Weide­dieren in de hitte zonder enige beschutting


Indiendatum: 10 aug. 2020

Inleiding

Uit een steekproef van dierenwelzijnsorganisatie Wakker Dier op 31 juli ’20, een tropische dag, blijkt dat bijna driekwart van de schapen in Noord-Holland in de hitte staat zonder enige vorm van schaduw.[1] [2] De organisatie trof duizenden hijgende schapen aan met hittestress. “Schapen bij dertig graden in de volle zon laten staan, dat is onverantwoord. Het betekent hittestress en een marteling voor de dieren,” aldus Wakker Dier. Opvallend was dat vooral weides met minder dan tien schapen schaduw boden. Volgens Wakker Dier zijn schapenboeren duidelijk niet voorbereid op de hete zomers.

Schapen krijgen vanaf 23 graden last van hittestress. Ze gaan dan hijgen, snel ademhalen, zoeken schaduw op, proberen in elkaars schaduw te staan en worden sloom. Zie deze video van Wakker Dier. Experts noemen vooral schaduw en voldoende water als belangrijke maatregelen om hittestress tegen te gaan. Het treffen van maatregelen is des te urgenter nu de zomers warmer worden, met hitterecords van boven de 40 graden C.[3]

Ook de sector erkent het probleem. Landbouworganisatie LTO roept hun leden op om te anticiperen op hitte als deze. Boeren, ook schapenhouders, hebben er groot belang bij om hittestress bij hun dieren te voorkomen, aldus LTO.[4]

Noord-Holland is na Friesland de provincie met de meeste schapen: 129 duizend. Dit zou betekenen dat in Noord-Holland bijna 100.000 schapen in de brandende zon staan, zonder enige vorm van beschutting.

Naast schapen staan ook koeien en andere dieren, als geiten en paarden, in kale weilanden. Ook deze dieren lijden. Thomas van Slobbe, van Stichting wAarde, startte 20 jaar geleden de actie ‘Bomen voor Koeien’. Er zijn weliswaar bomen geplant dankzij deze actie, maar nog steeds staan veel koeien in kale weilanden.[5] Ook is er bijv. een boer in België die massaal fruitbomen plant in het weiland voor meer schaduw voor zijn koeien. Het fruit verkoopt hij op zijn boerderij.[6]

De wet schrijft voor dat dieren bescherming moet worden geboden tegen slechte weersomstandigheden, als hitte, maar ook kou, storm en hagel. Zie art. 1.3 Wet dieren (dieren moeten worden gevrijwaard van fysiek en fysiologisch ongerief) en art. 1.6 Besluit houders van dieren (een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren). Het Besluit houders van dieren is een Uitvoeringsbesluit van de Wet dieren.

