Vragen over afschot sika­herten tot een 0-stand in duin­gebied Noord-Holland


Indiendatum: 31 jul. 2023

Inleiding

In het duingebied van de provincie Noord-Holland leeft een populatie verwilderde sikaherten (cervus nippon). De provincie wil deze dieren laten afschieten tot een ‘0-stand’: alle sikaherten mogen worden gedood. [1] De provincie gaf deze opdracht aan de Faunabeheereenheid (FBE) bij besluit van 6 juli 2023. [2] De opdracht geldt tot 1 maart 2028. Eerder, in 2020, had PWN al deze opdracht gekregen, maar dat leidde niet tot de gewenste reductie. [3]

Als redenen voor de poging tot uitroeiing noemt de provincie onder andere dat het sikahert een invasieve exoot zou zijn en volgens het ISEIA-protocol is geclassificeerd als een ‘zwarte lijst soort’. Ook zou het doden nodig zijn om de wilde flora en fauna in de Natura2000-gebieden te beschermen en zou afschot nodig zijn voor het ‘algemeen belang’. De provincie lijkt zich te baseren op een rapport van Alterra uit 2012 [4, 5], dat gebruik maakt van twee bronnen voor een impact en risico-assessment: 1. ISEIA-protocol [6], uit België, 2009 en 2. Bomford-methode, ontwikkeld in 2003, Australië. [7] Het is onduidelijk welke harde juridische gevolgen dit heeft. Bovendien lijken de bronnen waarnaar verwezen wordt, ook in het rapport van Alterra, oud. Het is onduidelijk of meer actuele kennis over de mogelijke diervriendelijke en niet-dodelijke interventies naar boven is gehaald. De Wet natuurbescherming geeft aan om eerst te kijken naar alternatieven voor doden en ook provinciaal beleid stelt dat eerst alle alternatieven moeten zijn geprobeerd.

De herten zijn in 2018 ontsnapt uit een tuin van een particulier. Het waren er toen vijf. Volgens PWN is er geen kans op negatieve effecten door ongewenste kruisingen. Maar toch wil PWN van de sikaherten af, vanwege mogelijke schade aan landbouwgewassen - voornamelijk bloembollen - en tuinen. Ook noemt PWN verkeersveiligheid als reden voor afschot. [8]

De herten mogen worden gedood met het geweer en honden. Ook mag in de nacht worden geschoten, met o.a. lampen en warmtebeeldcamera’s. Kadavers van gedode dieren mogen, niet zichtbaar vanaf de wandelroutes, in terreinen van terreinbeherende organisaties worden achtergelaten.

De fractie van de Partij voor de Dieren ziet dat de provincie weer dieren laat boeten voor een knelpunt dat door mensen zelf is veroorzaakt. Dat is geen rechtvaardig beleid en laat ook nog niets zien van het uitgangspunt van de provincie dat rekening wordt gehouden met welzijn van dieren en dat alles wordt gedaan om het doden van dieren te voorkomen.

Daarom heeft de fractie de volgende vragen.


