Betere invulling ‘duurzame land­bouw­sub­si­dies’


Indiendatum: 10 jul. 2020

Lecture 3. Joseph Poore "Addressing Climate Through Food" #ccls2019Inleiding vragen

Vanuit de wetenschap en maatschappij is er steeds meer kritiek op de invulling van Europese landbouwsubsidies, die over het algemeen gezien niet hebben geleid tot meer duurzame en natuurinclusieve landbouw waar we naar streven.[1]

“Uitvoeringsregeling POP3 Subsidies Noord-Holland” regelt subsidieverstrekking in de provincie Noord-Holland voor het zogenoemde ‘niet-grondgebonden’ onderdeel van het POP3.

Hoewel de POP3-subsidies o.a. duurzaamheid en innovatie zouden moeten versterken, zijn er aspecten die niet stroken met provinciale en nationale ambities op het gebied van o.a. klimaat, stikstof, duurzaamheid, eiwittransitie en kringlooplandbouw. Zo is eerder gebleken dat de huidige uitvoeringsregeling POP3 duurzame projecten, gericht op plantaardige alternatieven voor zuivelproducten, uitsluit van subsidie. Artikel 1.13, lid 1g van de Uitvoeringsregeling stelt namelijk: "subsidie wordt in ieder geval niet verstrekt voor kosten voor de vervaardiging van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen".[2]

Het grootste onderzoek naar ons voedselvoetafdruk ooit van de Universiteit van Oxford (Poore en Nemecek, 2018) heeft laten zien dat plantaardige producten vele malen duurzamer zijn dan dierlijke.[3][4] Zo scoren plantaardige zuivelopvolgers (havermelk e.d.) op het gebied van o.a. emissies, landgebruik en watergebruik beter dan vergelijkbare zuivelproducten.[5] Gezien de steeds groter wordende waterproblemen, is dit extra actueel en relevant.[6][7] Bovendien liggen er marktkansen voor boeren die zich richten op plantaardige zuivelopvolgers. Een win-win situatie.

Dat is ook een van de redenen waarom zowel provincies als het Rijk willen inzetten op meer regionale, duurzame kringlooplandbouw én groene eiwittransitie (de transitie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige). De vraag naar plantaardige zuivelopvolgers groeit[8] en steeds meer mensen willen duurzame keuzes maken als het gaat om hun voedsel. Ook steeds meer boeren zien kansen in meer plantaardig.[9][10][11] In Noord-Holland zijn bijvoorbeeld bedrijven als Willicroft bezig samenwerking te zoeken met Noord-Hollandse melkveeboeren om samen tot zuivelopvolgers te komen. Dat is duurzaam, innovatief en biedt boeren in Noord-Holland toekomstperspectief en alternatieven om hun land niet alleen voor dierlijke producten in te zetten, maar ook steeds meer voor plantaardige.[12]

Maar de boeren die kiezen voor productie van plantaardige zuivelopvolgers worden in de Uitvoeringsregeling POP3 expliciet uitgesloten van POP3 subsidies, terwijl ze wel duurzaam en innovatief zijn en aan alle verdere subsidieregels voldoen.[13][14] Deze boeren hebben het al zwaar, omdat ze pioniers zijn en moeten concurreren met de gevestigde (niet-duurzame) industrie, die vaak subsidies ontvangt.

De Partij voor de Dieren heeft daar eerder in Noord-Holland al vragen over gesteld.[15] In de antwoorden werd vooral verwezen naar Europese regelgeving over bescherming van de term ‘zuivel’ en was er de suggestie dat de provincie niets kan veranderen aan het artikel.

Echter zijn in andere provincies ook vragen gesteld. Uit de beantwoording van vergelijkbare vragen in Limburg en Zeeland blijkt dat de provincie meer kan doen dan we in eerste instantie dachten.[16] Limburg zou in IPO verband onderzoeken hoe artikel 13 lid 1g geschrapt kan worden en in Zeeland is een motie van Partij voor de Dieren, D66, GroenLinks en SP aangenomen om artikel 13 lid 1g te schrappen. Die toezegging is ook door GS in Zeeland gedaan. De betreffende verordening in Zeeland bleek eerder ook gewijzigd door de provincie.[17][18]

Er zijn dus mogelijkheden, ook voor provincie Noord-Holland. De termijn van de huidige POP3 regeling wordt met twee jaar verlengd (2021-2022). Noord-Holland lijkt ook voornemens te zijn weer gelden beschikbaar te stellen voor de cofinanciering in dit kader.

