Vragen over het nieuwe IPCC-rapport en conse­quenties daarvan voor beleid in Noord-Holland


Provincie moet klimaat­maat­re­gelen flink aanscherpen

Indiendatum: sep. 2021

Inleiding

Het onlangs verschenen IPCC-klimaatrapport[1] bevestigt opnieuw dat we midden in een klimaat- en ecologische crisis zitten, veroorzaakt door menselijke activiteiten, o.a. gerelateerd aan fossiele brandstoffen en landbouw (vee-industrie). In hoeverre de opwarming van de Aarde doorzet, is eveneens in handen van de mens, waarbij het IPCC niet alleen de noodzaak van het terugdringen van CO2, maar ook methaan benadrukt.[2]

Het IPCC-rapport concludeert onder meer dat de temperatuur op Aarde zal blijven stijgen tot ten minste het midden van deze eeuw. Daarbij wordt, naarmate de temperatuur meer stijgt de kans op onomkeerbare tipping points groter. Wat het IPCC ook duidelijk maakt, is dat de mens niet alleen de veroorzaker van de wereldwijde temperatuurstijging is, maar het ook nog in eigen hand heeft om dit te beteugelen. Door de uitstoot sterk terug te dringen is het nog mogelijk om de temperatuurstijging onder de gevaarlijke 1,5°C te houden, zoals afgesproken in Parijs: een cruciale grens om de Aarde leefbaar te houden. En de komende 9 jaar (tot 2030) zijn daarbij cruciaal.

Ook voor Nederland en Noord-Holland zijn de IPCC-conclusies verontrustend en alarmerend. Zowel de toename in weersextremen, zoals extreme regenval en extreme droogte, als de zeespiegelstijging kunnen grote gevolgen hebben. Er zullen veel maatregelen moeten worden genomen om Nederland klimaatbestendiger te maken, zoals dijkversterkings- en waterbergingsprojecten. Daarnaast zal er bij de inrichting van het land steeds meer rekening moeten worden gehouden met het klimaat, bijvoorbeeld bij de keuze voor plekken waar gebouwd wordt. Maar vooral zullen met spoed veel meer maatregelen dan nu moeten worden genomen die de uitstoot van broeikasgassen verminderen.[3] [4]

In die zin is uw college het belangrijkste college ooit: het is nú voldoende maatregelen nemen, of niet. En daar waar alleen het Rijk invloed heeft, is het uw verantwoordelijkheid om daar stevig te pleiten voor de beste maatregelen.

Vragen

  1. Wat zijn de belangrijkste conclusies die GS trekken uit dit IPCC-rapport met betrekking tot het Noord-Hollandse beleid?
  2. Erkent u dat het economische systeem gebaseerd op groei aan zijn einde is en dat we toe moeten naar een economisch systeem binnen de grenzen van de Aarde, o.a. door een snelle omslag te maken naar een broeikasgasvrije economie, en waarbij we uitgaan van de brede welvaart?
  3. Erkent u dat in het meest ambitieuze scenario (SSP1-1.9), waarbij de mensheid massaal inzet op duurzaamheid, de opwarming aan het einde van deze eeuw zal uitkomen op 1,4°C (tussen de 1,0°C en 1,8°C) en dat in het minst ambitieuze scenario (SSP5-8.5), waarbij de mens lang vasthoudt aan gebruik van fossiele brandstoffen en de vee-industrie, de opwarming oploopt tot 4,4°C (tussen de 3,3°C en 5,7°C)? Zo nee, waarom niet?
  4. Erkent u dat iedere tiende van een graad opwarming boven de 1.5°C een groot verschil maakt en voor grote rampen zorgt, zoals onder andere werd aangetoond in het IPCC-rapport ‘Global Warming of 1.5°C’?[5] (Voorbeelden zijn het verdwijnen van tot 90% van het koraal, een toename van de intensiteit en frequentie van hittegolven, hevige neerslag en periodes van droogte en hogere percentages insecten, planten en gewervelde dieren die hun klimatologisch bepaalde geografische bereik verliezen.)
  5. Bent u bereid om, in het licht van de wetenschappelijke inzichten van het IPCC, het Noord-Hollandse klimaatbeleid dusdanig aan te scherpen dat Noord-Holland zich maximaal inspant om de opwarming van de Aarde te beperken tot 1.5°C? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid om niet te ‘wachten op aanscherping van beleid door het Rijk’ – die de Urgenda-uitspraak van de rechter negeert en bovendien nog steeds demissionair is - , en nu maximaal in te zetten op wat binnen de invloedssfeer van de provincie ligt? En dat is veel: de provincie gaat immers over de inrichting van het landelijk gebied, heeft een eigen Voedselvisie, maakt gebruik van Europese subsidies en heeft ook in de EU en bij het Rijk een stem.
  7. Bent u bereid om daarnaast ook stevig bij het Rijk en de EU te pleiten voor een meer en snellere maatregelen, met name daar waar het gaat om de fossiele industrie en de noodzakelijke transitie naar duurzame, meer plantaardige landbouwsystemen?
  8. Is er een koppeling tussen het Masterplan wonen en klimaatverandering, zodanig dat bij het zoeken naar locaties voor woningbouwopgaven rekening wordt gehouden met zeespiegelstijging en dat bouwen natuurinclusief en klimaatneutraal (of klimaatpositief) gebeurt?
  9. Bent u, eveneens in het licht van de wetenschappelijke inzichten van het IPCC, bereid zich in te zetten voor een krimp van Schiphol?

De cruciale rol van de transitie naar een plantaardig voedselsysteem
In het eerdere rapport ‘Climate change and land’[6] (2019) van het IPCC is een verwijzing gemaakt naar een scenario zonder dierlijke producten. In hoofdstuk 5 bij het scenario waarin ‘geen dierlijke producten worden geconsumeerd’, is adequate voedselproductie in 2050 realiseerbaar met minder land dan nu in gebruik is, waardoor aanzienlijke herbebossing mogelijk wordt, en de broeikasgasuitstoot wordt gereduceerd.

Onderzoekers van de Oxford Universiteit[7][8] (waar ook IPCC naar verwees) en de Engelse denktank Chatham House komen tot een soortgelijke conclusie[9][10]: het beste dat we voor de planeet kunnen doen is bijdragen aan de transitie naar een meer plantaardig voedselsysteem. Het gebruik van land voor vee-industrie blijkt een enorm inefficiënte manier om voedzaam voedsel te produceren en plantaardige producten blijken in vrijwel alle gevallen (ongeacht waar ze vandaan komen) duurzamer dan dierlijke producten[11].

De transitie naar een plantaardig voedselsysteem zou een grondgebied ter grootte van Afrika vrijmaken[12], dat we deels zouden kunnen herbebossen en teruggeven aan natuur. Al met al kunnen we volgens onderzoek wereldwijd 28% reductie van broeikasgassen realiseren door de omslag van dierlijke naar plantaardige voeding[13]. De helft daarvan zou komen uit het omzetten van landbouwgrond die we nu gebruiken voor vee (en veevoer) naar meer vegetatie (natuur, bomen). De andere helft zou komen door directe emissiereductie door het wegvallen van de vee-industrie.