Vragen

  1. Welke maatregelen heeft GS getroffen in 2018 toen de vijf sikaherten ontsnapten uit een tuin van een particulier? Waarom zijn de dieren toen niet meteen opgespoord en teruggeplaatst?
  2. Artikel 1.11, lid 2 van Wet Natuurbescherming beschrijft de zorgplicht voor o.a. dieren en natuur. Die houdt in elk geval in dat “een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kunnen worden veroorzaakt voor een Natura 2000-gebied, een bijzonder nationaal natuurgebied of voor in het wild levende dieren en planten” dergelijke handelingen achterwege moet laten. Als de sikaherten nadelige gevolgen hebben voor natuur, dan had de eigenaar dat moeten weten en het houden ervan achterwege moeten laten.
    1. Wie dient bovenstaande zorgplicht te handhaven? Graag verwijzing naar de bron.
    2. GS is van mening dat sikaherten invasieve exoten zijn, schade kunnen toebrengen een de biodiversiteit en dat het aantal daarom teruggebracht moet worden naar 0. Maar geldt voor invasieve exoten niet een verbod [9] op het houden van deze dieren? [10] Zo ja, hoe kan het dat sikaherten, vermoedelijk in een tuin, gehouden werden in Noord-Holland?
    3. Waarom heeft de provincie niet aan de bel getrokken bij het Rijk (NVWA) om te gaan handhaven bij de particulier die de dieren in Noord-Holland hield en heeft laten ontsnappen?
  3. GS straft nu de dieren voor het nalatig handelen van mensen. Welke maatregelen worden door bevoegd gezag (wie dat ook is) tegen de verantwoordelijke mensen genomen? Indien geen, waarom niet?
  4. Op basis van de Wet Natuurbescherming draagt de provincie zorg voor het beschermen van de natuur in onze provincie, ook tegen de risico’s van invasieve exoten.
    1. Heeft de provincie zicht op het houden van invasieve exoten door particulieren in Noord-Holland?
    2. Zo nee, op welke manier gaan GS zich inspannen om dit soort situaties, waarbij dieren worden gestraft door nalatigheid van menselijk handelen, in de toekomst te voorkomen?
  5. De sikaherten staan overigens niet op de Europese Unielijst Invasieve exoten. [11] GS baseert zich in het Besluit tot het beperken van de populatie sikaherten tot een 0-stand op het ISEIA-protocol en de SEBI 2010 lijst (impact assessments [12]).
    1. Kunt u een toelichting geven op dit protocol en deze lijst? Wat is de juridische status van het ISEIA-protocol en de SEBI 2010 lijst? En hoe verhouden deze zich tot de Unielijst?
    2. Zijn het ISEIA-protocol en SEBI 2010 lijst voldoende basis voor het besluit van GS om sikaherten uit te roeien? Kunt u dat precies uitleggen met verwijzingen naar juridische teksten en actuele wetenschappelijke bronnen?
    3. Verplicht dit protocol en deze lijst juridisch tot het doden van dieren die erop staan of is in theorie de inzet van niet-dodelijke middelen toelaatbaar om de populatie te verkleinen of overlast tegen te gaan? Graag bij uitleg verwijzing naar bronnen.
  6. In het artikel staat dat het om een kleine populatie gaat. Op hoeveel dieren wordt de populatie geschat en hoe en door welke onafhankelijke experts is dat vastgesteld?
  7. In 2020 schatte PWN dat het ging om twee bokken en minstens vier hindes. [13] Was het echt niet mogelijk in 2020 om bijvoorbeeld de twee bokken op te sporen, apart te zetten en voortplanting op een niet-dodelijke manier te voorkomen? Want: zonder bokken geen jonge herten. Als dit niet geprobeerd is: waarom heeft bevoegd gezag besloten dat niet te doen?
  8. Het Besluit lijkt gebaseerd op het Alterra rapport over de risico’s van de aanwezigheid van sikaherten in de Nederlandse natuurgebieden dat dateert uit 2012. [14] In dat rapport worden ook andere methoden dan doden genoemd. Zijn er meer recente onderzoeken beschikbaar over de omgang met in het wild levende sikaherten in Europese landen, waarin is onderzocht wat de resultaten zijn in het gebruik van niet-dodelijke maatregelen of alternatieven om de populatie te verkleinen? Indien deze beschikbaar zijn, welke bronnen zijn dat?
  9. GS verwijst naar de Wet natuurbescherming om haar besluit juridisch te onderbouwen. De wet bepaalt dat voor een ontheffing voor het doden van dieren eerst moet worden vastgesteld dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Daarnaast is het beleid van de provincie op papier om alles te doen om het doden van dieren te voorkomen en is het uitgangspunt om altijd eerst alle niet-dodelijke maatregelen te onderzoeken. Ook in het nieuwe coalitieakkoord wordt gesteld dat doden alleen wordt ingezet “als er geen andere oplossingen meer zijn”. Dierenwelzijn zou een belangrijke waarde zijn “in handelen en beleid” van de coalitie.
    1. Heeft GS niet-dodelijke maatregelen (alternatieven) onderzocht en overwogen?
    2. Welke maatregelen zijn dat en op welke recente onderzoeken en experts heeft GS zich gebaseerd in haar conclusie om die alternatieven toch niet in te zetten? We ontvangen graag de inhoud van die onderzoeken.
  10. In het Alterra-rapport, pagina 25, waar het GS-besluit op gebaseerd lijkt te zijn, wordt vermeld dat “Eradication, even on a local scale, is very costly and in most cases unsuccessful (Caughley, 1978; Elliger et al., 2011). Main problem will be locating individuals at low density which results in higher costs and effort with decreasing density (Van Deelen and Etter, 2003).” In hoeverre denkt GS dat reductie van de kleine populatie, waarvan al in 2020 is gebleken dat deze moeilijk gelokaliseerd kon worden, nu wel door middel van doden kan worden gereduceerd en op basis van welk nieuw onderzoek is dat geconcludeerd?
  11. Een van de redenen om de sikaherten in Noord-Holland als risico te beschouwen is de vermeende aantasting van landbouwgewassen. In het eerder genoemde Alterra rapport, pagina 26, staat “Sika Deer can be excluded from vulnerable areas by erecting wire mesh fences (Takatsuki, 2009).” In hoeverre is deze maatregel toegepast in het leefgebied van de sikaherten in Noord-Holland en waarom is dit niet toereikend om de populatie niet te hoeven doden?
  12. Provinciaal beleid is, sinds de inzet van de Partij voor de Dieren, om dierenwelzijnsorganisaties te raadplegen bij beleid en besluiten die aan levens van dieren raken.
    Is er gesproken met dierenwelzijnsorganisaties, zoals Faunabescherming en Animal Rights, om te kijken welke niet-dodelijke oplossingen er eventueel voor handen zijn? Dit is immers afgesproken met Provinciale Staten. Zo ja, met welke organisaties en wat was de uitkomst?
  13. Waarom mogen kadavers niet in het zicht van wandelaars liggen? Dat geeft immers transparantie richting burgers: de provincie doodt dieren en dit is hoe dat eruitziet.
  14. GS stelt in het besluit: “Op de naleving van het in of krachtens de Wet natuurbescherming en in dit besluit gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.”