Aangezien er in andere provincies nieuwe feiten op tafel zijn gekomen, biedt dit ook voor GS nieuwe kansen. Daarom stelt Partij voor de Dieren de volgende vervolgvragen.

Vragen

1. De meerderheid van de partijen in provincie Zeeland vindt uitsluiting zoals geformuleerd in artikel 1.13, lid 1g in strijd met de ambities van de provincie om duurzaamheid, innovatie en (voedsel)transitie te stimuleren en in schril contrast met het streven naar volhoudbare landbouw.[19]

Noord-Holland heeft ook ambities op het gebied van klimaat en natuurinclusieve, duurzame landbouw. Tegelijkertijd is er nu erkenning van de noodzaak van de groene eiwittransitie op alle niveaus (van EU tot provincie). Er staan ons grote problemen rond water te wachten, en de stimulering van groene eiwittransitie kan tot flinke waterbesparingen in de landbouw leiden (Poore en Nemecek, 2018 en het onderzoek van Universiteit Twente in 2011[20]).

Dat in overweging nemende en gezien de veranderingen die gaande zijn in de markt en maatschappij als het gaat om de vraag naar echt duurzame en diervriendelijke producten zoals zuivelopvolgers:

Zijn GS bereid om bij de verlenging van de POP3-regeling met provincie Zeeland (en eventueel IPO) te overleggen op welke manier het artikel 1.13, lid 1g geschrapt of genegeerd kan worden voor de resterende POP3-jaren, om op die manier ook innovatieve duurzame boeren die kansen zien op de markt van zuivelopvolgers een eerlijkere kans te geven?

2. De Provincie is bevoegd de POP3-subsidieregeling meer te richten op bepaalde gebieden of sectoren. Per openstellingsbesluit kan de Provincie hiervoor een overweging maken.

Die specifieke accenten en keuzes maakte onze Provincie tot nu toe ook. De basis voor de prioriteiten, accenten en selectiecriteria werden gevormd door het beleid voor de landbouw zoals onder meer vastgelegd in de uitvoeringsagenda Economie 2016-2019. Inmiddels zitten we in 2020, is er veel veranderd, hebben we meer kennis en zijn de ambities van de maatschappij en Provincie groter geworden.

De maatregel Jonge Landbouwers kent bijvoorbeeld investeringscategorieën die specifiek zijn bedoeld voor de melkveehouderij zoals stalvloeren en koematrassen. Er zijn door al die jaren geen wezenlijk andere prioriteiten gekozen door de provincie, terwijl we wel meer kennis en uitdagingen hebben.

Is GS bereid te kijken hoe we strak als Provincie in bijv. de nieuwste openstellingsbesluiten meer accenten kunnen leggen op o.a. projecten voor duurzame groene eiwittransitie?

3. In de laatste lijst van subsidiabele investeringen in het kader van POP3 staan o.a. luchtwassers, emissiearme vloeren en stallen vermeld. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat die technieken niet of nauwelijks bijdragen aan verduurzaming of dierenwelzijn, terwijl ze wel veel geld kosten (zie o.a. CBS). [21][22] Ook voor technologische ingrepen die wel werken geldt: alleen daarmee halen we onze ambities niet, dus we moeten het publieke geld zo slim mogelijk inzetten.[23][24]

Provincies hebben ruimte om de eigen lijst van subsidiabel investeringen aan te passen (zoals Friesland dat bijvoorbeeld heeft gedaan).

a) Is GS bekend met het feit dat sommige technologische maatregelen zoals emissiearme vloeren en luchtwassers niet of onvoldoende helpen? I
b) Is GS bereid om het richten van POP3-subsidies op (een deel van) zulke projecten straks te heroverwegen?

4. Bent u bereid in het algemeen – met de ambities van regionale, duurzame, klimaat- en natuurinclusieve en diervriendelijke landbouw voor ogen - nog eens goed kritisch te kijken naar welke keuzes en accenten de Provincie gaat maken in het kader van POP3-subsidies (en straks de opvolger van POP3)?

5. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt herzien. In Nederland wordt nu o.a. met provincies gewerkt aan een Nationaal Strategisch Plan (NSP), waarin wordt uitgewerkt hoe de nieuwe GLB-verordeningen van EU zullen worden ingevuld in Nederland. Bij de uitwerking van het NSP richten GS zich op de opgaven uit het coalitieakkoord 'Duurzaam doorpakken’ die zij uitwerken in verschillende agenda’s. In het akkoord zijn ambities geformuleerd ”om stappen te zetten richting een kringlooplandbouw en verbetering van de natuur-, water- en bodemkwaliteit, klimaat en dierenwelzijn.” Investeren in groene eiwittransitie (zoals hierboven uitvoerig uitgelegd) zou een enorme bijdrage kunnen leveren aan die ambities.

a) Gaan GS zich bij de uitwerking van het NSP ook inspannen voor voldoende stimulatie van (vrijwillige) groene eiwittransitie en voor steun voor boeren die met groene eiwittransitie (inclusief zuivel- en vleesopvolgers) aan de slag willen gaan?

b) Zijn GS in dat kader ook bereid zich (eventueel in overleg met andere provincies) in te zetten om te voorkomen dat een artikel als 1.13, lid 1g terugkomt in de NSP en de uitwerking daarvan? Zo nee, waarom niet?

c) In welke agenda’s wordt het NSP straks uitgewerkt, hoe wordt precies de koppeling gemaakt met de ambities op het gebied van klimaat/natuur/water/bodem/dierenwelzijn en hoe worden PS daarbij betrokken?

6. De Noordelijke Rekenkamer heef gekeken naar de landbouwsubsidies in provincie Drenthe, Groningen en Friesland en o.a. geconcludeerd dat de provincies te weinig zicht hebben op de effecten van de subsidies die ze geven om de landbouw te verduurzamen en dat ze niet duidelijk aangeven wat ze willen bereiken.[25] Helaas is nog geen onderzoek naar Noord-Holland gedaan, maar we kunnen ons voorstellen dat elke provincie een of meer lessen zou kunnen trekken uit het uitgevoerde onderzoek.

a) Denken GS dat ook Noord-Holland kan leren van het onderzoek van de Noordelijke Rekenkamer en dat ook in onze provincies verbeteringen kunnen worden gemaakt op gebied van landbouwsubsidies?
b) Wat gaat GS in dat kader nog ondernemen en ziet GS kansen ook PS daarbij te betrekken?

[1] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-europese-landbouw-moest-groener-worden-daar-is-niets-van-terechtgekomen~b1e6ee7b/; https://www.wur.nl/nl/nieuws/WNF-Europese-landbouwsubsidies-houden-natuurverlies-in-stand.htm

[2] http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Noord-Holland/CVDR382297/CVDR382297_5.html

[3] https://www.bbc.com/news/science-environment-46459714; https://ora.ox.ac.uk/objects/uuid:b0b53649-5e93-4415-bf07-6b0b1227172f

[4] Lecture 3. Joseph Poore "Addressing Climate Through Food" #ccls2019

[5] https://www.bbc.com/news/science-environment-466 54042

[6] https://www.nhnieuws.nl/nieuws/268773/droogte-vormt-groot-gevaar-voor-noord-hollandse-voedselproductie

[7] https://www.utwente.nl/nieuws/2011/1/176997/vleesrijk-dieet-aanslag-op-zoetwatervoorraad

[8] https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/de-opmars-van-zuivelvervangers-planten-worden-de-nieuwe-melkkoe~bbf9fe01/

[9] https://www.youtube.com/watch?v=6N15UJ2lowM

[10] Margot Vandevoort - Willicroft: Kaas nieuwe stijl

[11] https://www.rtlnieuws.nl/economie/business/artikel/4831701/groeiende-markt-voor-plantaardige-eiwitbronnen

[12] https://www.ad.nl/koken-en-ete...

[13] https://www.volkskrant.nl/economie/waarom-gaat-er-wel-europese-subsidie-naar-koemelk-en-niet-naar-sojamelk~b817f510/

[14] https://www.ad.nl/koken-en-eten/de-boontjes-van-boer-jan-kunnen-zomaar-in-jouw-sojamelk-belanden~a057b101/

[15] https://api1.ibabs.eu/publicdo...