Vragen

  1. Ziet GS het ontbreken van beschutting tegen de zon voor dieren in weilanden ook als een probleem? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt de opvatting van GS zich tot de bepalingen in de Wet dieren? En hoe tot de uitspraken van GS dierenwelzijn serieus te nemen?
  2. Zouden dieren niet pas in een weiland mogen worden gezet, als deze de wettelijk opgelegde bescherming tegen extreme weersomstandigheden kan worden geboden?
  3. Is GS bereid om zich in te spannen en te kijken welke rol de provincie kan spelen om meer beschutting in en rond weilanden te realiseren, zoals bomen en houtwallen voor schapen, maar uiteraard ook voor koeien en andere dieren in onbeschutte weilanden?
  4. Onderdeel van de Bossenstrategie van de provincie Noord-Holland is het opstellen van een ‘aanvalsplan versterking landschappelijke identiteit via landschapselementen’, zoals aangekondigd in het Klimaatakkoord. Landschapselementen zoals houtwallen, struiken, heggen of losse bomen dragen immers bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en -mitigatie en landschappelijke kwaliteit.[7]
    a) Hoever is GS met dit aanvalsplan en wordt dierenwelzijn meegenomen in deze uitwerking? Zo nee, waarom niet en hoe rijmt dat dan met de uitspraken van GS dat bij beleid indien van toepassing altijd rekening wordt gehouden met dierenwelzijn?
    b) Zien GS ook in dat de aanpak van de ‘groene woestijn’ – wat een te groot deel van het landelijk gebied nu is – met urgentie moet worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
  5. In de ontwerp-Omgevingsverordening ’20 is een mogelijkheid opgenomen voor schuilstallen buiten het bestaand agrarisch bouwoppervlak. In art. 6.4a ‘Overige kleinschalige ontwikkelingen’, lid 2 is te lezen dat een ruimtelijk plan kan voorzien in de bouw van een schuilstal, als deze uitsluitend is bedoeld als schuilvoorziening voor dieren voor weersomstandigheden; niet groter is dan 30 vierkante meter en er niet meer dan één schuilstal per 5.000 vierkante meter wordt gebouwd.[8] In het Coalitieakkoord staat dat de bouw van schuilstallen wordt toegestaan als deze passen binnen het landschap en een beperkte omvang hebben.
    a) Kan GS schetsen wat de procedure wordt voor het plaatsen van een schuilstal, geredeneerd vanuit de aanvrager, bijv. een schapenhouder? Is een schuilstal vergunningplichtig?
    b) Welk ‘ruimtelijk plan’ dat in een schuilstal kan voorzien, wordt bedoeld in art. 6.4a? Wordt hier het Omgevingsplan van de gemeente bedoeld? Zo ja, erkent GS dat het dan nog lang kan duren voordat de eerste schuilstallen gaan worden gerealiseerd?
    c) GS is bereid bouw van schuilstallen alleen toe te staan als deze passen binnen het landschap. Architecten/ondernemers/boeren kunnen elkaar daarbij inspireren. Is GS bereid om bijvoorbeeld een design challenge te organiseren, waarbij het ontwerpen van verschillende soorten natuur- en landschapsinclusieve schuilgelegenheden centraal staat?
  6. De huidige regelgeving, de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV), staat alleen schuilstallen toe op agrarisch bouwvlak. Mag vooruitlopend op de Omgevingsverordening al gebruik gemaakt worden van de nieuwe regelgeving? Is GS bereid om dat straks mogelijk te maken?
  7. De sector zoekt zelf ook naar oplossingen.[9] In de praktijk plaatsen schapenhouders soms bijv. een platte kar in de wei, waar schapen onder kunnen en daarmee schaduw hebben. Ook geeft bijv. een constructie als een rij zonnepanelen schaduw. Is GS bereid om met LTO, Caring Farmers, een landschapsarchitect, ecoloog en gemeenten in overleg te treden, om enkele goed in het landschap passende schuilgelegenheden – vorm, kleur, materiaal e.d. - voor weidedieren te ontwikkelen?
  8. Ziet GS een mogelijkheid om voor deze gezamenlijk ontwikkelde schuilgelegenheden in de Omgevingsverordening een generieke ontheffing te verlenen?
  9. Is GS bereid om, vanuit haar regierol, vervolgens ‘de boer op te gaan’ met een dergelijke innovatieve schuilgelegenheid, zodat dieren in de Noord-Hollandse weilanden snel bescherming wordt geboden?
  10. Hoe kunnen we er als provincie voor zorgen dat er op korte termijn al betere beschuttingsmogelijkheden ontstaan? Welke rol kan de provincie daarin spelen?

[1] https://www.wakkerdier.nl/persberichten/steekproef-driekwart-schapen-in-hitte-zonder-schaduw/

[2] NHD, 6 augustus ’20, ‘Steekproef Wakker Dier; Driekwart van de schapen in Noord-Holland heeft geen schaduw, Een dier is dan echt aan het lijden’ https://rb.gy/wejuir

[3] https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/temperatuur-door-historische-grens-van-40-c

[4] https://nos.nl/artikel/2343134-driekwart-schapen-heeft-geen-schaduw-verschillende-partijen-werken-aan-hitteplan.html

[5] https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/meldpunt-vee-zonder-schaduw

[6] https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/02/20/boer-uit-voeren-plant-massaal-bomen-aan-om-zijn-weilanden-en-koe/

[7] Zie Commissie NLG van 11 juni ’20, https://portal.ibabs.eu/Agenda/View/f346d3e5-3b5c-45ea-b188-ff1dd8dc2090/1100113284/2020

[8] https://www.noord-holland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingsvisie/Omgevingsverordening

[9] https://nos.nl/artikel/2343134-driekwart-schapen-heeft-geen-schaduw-verschillende-partijen-werken-aan-hitteplan.html


Indiendatum: 10 aug. 2020
Antwoorddatum: 8 sep. 2020

https://ibabsonline.eu/Zoeken....