    Hoeveel onafhankelijke toezichthouders zijn beschikbaar voor de door GS genoemde taak, hoe vaak controleren ze ongeveer per jaar en hoe ziet dat er in praktijk precies uit in het geval van sikaherten?
  15. Tevens stelt GS: “Wellicht ten overvloede wijzen wij op de zorgplichtartikelen zoals deze zijn geregeld in de Wet natuurbescherming en in het bijzonder artikel 3.24, lid 1 van de wet, welke luidt: "Een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt". Deze zorgplicht geldt ook voor het sikahert.”
    1. Controleert en handhaaft de provincie/OD ook op de verplichting om te voorkomen dat dieren onnodig lijden? Hoe precies in dit geval, hoe vaak (naar schatting) per jaar, en met hoeveel beschikbare onafhankelijke handhavers?
    2. Hoe wordt door de handhaver dan het “voorkomen dat het dieren onnodig lijdt” geïnterpreteerd? Wat is concreet “onnodig lijden” in dit geval en op welke recente wetenschappelijke bronnen baseert men zich?
    3. Welke andere concrete vormen van zorgplicht worden door provincie gecontroleerd en gehandhaafd?
  16. GS geeft toestemming om deels ook in de nacht te schieten (“vanaf twee uur voor zonsopgang tot twee uur na zonsondergang”) en “om het geweer te voorzien van een kunstmatige lichtbron, een voorziening om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument (inclusief warmtebeeldcamera) om in de nacht te schieten.” Handhaving in het buitengebied op overtredingen van Wet natuurbescherming is lastig. De handhavingscapaciteit is laag, het te handhaven gebied groot. Dit wetende is het afgeven van ontheffingen om tijdens nachtelijke uren sikaherten te bestrijden met o.a. kunstlicht onwenselijk. Tijdens deze uren is handhaving in het buitengebied helemaal onmogelijk. Dit terwijl dat wel noodzakelijk is, ook als bestrijding legaal is. Lang niet altijd handelen diegenen die in het bezit zijn van een ontheffing volgens de regels.
    1. Waar baseert GS de tijden waarop geschoten mag worden op de sikaherten op? Op welke actuele wetenschappelijke bronnen hierover baseert GS zich om dit besluit te onderbouwen (in het besluit zelf wordt deze keuze niet wetenschappelijk onderbouwd)?
    2. Schieten in de nacht en het gebruik van hulpmiddelen daarbij vormt een groter risico op extra (onnodige) aantasting van dierenwelzijn. Hoe is dierenwelzijn meegewogen bij het besluit om deze praktijk toe te staan en hoe heeft GS zich ervan verzekerd dat deze keuze niet zorgt voor extra aantasting van dierenwelzijn? Graag verwijzing naar recente wetenschappelijke kennis waar GS zich op heeft gebaseerd.
    3. GS heeft het over “enig ander instrument (inclusief warmtebeeldcamera) om in de nacht te schieten.” Welke instrumenten kunnen dit exact allemaal zijn? Welke recente wetenschappelijke kennis heeft GS gebruikt om voor elk van die instrumenten vast te stellen dat ze niet bijdragen aan (onnodig) extra dierenleed?
    4. Hoe is onafhankelijk toezicht en transparantie verzekerd als in het holst van de nacht op de dieren mag worden gejaagd? Worden er gedurende de gehele ontheffingsperiode door handhavers ook tijdens nachtelijke uren controlerondes gedaan en zo ja, met hoeveel handhavers en hoe vaak per jaar?
    5. Welke invloed heeft nachtelijke bejaging op de verkeersveiligheid en het oversteekgedrag van opgejaagde dieren, in de randen van de nacht en vroege ochtend? Graag vermelding van bronnen waar u zich op baseert.
    1. Bent u bereid om met dierenwelzijnsorganisaties zoals Faunabescherming en Animal Rights in gesprek te gaan over mogelijke niet-dodelijke oplossingen? Zo nee, waarom wilt u niet eens die moeite nemen voor de dieren die niet schuldig zijn aan de ontstane situatie?
    2. Bent u bereid de opdracht aan de FBE tot het doden van alle sikaherten in de duinen in te trekken, op zijn minst tot er met dierenwelzijnsorganisaties en experts is gekeken naar alternatieven? Zo nee, waarom niet?


1 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20230727_59012817
2 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-8008.html
3 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-1130.html
4 https://circabc.europa.eu/sd/a/b8216ea9-1294-4481-9b66-93f734b04aa4/RA%20NL.pdf
5 De eerste overweging van het GS besluit is bijna een letterlijk citaat uit het Alterra rapport (p.7).
6 http://ias.biodiversity.be/documents/ISEIA_protocol.pdf
7 https://circabc.europa.eu/sd/a/b8216ea9-1294-4481-9b66-93f734b04aa4/RA%20NL.pdf
8 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20201022_29541135
9 https://wetten.overheid.nl/BWBR0037552/2021-07-01/#Hoofdstuk3_Paragraaf3.8_Artikel3.39
10 https://www.nvwa.nl/onderwerpen/invasieve-exoten/unielijst-invasieve-exoten
11 https://www.nvwa.nl/onderwerpen/invasieve-exoten/unielijst-invasieve-exoten
12 http://ias.biodiversity.be/documents/ISEIA_protocol.pdf
13 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20201022_29541135
14 De eerste overweging van het GS besluit is bijna een letterlijk citaat uit het Alterra rapport (p.7).

Indiendatum: 31 jul. 2023
Antwoorddatum: 12 sep. 2023

Afschot sikaherten tot een 0-stand in duingebied Noord-Holland NoordHolland - iBabs RIS (bestuurlijkeinformatie.nl)

Inleiding vragen

In het duingebied van de provincie Noord-Holland leeft een populatie verwilderde sikaherten (cervus nippon). De provincie wil deze dieren laten afschieten tot een ‘0-stand’: alle sikaherten mogen worden gedood. [1] De provincie gaf deze opdracht aan de Faunabeheereenheid (FBE) bij besluit van 6 juli 2023. [2] De opdracht geldt tot 1 maart 2028. Eerder, in 2020, had PWN al deze opdracht gekregen, maar dat leidde niet tot de gewenste reductie. [3]

Als redenen voor de poging tot uitroeiing noemt de provincie onder andere dat het sikahert een invasieve exoot zou zijn en volgens het ISEIA-protocol is geclassificeerd als een ‘zwarte lijst soort’. Ook zou het doden nodig zijn om de wilde flora en fauna in de Natura2000-gebieden te beschermen en zou afschot nodig zijn voor het ‘algemeen belang’. De provincie lijkt zich te baseren op een rapport van Alterra uit 2012 [4, 5], dat gebruik maakt van twee bronnen voor een impact en risico-assessment: 1. ISEIA-protocol [6], uit België, 2009 en 2. Bomford-methode, ontwikkeld in 2003, Australië. [7] Het is onduidelijk welke harde juridische gevolgen dit heeft. Bovendien lijken de bronnen waarnaar verwezen wordt, ook in het rapport van Alterra, oud. Het is onduidelijk of meer actuele kennis over de mogelijke diervriendelijke en niet-dodelijke interventies naar boven is gehaald. De Wet natuurbescherming geeft aan om eerst te kijken naar alternatieven voor doden en ook provinciaal beleid stelt dat eerst alle alternatieven moeten zijn geprobeerd.