[16] https://ris2.ibabs.eu/Reports/ViewListEntry/Limburg/eaf82977-51c8-451a-8d4a-df767e005882

[17]https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zeeland/CVDR399789/CVDR399789_1.html

[18] https://www.zeeland.nl/digitaa...

[19] https://www.zeeland.nl/digitaalarchief/ib20a4529d0e

[20] https://www.utwente.nl/nieuws/2011/1/176997/vleesrijk-dieet-aanslag-op-zoetwatervoorraad

[21] https://eenvandaag.avrotros.nl/item/milieuvriendelijke-stalvloeren-als-oplossing-voor-het-stikstofprobleem-niemand-is-hiermee-gedien/

[22] https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/de-zogenaamd-schone-stal-is-net-zo-vervuilend-als-de-traditionele-stal~b3db3590/: “Dit zijn heldere conclusies”, ­reageert Nico Ogink, onderzoeker milieu en veehouderij aan de Wageningen Universiteit. “Het rapport maakt duidelijk dat emissie-arme stalsystemen maar weinig resultaat opleveren.”

[23] Zie bijvoorbeeld het betoog van Louis Bolk Instituut daarover: Udo Prins - Louis Bolk Instituut: Teelten van de Toekomst

[24] https://eenvandaag.avrotros.nl/item/milieuvriendelijke-stalvloeren-als-oplossing-voor-het-stikstofprobleem-niemand-is-hiermee-gedien/

[25] https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/161264/Kritiek-Rekenkamer-op-provincie-Drenthe-onduidelijk-of-landbouwsubsidies-iets-opleveren; https://www.noordelijkerekenkamer.nl/onderzoek/actuele-rapporten/193-zoektocht-naar-duurzaamheid-in-het-landbouwbeleid

Indiendatum: 10 jul. 2020
Antwoorddatum: 15 sep. 2020

Inleiding vragen

Vanuit de wetenschap en maatschappij is er steeds meer kritiek op de invulling van Europese landbouwsubsidies, die over het algemeen gezien niet hebben geleid tot meer duurzame en natuurinclusieve landbouw waar we naar streven.[1]

“Uitvoeringsregeling POP3 Subsidies Noord-Holland” regelt subsidieverstrekking in de provincie Noord-Holland voor het zogenoemde ‘niet-grondgebonden’ onderdeel van het POP3.

Hoewel de POP3-subsidies o.a. duurzaamheid en innovatie zouden moeten versterken, zijn er aspecten die niet stroken met provinciale en nationale ambities op het gebied van o.a. klimaat, stikstof, duurzaamheid, eiwittransitie en kringlooplandbouw. Zo is eerder gebleken dat de huidige uitvoeringsregeling POP3 duurzame projecten, gericht op plantaardige alternatieven voor zuivelproducten, uitsluit van subsidie. Artikel 1.13, lid 1g van de Uitvoeringsregeling stelt namelijk: "subsidie wordt in ieder geval niet verstrekt voor kosten voor de vervaardiging van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen".[2]

Het grootste onderzoek naar ons voedselvoetafdruk ooit van de Universiteit van Oxford (Poore en Nemecek, 2018) heeft laten zien dat plantaardige producten vele malen duurzamer zijn dan dierlijke.[3][4] Zo scoren plantaardige zuivelopvolgers (havermelk e.d.) op het gebied van o.a. emissies, landgebruik en watergebruik beter dan vergelijkbare zuivelproducten.[5] Gezien de steeds groter wordende waterproblemen, is dit extra actueel en relevant.[6][7] Bovendien liggen er marktkansen voor boeren die zich richten op plantaardige zuivelopvolgers. Een win-win situatie.