Inleiding

Uit een steekproef van dierenwelzijnsorganisatie Wakker Dier op 31 juli ’20, een tropische dag, blijkt dat bijna driekwart van de schapen in Noord-Holland in de hitte staat zonder enige vorm van schaduw.[1] [2] De organisatie trof duizenden hijgende schapen aan met hittestress. “Schapen bij dertig graden in de volle zon laten staan, dat is onverantwoord. Het betekent hittestress en een marteling voor de dieren,” aldus Wakker Dier. Opvallend was dat vooral weides met minder dan tien schapen schaduw boden. Volgens Wakker Dier zijn schapenboeren duidelijk niet voorbereid op de hete zomers.

Schapen krijgen vanaf 23 graden last van hittestress. Ze gaan dan hijgen, snel ademhalen, zoeken schaduw op, proberen in elkaars schaduw te staan en worden sloom. Zie deze video van Wakker Dier. Experts noemen vooral schaduw en voldoende water als belangrijke maatregelen om hittestress tegen te gaan. Het treffen van maatregelen is des te urgenter nu de zomers warmer worden, met hitterecords van boven de 40 graden C.[3]

Ook de sector erkent het probleem. Landbouworganisatie LTO roept hun leden op om te anticiperen op hitte als deze. Boeren, ook schapenhouders, hebben er groot belang bij om hittestress bij hun dieren te voorkomen, aldus LTO.[4]

Noord-Holland is na Friesland de provincie met de meeste schapen: 129 duizend. Dit zou betekenen dat in Noord-Holland bijna 100.000 schapen in de brandende zon staan, zonder enige vorm van beschutting.

Naast schapen staan ook koeien en andere dieren, als geiten en paarden, in kale weilanden. Ook deze dieren lijden. Thomas van Slobbe, van Stichting wAarde, startte 20 jaar geleden de actie ‘Bomen voor Koeien’. Er zijn weliswaar bomen geplant dankzij deze actie, maar nog steeds staan veel koeien in kale weilanden.[5] Ook is er bijv. een boer in België die massaal fruitbomen plant in het weiland voor meer schaduw voor zijn koeien. Het fruit verkoopt hij op zijn boerderij.[6]

De wet schrijft voor dat dieren bescherming moet worden geboden tegen slechte weersomstandigheden, als hitte, maar ook kou, storm en hagel. Zie art. 1.3 Wet dieren (dieren moeten worden gevrijwaard van fysiek en fysiologisch ongerief) en art. 1.6 Besluit houders van dieren (een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren). Het Besluit houders van dieren is een Uitvoeringsbesluit van de Wet dieren.

Vragen

Vraag 1:
Ziet GS het ontbreken van beschutting tegen de zon voor dieren in weilanden ook als een probleem? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt de opvatting van GS zich tot de bepalingen in de Wet dieren? En hoe tot de uitspraken van GS dierenwelzijn serieus te nemen?

Antwoord 1:
Wij begrijpen de zorg over het ontbreken van beschutting voor dieren in de wei. Eigenaren van dieren hebben zelf de verantwoordelijkheid om hun dieren te beschermen tegen extreme weersomstandigheden. De regels voor het welzijn van dieren zijn de bevoegdheid van het Rijk.
Wij hebben geen verantwoordelijkheid voor de naleving ervan.
In de Omgevingsverordening maken wij het plaatsen van beschutting voor dieren mogelijk in de vorm van schuilstallen.

Vraag 2:
Zouden dieren niet pas in een weiland mogen worden gezet, als deze de wettelijk opgelegde bescherming tegen extreme weersomstandigheden kan worden geboden?

Antwoord 2:
De regels voor het welzijn van dieren zijn de bevoegdheid van het Rijk. Wij hebben geen verantwoordelijkheid voor de naleving ervan.

Vraag 3:
Is GS bereid om zich in te spannen en te kijken welke rol de provincie kan spelen om meer beschutting in en rond weilanden te realiseren, zoals bomen en houtwallen voor schapen, maar uiteraard ook voor koeien en andere dieren in onbeschutte weilanden?