De herten zijn in 2018 ontsnapt uit een tuin van een particulier. Het waren er toen vijf. Volgens PWN is er geen kans op negatieve effecten door ongewenste kruisingen. Maar toch wil PWN van de sikaherten af, vanwege mogelijke schade aan landbouwgewassen - voornamelijk bloembollen - en tuinen. Ook noemt PWN verkeersveiligheid als reden voor afschot. [8]

De herten mogen worden gedood met het geweer en honden. Ook mag in de nacht worden geschoten, met o.a. lampen en warmtebeeldcamera’s. Kadavers van gedode dieren mogen, niet zichtbaar vanaf de wandelroutes, in terreinen van terreinbeherende organisaties worden achtergelaten.

De fractie van de Partij voor de Dieren ziet dat de provincie weer dieren laat boeten voor een knelpunt dat door mensen zelf is veroorzaakt. Dat is geen rechtvaardig beleid en laat ook nog niets zien van het uitgangspunt van de provincie dat rekening wordt gehouden met welzijn van dieren en dat alles wordt gedaan om het doden van dieren te voorkomen.

Daarom heeft de fractie de volgende vragen.

Inleiding GS antwoorden

Het sikahert is een exoot die van nature voorkomt in Oost-Azië. Door menselijk handelen is de soort in Europa terechtgekomen en zijn er in verschillende landen, na ontsnappingen, in het wild levende populaties ontstaan, onder meer in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en
Frankrijk. In Nederland is het sikahert, met uitzondering van de Noord-Hollandse duinen, nog niet gevestigd.

Het sikahert kan kruisen met het inheemse edelhert, en de ervaringen uit het buitenland laten zien dat sikaherten zich makkelijk kunnen uitbreiden tot grote populaties, met een negatieve impact op vegetatiestructuren, habitats en ecosystemen. Vanwege deze risico’s beschouwen wij het sikahert als een invasieve exoot. Door een nulstand na te streven verwachten wij dat een ongewenste groei, en daarmee vaste vestiging van het sikahert in de Noord-Hollandse duinen,
Noord-Holland in bredere zin en daarmee Nederland, kan worden voorkomen voordat het te laat is.

Om dit te bereiken hebben wij op grond van artikel 3.18, eerste en vierde lid van de Wnb een opdracht verleend aan de Faunabeheereenheid (FBE) om de omvang van de populatie sikaherten
in Noord-Holland te beperken tot een nulstand. Omdat het sikahert een exoot is, is deze niet beschermd op grond van de Wet natuurbescherming. Dit betekent niet dat alles zomaar kan.
De zorgplicht moet daarbij in acht worden genomen (artikel 1.11 Wnb), evenals het verbod op het toebrengen van onnodig lijden (artikel 3.24, eerste lid Wnb). Dit brengt met zich mee dat bestrijding alleen is toegestaan als daarmee een redelijk doel is gediend, de noodzakelijke
maatregelen worden getroffen om nadelige gevolgen zo veel mogelijk te voorkomen, en geen onnodig lijden wordt veroorzaakt.

Bij het geven van de opdracht hebben wij beoordeeld dat het nodig is om de sikaherten in Noord-Holland te bestrijden ter bescherming van de inheemse flora en fauna. Daarbij is naar ons oordeel afschot de beste keuze om dat te bereiken. Dit onderbouwen wij in het besluit, en
lichten we in onze beantwoording van onderstaande vragen nader toe.

Tot slot kunnen belanghebbenden die het niet eens zijn met dit besluit bezwaar aantekenen bij de Hoor- en Adviescommissie (HAC) van de provincie.

Vragen

Vraag 1:
Welke maatregelen heeft GS getroffen in 2018 toen de vijf sikaherten ontsnapten uit een tuin van een particulier? Waarom zijn de dieren toen niet meteen opgespoord en teruggeplaatst?

Antwoord 1:
Ontsnapte gehouden dieren zijn in beginsel de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Kort na het ontsnappen van de sikaherten in het Noordhollands Duinreservaat zijn in 2018 pogingen gedaan om ze terug te lokken binnen de omheining van waaruit ze ontsnapt zijn. Dit
is niet gelukt. Na overleggen tussen PWN en de eigenaar heeft de eigenaar uiteindelijk aangegeven niet langer als eigenaar van de dieren te kunnen worden beschouwd. Door deze stap konden de dieren als verwilderd worden bestempeld en niet langer als eigendom.
Daarna heeft het vanwege de noodzaak om procedures zorgvuldig te doorlopen nog geruime tijd geduurd voordat er in 2020 voor het eerst een opdracht aan PWN is verleend die het mogelijk maakte om de sikaherten te beheren.

Vraag 2:
Artikel 1.11, lid 2 van Wet Natuurbescherming beschrijft de zorgplicht voor o.a. dieren en natuur. Die houdt in elk geval in dat “een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kunnen worden veroorzaakt voor een Natura 2000-gebied, een bijzonder nationaal natuurgebied of voor in het wild levende dieren en planten” dergelijke handelingen achterwege moet laten. Als de sikaherten nadelige gevolgen hebben voor natuur, dan had de eigenaar dat moeten weten en het houden ervan achterwege moeten laten.

a) Wie dient bovenstaande zorgplicht te handhaven? Graag verwijzing naar de bron.
b) GS is van mening dat sikaherten invasieve exoten zijn, schade kunnen toebrengen een de biodiversiteit en dat het aantal daarom teruggebracht moet worden naar 0. Maar geldt voor invasieve exoten niet een verbod op het houden van deze dieren? Zo ja, hoe kan het dat
sikaherten, vermoedelijk in een tuin, gehouden werden in Noord-Holland?
c) Waarom heeft de provincie niet aan de bel getrokken bij het Rijk (NVWA) om te gaan handhaven bij de particulier die de dieren in Noord-Holland hield en heeft laten ontsnappen?