Dat is ook een van de redenen waarom zowel provincies als het Rijk willen inzetten op meer regionale, duurzame kringlooplandbouw én groene eiwittransitie (de transitie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige). De vraag naar plantaardige zuivelopvolgers groeit[8] en steeds meer mensen willen duurzame keuzes maken als het gaat om hun voedsel. Ook steeds meer boeren zien kansen in meer plantaardig.[9][10][11] In Noord-Holland zijn bijvoorbeeld bedrijven als Willicroft bezig samenwerking te zoeken met Noord-Hollandse melkveeboeren om samen tot zuivelopvolgers te komen. Dat is duurzaam, innovatief en biedt boeren in Noord-Holland toekomstperspectief en alternatieven om hun land niet alleen voor dierlijke producten in te zetten, maar ook steeds meer voor plantaardige.[12]

Maar de boeren die kiezen voor productie van plantaardige zuivelopvolgers worden in de Uitvoeringsregeling POP3 expliciet uitgesloten van POP3 subsidies, terwijl ze wel duurzaam en innovatief zijn en aan alle verdere subsidieregels voldoen.[13][14] Deze boeren hebben het al zwaar, omdat ze pioniers zijn en moeten concurreren met de gevestigde (niet-duurzame) industrie, die vaak subsidies ontvangt.

De Partij voor de Dieren heeft daar eerder in Noord-Holland al vragen over gesteld.[15] In de antwoorden werd vooral verwezen naar Europese regelgeving over bescherming van de term ‘zuivel’ en was er de suggestie dat de provincie niets kan veranderen aan het artikel.

Echter zijn in andere provincies ook vragen gesteld. Uit de beantwoording van vergelijkbare vragen in Limburg en Zeeland blijkt dat de provincie meer kan doen dan we in eerste instantie dachten.[16] Limburg zou in IPO verband onderzoeken hoe artikel 13 lid 1g geschrapt kan worden en in Zeeland is een motie van Partij voor de Dieren, D66, GroenLinks en SP aangenomen om artikel 13 lid 1g te schrappen. Die toezegging is ook door GS in Zeeland gedaan. De betreffende verordening in Zeeland bleek eerder ook gewijzigd door de provincie.[17][18]

Er zijn dus mogelijkheden, ook voor provincie Noord-Holland. De termijn van de huidige POP3 regeling wordt met twee jaar verlengd (2021-2022). Noord-Holland lijkt ook voornemens te zijn weer gelden beschikbaar te stellen voor de cofinanciering in dit kader.

Aangezien er in andere provincies nieuwe feiten op tafel zijn gekomen, biedt dit ook voor GS nieuwe kansen. Daarom stelt Partij voor de Dieren de volgende vervolgvragen.

Vragen

Vraag 1:
De meerderheid van de partijen in provincie Zeeland vindt uitsluiting zoals geformuleerd in artikel 1.13, lid 1g in strijd met de ambities van de provincie om duurzaamheid, innovatie en (voedsel)transitie te stimuleren en in schril contrast met het streven naar volhoudbare landbouw.[19]

Noord-Holland heeft ook ambities op het gebied van klimaat en natuurinclusieve, duurzame landbouw. Tegelijkertijd is er nu erkenning van de noodzaak van de groene eiwittransitie op alle niveaus (van EU tot provincie). Er staan ons grote problemen rond water te wachten, en de stimulering van groene eiwittransitie kan tot flinke waterbesparingen in de landbouw leiden (Poore en Nemecek, 2018 en het onderzoek van Universiteit Twente in 2011[20]).

Dat in overweging nemende en gezien de veranderingen die gaande zijn in de markt en maatschappij als het gaat om de vraag naar echt duurzame en diervriendelijke producten zoals zuivelopvolgers:

Zijn GS bereid om bij de verlenging van de POP3-regeling met provincie Zeeland (en eventueel IPO) te overleggen op welke manier het artikel 1.13, lid 1g geschrapt of genegeerd kan worden voor de resterende POP3-jaren, om op die manier ook innovatieve duurzame boeren die kansen zien op de markt van zuivelopvolgers een eerlijkere kans te geven?

Antwoord 1:
Indien provincies besluiten om artikel 1.13 lid 1g te schrappen dan doen wij dat ook omdat provincies één uniforme regeling hanteren. Bij de eerdere beantwoording van de vragen 16-
2020 hebben wij bij antwoord 3 toegelicht dat het gaat om beschermde aanduidingen van melk- en zuivelproducten. Het artikel legt geen beperking op voor projecten gericht op
eiwittransitie.

Vraag 2:
De Provincie is bevoegd de POP3-subsidieregeling meer te richten op bepaalde gebieden of sectoren. Per openstellingsbesluit kan de Provincie hiervoor een overweging maken.