Antwoord 3:
In de Omgevingsverordening maken wij het plaatsen van beschutting voor dieren mogelijk in de vorm van schuilstallen.
Het plaatsen van andere vormen van beschutting, zoals houtwallen en bomen, maakt onderdeel uit van het Aanvalsplan van de Bossenstrategie. Zie antwoord 4.

Vraag 4:
Onderdeel van de Bossenstrategie van de provincie Noord-Holland is het opstellen van een ‘aanvalsplan versterking landschappelijke identiteit via landschapselementen’, zoals aangekondigd in het Klimaatakkoord. Landschapselementen zoals houtwallen, struiken, heggen of losse bomen dragen immers bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en -mitigatie en landschappelijke kwaliteit.[7]
a) Hoever is GS met dit aanvalsplan en wordt dierenwelzijn meegenomen in deze uitwerking? Zo nee, waarom niet en hoe rijmt dat dan met de uitspraken van GS dat bij beleid indien van toepassing altijd rekening wordt gehouden met dierenwelzijn?
b) Zien GS ook in dat de aanpak van de ‘groene woestijn’ – wat een te groot deel van het landelijk gebied nu is – met urgentie moet worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4:
a) De partners van het landelijke Deltaplan Biodiversiteit werken op dit moment het ‘Aanvalsplan Landschapselementen’ uit. Als er een eerste resultaat van dit aanvalsplan beschikbaar is, zullen wij bezien hoe we aan de realisatie ervan kunnen bijdragen.
Dierenwelzijn is één van de aspecten die wordt meegenomen in de afweging.
b) Ja, wij stimuleren de toename van biodiversiteit in het landelijk gebied. Het plaatsen van landschapselementen buiten de natuurgebieden maakt onderdeel uit van het Aanvalsplan. Daarbij zal zorgvuldig afgewogen moeten worden waar landschapselementen passen in het – veelal open - karakter van het landschap en de openheid van weidevogelgebieden. De weilanden kunnen ook een bijdrage leveren aan natuurinclusiviteit, bijvoorbeeld door het zaaien van kruidenrijk grasland of bloemrijke randen. In de nog op te stellen Voedselvisie is natuurinclusief ondernemerschap één van de doelstellingen.

Vraag 5:
In de ontwerp-Omgevingsverordening ’20 is een mogelijkheid opgenomen voor schuilstallen buiten het bestaand agrarisch bouwoppervlak. In art. 6.4a ‘Overige kleinschalige ontwikkelingen’, lid 2 is te lezen dat een ruimtelijk plan kan voorzien in de bouw van een schuilstal, als deze uitsluitend is bedoeld als schuilvoorziening voor dieren voor weersomstandigheden; niet groter is dan 30 vierkante meter en er niet meer dan één schuilstal per 5.000 vierkante meter wordt gebouwd.[8] In het Coalitieakkoord staat dat de bouw van schuilstallen wordt toegestaan als deze passen binnen het landschap en een beperkte omvang hebben.

a) Kan GS schetsen wat de procedure wordt voor het plaatsen van een schuilstal, geredeneerd vanuit de aanvrager, bijv. een schapenhouder? Is een schuilstal vergunningplichtig?
b) Welk ‘ruimtelijk plan’ dat in een schuilstal kan voorzien, wordt bedoeld in art. 6.4a? Wordt hier het Omgevingsplan van de gemeente bedoeld? Zo ja, erkent GS dat het dan nog lang kan duren voordat de eerste schuilstallen gaan worden gerealiseerd?
c) GS is bereid bouw van schuilstallen alleen toe te staan als deze passen binnen het landschap. Architecten/ondernemers/boeren kunnen elkaar daarbij inspireren. Is GS bereid om bijvoorbeeld een design challenge te organiseren, waarbij het ontwerpen van verschillende soorten natuur- en landschapsinclusieve schuilgelegenheden centraal staat?

Antwoord 5:
a. Afhankelijk van het gemeentelijk beleid, de omvang en de plek waar de schuilstal gebouwd gaat worden, kan een schuilstal vergunningplichtig zijn. De burger zal hierover in overleg moeten treden met de gemeente. De burger kan de aanvraag vergunning via het digitale omgevingsloket aanvragen.
b. Onder ‘ruimtelijk plan’ wordt onder meer verstaan een bestemmingsplan (na inwerkingtreding van de Omgevingswet een omgevingsplan) en een
omgevingsvergunning met afwijken van het bestemmingsplan. Zie voor de
begripsbepaling van ‘ruimtelijk plan’ Bijlage 1 Begrippen, aanhef en onder 82, bij de Omgevingsverordening.
Wij hebben in de Omgevingsverordening de kaders geschetst voor het toestaan van schuilstallen in het landelijk gebied. Het is de bevoegdheid van de gemeente om te bepalen of zij schuilstallen in hun ruimtelijke plannen willen toestaan.
c. Nee. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om te onderbouwen dat een schuilstal goed past in het landschap.

Vraag 6:
De huidige regelgeving, de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV), staat alleen schuilstallen toe op agrarisch bouwvlak. Mag vooruitlopend op de Omgevingsverordening al gebruik gemaakt worden van de nieuwe regelgeving? Is GS bereid om dat straks mogelijk te maken?

Antwoord 6:
Nee, er kan niet vooruitlopend op de nieuwe regelgeving hier al gebruik van gemaakt worden.

Vraag 7:
De sector zoekt zelf ook naar oplossingen.[9] In de praktijk plaatsen schapenhouders soms bijv. een platte kar in de wei, waar schapen onder kunnen en daarmee schaduw hebben. Ook geeft bijv. een constructie als een rij zonnepanelen schaduw. Is GS bereid om met LTO, Caring Farmers, een landschapsarchitect, ecoloog en gemeenten in overleg te treden, om enkele goed in het landschap passende schuilgelegenheden – vorm, kleur, materiaal e.d. - voor weidedieren te ontwikkelen?

Antwoord 7:
Nee. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om schuilstallen toe te staan binnen de kaders van de Omgevingsverordening.

Vraag 8:
Ziet GS een mogelijkheid om voor deze gezamenlijk ontwikkelde schuilgelegenheden in de Omgevingsverordening een generieke ontheffing te verlenen?

Antwoord 8:
Nee. De landschappelijke inpassing van een schuilstal is maatwerk. Een generieke ontheffing gaat voorbij aan specifieke kenmerken van een gebied of locatie. Bovendien biedt de nieuwe Omgevingsverordening ruimte voor schuilstallen in landelijk gebied. Wanneer wordt voldaan aan de regels voor schuilstallen (artikel 6.4c van de Omgevingsverordening), is een (generieke)
ontheffing niet nodig.

Vraag 9:
Is GS bereid om, vanuit haar regierol, vervolgens ‘de boer op te gaan’ met een dergelijke innovatieve schuilgelegenheid, zodat dieren in de Noord-Hollandse weilanden snel bescherming wordt geboden?

Antwoord 9:
Nee, zie antwoord 7.

Vraag 10:
Hoe kunnen we er als provincie voor zorgen dat er op korte termijn al betere beschuttingsmogelijkheden ontstaan? Welke rol kan de provincie daarin spelen?

Antwoord 10:
De provincie geeft via de Omgevingsverordening de mogelijkheid om schuilstallen te bouwen, het is aan de gemeente en de eigenaar van de dieren om hier verder invulling aan te geven.

[1] https://www.wakkerdier.nl/pers...

[2] NHD, 6 augustus ’20, ‘Steekproef Wakker Dier; Driekwart van de schapen in Noord-Holland heeft geen schaduw, Een dier is dan echt aan het lijden’ https://rb.gy/wejuir

[3] https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/temperatuur-door-historische-grens-van-40-c

[4] https://nos.nl/artikel/2343134-driekwart-schapen-heeft-geen-schaduw-verschillende-partijen-werken-aan-hitteplan.html

[5] https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/meldpunt-vee-zonder-schaduw

[6] https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2...

[7] Zie Commissie NLG van 11 juni ’20, https://portal.ibabs.eu/Agenda/View/f346d3e5-3b5c-45ea-b188-ff1dd8dc2090/1100113284/2020

[8] https://www.noord-holland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingsvisie/Omgevingsverordening

[9] https://nos.nl/artikel/2343134-driekwart-schapen-heeft-geen-schaduw-verschillende-partijen-werken-aan-hitteplan.html