Het rapport van de internationaal gerenommeerde denktank Chatham House stelt dat de transitie naar meer plantaardig onvermijdelijk is om klimaatdoelen te halen de biodiversiteitscrisis te bestrijden. In haar presentatie hierover laat dr. Helen Harwatt (een van de opstellers van het rapport, tevens werkzaam aan Harvard) het volgende zien:

  • Zelfs als we nu stoppen met fossiele brandstoffen, is de kans groot dat we de 1.5°C opwarming overstijgen als we niets doen aan ons voedselsysteem. De vee-industrie zou al 49% van het resterende broeikasemissies-budget dat nog over is om onder de 1.5°C te blijven tegen 2030 kunnen opmaken.[14]
  • Om onder 1.5°C te blijven moeten we ook CO2 uit de lucht halen. De meest effectieve manier om dat te doen binnen het tijdsbestek dat we nog hebben is om groen (vegetatie) te herstellen door bijv. herbebossing. Planten en bomen zijn natuurlijke bronnen van koolstofopslag (carbon sink) en dragen zo bij aan oplossing van de klimaatcrisis. Op dit moment wordt veel land inefficiënt gebruikt voor vee-industrie.[15][16] Zoals dr. Harwatt zegt: “Animal agriculture has the biggest in return for very little contribution to the food system in terms of nutrition.”[17]
  • Inzet van technologie is niet voldoende om gevaarlijke opwarming tegen te gaan. Reductie van productie en consumptie van dierlijke producten is onvermijdelijk.[18][19][20]

10. a) Erkent GS deze enorme negatieve impact van productie en consumptie van dierlijke producten, zoals vlees en zuivel?

b) Is GS het ook met de wetenschappers eens dat de transitie naar een meer plantaardig en minder dierlijk voedselsysteem een essentieel onderdeel is van de bestrijding van de klimaat- en biodiversiteitscrisis?

c) Transparantie over ons voedselsysteem is een onderdeel van Voedselvisie van Noord-Holland. Hoe gaat de provincie zich inzetten voor meer transparantie over de ecologische impact van dierlijke producten (zoals boven door gerenommeerde instituten geschetst), zodat burgers hierover beter geïnformeerd zijn en dus ook een eerlijkere keuze in de supermarkt of bij de boer kunnen maken?

11. Hoewel langer in de provincie wordt gesproken over de groene eiwittransitie, komt al jaren nauwelijks iets concreets van de grond. Bij de afgelopen bijeenkomst over lobby van provincies in EU, werd duidelijk dat Noord-Holland in het kader van klimaat en landbouwbeleid vrijwel niets deed om voor meer inzet op snellere transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten in ons voedsel te pleiten. In de uitvoeringsagenda van de Voedselvisie lijkt nog maar marginaal geïnvesteerd te worden in die transitie. Dit terwijl, zoals boven uit wetenschappelijke conclusies blijkt, de transitie naar meer plantaardig een cruciaal onderdeel is van een succesvol klimaat- en biodiversiteitsbeleid.

Is GS bereid om sneller aan de slag te gaan met de groene eiwittransitie, met ambitieuzere en concrete doelen?

12. Het initiatief ‘Carnivoor? Geef het door!’, ontwikkeld door professor Henriëtte Prast, houdt in dat bij alle provinciale gelegenheden plantaardig als standaard wordt geserveerd, tenzij mensen van tevoren aangeven dat ze liever bijvoorbeeld vlees of vis willen. Een ieder behoudt dus keuzevrijheid, precies zoals dat nu gebeurt, maar de meest milieubelastende optie is niet meer de standaard. Daar waar nu mensen die nu vegetarisch of plantaardig willen eten hun keuze van tevoren moeten doorgeven en vlees/vis standaard wordt geserveerd, zou het met het initiatief omgedraaid worden. Het systeem wordt o.a. toegepast op het ministerie van OCW, verschillende gemeenten, zoals Arnhem en Amsterdam, en de provincie Groningen. [21]
Is GS bereid om te laten zien dat het de klimaat- en biodiversiteitscrisis echt serieus neemt, het goede voorbeeld te geven en de norm in de eigen organisatie ook om te draaien, middels het initiatief ‘Carnivoor geef het door’?

Urgenda

Urgenda stelt in haar rapport ‘Tussen kolen en Parijs; gids voor spelers in de regionale energietransitie‘[22] veel klimaatmaatregelen voor die gemeenten en provincies kunnen nemen. Deze maatregelen zijn onderverdeeld in de categorieën Zon en wind, Gebouwde omgeving, Mobiliteit, MKB & industrie en Landbouw & natuur. In onderstaande tabel hebben wij hier een aantal uit geselecteerd en zo mogelijk naar de situatie van de provincie Noord-Holland vertaald.

13. Urgenda stelt onder andere voor om energiebesparing prioriteit te maken (voorstel 7 uit tabel hieronder). Volgens de provincie voldoet op dit moment slechts 9% van de bedrijven in Noord-Holland volledig aan deze plicht. De provincie zegt dat er wordt ingezet op toezicht en handhaving, en informatie, maar wij zien vooral informatie: “Voor eind 2023 moeten alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest effectief energie kunnen besparen.”[23]

a) Bedrijven dienen aan de wet te voldoen en de provincie dient dat te handhaven. Hoe staat het met de handhaving van de wettelijke plicht tot energiebesparing. Kunt u daar een volledige schets en tijdslijn voor geven?

b Klopt het dat nog maar 9% van de bedrijven in Noord-Holland voldoet aan de genoemde wettelijke plicht voor energiebesparing, of is dat percentage inmiddels veranderd?

c) Welke bedrijven voldoen niet aan de wettelijke plicht en wanneer gaat de provincie handhaven?

d) De provincie Overijssel in samenwerking met de Omgevingsdiensten concludeerde onlangs: “Onderzoek heeft aangetoond dat één toezichthouder een energiebesparing kan opleveren die gelijk staat aan de plaatsing van vijf windmolens. Dat is een enorm potentieel, die momenteel nog niet wordt benut. [..] Een deel van bedrijven heeft tot op heden nog niet voldaan aan de informatieplicht en is hierop in overtreding. Vanuit de afdelingen Toezicht en Handhaving van de verschillende Omgevingsdiensten zal daarom handhavend worden opgetreden. Ook wordt vanuit de Omgevingsdiensten het aantal energiecontroles bij bedrijven vergroot, waarbij gebruik zal worden gemaakt van Erkende Maatregelenlijsten. De provincie Overijssel heeft voor de extra controles budget beschikbaar gesteld voor gemeenten in West-Overijssel.”[24]

Gaat Noord-Holland ook de handhaving en controle intensiveren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

e) Gaat Noord-Holland, zoals Overijssel, ook in kaart brengen of meer budget nodig is voor extra controles en handhaving?

14. Kunt u per maatregel (zie hieronder) aangeven of u deze (versneld) gaat uitvoeren, en zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u op korte termijn hierover met aangescherpt beleid komen: concrete en SMART-doelen, instrumenten / middelen en tijdpad (zie ook vraag 11)?

Selectie van maatregelen uit het Urgenda-rapport ‘Tussen kolen en Parijs; gids voor spelers in de regionale energietransitie‘:

- Zon en wind: veel kleinschalig

1. Kijk hoe opwekken van zonne-energie kan worden versneld, met toepassing van de ‘Zonneladder’. Benut veel meer de mogelijkheden die er zijn, als zon op daken, boven parkeerterreinen, boven fruitteelt en langs wegen.
2. Sta ook andere typen windmolens toe dan de grote standaard windmolens. En niet alleen op agrarische percelen. Dit vergroot het draagvlak. Zie het voorbeeld van de Dorpsmolen opgezet door 3 dorpen in Friesland. Met de opbrengst konden tevens veel duurzame projecten in de dorpen worden gefinancierd, zoals zonne-energie op daken van scholen. Zie ook de motie PvdD Sociale windmolens[25].
3. Kies níet voor bijstook van houtige biomassa in kolencentrales of verbranding van houtpellets voor warmtenetten.