Antwoord 2a:
GS zijn op grond van artikel 1.3 van de Wet natuurbescherming (Wnb) het bevoegd gezag voor toezicht en handhaving van de zorgplicht.

Antwoord 2b:
GS hebben geen bevoegdheid over gehouden dieren. Deze vallen onder de regels van de Wet dieren. Het sikahert mag tot op heden gehouden worden door particulieren, maar toezicht en handhaving op gehouden dieren is de bevoegdheid van de Rijksoverheid, in samenhang met diens VTH-partners (onder andere de NVWA en de RVO). Vanaf januari 2024 wordt de zogenaamde Positieflijst actief. Dat is een limitatieve lijst van huis-en hobbydieren die mogen worden gehouden. Het sikahert staat daar niet langer op.

Antwoord 2c:
Zie ook antwoord 2b. In 2018 (toen de sikaherten voor het eerst ontsnapten) was het nog niet verboden om sikaherten te houden. De NVWA heeft de situatie in 2018 al eens geïnspecteerd.

Vraag3:
GS straft nu de dieren voor het nalatig handelen van mensen. Welke maatregelen worden door bevoegd gezag (wie dat ook is) tegen de verantwoordelijke mensen genomen? Indien geen, waarom niet?

Antwoord 3:
Zie ook antwoord 1 en 2. De verantwoordelijkheid van GS in dit dossier is pas ontstaan nadat de dieren niet langer als gehouden dieren, maar als verwilderde dieren konden worden beoordeeld. Het al dan niet nalatig handelen van mensen in dit dossier heeft in deze besluitvorming geen rol gespeeld.

Gehouden dieren vallen onder de regels van de Wet dieren. De Rijksoverheid, in samenhang met diens VTH-partners (onder andere de NVWA en de RVO) is hiervoor het bevoegd gezag.

Vraag 4:
Op basis van de Wet Natuurbescherming draagt de provincie zorg voor het beschermen van de natuur in onze provincie, ook tegen de risico’s van invasieve exoten.

a) Heeft de provincie zicht op het houden van invasieve exoten door particulieren in Noord-Holland?
b) Zo nee, op welke manier gaan GS zich inspannen om dit soort situaties, waarbij dieren worden gestraft door nalatigheid van menselijk handelen, in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 4a:
Nee. De bevoegdheden ten aanzien van toezicht en handhaving op gehouden invasieve exoten (en andere dieren) liggen bij de Rijksoverheid.

Antwoord 4b:
Zie antwoord 4a. GS hebben hiertoe geen bevoegdheden en mogelijkheden.

Vraag 5:
De sikaherten staan overigens niet op de Europese Unielijst Invasieve exoten. [11] GS baseert zich in het Besluit tot het beperken van de populatie sikaherten tot een 0-stand op het ISEIA-protocol en de SEBI 2010 lijst (impact assessments [12]).

a) Kunt u een toelichting geven op dit protocol en deze lijst? Wat is de juridische status van het ISEIA-protocol en de SEBI 2010 lijst? En hoe verhouden deze zich tot de Unielijst?
b) Zijn het ISEIA-protocol en SEBI 2010 lijst voldoende basis voor het besluit van GS om sikaherten uit te roeien? Kunt u dat precies uitleggen met verwijzingen naar juridische teksten en actuele wetenschappelijke bronnen?
c) Verplicht dit protocol en deze lijst juridisch tot het doden van dieren die erop staan of is in theorie de inzet van niet-dodelijke middelen toelaatbaar om de populatie te verkleinen of overlast tegen te gaan? Graag bij uitleg verwijzing naar bronnen.

Antwoord 5a:
Het ISEIA-protocol en de plaats van het sikahert op de SEBI-lijst zijn door onderzoeksinstituut Alterra als wetenschappelijke onderbouwing gebruikt voor de risicio-beoordeling die zij in 2012 in opdracht van de NVWA hebben gemaakt (Alterra Report 2295). Onze opdracht is onder meer op basis van deze risico-analyse afgegeven.

Voor plaatsing van soorten op de Unielijst dient op grond van artikel 5, eerste lid van EU-verordening 1143/2014 ook een wetenschappelijke risico-beoordeling plaats te vinden.

Ons besluit staat verder los van de regels die voortvloeien uit de Unielijst.

Antwoord 5b:
De verwijzingen waarnaar u vraagt zijn te vinden in de onderbouwing zoals deze in de opdracht is beschreven (zie bijlage), en we verwijzen u voor verdere informatie naar Alterra Report 2295 getiteld “Risk assessment of Sika deer Cervus nippon in the Netherlands”.

Antwoord 5c:
Zie ook antwoord 5a. Het protocol en de lijst zijn wetenschappelijke methoden om te beoordelen of een soort kan worden beschouwd als invasieve exoot. Er volgen geen juridische verplichtingen uit deze methoden.

Vraag 6:
In het artikel staat dat het om een kleine populatie gaat. Op hoeveel dieren wordt de populatie geschat en hoe en door welke onafhankelijke experts is dat vastgesteld?

Antwoord 6:
Wij verwijzen u naar pagina 2 van de onderbouwing van de opdracht. De schatting van de grootte van de populatie is met name gebaseerd op waarnemingen gedaan door de terreinbeherende organisaties van de gebieden waar de sikaherten zich voornamelijk bevinden.

Vraag 7:
In 2020 schatte PWN dat het ging om twee bokken en minstens vier hindes. [13] Was het echt niet mogelijk in 2020 om bijvoorbeeld de twee bokken op te sporen, apart te zetten en voortplanting op een niet-dodelijke manier te voorkomen? Want: zonder bokken geen jonge herten. Als dit niet geprobeerd is: waarom heeft bevoegd gezag besloten dat niet te doen?

