in een rechtsstaat nooit de bedoeling zijn. Een soortgelijk amendement tegen vrijstellingen heeft de partij ook in 2014 ingediend en in 2009 heeft de partij zich via een motie tegen zulke vrijstellingen verzet.

Geld naar preventie in plaats van bestrijding
De bedragen die nu nog worden uitgegeven aan de zinloze en wrede bestrijding van damherten en andere in het wild levende dieren kunnen beter worden ingezet voor preventief beleid dat, in tegenstelling tot de huidige bestrijding, wél effectief is. In een motie van 2013 heeft de Partij voor de Dieren daarom het provinciebestuur gevraagd om geen geld meer uit te geven aan het doden van dieren en het hiermee vrijkomend budget beschikbaar te stellen voor diervriendelijke alternatieven.

Actie
Naast politieke instrumenten maakt de Partij voor de Dieren Noord-Holland ook gebruik van acties om de slechte besluitvorming rond damherten aan te kaarten.