Groene energie


De Partij voor de Dieren Noord-Holland wil een leefbare toekomst voor iedereen. Daarom willen wij een decentrale en duurzame energieopwekking waarbij burgers en bedrijven zelf energie opwekken. Door ook energie te besparen worden woningen, bedrijfspanden en overheidsgebouwen netto leveranciers van energie in plaats van verbruikers. Wetenschappers hebben veelvuldig gewaarschuwd voor de dramatische effecten van klimaatverandering en de aantasting van natuur bij het uitblijven van extra energiemaatregelen. De Partij voor de Dieren is van mening dat provincie Noord-Holland in haar energiebeleid de wetenschap moet volgen. Ons streven is dat we, geheel volgens het internationaal klimaatakkoord in Parijs, uiterlijk in 2050 stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen in Nederland. Dit kan bereikt worden door regelgeving aan te passen en innovatie te stimuleren. Met de omschakeling naar duurzame energiebronnen beperkt de provincie tevens de uitstoot van CO2. Van de duurzame bronnen moeten windenergie en zonne-energie de belangrijkste bijdrage leveren.

Stoppen met vieze energiebronnen
De Partij voor de Dieren Noord-Holland is tegen schaliegaswinning, nieuwe kolen- en gascentrales, mestvergisting en andere milieuonvriendelijke energiebronnen: dit zijn allemaal niet-duurzame bronnen waarbij geen rekening wordt gehouden met de toekomstige bewoners van deze aarde.

Met het oog op de toekomst, pleit de Partij voor de Dieren voor een actieve ontmoediging van milieuvervuilende bedrijven. Provincie Noord-Holland dient derhalve op geen enkele wijze medewerking te verlenen aan mestvergistingsprojecten, de bouw van nieuwe kerncentrales en kolencentrales, schaliegaswinning of projecten voor het verkrijgen van energie uit afvalstoffen van de vee-industrie.

Mestvergisters en biomassa
Mestvergisters produceren geen groene stroom. Het kleine beetje energie dat de mestvergisters opleveren, komt niet uit de lucht vallen. Om onze bio-industrie draaiende te houden, worden er grote hoeveelheden soja en mais ingevoerd uit landen als Brazilië en Argentinië. Dit hele proces kost jaarlijks net zo veel energie als vijf miljoen huishoudens gebruiken. De schamele opbrengsten van de mestvergisters staan daarmee in schril contrast. We verspillen veel te veel energie aan de bio-industrie en we wekken er maar heel weinig energie mee op. Voor omwonenden brengen de mestvergisters bovendien heel veel overlast met zich mee. Mensen worden letterlijk ziek van mestvergisters. De Partij voor de Dieren heeft zich daarom al in 2010 in een motie en amendement uitgesproken tegen mestvergisting.

In 2012 hebben de Provinciale Staten de motie van Partij voor de Dieren Noord-Holland aangenomen, waarin wordt erkend dat het transporteren van biomassa over grote afstanden voor energieopwekking niet groen is en niet duurzaam. De provincie dient dit derhalve niet te faciliteren.

Gas
Tevens verzet de Partij voor de Dieren zich tegen het gebruik van lege gasvelden voor de opslag van (geïmporteerd) aardgas. De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde in 2015 dat tot 2013 onvoldoende rekening werd gehouden met de veiligheid bij de gaswinning in Groningen. De aanbevelingen en conclusies van dit rapport lijken ook op te gaan voor de gasopslag bij Bergermeer, regio Alkmaar. De Partij voor de Dieren Noord-Holland is van mening dat niet dezelfde fouten gemaakt moet worden als in Groningen en dat daarom de gasopslag bij Alkmaar, de grootste van Europa, van de baan moet. Wij vinden dat het voorzorgsprincipe moet worden toegepast. De veiligheid van omwonenden moet voorop staan en er moet dus geen gaswinning of opslag plaatsvinden als de risico’s onvoldoende duidelijk zijn. De Partij voor de Dieren heeft in 2015 gepleit voor een nieuw advies over de veiligheid rond de gasopslag.