Die specifieke accenten en keuzes maakte onze Provincie tot nu toe ook. De basis voor de prioriteiten, accenten en selectiecriteria werden gevormd door het beleid voor de landbouw zoals onder meer vastgelegd in de uitvoeringsagenda Economie 2016-2019. Inmiddels zitten we in 2020, is er veel veranderd, hebben we meer kennis en zijn de ambities van de maatschappij en Provincie groter geworden.

De maatregel Jonge Landbouwers kent bijvoorbeeld investeringscategorieën die specifiek zijn bedoeld voor de melkveehouderij zoals stalvloeren en koematrassen. Er zijn door al die jaren geen wezenlijk andere prioriteiten gekozen door de provincie, terwijl we wel meer kennis en uitdagingen hebben.

Is GS bereid te kijken hoe we strak als Provincie in bijv. de nieuwste openstellingsbesluiten meer accenten kunnen leggen op o.a. projecten voor duurzame groene eiwittransitie?

Antwoord 2:
De POP3-maatregel voor Jonge landbouwers heeft als doel om jonge landbouwers te stimuleren om te investeren in verduurzaming. De investeringslijst van de maatregel Jonge landbouwers bevat investeringen die relevant zijn voor akker- en tuinbouw en daarmee ook voor de teelt van
eiwitgewassen. Een voorbeeld is precisielandbouw. Wij willen alle sectoren stimuleren om te verduurzamen en zien geen aanleiding om bepaalde sectoren in onze provincie uit te sluiten door categorien te schrappen. Andere POP3 onderdelen gaan wij richten op onze actuele opgaven zoals we die nu uitwerken in bijvoorbeeld de Voedselvisie.

Vraag 3:
In de laatste lijst van subsidiabele investeringen in het kader van POP3 staan o.a. luchtwassers, emissiearme vloeren en stallen vermeld. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat die technieken niet of nauwelijks bijdragen aan verduurzaming of dierenwelzijn, terwijl ze wel veel geld kosten (zie o.a. CBS). [21][22] Ook voor technologische ingrepen die wel werken geldt: alleen daarmee halen we onze ambities niet, dus we moeten het publieke geld zo slim mogelijk inzetten.[23][24]

Provincies hebben ruimte om de eigen lijst van subsidiabel investeringen aan te passen (zoals Friesland dat bijvoorbeeld heeft gedaan).

a) Is GS bekend met het feit dat sommige technologische maatregelen zoals emissiearme vloeren en luchtwassers niet of onvoldoende helpen? I
b) Is GS bereid om het richten van POP3-subsidies op (een deel van) zulke projecten straks te heroverwegen?

Antwoord 3:
a) De investeringslijst bij het openstellingsbesluit voor de maatregel Jonge landbouwers wordt door een landelijke werkgroep van deskundigen van rijk en provincies samengesteld en jaarlijks geactualiseerd. De effectiviteit op de verduurzaming is één van de aspecten die wordt beoordeeld. Daarbij wordt voor de emissiearme vloeren aangesloten bij duurzaamheidseisen die de Stichting Milieukeur hanteert bij de certificering. Op deze wijze borgen wij dat de investeringen effectief zijn in de bijdrage aan de verduurzaming. Luchtwassers staan niet op deze lijst.
b) Bij het vaststellen van het openstellingsbesluit kijken wij kritisch naar de lijst van investeringen die voor subsidie in aanmerking komen. Indien wij van mening zijn dat bepaalde
investeringen in onze visie niet voldoende bijdragen aan de verduurzaming van de landbouw dan nemen wij die niet op in het openstellingsbesluit.

Vraag 4:
Bent u bereid in het algemeen – met de ambities van regionale, duurzame, klimaat- en natuurinclusieve en diervriendelijke landbouw voor ogen - nog eens goed kritisch te kijken naar welke keuzes en accenten de Provincie gaat maken in het kader van POP3-subsidies (en straks de opvolger van POP3)?

Antwoord 4:
Op 28 mei jl. hebben rijk, provincies en waterschappen besloten om voor de POP3-transitieperiode de focus te leggen op kringlooplandbouw, biodiversiteit, bodem en klimaat
(inclusief water). Per openstelling bepalen wij welke specifieke accenten we aanbrengen. Daarbij richten wij ons op onze actuele opgaven zoals we die nu uitwerken in bijvoorbeeld de
Voedselvisie.