- Gebouwde omgeving: zoveel mogelijk energieneutraal

4. Stel een ambitieus doel voor energieneutrale woningen (bestaand en nieuw) in 2030 en werk dit uit met gemeenten en partners in het veld. Neem het doel op in het Masterplan wonen.
5. Gebruik voor nieuwbouw bio-based bouwmaterialen, zoals hout, hennep en vlas. Deze dragen positief bij aan het klimaat doordat ze langjarig koolstof vastleggen. Het is een vorm van negatieve emissies. Dit in tegensteling tot beton en cement waarbij juist veel energie nodig is om deze te maken.
6. Ontwerp nieuwe woonwijken klimaat adaptief: met veel ruimte voor watermanagement. En tegelijk natuurinclusief, met veel openbaar groen, tuinen, en rekening houdend met soorten vogels en vleermuizen.

- MKB & industrie: nog meer energie besparen


7. Maak energiebesparing prioriteit. Bedrijven die meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas (of het equivalent daarvan) verbruiken, zijn ingevolge de Wet milieubeheer wettelijk verplicht om alle energiebesparingsmeetregelen te nemen die zich binnen 5 jaar terug verdienen.

Volgens de provincie voldoet op dit moment slechts 9% van de bedrijven in Noord-Holland volledig aan deze plicht. De provincie zegt dat er wordt ingezet op toezicht en handhaving, en informatie, maar wij zien vooral informatie: “Voor eind 2023 moeten alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest effectief energie kunnen besparen.”[26]
Maar er mist zicht op het handhavingsaspect: informeren is prima, maar er is ook een wettelijke verplichting die gehandhaafd moet worden.

- Landbouw & natuur: minder uitstoot en meer koolstofopslag

8. Verminder inefficiënte landbouw: de productie van veevoedergewassen (65% van de Nederlandse landbouwgrond: gras en veevoedergewassen).
9. Zet eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig voedsel door. Bijv. door de transitie naar meer plantaardige zuivelproducten te stimuleren. Dit leidt tot klimaatwinst, maar ook stikstof-, fosfaat-, biodiversiteits- en ruimtewinst.
10. Minder vee. Vrijkomende ruimte gaat naar bos, natuur en teelt van fruit en groente en naar wonen.
11. Schakel over naar natuurinclusieve kringlooplandbouw. Dit levert 18 Mton minder CO2-uitstoot op. Dit is weliswaar landelijk, maar melkveehouderij en veenweidegebieden leveren een grote bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast draagt het bij aan oplossingen voor andere problemen, zoals de stikstofcrisis en watervervuiling, en het levert een gezonde en klimaatbestendige landbouw op.
12. Maak binnen de eigen organisatie plantaardig de norm. (zie ook vraag 12)
13. Voer versneld de Bossenstrategie uit: plant bomen, houtwallen etc.


[1]
https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg1/downloads/report/IPCC_AR6_WGI_Full_Report.pdf

[2] IPCC: klimaatverandering is onontkoombaar en raakt nu de hele wereld - NRC

[3] Door klimaatverandering wordt Nederland heter, natter én droger | NU - Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

[4] Klimaatexperts: IPCC-rapport alarmerend voor Nederland | NOS

[5] Global Warming of 1.5 ºC — (ipcc.ch), 2018

[6] SRCCL-Full-Report-Compiled-191128.pdf (ipcc.ch)

[
7]

(Joseph Poore van Oxford Universiteit)


[8] https://www.theguardian.com/en...

[9] Lecture: Food and the Ecological and Climate Crisis, by dr. Helen Harwatt - YouTube

[10] Rapport: overstap op plantaardig eten kan wereld redden | RTL Nieuws;

[11] https://ourworldindata.org/env...

[12]

(Joseph Poore van Oxford Universiteit)


[13]

(Joseph Poore van Oxford Universiteit)

[14]
(presentatie dr. Helen Harwatt)

15.
(presentatie dr. Helen Harwatt)

16. Hayek, Harwatt et al, “The carbon opportunity cost of animal-sourced food production on land”, Nature (2021). https://www.nature.com/article...

17.
(presentatie dr. Helen Harwatt)

[18]
(presentatie dr. Helen Harwatt)

[19]

[21] https://nos.nl/l/2259960

[22] Tussen kolen & Parijs - Voor spelers in de energietransitie (urgenda.nl)

[23] Noord-Holland zet in op energiebesparing bij bedrijven - Provincie Noord-Holland

[24] https://www.nieuweenergieoveri...

[25] Motie windmolens op land - Noord-Holland - Partij voor de Dieren

[26] Noord-Holland zet in op energiebesparing bij bedrijven - Provincie Noord-Holland






Indiendatum: sep. 2021
Antwoorddatum: 26 okt. 2021

iBabsOnline Zoeken - PNH

Inleiding vragen

Het onlangs verschenen IPCC-klimaatrapport[1] bevestigt opnieuw dat we midden in een klimaat- en ecologische crisis zitten, veroorzaakt door menselijke activiteiten, o.a. gerelateerd aan fossiele brandstoffen en landbouw (vee-industrie). In hoeverre de opwarming van de Aarde doorzet, is eveneens in handen van de mens, waarbij het IPCC niet alleen de noodzaak van het terugdringen van CO2, maar ook methaan benadrukt.[2]

Het IPCC-rapport concludeert onder meer dat de temperatuur op Aarde zal blijven stijgen tot ten minste het midden van deze eeuw. Daarbij wordt, naarmate de temperatuur meer stijgt de kans op onomkeerbare tipping points groter. Wat het IPCC ook duidelijk maakt, is dat de mens niet alleen de veroorzaker van de wereldwijde temperatuurstijging is, maar het ook nog in eigen hand heeft om dit te beteugelen. Door de uitstoot sterk terug te dringen is het nog mogelijk om de temperatuurstijging onder de gevaarlijke 1,5°C te houden, zoals afgesproken in Parijs: een cruciale grens om de Aarde leefbaar te houden. En de komende 9 jaar (tot 2030) zijn daarbij cruciaal.

Ook voor Nederland en Noord-Holland zijn de IPCC-conclusies verontrustend en alarmerend. Zowel de toename in weersextremen, zoals extreme regenval en extreme droogte, als de zeespiegelstijging kunnen grote gevolgen hebben. Er zullen veel maatregelen moeten worden genomen om Nederland klimaatbestendiger te maken, zoals dijkversterkings- en waterbergingsprojecten. Daarnaast zal er bij de inrichting van het land steeds meer rekening moeten worden gehouden met het klimaat, bijvoorbeeld bij de keuze voor plekken waar gebouwd wordt. Maar vooral zullen met spoed veel meer maatregelen dan nu moeten worden genomen die de uitstoot van broeikasgassen verminderen.[3] [4]

In die zin is uw college het belangrijkste college ooit: het is nú voldoende maatregelen nemen, of niet. En daar waar alleen het Rijk invloed heeft, is het uw verantwoordelijkheid om daar stevig te pleiten voor de beste maatregelen.

Inleiding antwoorden GS

Wij hebben met grote bezorgdheid kennisgenomen van de conclusies van het recente rapport van
het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) .
Het college onderschrijft de conclusies van het IPCC rapport. Het onderstreept nogmaals en met
grote urgentie de koers van deze coalitie zoals gevat in het Coalitieakkoord Duurzaam Doorpakken en de uitwerking daarvan in het Actieprogramma Klimaat (APK), dat in november 2020 is vastgesteld en waarmee wij invulling geven aan het Klimaatakkoord. Het APK betreft maatregelen over de volle breedte, die we in gezamenlijkheid met andere partijen nemen en maatregelen waar we als provincie volledig zelf voor verantwoordelijk zijn (onze footprint).