Antwoord 7:
Het is in 2018 al geprobeerd om de sikaherten te vangen (zie antwoord 1), maar dit is toentertijd niet gelukt. Sikaherten zijn van nature erg schuw. Levend vangen is praktisch niet uitvoerbaar zonder verstoring van de natuurgebieden waar ze nu voornamelijk in leven, en het
veroorzaakt ook veel stress bij de herten. De dieren verdoven vereist een korte benaderafstand.
Vanwege genoemde schuwheid wordt dat ook niet mogelijk geacht.

Vraag 8:
Het Besluit lijkt gebaseerd op het Alterra rapport over de risico’s van de aanwezigheid van sikaherten in de Nederlandse natuurgebieden dat dateert uit 2012. [14] In dat rapport worden ook andere methoden dan doden genoemd. Zijn er meer recente onderzoeken beschikbaar over de omgang met in het wild levende sikaherten in Europese landen, waarin is onderzocht wat de resultaten zijn in het gebruik van niet-dodelijke maatregelen of alternatieven om de populatie te verkleinen? Indien deze beschikbaar zijn, welke bronnen zijn dat?

Antwoord 8:
De preventieve methoden die in het Alterra rapport worden besproken gaan over maatregelen om ontsnapping van gehouden sikaherten te voorkomen. Gehouden sikaherten vallen niet onder de bevoegdheid van GS (zie antwoord 3). Het Alterra-rapport stelt dat na ontsnapping de beste optie is om in te zetten op het volledig ruimen of terugvangen van de ontsnapte, gehouden dieren. In beginsel ligt deze verantwoordelijkheid bij de dierhouder en is de Rijksoverheid het bevoegd gezag op grond van de Wet dieren.

Een voorbeeld van een recente risicoanalyse en literatuurstudie naar beheeropties is gemaakt door de Europese Commissie (uit 2022)9. De conclusies zijn vergelijkbaar met het Alterra-rapport. Preventie door ontsnapping te voorkomen is de primaire methode, na ontsnapping is
afschot de meest gebruikte en effectieve methode. Het op verschillende manieren levend vangen van de dieren lijkt onvoldoende effectief en levert, zoals ook in antwoord 7 al is benoemd, onnodige risico’s op voor de sikaherten. In veel landen om ons heen is er al sprake van gevestigde, verwilderde populaties (ontstaan uit ontsnapte gehouden dieren) en worden sikaherten net als in Noord-Holland geschoten om verspreiding en groei te voorkomen dan wel te beperken [A].

Vraag 9:
GS verwijst naar de Wet natuurbescherming om haar besluit juridisch te onderbouwen. De wet bepaalt dat voor een ontheffing voor het doden van dieren eerst moet worden vastgesteld dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Daarnaast is het beleid van de provincie op papier om alles te doen om het doden van dieren te voorkomen en is het uitgangspunt om altijd eerst alle niet-dodelijke maatregelen te onderzoeken. Ook in het nieuwe coalitieakkoord wordt gesteld dat doden alleen wordt ingezet “als er geen andere oplossingen meer zijn”. Dierenwelzijn zou een belangrijke waarde zijn “in handelen en beleid” van de coalitie.

a) Heeft GS niet-dodelijke maatregelen (alternatieven) onderzocht en overwogen?
b) Welke maatregelen zijn dat en op welke recente onderzoeken en experts heeft GS zich gebaseerd in haar conclusie om die alternatieven toch niet in te zetten? We ontvangen graag de inhoud van die onderzoeken.

Antwoord 9a:
Gelet op de eerder genoemde risicoanalyses is het noodzakelijk om actie te ondernemen. Een nulstand nastreven achten wij essentieel. Daaruit volgt dat het vangen en uit de natuur verwijderen van de sikaherten het enige is wat kan worden toegepast om die nulstand te
bereiken.

Zie ook antwoorden 7 en 8. Indien het zou lukken om de sikaherten te vangen, dan is permanente herplaatsing elders onwenselijk. Zoals eerder aangegeven wordt vanaf 2024 de Positieflijst actief, waarop dieren staan die als huis- of hobbydier mogen worden gehouden. Het
sikahert staat daar niet op. Gelet op de levenswijze van het dier is het namelijk niet ten gunste van het dier om deze in gevangenschap te houden.

Daarnaast is het op grond van artikel 3.34 van de Wnb in zijn algemeenheid verboden om dieren (zowel inheems als exoot) in de natuur uit te zetten. Deze regel geldt ook voor het terugplaatsen van gevangen sikaherten. Naast dat het verboden is, is het logischerwijs ook
ongewenst en ecologisch onverantwoord om exoten in zijn algemeenheid, maar, zoals blijkt uit de voorgaande informatie het sikahert in het bijzonder, weer uit te zetten in de Nederlandse
natuur.

Antwoord 9b:
Wij verwijzen naar hoofdstuk 8.1 van het Faunabeheerplan Damherten 2020-2026, waarin wordt ingegaan op andere de alternatievenafweging ten aanzien van het damhertenbeheer. De conclusies daaruit zijn naar ons oordeel overeenkomstig van toepassing op het sikahert, daar
de soorten veel op elkaar lijken en in dezelfde omgeving leven. Tevens verwijzen wij naar de informatie waar wij in onze beantwoording al eerder aan refereren.

Vraag 10:
In het Alterra-rapport, pagina 25, waar het GS-besluit op gebaseerd lijkt te zijn, wordt vermeld dat “Eradication, even on a local scale, is very costly and in most cases unsuccessful (Caughley, 1978; Elliger et al., 2011). Main problem will be locating individuals at low density which results in higher costs and effort with decreasing density (Van Deelen and Etter, 2003).”
In hoeverre denkt GS dat reductie van de kleine populatie, waarvan al in 2020 is gebleken dat deze moeilijk gelokaliseerd kon worden, nu wel door middel van doden kan worden gereduceerd en op basis van welk nieuw onderzoek is dat geconcludeerd?

Antwoord 10:
Zoals al benoemd in antwoord 9a moet er volgens ons actie ondernomen worden. En zoals volgt uit de antwoorden 7, 8 en 9 is afschot de enige methode om iets te kunnen doen.