Bij de beantwoording van vragen 23-2020 zijn wij ingegaan op de inzet van het GLB-NSP als opvolger van POP3. Via het IPO pleiten wij onder meer voor een grotere bijdrage vanuit het GLB aan het Klimaatakkoord en een eerlijke vergoeding voor beheer van gronden en biodiversiteit.
Bij de uitwerking van het GLB-NSP richten wij ons op onze opgaven uit het coalitieakkoord ‘Duurzaam doorpakken’ die wij uitwerken in verschillende visies.

Vraag 5:
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt herzien. In Nederland wordt nu o.a. met provincies gewerkt aan een Nationaal Strategisch Plan (NSP), waarin wordt uitgewerkt hoe de nieuwe GLB-verordeningen van EU zullen worden ingevuld in Nederland. Bij de uitwerking van het NSP richten GS zich op de opgaven uit het coalitieakkoord 'Duurzaam doorpakken’ die zij uitwerken in verschillende agenda’s. In het akkoord zijn ambities geformuleerd ”om stappen te zetten richting een kringlooplandbouw en verbetering van de natuur-, water- en bodemkwaliteit, klimaat en dierenwelzijn.” Investeren in groene eiwittransitie (zoals hierboven uitvoerig uitgelegd) zou een enorme bijdrage kunnen leveren aan die ambities.

a) Gaan GS zich bij de uitwerking van het NSP ook inspannen voor voldoende stimulatie van (vrijwillige) groene eiwittransitie en voor steun voor boeren die met groene eiwittransitie (inclusief zuivel- en vleesopvolgers) aan de slag willen gaan?

b) Zijn GS in dat kader ook bereid zich (eventueel in overleg met andere provincies) in te zetten om te voorkomen dat een artikel als 1.13, lid 1g terugkomt in de NSP en de uitwerking daarvan? Zo nee, waarom niet?

c) In welke agenda’s wordt het NSP straks uitgewerkt, hoe wordt precies de koppeling gemaakt met de ambities op het gebied van klimaat/natuur/water/bodem/dierenwelzijn en hoe worden PS daarbij betrokken?

Antwoord 5:
a) Ja, wij spannen ons in om in het GLB-NSP steun voor de eiwittransitie mogelijk te maken. Er zal ook financiering van ons nodig zijn omdat het GLB-NSP cofinanciering van de overheid vereist. De afweging hiervan betrekken wij in onze Voedselvisie.
b) Zie antwoord vraag 1.
c) Het GLB-NSP is vooral relevant voor onze Voedselvisie, het Programma Natuurontwikkeling en het Masterplan biodiversiteit. Tevens is het relevant voor de waterschappen en gemeenten omdat ook zij beoogd medefinancierder zijn. Wij spannen ons ervoor in dat het GLB-NSP voldoende ruimte en flexibiliteit biedt om onze gezamenlijke ambities te ondersteunen. Op dit moment is het GLB-NSP echter nog volop in voorbereiding en kunnen wij niet aangeven op
welke wijze een koppeling gemaakt kan worden met onze ambities. Het is ook onbekend hoeveel geld er beschikbaar komt en wanneer het start. Wij verwachten dat hier eind oktober 2020 meer duidelijkheid over is.

Vraag 6:
De Noordelijke Rekenkamer heef gekeken naar de landbouwsubsidies in provincie Drenthe, Groningen en Friesland en o.a. geconcludeerd dat de provincies te weinig zicht hebben op de effecten van de subsidies die ze geven om de landbouw te verduurzamen en dat ze niet duidelijk aangeven wat ze willen bereiken.[25] Helaas is nog geen onderzoek naar Noord-Holland gedaan, maar we kunnen ons voorstellen dat elke provincie een of meer lessen zou kunnen trekken uit het uitgevoerde onderzoek.

a) Denken GS dat ook Noord-Holland kan leren van het onderzoek van de Noordelijke Rekenkamer en dat ook in onze provincies verbeteringen kunnen worden gemaakt op gebied van landbouwsubsidies?
b) Wat gaat GS in dat kader nog ondernemen en ziet GS kansen ook PS daarbij te betrekken?