Zo zetten wij in de eerste versie van het Masterplan Wonen in op toekomstbestendig bouwen. We
stimuleren circulaire economie, kringlooplandbouw en de eiwittransitie via de Voedselvisie 2020-
2030 en de uitvoeringsagenda Voedselvisie 2021-2022. Daarnaast hebben de provincie, de
gemeenten en de 4 omgevingsdiensten in Noord-Holland samen afspraken gemaakt om bedrijven
te stimuleren energie te besparen. In het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven
2022-2025 spreken wij daarom af om van wettelijke energiebesparing een prioriteit te maken. In
de Omgevingsverordening NH is Klimaatadaptatie meegenomen, waardoor bij ruimtelijke
ontwikkelingen rekening gehouden moet worden met de effecten van klimaatverandering

Vragen

Vraag 1:
Wat zijn de belangrijkste conclusies die GS trekken uit dit IPCC-rapport met betrekking tot het Noord-Hollandse beleid?

Antwoord 1:
Zie inleiding. De conclusies van het IPCC zijn voor ons richtinggevend. Voor de concrete invulling
richten wij ons op het EU en rijksbeleid hieromtrent.

Vraag 2:
Erkent u dat het economische systeem gebaseerd op groei aan zijn einde is en dat we toe moeten naar een economisch systeem binnen de grenzen van de Aarde, o.a. door een snelle omslag te maken naar een broeikasgasvrije economie, en waarbij we uitgaan van de brede welvaart?

Antwoord 2:
Het lijdt geen twijfel dat de maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan ingrijpend
kunnen zijn en in de toekomst gevolgen kunnen hebben voor het economische systeem en zullen
leiden tot een economie die duurzamer is. Wat precies de impact daarvan is, is op dit moment
nog niet te overzien. Ons streven is een juiste balans. Zie ook onze omgevingsvisie waarin het
uitgangspunt de balans tussen economische groei en leefbaarheid is. Verder wordt er gewerkt
aan de economische uitvoeringsagenda.

Vraag 3:
Erkent u dat in het meest ambitieuze scenario (SSP1-1.9), waarbij de mensheid massaal inzet op duurzaamheid, de opwarming aan het einde van deze eeuw zal uitkomen op 1,4°C (tussen de 1,0°C en 1,8°C) en dat in het minst ambitieuze scenario (SSP5-8.5), waarbij de mens lang vasthoudt aan gebruik van fossiele brandstoffen en de vee-industrie, de opwarming oploopt tot 4,4°C (tussen de 3,3°C en 5,7°C)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3:
Zie inleiding.

Het college onderschrijft de conclusies van het IPCC rapport. De inzichten van het IPCC rapport
zijn mede aanleiding geweest voor de plannen van de EU om de CO2-uitstoot in 2030 met 55
procent terug te dringen, in plaats van de eerder afgesproken 49 procent. We verkennen de
mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan dat EU beleid.

Vraag 4:
Erkent u dat iedere tiende van een graad opwarming boven de 1.5°C een groot verschil maakt en voor grote rampen zorgt, zoals onder andere werd aangetoond in het IPCC-rapport ‘Global Warming of 1.5°C’?[5] (Voorbeelden zijn het verdwijnen van tot 90% van het koraal, een toename van de intensiteit en frequentie van hittegolven, hevige neerslag en periodes van droogte en hogere percentages insecten, planten en gewervelde dieren die hun klimatologisch bepaalde geografische bereik verliezen.)

Antwoord 4:
Zie inleiding.

Vraag 5:
Bent u bereid om, in het licht van de wetenschappelijke inzichten van het IPCC, het Noord-Hollandse klimaatbeleid dusdanig aan te scherpen dat Noord-Holland zich maximaal inspant om de opwarming van de Aarde te beperken tot 1.5°C? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5:
De provincie Noord-Holland voert met het Rijk het overleg in IPO-verband over de concrete
maatregelen die nodig zijn en de financiering van de maatregelen die moeten leiden tot een CO2
reductie van -49% en de extra maatregelen tot -55% zoals aangegeven in het EU beleid voor CO2
reductie. Maatregelen kunnen alleen in gezamenlijk overleg genomen worden.

Vraag 6:
Bent u bereid om niet te ‘wachten op aanscherping van beleid door het Rijk’ – die de Urgenda-uitspraak van de rechter negeert en bovendien nog steeds demissionair is - , en nu maximaal in te zetten op wat binnen de invloedssfeer van de provincie ligt? En dat is veel: de provincie gaat immers over de inrichting van het landelijk gebied, heeft een eigen Voedselvisie, maakt gebruik van Europese subsidies en heeft ook in de EU en bij het Rijk een stem.

Antwoord 6:
Met het Actieprogramma Klimaat kiest de provincie voor een integrale benadering voor de
invulling van de doelen van het Klimaatakkoord. Als voldoende helder is wat de implicaties zijn
van de verzwaarde doelstelling uit het plan Fit for 55, zullen wij deze nieuwe doelstellingen ook in
ons eigen beleid opnemen. Op dit moment wordt het gesprek met het Rijk op het niveau van
maatregelen en de financiering ervan reeds gevoerd. Dit is van belang omdat geen toezeggingen
kunnen worden gedaan die bij gebrek aan financiering niet waargemaakt kunnen worden.

Het Fit- for-55-pakket is een pakket maatregelen van zeer grote omvang dat tot stand is gekomen
na onderhandelingen tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese
Raad, waarbij verschillende belanghebbenden zijn betrokken.

Zoals blijkt uit de beantwoording van vraag 13 worden ook acties ondernomen die aansluiten op
de voorstellen van Urgenda.

Vraag 7:
Bent u bereid om daarnaast ook stevig bij het Rijk en de EU te pleiten voor een meer en snellere maatregelen, met name daar waar het gaat om de fossiele industrie en de noodzakelijke transitie naar duurzame, meer plantaardige landbouwsystemen?

Antwoord 7:
Samen met de andere provincies hebben wij via het IPO intensief contact met het Rijk en via onze
vertegenwoordiging bij het Huis van de Nederlandse Provincies met de Europese Unie om zo snel
mogelijk duidelijkheid te krijgen over de aard, omvang en financiering van de aangescherpte en
aanvullende klimaatmaatregelen. Dit betreft ook de sectoren industrie en landbouw. Zie verder
antwoord 5 en antwoord 6.

Vraag 8:
Is er een koppeling tussen het Masterplan wonen en klimaatverandering, zodanig dat bij het zoeken naar locaties voor woningbouwopgaven rekening wordt gehouden met zeespiegelstijging en dat bouwen natuurinclusief en klimaatneutraal (of klimaatpositief) gebeurt?

Antwoord 8:
Onder de noemer toekomstbestendige bouw in het Masterplan Wonen vallen de thema’s
energieneutraal, natuurinclusief, stikstofvrij, klimaatadaptief, gezonde leefomgeving en circulair.
In deze aparte module wordt in beeld gebracht of en zo ja, hoe stapeling van bouweisen een
stimulans voor woningbouw is, of voor onnodige vertraging zorgt. In de uitwerking van deze
module (gepland voor eerste kwartaal 2022) gaan we vervolgens na in hoeverre deze bouweisen
overal, bij alle woningbouwlocaties, noodzakelijk en mogelijk zijn, of welke eisen waar van
toepassing zouden moeten zijn.

Klimaatadaptatie is meegenomen in de Omgevingsverordening NH 2020. Bij ruimtelijke
ontwikkelingen moet daarom rekening gehouden worden met de effecten van
klimaatverandering.

Vraag 9:
Bent u, eveneens in het licht van de wetenschappelijke inzichten van het IPCC, bereid zich in te zetten voor een krimp van Schiphol?