Vraag 11:
Een van de redenen om de sikaherten in Noord-Holland als risico te beschouwen is de vermeende aantasting van landbouwgewassen. In het eerder genoemde Alterra rapport, pagina 26, staat “Sika Deer can be excluded from vulnerable areas by erecting wire mesh fences (Takatsuki, 2009).” In hoeverre is deze maatregel toegepast in het leefgebied van de sikaherten in Noord-Holland en waarom is dit niet toereikend om de populatie niet te hoeven doden?

Antwoord 11:
De belangrijkste reden om sikaherten te beheren zijn de risico’s voor de biodiversiteit in Noord-Holland en Nederland. Een secundair effect daarvan is dat daarmee dan ook schade aan landbouwgewassen wordt voorkomen. We hebben daarom bij de besluitvorming geen rekening
gehouden met het toepassen van alternatieven om gewasbescherming te stimuleren, zoals hekken. Dat lost het probleem van risico’s voor de biodiversiteit namelijk niet op.

Vraag 12:
Provinciaal beleid is, sinds de inzet van de Partij voor de Dieren, om dierenwelzijnsorganisaties te raadplegen bij beleid en besluiten die aan levens van dieren raken.
Is er gesproken met dierenwelzijnsorganisaties, zoals Faunabescherming en Animal Rights, om te kijken welke niet-dodelijke oplossingen er eventueel voor handen zijn? Dit is immers afgesproken met Provinciale Staten. Zo ja, met welke organisaties en wat was de uitkomst?

Antwoord 12:
Nee, er is niet met dierenwelzijnsorganisaties gesproken. Het is ook geen provinciaal beleid om dierenwelzijnsorganisaties te raadplegen bij besluiten die aan levens van dieren raken. Bij de behandeling van motie 100-2023, in de Statenvergadering van 10 juli 2023 is besproken dat de
Omgevingsdienst in algemene zin met dierenwelzijnsorganisaties in gesprek gaat om kennis uit te wisselen. Dit gesprek heeft nog niet plaatsgevonden.

Vraag 13:
Waarom mogen kadavers niet in het zicht van wandelaars liggen? Dat geeft immers transparantie richting burgers: de provincie doodt dieren en dit is hoe dat eruitziet.

Antwoord 13:
De kadavers kunnen worden achtergelaten ter bevordering van de natuur, omdat dit veel aaseters en andere organismen aantrekt. Het is dus gunstig voor de natuur. Daarvoor is het echter niet nodig dat bezoekers actief en zonder waarschuwing aan dit proces worden
blootgesteld.

Vraag 14:
GS stelt in het besluit: “Op de naleving van het in of krachtens de Wet natuurbescherming en in dit besluit gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.”

Antwoord 14:
Over de wijze waarop de OD NHN toezicht en handhaving uitvoert wordt gerapporteerd in de jaarstukken van de OD NHN. De OD NHN is op dagelijkse basis bezig met toezicht en handhaving. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals surveillance en observaties in het
veld, maar ook het controleren van uitvoerders wanneer zij de start van het beheer verplicht bij de OD NHN melden.

Vraag 15:
Hoeveel onafhankelijke toezichthouders zijn beschikbaar voor de door GS genoemde taak, hoe vaak controleren ze ongeveer per jaar en hoe ziet dat er in praktijk precies uit in het geval van sikaherten?

Tevens stelt GS: “Wellicht ten overvloede wijzen wij op de zorgplichtartikelen zoals deze zijn geregeld in de Wet natuurbescherming en in het bijzonder artikel 3.24, lid 1 van de wet, welke luidt: "Een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt". Deze zorgplicht geldt ook voor het sikahert.”

a) Controleert en handhaaft de provincie/OD ook op de verplichting om te voorkomen dat dieren onnodig lijden? Hoe precies in dit geval, hoe vaak (naar schatting) per jaar, en met hoeveel beschikbare onafhankelijke handhavers?
b) Hoe wordt door de handhaver dan het “voorkomen dat het dieren onnodig lijdt” geïnterpreteerd? Wat is concreet “onnodig lijden” in dit geval en op welke recente wetenschappelijke bronnen baseert men zich?
c) Welke andere concrete vormen van zorgplicht worden door provincie gecontroleerd en gehandhaafd?

Antwoord 15a:
Ja. Zie verder antwoord 14.

Antwoord 15b:
Deze overwegingen zijn casusafhankelijk en dus niet algemeen te beantwoorden.

Antwoord 15c:
Deze vraag is zeer breed gesteld. In zijn algemeenheid geldt dat de provincie de wettelijke taken uitvoert die uit haar bevoegdheden vloeien. Ook als daarvoor toezicht en handhaving op
zorgplichten nodig zou zijn.

Vraag 16:
GS geeft toestemming om deels ook in de nacht te schieten (“vanaf twee uur voor zonsopgang tot twee uur na zonsondergang”) en “om het geweer te voorzien van een kunstmatige lichtbron, een voorziening om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument (inclusief warmtebeeldcamera) om in de nacht te schieten.” Handhaving in het buitengebied op overtredingen van Wet natuurbescherming is lastig. De handhavingscapaciteit is laag, het te handhaven gebied groot. Dit wetende is het afgeven van ontheffingen om tijdens nachtelijke uren sikaherten te bestrijden met o.a. kunstlicht onwenselijk. Tijdens deze uren is handhaving in het buitengebied helemaal onmogelijk. Dit terwijl dat wel noodzakelijk is, ook als bestrijding legaal is. Lang niet altijd handelen diegenen die in het bezit zijn van een ontheffing volgens de regels.