Antwoord 6:
a) Wij nemen de conclusies en aanbevelingen uit de rapportages mee bij de uitwerking van het GLB-NSP. De EC stelt hoge eisen aan de monitoring en evaluatie van de effecten van Europese subsidies en als de aanbevelingen uit het onderzoek daaraan kan bijdragen, is dat positief.
b) Bij het opstellen van onze eigen visies geven wij aan op welke wijze wij de effecten van onze maatregelen monitoren. Uw staten zijn of worden reeds betrokken bij het opstellen van de visies.

[1] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-europese-landbouw-moest-groener-worden-daar-is-niets-van-terechtgekomen~b1e6ee7b/; https://www.wur.nl/nl/nieuws/WNF-Europese-landbouwsubsidies-houden-natuurverlies-in-stand.htm

[2] http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Noord-Holland/CVDR382297/CVDR382297_5.html

[3] https://www.bbc.com/news/science-environment-46459714; https://ora.ox.ac.uk/objects/uuid:b0b53649-5e93-4415-bf07-6b0b1227172f

[4] Lecture 3. Joseph Poore "Addressing Climate Through Food" #ccls2019

[5] https://www.bbc.com/news/science-environment-466 54042

[6] https://www.nhnieuws.nl/nieuws/268773/droogte-vormt-groot-gevaar-voor-noord-hollandse-voedselproductie

[7] https://www.utwente.nl/nieuws/2011/1/176997/vleesrijk-dieet-aanslag-op-zoetwatervoorraad

[8] https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/de-opmars-van-zuivelvervangers-planten-worden-de-nieuwe-melkkoe~bbf9fe01/

[9] https://www.youtube.com/watch?v=6N15UJ2lowM

[10] Margot Vandevoort - Willicroft: Kaas nieuwe stijl

[11] https://www.rtlnieuws.nl/economie/business/artikel/4831701/groeiende-markt-voor-plantaardige-eiwitbronnen

[12] https://www.ad.nl/koken-en-ete...

[13] https://www.volkskrant.nl/economie/waarom-gaat-er-wel-europese-subsidie-naar-koemelk-en-niet-naar-sojamelk~b817f510/

[14] https://www.ad.nl/koken-en-eten/de-boontjes-van-boer-jan-kunnen-zomaar-in-jouw-sojamelk-belanden~a057b101/

[15] https://api1.ibabs.eu/publicdo...

[16] https://ris2.ibabs.eu/Reports/ViewListEntry/Limburg/eaf82977-51c8-451a-8d4a-df767e005882

[17]https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zeeland/CVDR399789/CVDR399789_1.html

[18] https://www.zeeland.nl/digitaa...

[19] https://www.zeeland.nl/digitaalarchief/ib20a4529d0e

[20] https://www.utwente.nl/nieuws/2011/1/176997/vleesrijk-dieet-aanslag-op-zoetwatervoorraad

[21] https://eenvandaag.avrotros.nl/item/milieuvriendelijke-stalvloeren-als-oplossing-voor-het-stikstofprobleem-niemand-is-hiermee-gedien/

[22] https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/de-zogenaamd-schone-stal-is-net-zo-vervuilend-als-de-traditionele-stal~b3db3590/: “Dit zijn heldere conclusies”, ­reageert Nico Ogink, onderzoeker milieu en veehouderij aan de Wageningen Universiteit. “Het rapport maakt duidelijk dat emissie-arme stalsystemen maar weinig resultaat opleveren.”

[23] Zie bijvoorbeeld het betoog van Louis Bolk Instituut daarover: Udo Prins - Louis Bolk Instituut: Teelten van de Toekomst

[24] https://eenvandaag.avrotros.nl/item/milieuvriendelijke-stalvloeren-als-oplossing-voor-het-stikstofprobleem-niemand-is-hiermee-gedien/

[25] https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/161264/Kritiek-Rekenkamer-op-provincie-Drenthe-onduidelijk-of-landbouwsubsidies-iets-opleveren; https://www.noordelijkerekenkamer.nl/onderzoek/actuele-rapporten/193-zoektocht-naar-duurzaamheid-in-het-landbouwbeleid