Antwoord 9:
Nee, de krimp van Schiphol is wat ons betreft geen doel op zich, maar een mogelijke
consequentie van sturing op de reductie van emissies. Innovaties kunnen ook bijdragen aan het
terugdringen van CO2-uitstoot. De verduurzaming van de luchtvaart maakt deel uit van de
doelstellingen uit de Europese Green Deal. Wat ons betreft zijn deze milieukaders sturend. We
pleiten daar ook in BRS-verband voor richting Rijk. De Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) is een samenwerkingsverband waarin 3 provincies en 43 gemeenten zijn vertegenwoordigd.

De cruciale rol van de transitie naar een plantaardig voedselsysteem

In het eerdere rapport ‘Climate change and land’[6] (2019) van het IPCC is een verwijzing gemaakt naar een scenario zonder dierlijke producten. In hoofdstuk 5 bij het scenario waarin ‘geen dierlijke producten worden geconsumeerd’, is adequate voedselproductie in 2050 realiseerbaar met minder land dan nu in gebruik is, waardoor aanzienlijke herbebossing mogelijk wordt, en de broeikasgasuitstoot wordt gereduceerd.

Onderzoekers van de Oxford Universiteit[7][8] (waar ook IPCC naar verwees) en de Engelse denktank Chatham House komen tot een soortgelijke conclusie[9][10]: het beste dat we voor de planeet kunnen doen is bijdragen aan de transitie naar een meer plantaardig voedselsysteem. Het gebruik van land voor vee-industrie blijkt een enorm inefficiënte manier om voedzaam voedsel te produceren en plantaardige producten blijken in vrijwel alle gevallen (ongeacht waar ze vandaan komen) duurzamer dan dierlijke producten[11].

De transitie naar een plantaardig voedselsysteem zou een grondgebied ter grootte van Afrika vrijmaken[12], dat we deels zouden kunnen herbebossen en teruggeven aan natuur. Al met al kunnen we volgens onderzoek wereldwijd 28% reductie van broeikasgassen realiseren door de omslag van dierlijke naar plantaardige voeding[13]. De helft daarvan zou komen uit het omzetten van landbouwgrond die we nu gebruiken voor vee (en veevoer) naar meer vegetatie (natuur, bomen). De andere helft zou komen door directe emissiereductie door het wegvallen van de vee-industrie.

Het rapport van de internationaal gerenommeerde denktank Chatham House stelt dat de transitie naar meer plantaardig onvermijdelijk is om klimaatdoelen te halen de biodiversiteitscrisis te bestrijden. In haar presentatie hierover laat dr. Helen Harwatt (een van de opstellers van het rapport, tevens werkzaam aan Harvard) het volgende zien:

  • Zelfs als we nu stoppen met fossiele brandstoffen, is de kans groot dat we de 1.5°C opwarming overstijgen als we niets doen aan ons voedselsysteem. De vee-industrie zou al 49% van het resterende broeikasemissies-budget dat nog over is om onder de 1.5°C te blijven tegen 2030 kunnen opmaken.[14]
  • Om onder 1.5°C te blijven moeten we ook CO2 uit de lucht halen. De meest effectieve manier om dat te doen binnen het tijdsbestek dat we nog hebben is om groen (vegetatie) te herstellen door bijv. herbebossing. Planten en bomen zijn natuurlijke bronnen van koolstofopslag (carbon sink) en dragen zo bij aan oplossing van de klimaatcrisis. Op dit moment wordt veel land inefficiënt gebruikt voor vee-industrie.[15][16] Zoals dr. Harwatt zegt: “Animal agriculture has the biggest in return for very little contribution to the food system in terms of nutrition.”[17]
  • Inzet van technologie is niet voldoende om gevaarlijke opwarming tegen te gaan. Reductie van productie en consumptie van dierlijke producten is onvermijdelijk.[18][19][20]

Vraag 10a)
Erkent GS deze enorme negatieve impact van productie en consumptie van dierlijke producten, zoals vlees en zuivel?

Antwoord 10a)
We constateren een negatieve impact op het klimaat. We zetten ons in voor de
landbouwtransitie en tegelijkertijd constateren we dat, om naar kringlooplandbouw te streven,
we landbouwdieren nodig hebben. Noord-Holland heeft twee procent van de landelijke veestapel
en deze is in zijn geheel nodig om de mestkringloop te kunnen sluiten in de samenwerking met de
akkerbouw. Sterker: er is sprake van een tekort op mest. Verder zijn zijn er inmiddels ook al
initiatieven voor plantaardige landbouw zonder dierlijke mest. Bovendien kunnen nieuwe
teeltvormen bijvoorbeeld op water leiden tot minder gebruik van mest.

Vraag 10b)
Is GS het ook met de wetenschappers eens dat de transitie naar een meer plantaardig en minder dierlijk voedselsysteem een essentieel onderdeel is van de bestrijding van de klimaat- en biodiversiteitscrisis?

Antwoord 10b)
Dat is afhankelijk van de manier waarop dieren gehouden worden. Vanuit de Voedselvisie 2020-
2030 is het de ambitie om de grondgebonden landbouw in 2030 natuurinclusief te laten zijn met vooral voer van eigen land of van dichtbij. Op die manier kan de landbouw zelfs ondersteunend
zijn aan biodiversiteit en kunnen bodems en graslanden een positieve bijdrage leveren aan
klimaatopgaven.

Vraag 10c)
Transparantie over ons voedselsysteem is een onderdeel van Voedselvisie van Noord-Holland. Hoe gaat de provincie zich inzetten voor meer transparantie over de ecologische impact van dierlijke producten (zoals boven door gerenommeerde instituten geschetst), zodat burgers hierover beter geïnformeerd zijn en dus ook een eerlijkere keuze in de supermarkt of bij de boer kunnen maken?

Antwoord 10c)
We nemen deel aan verschillende samenwerkingsverbanden met andere overheden en bedrijven
zoals Voedsel Verbindt, The Protein Cluster, Greenports, Task Force Korte Keten. Samen met de
netwerkpartijen zetten wij ons in op het organiseren van bijvoorbeeld Challenges, activiteiten en
het aanjagen van kansen.
Vanuit de provincie inspireren wij via www.boerenbusinessinbalans.nl. Vanuit de Green Deal
Catering overheidslocaties richten we ons op bewustwording in eigen huis m.b.t. ons eigen
bedrijfsrestaurant, cateraar en personeel. Ook is er een Green Deal Nationale eiwitstrategie in de
maak die in 2022 op de Floriade ondertekend zal gaan worden.

Vraag 11:
Hoewel langer in de provincie wordt gesproken over de groene eiwittransitie, komt al jaren nauwelijks iets concreets van de grond. Bij de afgelopen bijeenkomst over lobby van provincies in EU, werd duidelijk dat Noord-Holland in het kader van klimaat en landbouwbeleid vrijwel niets deed om voor meer inzet op snellere transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten in ons voedsel te pleiten. In de uitvoeringsagenda van de Voedselvisie lijkt nog maar marginaal geïnvesteerd te worden in die transitie. Dit terwijl, zoals boven uit wetenschappelijke conclusies blijkt, de transitie naar meer plantaardig een cruciaal onderdeel is van een succesvol klimaat- en biodiversiteitsbeleid.

Is GS bereid om sneller aan de slag te gaan met de groene eiwittransitie, met ambitieuzere en concrete doelen?

Antwoord 11:
Ons beleid ondersteunt groene eiwittransitie en projecten. In bijna elke regeling die we in dit
kader maken is er de mogelijkheid om eiwittransitieprojecten in te dienen. In de praktijk zijn er
helaas weinig projecten. In de voorbereiding van de Nationale Eiwitstrategie is er ook landelijk
onderzoek gedaan naar de kansen en mogelijkheden. In het document is een aantal
aanbevelingen gedaan.