a) Waar baseert GS de tijden waarop geschoten mag worden op de sikaherten op? Op welke actuele wetenschappelijke bronnen hierover baseert GS zich om dit besluit te onderbouwen (in het besluit zelf wordt deze keuze niet wetenschappelijk onderbouwd)?
b) Schieten in de nacht en het gebruik van hulpmiddelen daarbij vormt een groter risico op extra (onnodige) aantasting van dierenwelzijn. Hoe is dierenwelzijn meegewogen bij het besluit om deze praktijk toe te staan en hoe heeft GS zich ervan verzekerd dat deze keuze niet zorgt voor extra aantasting van dierenwelzijn? Graag verwijzing naar recente wetenschappelijke kennis waar GS zich op heeft gebaseerd.
c) GS heeft het over “enig ander instrument (inclusief warmtebeeldcamera) om in de nacht te schieten.” Welke instrumenten kunnen dit exact allemaal zijn? Welke recente wetenschappelijke kennis heeft GS gebruikt om voor elk van die instrumenten vast te stellen dat ze niet bijdragen aan (onnodig) extra dierenleed?
d) Hoe is onafhankelijk toezicht en transparantie verzekerd als in het holst van de nacht op de dieren mag worden gejaagd? Worden er gedurende de gehele ontheffingsperiode door handhavers ook tijdens nachtelijke uren controlerondes gedaan en zo ja, met hoeveel handhavers en hoe vaak per jaar?
e) Welke invloed heeft nachtelijke bejaging op de verkeersveiligheid en het oversteekgedrag van opgejaagde dieren, in de randen van de nacht en vroege ochtend? Graag vermelding van bronnen waar u zich op baseert.

Antwoord 16a tot en met c:
Sikaherten zijn, net als verscheidene andere grote hoefdieren, het actiefst in de ochtend- en avondschemering [B]. Beheer van grote hoefdieren in de nacht- en schemerperiodes wordt algemeen toegepast, zowel in Nederland als andere landen. Het gebruik van
nachtzichtapparatuur beschouwen wij als een effectief hulpmiddel daarbij. Het helpt bijvoorbeeld met het detecteren van dieren die moeilijk te vinden zijn vanwege kleine populaties of dichte begroeiing, en kan onnodige verwondingen voorkomen [C]. Verder heeft de
Raad voor Dieraangelegenheden beoordeeld dat de inzet van nachtzichtapparatuur niet leidt tot dierenwelzijnsproblemen [D].

Antwoord 16d:
Zie antwoord 14.

Antwoord 16e:
De kans op aanrijdingen wordt beïnvloed door allerlei verschillende natuurlijke factoren zoals het seizoen, onderlinge competitie tussen dieren en de maanstand. Het wordt echter ook beïnvloed door allerlei menselijke factoren, zoals verkeersdrukte, recreatie, landbouwactiviteiten en informatievoorziening langs de weg [E]. Het is dus niet mogelijk om in zijn algemeenheid te beschrijven wat de invloed van nachtelijk beheer is op oversteekgedrag van dieren.

Vraag 17:
a) Bent u bereid om met dierenwelzijnsorganisaties zoals Faunabescherming en Animal Rights in gesprek te gaan over mogelijke niet-dodelijke oplossingen? Zo nee, waarom wilt u niet eens die moeite nemen voor de dieren die niet schuldig zijn aan de ontstane situatie?
b) Bent u bereid de opdracht aan de FBE tot het doden van alle sikaherten in de duinen in te trekken, op zijn minst tot er met dierenwelzijnsorganisaties en experts is gekeken naar alternatieven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 17a:
Zoals in de Statenvergadering van 10 juli 2023 reeds is toegezegd zijn wij bereid om, in algemene zin, een keer met dierenwelzijnsorganisaties in gesprek te gaan om kennis uit te wisselen.

Antwoord 17b:
Nee. De toezegging om met organisaties een keer in gesprek te gaan is in algemene zin, en niet van toepassing op specifieke besluiten. Los daarvan is het besluit, gelet op de eerdergenoemde ecologische risico’s, noodzakelijk. Vertraging in besluitvorming hindert de uitvoering en is dus onwenselijk. Tot slot is bij de besluitvorming gebruik gemaakt van wetenschappelijke bronnen en publiek beschikbare kennis. We hebben op basis daarvan beoordeeld dat afschot in deze situatie de beste oplossing is.

1 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20230727_59012817
2 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-8008.html
3 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-1130.html
4 https://circabc.europa.eu/sd/a/b8216ea9-1294-4481-9b66-93f734b04aa4/RA%20NL.pdf
5 De eerste overweging van het GS besluit is bijna een letterlijk citaat uit het Alterra rapport (p.7).
6 http://ias.biodiversity.be/documents/ISEIA_protocol.pdf
7 https://circabc.europa.eu/sd/a/b8216ea9-1294-4481-9b66-93f734b04aa4/RA%20NL.pdf
8 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20201022_29541135
9 https://wetten.overheid.nl/BWBR0037552/2021-07-01/#Hoofdstuk3_Paragraaf3.8_Artikel3.39
10 https://www.nvwa.nl/onderwerpen/invasieve-exoten/unielijst-invasieve-exoten
11 https://www.nvwa.nl/onderwerpen/invasieve-exoten/unielijst-invasieve-exoten
12 http://ias.biodiversity.be/documents/ISEIA_protocol.pdf
13 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20201022_29541135
14 De eerste overweging van het GS besluit is bijna een letterlijk citaat uit het Alterra rapport (p.7).

[C] Zie bijv: Cox, T.E., Paine, D., O’Dwyer-Hall, E. et al. Thermal aerial culling for the control of vertebrate pest populations. Sci Rep
13, 10063 (2023). https://doi.org/10.1038/s41598...
[E] Steiner W, Schöll EM, Leisch F, Hackländer K (2021) Temporal patterns of roe deer traffic accidents: Effects of season, daytime
and lunar phase. PLoS ONE 16(3): e0249082. https:// doi.org/10.1371/journal.pone.0249082/

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Mondelinge vragen inzake “Informeren PS over juridische quickscan Kaderrichtlijn Water"

Lees verder

Nationale Kraanwaterdag

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer