RRK Rapport Landbouw- en Voed­sel­tran­sitie Noord-Holland


6 maart 2023

De Randstedelijke Rekenkamer heeft weer een waardevol rapport opgeleverd. Daarin wordt weer bevestigd waar de Partij voor de Dieren al langer op heeft gewezen. Bijvoorbeeld dat we verschillende definities helder moeten krijgen, dat meer duidelijkheid over inzet en geld nodig is, dat het onlogisch is om de intensieve veehouderij uit de Voedselvisie te laten en dat het noodzakelijk is om ook een integrale visie te ontwikkelen voor de andere landbouwsectoren in onze provincie, zoals de bollensector.

Het is goed dat GS de aanbevelingen over lijkt te nemen. Toch is er op punten nog onduidelijkheid.

Als eerste het punt over de intensieve veehouderij. Wij hebben het ook al eerder als discussiestuk in NLG aangekaart. Het is zeer onlogisch om de intensieve veehouderijsector buiten de Voedselvisie te plaatsen en apart onder economisch beleid te plaatsen. Misschien is de provincie opeens samen met ons van mening dat dieren op termijn uit de voedselketen moeten worden bevrijd, maar op dit moment worden landbouwdieren in de intensieve veehouderij toch echt gehouden voor voedsel.

Bij de bespreking van ons discussiestuk was een meerderheid van de fracties, waaronder GL, D66 en PvdA het met ons eens dat de intensieve veehouderij ook onder de Voedselvisie zou moeten vallen, en niet alleen onder economisch beleid.

Op dit moment is de provincie vooral aan het wegkijken bij onze intensieve veehouderij. Bestaande intensieve veehouderij mag daardoor ondanks alle ambities die dit college zegt te hebben over gezondheid, dierenwelzijn, klimaat en natuur, gewoon doorgroeien.

Het is tijd om te stoppen met wegekijken en de intensieve veehouderij te betrekken bij het integrale verhaal van de Voedselvisie, dat zegt te streven naar een beter evenwicht tussen, economische, ecologische, ruimtelijke en sociale belangen. Uit ecologisch oogpunt moet de transitie van het voedselsysteem volgens de Voedselvisie ook voordelig zijn voor bodem, water, biodiversiteit, klimaat en dierenwelzijn.

Dat zou in lijn zijn met aanbevelingen van de Rekenkamer. Daarom vragen wij GS om een toezegging te doen dat ze de intensieve veehouderij inderdaad een integraal onderdeel gaan maken van de Voedselvisie. Anders hebben we een motie achter de hand.

Dan een laatste punt: deelconclusie 2 van de RRK luidt dat de provincie ervoor kiest om, van alle middelen die zij aan landbouw en voedsel besteed, een beperkt gedeelte expliciet in te zetten voor de transitie van het voedselsysteem. Via met name subsidies vanuit het Plattelandsontwikkelingsprogramma worden middelen ingezet die niet expliciet bijdragen aan de doelen van de Voedselvisie. Dit verdient een nadere toetsing van de provincie, want juist nu is het belangrijk dat we het geld dat er is voor de landbouw zo effectief mogelijk besteden aan noodzakelijke transities. Daar is expliciet nog niets over opgenomen in de voordracht.

Daarom de volgende motie, met het dictum:

verzoeken het college van Gedeputeerde Staten:

alle subsidies voor landbouw te toetsen aan de vraag of zij effectief bijdragen aan het behalen van de doelen van de Voedselvisie en de doelen in het kader van het op tijd aanpakken van de klimaat- en natuurcrisis;

en hierover te rapporteren naar Provinciale Staten.