In de Green Deal NES is het de bedoeling dat overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen die
kansen en mogelijkheden gaan verzilveren. In Noord-Holland is er nog maar een vrij klein cluster
van eiwitverwerkende bedrijven in beeld. Door de samenwerking met TPC (The Protein Cluster) is
daar meer inzicht in gekomen. Een kleine groep van provincies (waaronder ook Noord-Holland)
werken met elkaar samen om de krachten op de eiwittransitie te bundelen. Zij geloven dat
eiwittransitie alleen succesvol kan zijn als meerdere schakels in de keten gaan samenwerken. Elke
regio of provincie heeft schakels in de keten. Voor de eiwittransitie moeten er ook grote volumes
geproduceerd en geconsumeerd gaan worden. Samenwerking over de provinciegrens heen is
daarom nodig. In Noord-Holland hebben wij ook een sterke ketenschakel t.w. het
zaadveredelingscluster Seed Valley. Zij zijn ook gevraagd om mee te denken in de Green Deal NES.
Ook in Europa maken we ons hard voor de eiwittransitie

Vraag 12:
Het initiatief ‘Carnivoor? Geef het door!’, ontwikkeld door professor Henriëtte Prast, houdt in dat bij alle provinciale gelegenheden plantaardig als standaard wordt geserveerd, tenzij mensen van tevoren aangeven dat ze liever bijvoorbeeld vlees of vis willen. Een ieder behoudt dus keuzevrijheid, precies zoals dat nu gebeurt, maar de meest milieubelastende optie is niet meer de standaard. Daar waar nu mensen die nu vegetarisch of plantaardig willen eten hun keuze van tevoren moeten doorgeven en vlees/vis standaard wordt geserveerd, zou het met het initiatief omgedraaid worden. Het systeem wordt o.a. toegepast op het ministerie van OCW, verschillende gemeenten, zoals Arnhem en Amsterdam, en de provincie Groningen. [21]

Is GS bereid om te laten zien dat het de klimaat- en biodiversiteitscrisis echt serieus neemt, het goede voorbeeld te geven en de norm in de eigen organisatie ook om te draaien, middels het initiatief ‘Carnivoor geef het door’?

Antwoord 12:
Het College van GS neemt de klimaat- en biodiversiteitscrisis serieus. Er wordt niet standaard
vlees of vis geserveerd, er is altijd ook een vegatarische/veganistische optie. Dat geldt zowel in
het bedrijfsrestaurant als bij evenementen die de provincie organiseert.

Wij nemen samen met onze cateraar Eurest en Greendish deel aan de Green Deal catering
overheidslocaties. Deze samenwerking duurt 3 jaar.

Urgenda

Urgenda stelt in haar rapport ‘Tussen kolen en Parijs; gids voor spelers in de regionale energietransitie‘[22] veel klimaatmaatregelen voor die gemeenten en provincies kunnen nemen. Deze maatregelen zijn onderverdeeld in de categorieën Zon en wind, Gebouwde omgeving, Mobiliteit, MKB & industrie en Landbouw & natuur. In onderstaande tabel hebben wij hier een aantal uit geselecteerd en zo mogelijk naar de situatie van de provincie Noord-Holland vertaald.

Vraag 13:
Urgenda stelt onder andere voor om energiebesparing prioriteit te maken (voorstel 7 uit tabel hieronder). Volgens de provincie voldoet op dit moment slechts 9% van de bedrijven in Noord-Holland volledig aan deze plicht. De provincie zegt dat er wordt ingezet op toezicht en handhaving, en informatie, maar wij zien vooral informatie: “Voor eind 2023 moeten alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest effectief energie kunnen besparen.”[23]

Vraag 13a)
Bedrijven dienen aan de wet te voldoen en de provincie dient dat te handhaven. Hoe staat het met de handhaving van de wettelijke plicht tot energiebesparing. Kunt u daar een volledige schets en tijdslijn voor geven?

Antwoord 13a)
Om in het bedrijfsleven meer energie te besparen, zetten we in op een combinatie van toezicht
en handhaving en ondersteuning van het bedrijfsleven. Zo bieden we energiescans aan en gaan
onafhankelijke experts het bedrijfsleven ondersteunen bij aanbestedingen en subsidieaanvragen.
Voor eind 2023 moeten alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest
effectief energie kunnen besparen. Met de Omgevingsdiensten, die namens de provincie en
gemeenten toezichthouden op deze plicht, is afgesproken om op 1 januari 2021 met alle
grootverbruikers (200.000 kWh elektriciteitsverbruik of 75.000 m3 gasverbruik) van energie
afspraken te maken over te nemen energiebesparende maatregelen. Met alle
middelgrootverbruikers (tussen 50.000 tot 200.000 kWh elektriciteitsverbruik en tussen 25.000
tot 75.000 m3 gasverbruik) is afgesproken op een natuurlijk moment afspraken te maken over
energiebesparende maatregelen. Deze afspraken worden uiteindelijk formeel vastgelegd bij de
actualisatie van de vergunningen.

Met 66% van de bedrijven onder ons bevoegd gezag zijn afspraken gemaakt. 33% heeft van de
bedrijven geen wettelijke besparingsverplichting. Met 11% moeten deze afspraken nog gemaakt
worden. Door COVID hebben de OD’s een kleine vertraging opgelopen. In oktober 2021 levert de
OD NZKG een evaluatierapport op waarin hier uitgebreider bij stil wordt gestaan. Op basis van dit
evaluatierapport wordt onze provinciale inzet op energiebesparing bij bedrijven onder ons
bevoegd gezag voor de komende jaren vormgegeven

Vraag 13b)
Klopt het dat nog maar 9% van de bedrijven in Noord-Holland voldoet aan de genoemde wettelijke plicht voor energiebesparing, of is dat percentage inmiddels veranderd?

Antwoord 13b)
Bedrijven met een energieverbruik vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ zijn vanaf 2019
wettelijk verplicht om te rapporteren over de genomen energiebesparende maatregelen. Bijna
8000 bedrijven hebben dit gedaan in Noord-Holland. Volgens het CBS zouden maximaal 16.365
ondernemingen aan deze informatieplicht moeten voldoen.

9% van de bedrijven, die in Noord-Holland informatie moeten geven over energiebesparing,
hebben alle maatregelen genomen waartoe ze verplicht zijn onder de energiebesparingsplicht uit
de Wet Milieubeheer. Dit cijfer komt van de RVO, die het e-loket van de informatieplicht beheert.

Vraag 13c)
Welke bedrijven voldoen niet aan de wettelijke plicht en wanneer gaat de provincie handhaven?

Antwoord 13c)
Voor vergunningplichtige bedrijven, onder ons bevoegd gezag, geldt voor een groot deel dat er
geen automatische verplichting is op het besparen van energie. Daarvoor moeten eerst
maatregelen worden voorgeschreven in de vergunning (zie 13a). Voor zover dit nog niet het geval is worden deze maatregelen in kaart gebracht bij de resterende bedrijven en worden deze
vastgelegd in afspraken. In het nieuwe plan van aanpak, wat dit jaar wordt opgeleverd, wordt
aangegeven hoe we gaan controleren op de afspraken die tussen 2016 en nu zijn gemaakt. In het
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven (zie 13d) wordt expliciet opgenomen dat
tot handhaving over wordt gegaan, waar dit wettelijk mogelijk, doeltreffend en proportioneel is,
indien bedrijven niet aan de verplichtingen voldoen.

Vraag 13d)
De provincie Overijssel in samenwerking met de Omgevingsdiensten concludeerde onlangs: “Onderzoek heeft aangetoond dat één toezichthouder een energiebesparing kan opleveren die gelijk staat aan de plaatsing van vijf windmolens. Dat is een enorm potentieel, die momenteel nog niet wordt benut. [..] Een deel van bedrijven heeft tot op heden nog niet voldaan aan de informatieplicht en is hierop in overtreding. Vanuit de afdelingen Toezicht en Handhaving van de verschillende Omgevingsdiensten zal daarom handhavend worden opgetreden. Ook wordt vanuit de Omgevingsdiensten het aantal energiecontroles bij bedrijven vergroot, waarbij gebruik zal worden gemaakt van Erkende Maatregelenlijsten. De provincie Overijssel heeft voor de extra controles budget beschikbaar gesteld voor gemeenten in West-Overijssel.”[24]

Gaat Noord-Holland ook de handhaving en controle intensiveren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 13d)
Naast onze eigen taken, zet GS zich in voor energiebesparing bij bedrijven onder gemeentelijk
bevoegd gezag. In het kader van het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 2022-
2025 worden samen met de Noord-Hollandse bedrijven, gemeenten en OD’s afspraken gemaakt
over de inzet van gemeenten bij deze bedrijven. Met een brief aan de CIE RKW van 30 augustus
2021 zijn PS daarover geïnformeerd.

Vraag 13e)
Gaat Noord-Holland, zoals Overijssel, ook in kaart brengen of meer budget nodig is voor extra controles en handhaving?

Antwoord 13e)
In het kader van het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 2022-2025 is ook
expliciteit gekeken naar de financiering van stimulering, vergunningsverlening, toezicht en
handhaving door gemeenten. Op basis van onze analyse is meer budget bij gemeenten nodig.
Daarbij wordt in het proces meegenomen in hoeverre de provincie (tijdelijk) ondersteuning kan
bieden aan gemeenten om een impuls te geven aan stimulering, vergunningsverlening, toezicht
en handhaving door gemeenten in het kader van energiebesparingswetgeving.

Vraag 14:
Kunt u per maatregel (zie hieronder) aangeven of u deze (versneld) gaat uitvoeren, en zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u op korte termijn hierover met aangescherpt beleid komen: concrete en SMART-doelen, instrumenten / middelen en tijdpad (zie ook vraag 11)?

Selectie van maatregelen uit het Urgenda-rapport ‘Tussen kolen en Parijs; gids voor spelers in de regionale energietransitie‘:

- Zon en wind: veel kleinschalig

1. Kijk hoe opwekken van zonne-energie kan worden versneld, met toepassing van de ‘Zonneladder’. Benut veel meer de mogelijkheden die er zijn, als zon op daken, boven parkeerterreinen, boven fruitteelt en langs wegen.
2. Sta ook andere typen windmolens toe dan de grote standaard windmolens. En niet alleen op agrarische percelen. Dit vergroot het draagvlak. Zie het voorbeeld van de Dorpsmolen opgezet door 3 dorpen in Friesland. Met de opbrengst konden tevens veel duurzame projecten in de dorpen worden gefinancierd, zoals zonne-energie op daken van scholen. Zie ook de motie PvdD Sociale windmolens[25].
3. Kies níet voor bijstook van houtige biomassa in kolencentrales of verbranding van houtpellets voor warmtenetten.

- Gebouwde omgeving: zoveel mogelijk energieneutraal

4. Stel een ambitieus doel voor energieneutrale woningen (bestaand en nieuw) in 2030 en werk dit uit met gemeenten en partners in het veld. Neem het doel op in het Masterplan wonen.
5. Gebruik voor nieuwbouw bio-based bouwmaterialen, zoals hout, hennep en vlas. Deze dragen positief bij aan het klimaat doordat ze langjarig koolstof vastleggen. Het is een vorm van negatieve emissies. Dit in tegensteling tot beton en cement waarbij juist veel energie nodig is om deze te maken.
6. Ontwerp nieuwe woonwijken klimaat adaptief: met veel ruimte voor watermanagement. En tegelijk natuurinclusief, met veel openbaar groen, tuinen, en rekening houdend met soorten vogels en vleermuizen.

- MKB & industrie: nog meer energie besparen


7. Maak energiebesparing prioriteit. Bedrijven die meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas (of het equivalent daarvan) verbruiken, zijn ingevolge de Wet milieubeheer wettelijk verplicht om alle energiebesparingsmeetregelen te nemen die zich binnen 5 jaar terug verdienen.

Volgens de provincie voldoet op dit moment slechts 9% van de bedrijven in Noord-Holland volledig aan deze plicht. De provincie zegt dat er wordt ingezet op toezicht en handhaving, en informatie, maar wij zien vooral informatie: “Voor eind 2023 moeten alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest effectief energie kunnen besparen.”[26]
Maar er mist zicht op het handhavingsaspect: informeren is prima, maar er is ook een wettelijke verplichting die gehandhaafd moet worden.

- Landbouw & natuur: minder uitstoot en meer koolstofopslag

8. Verminder inefficiënte landbouw: de productie van veevoedergewassen (65% van de Nederlandse landbouwgrond: gras en veevoedergewassen).
9. Zet eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig voedsel door. Bijv. door de transitie naar meer plantaardige zuivelproducten te stimuleren. Dit leidt tot klimaatwinst, maar ook stikstof-, fosfaat-, biodiversiteits- en ruimtewinst.
10. Minder vee. Vrijkomende ruimte gaat naar bos, natuur en teelt van fruit en groente en naar wonen.
11. Schakel over naar natuurinclusieve kringlooplandbouw. Dit levert 18 Mton minder CO2-uitstoot op. Dit is weliswaar landelijk, maar melkveehouderij en veenweidegebieden leveren een grote bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast draagt het bij aan oplossingen voor andere problemen, zoals de stikstofcrisis en watervervuiling, en het levert een gezonde en klimaatbestendige landbouw op.
12. Maak binnen de eigen organisatie plantaardig de norm. (zie ook vraag 12)
13. Voer versneld de Bossenstrategie uit: plant bomen, houtwallen etc.

Antwoord 14:

Voor maatregel 1:
Tijdens de commissievergadering van 30 augustus jongstleden hebben wij u per brief (kenmerk
1538217/1656280) geïnformeerd over een herijking van het provinciale stimuleringsbeleid voor
zonne-energie. Voor een antwoord op uw vraag m.b.t. maatregel 1 verwijzen wij naar deze brief.

Voor maatregel 2:
In de provincie Noord-Holland worden ook andere windturbines toegestaan. Met de
Omgevingsverordening NH 2020 worden in landelijk gebied windturbines met een as-hoogte van
maximaal 15 meter van het maaiveld toegestaan op agrarische bouwpercelen én bouwpercelen
van tenminste 1 hectare waar een stedelijke functie is toegestaan. Voorwaarde is dat de
windturbine in landschappelijk opzicht aansluit op de bijbehorende bebouwing en de windturbine
zorgvuldig ruimtelijk wordt ingepast.

Voor maatregel 3:
De Provincie Noord-Holland onderschrijft het SER-Advies Biomassa in balans (m.b.t. afbouwen,
ombouwen en opbouwen van het gebruik van biogrondstoffen voor de verschillende
toepassingen) en dringt aan op het zo snel mogelijk afbouwen van de SDE-subsidie voor
houtgestookte biomassacentrales, met name de grootschalige (> dan 50 MW, waarvoor wij
bevoegd gezag zijn in het kader van de WABO). Het Rijk heeft vorig jaar in het
Duurzaamheidskader biogrondstoffen een afbouwpad voor de SDE-subsidie toegezegd. Wij
wachten dit initiatief van het afbouwpad af. Vervolgens inventariseren wij of aanvullend beleid als
dan niet mogelijk of wenselijk is.

Voor maatregel 4:
In de regionale woonakkoorden zijn al afspraken gemaakt over het verduurzamen van nieuwbouw
en bestaande woningen. Het Masterplan gaat over het bouwen van nieuwe woningen. Het
Masterplan is niet de plaats om ambitieuze doelen op te nemen over energie-neutrale woningen,
omdat de provincie niet bevoegd is om strengere normen te stellen dan de
energieprestatienormen (BENG-normen) uit het Bouwbesluit. Als vervolg op het Masterplan
verkennen we met gemeenten welke woningbouwlocaties op korte termijn kunnen worden
ontwikkeld en welke knelpunten daarbij moeten worden opgelost. We gaan dan tevens na of er
ruimte is om thema’s uit de module toekomstbestendige bouw mee te nemen.

Voor maatregel 5:
In de Woonakkoorden, die wij met de regio’s hebben afgesloten, zijn afspraken opgenomen over
circulair bouwen, waaronder het gebruik van bio-based bouwmaterialen. Binnen de
Metropoolregio Amsterdam (MRA) werken we samen met de gemeenten aan een uniform kader
prestatiegericht uitvragen. Onderdeel daarvan is bio-based bouwen. Ook werken we binnen de
MRA mee aan de Green Deal Houtbouw. Het streven is om vanaf 2025 jaarlijks minimaal 20% van
de gehele woningproductie in de MRA in houtbouw uit te laten voeren.

Voor maatregel 6:
Daar waar klimaatadaptatie maatregelen noodzakelijk/gewenst zijn proberen we wel te
stimuleren dat wordt gekozen voor “groenblauwe” oplossingen, die ook de biodiversiteit en een
gezonde leefomgeving ten goede komen. Overigens zijn die maatregelen vaak ook kosteneffectief
en zeker qua maatschappelijke kosten/baten. Gemeenten krijgen zelf de ruimte ambitie te
bepalen mede afhankelijk van type ontwikkeling en locatie, sturingsmogelijkheden (bijvoorbeeld
afhankelijk van wel of niet eigen grondpositie) en de klimaatstresstest ter plekke.

In de notitie Klimaatadaptatie Noord-Holland: bouwstenen voor een provinciale aanpak 2020-
2023 is Klimaatadaptatie in de bebouwde omgeving een van de vier thema’s. Hierop wordt het
volgende uitgevoerd:

• Klimaatadaptatie is meegenomen in de provinciale omgevingsverordening waardoor bij
ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden moet worden met de effecten van
klimaatverandering (afdeling 6.6)
• Gemeenten worden door een subsidie uitvoeringsprojecten Klimaatadaptatie
gestimuleerd tot het nemen van concrete maatregelen in de openbare ruimte
(https://www.noordholland.nl/Actueel/Archief/2021/Februari_2021/Gemeenten_aan_de_slag_met_elk_100_000_subsidie_voor_het_klimaat) . Projecten die direct ook bijdragen aan bevorderen groen en
biodiversiteit krijgen meer prioriteit.
• Voor de MRA is een handreiking Klimaat Bestendige Nieuwbouw opgesteld en deze wordt
in 2021 door de betrokken partners door een Intentieovereenkomst, vastgesteld.
• Klimaatadaptatie en natuurinclusief bouwen is meegenomen bij de uitwerking van de
regionale woonakkoorden als onderdeel van de opgave ”toekomstbestendig”. Het is aan
gemeenten hoe ze daar nu mee om gaan qua ambitie. Via Groen Kapitaal bieden we inspiratie.
• Daarnaast als aanvulling op Groen Kapitaal: We hebben wel recent een bijdrage
toegezegd aan Urgenda om de succesvolle actie MeerBomenNu (bedacht in de Haarlemmermeer
en op weg geholpen door ons provinciale Betrekken bij Groen programma) verder op te schalen.
Dit zodat particulieren en ondernemers op een laagdrempelige manier worden gesteund in het
beplanten van hun tuin of erf. Dit sluit aan bij het Masterplan Biodiversiteit en de Bossenstrategie.

Voor maatregel 7:
Om in het bedrijfsleven meer energie te besparen, zetten we in op een combinatie van toezicht en handhaving en ondersteuning van het bedrijfsleven. Zo bieden we energiescans aan en gaan onafhankelijke experts het
bedrijfsleven ondersteunen bij aanbestedingen en subsidieaanvragen. Voor eind 2023 moeten alle bedrijven met energiebesparingsplicht weten hoe ze het meest effectief energie kunnen besparen.
In het najaar wordt het definitieve Energiebesparingsakkoord vastgesteld door de gemeenten en provincie.

Voor de maatregelen 8, 9 en 11:
Deze maatregelen zijn opgenomen in de Voedselvisie. Op 1 februari jl. is de Voedselvisie 2020-
2030 door PS vastgesteld. In juni 2021 is de uitvoeringsagenda van de Voedsel 2021-2022
vastgesteld en in augustus 2021 met de Statencommissie besproken. De uitvoering wordt nu
opgestart.

Voor maatregel 10:
Het eventueel gedwongen aankopen van veehouderijbedrijven is een Rijks aangelegenheid.
Sturing op de vrijkomende gronden verloopt enkel volgens de regels van de Ruimtelijke Ordening.
Aankopen t.b.v. de realisatie van het NNN gaat om de gronden binnen het NNN-gebied. In
beperkte mate kunnen gronden buiten NNN eveneens aangekocht worden.
Iets dergelijks geldt ook voor stikstof en bodemdaling. Hoe de gronden worden verkocht is per
situatie verschillend. Als hierbij andere provinciale doelen kunnen worden gerealiseerd, wordt dat
bij de verkoop betrokken.

Voor maatregel 12:
Zie het antwoord op vraag 12.

Voor maatregel 13:
We zijn bezig met de uitvoering van de bossenstrategie. Zo zijn we voornemens op korte termijn
de actie MeerBomenNu van Urgenda financieel te steunen. Dit helpt bij het vastleggen van CO2,
het vergroten van de biodiversiteit.


[1]
https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg1/downloads/report/IPCC_AR6_WGI_Full_Report.pdf

[2] IPCC: klimaatverandering is onontkoombaar en raakt nu de hele wereld - NRC

[3] Door klimaatverandering wordt Nederland heter, natter én droger | NU - Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

[4] Klimaatexperts: IPCC-rapport alarmerend voor Nederland | NOS

[5] Global Warming of 1.5 ºC — (ipcc.ch), 2018

[6] SRCCL-Full-Report-Compiled-191128.pdf (ipcc.ch)

[
7]

(Joseph Poore van Oxford Universiteit)


[8] https://www.theguardian.com/en...

[9] Lecture: Food and the Ecological and Climate Crisis, by dr. Helen Harwatt - YouTube

[10] Rapport: overstap op plantaardig eten kan wereld redden | RTL Nieuws;

[11] https://ourworldindata.org/env...

[12]

(Joseph Poore van Oxford Universiteit)


[13]

(Joseph Poore van Oxford Universiteit)

[14]

(presentatie dr. Helen Harwatt)

15.

(presentatie dr. Helen Harwatt)

16. Hayek, Harwatt et al, “The carbon opportunity cost of animal-sourced food production on land”, Nature (2021). https://www.nature.com/article...

17.

(presentatie dr. Helen Harwatt)

[18]

(presentatie dr. Helen Harwatt)

[19]

[21] https://nos.nl/l/2259960

[22] Tussen kolen & Parijs - Voor spelers in de energietransitie (urgenda.nl)

[23] Noord-Holland zet in op energiebesparing bij bedrijven - Provincie Noord-Holland

[24] https://www.nieuweenergieoveri...

[25] Motie windmolens op land - Noord-Holland - Partij voor de Dieren

[26] Noord-Holland zet in op energiebesparing bij bedrijven - Provincie Noord-Holland