Partij voor de Dieren drong aan om in beroep te gaan tegen het Rijksinpassingsplan voor gasopslag in Bergermeer in 2011. De provincie Noord-Holland slikte helaas haar bezwaren in na de aankondiging van economische compensatiemaatregelen. De Partij voor de Dieren betoogde toen dat het opslaan van gas op de Bergermeerlocatie risico’s op ernstige natuur-en milieuschade met zich meebrengt, die niet voldoende worden ondervangen door de exploitant (TAQA Energy bv, van de Verenigde Arabische Emiraten). Vanwege de kosten op korte termijn heeft de provincie niet gekozen voor het meest milieuvriendelijke alternatief. De gasopslag is slecht voor het stimuleren van duurzame energie. Er wordt immers weer gekozen voor fossiele brandstof. Nederland wordt daarmee ook nog afhankelijker van het buitenland.

De Partij voor de Dieren heeft zich via (ondersteuning van) moties ook altijd verzet tegen schaliegas. De winning daarvan brengt ernstige milieu- en natuurschade met zich mee en past niet in een duurzaam energiebeleid.

Toekomstbestendig beleid
Een duurzame provincie houdt in haar beleid van nu ook rekening met haar toekomstige bewoners. Een duurzaam Noord-Holland moet zichzelf daarom ambitieuze doelen op het gebied van energiebeleid stellen. Elke dag weer bieden zon, wind en water voldoende energie voor een duurzame toekomst. We moeten er alleen gebruik van maken. Reeds in 2014 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland in een motie het college opgeroepen om met een coherente strategie te komen voor een volledig duurzame samenleving in 2050.

Initiatiefvoorstel Klimaatinitiatief Noord-Holland
Het internationaal klimaatakkoord van Parijs stelt als doel om een snelle afbouw van fossiele brandstoffen te realiseren en een overgang naar 100 procent duurzame energie voor 2050. Dat betekent ook doortastend beleid op regionaal niveau, zoals in Noord-Holland. Eenzelfde ambitie komt naar voren in de initiatief-Klimaatwet die nu op de Haagse tafel ligt. Partij voor de Dieren Noord-Holland heeft, samen met GroenLinks en Partij van de Arbeid, dit jaar (2016) een klimaatinitiatief ingediend waarmee we de landelijke Klimaatwet naar de provincie Noord-Holland vertalen. Want strijden tegen klimaatverandering doe je niet alleen op landelijk niveau. Ook lokaal en regionaal moet er een hoop gebeuren om de doelstellingen te halen. Noord-Holland kan een voorbeeldfunctie vervullen voor andere provincies.

Zo willen wij dat Noord-Holland zich minimaal aan dezelfde doelen (95 procent minder CO2- uitstoot en 100 procent duurzame opgewekte energie) houdt als opgesteld in de landelijke Klimaatwet en vragen wij om ook in Noord-Holland vijfjaarlijkse klimaatplannen te maken voor het terugdringen van broeikasgassen, energiebesparing en de toename van het aandeel duurzame energie. Dit zorgt voor stabiliteit in het tot zover gemaakte beleid. Denk bijvoorbeeld aan subsidies op zonnepanelen, waarvan de voorwaarden in het verleden vaak zijn veranderd wat zorgde voor verwarring en een afwachtende houding onder Nederlanders. Landelijk is het aandeel hernieuwbare energie van het totale energieverbruik nog slechts 5,6 procent.

De Klimaatwet biedt, zoals hierboven al geschetst, een duidelijk kader waarbinnen gehandeld kan worden. De wet biedt stabiliteit door lange termijndoelen en het vijfjarenplan, maar ook flexibiliteit, doordat het iedere vijf jaar opnieuw wordt vastgesteld en nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen worden ingebouwd. Bovendien maakt de wet klimaatdoelstellingen duidelijk zichtbaar en controleerbaar, door de jaarlijkse klimaatbegroting. Met een vertaling van de Klimaatwet naar regionaal niveau nemen we dezelfde systematiek over. Daarmee wordt het klimaatbeleid verankerd in ieder onderdeel van provinciaal beleid. Het dwingt tot secuur kijken, en echt nadenken wat duurzamer kan. Met ambitieuze maar concrete doelen, met een duidelijk plan, met jaarlijkse planning en controle.

De provincie moet niet alleen een voorbeeldfunctie zijn voor andere provincies, maar ook voor de bedrijven en de inwoners van Noord-Holland. Omdat we volledig verantwoordelijk zijn voor de provinciale organisatie, kunnen we ook daar strengere doelstellingen hanteren. Daarom willen wij een 100 procent uitstootvrije en 100 procent duurzame provinciale organisatie in 2030.

In september, wanner het gezamenlijke klimaatvoorstel van PvdA, GroenLinks en Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten wordt besproken, krijgt de coalitie van VVD, D66, PvdA en CDA opnieuw een kans om het voorstel te ondersteunen en eindelijk een concrete klimaatstap te nemen.

Energiebesparing en groene steden
Energiebesparing komt nog onvoldoende van de grond, terwijl het de goedkoopste manier is om klimaatverandering te beperken. Waar steden juist de grootgebruikers van energie zijn, liggen hier grote kansen. We pleiten bijvoorbeeld voor investeren in groene steden, want die verbruiken minder energie. Volgens de Wageningse hoogleraar Pier Vellinga liggen in steden kansen voor bijvoorbeeld energiebesparing bij bedrijven, voor het aanleggen van warmtenetten voor gebruik van restwarmte voor verwarming van woningen, kansen voor het opwekken van hernieuwbare energie in de provincie zoals met zonneakkers gecombineerd met dubbel ruimtegebruik, kansen voor innovatie in hernieuwbare energie en daarmee gepaard gaande werkgelegenheid, etc. Partij voor de Dieren Noord-Holland ziet de provincie graag ruim baan maken voor zulke initiatieven.

Duurzame energiebronnen
Naast energiebesparing moeten we ook inzetten op windenergie en zonne-energie. Op daken en weides moeten we zonnepanelen leggen en op land en zee windmolens plaatsen. Uiteraard moeten we bij het plaatsen van windmolens rekening houden met de omgeving en omwonenden, zowel mens als dier. Daartoe heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland het college reeds in 2011 succesvol aangespoord. Bij het gebruik van waterkrachtcentrales als energiebron, dient vispasseerbaarheid een harde voorwaarde te zijn. De Partij voor de Dieren Noord-Holland merkt dat ondernemers- en burgerinitiatieven staan te springen om duurzame energieprojecten, maar de politiek loopt achter.

Een voorbeeld van alternatieve energiewinning waar de Partij voor de Dieren in Noord-Holland zich voor heeft ingezet, zijn zonneakkers. In de vergadering van Provinciale Staten van 23 juni 2014 heeft de partij via een motie Gedeputeerde Staten gevraagd een voorstel uit te werken hoe zonneakkers ingepast kunnen worden in de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Deze motie is met algemene stemmen aangenomen.

Partij voor de Dieren wil creatieve, structurele, mens- en diervriendelijke inzet van de ruimte om ons heen om zonne-energie op te wekken. Zo heeft Partij voor de Dieren Noord-Holland in 2012 een motie ingediend om de graslanden naast Schiphols start- en landingsbanen en de daken van vrachtgebouwen te benutten voor zonne-energie, zoals eerder gebeurde op bijvoorbeeld de luchthaven van Denver en Weeze. Ook de landbouwakkers bij de banen kunnen benut worden voor de aanleg van zonnepanelen. Door het terrein van Schiphol in te zetten om zonne-energie op te vangen kan een kwart van het jaarlijkse energiegebruik van de luchthaven zelf duurzaam geproduceerd worden. Omdat zonnepanelen niet aantrekkelijk zijn voor vogels, reduceert dit plan ook nog eens de kans op aanvaringen en draagt dus bij aan de vliegveiligheid. Ganzen bijvoorbeeld blijven op dit moment aangetrokken tot Schiphol, omdat er zoveel voedsel beschikbaar is op de landbouwgronden rondom de start- en landingsbanen. Door er zonne-akkers van te maken, wordt derhalve een effectief alternatief geboden voor het nutteloze afschieten en vergassen van ganzen in dat gebied.

Dankzij de Partij voor de Dieren Noord-Holland gaat de provincie Noord-Holland onderzoek doen naar de kansen voor zonne-opstellingen in bufferzones en kijken onder welke voorwaarden die zonne-opstellingen mogelijk gemaakt kunnen worden. In een succesvolle motie van 27 juni 2016 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland namelijk een voorstel ingediend voor zo’n onderzoek. Het gaat om bufferzones zoals bij de Haarlemmermeerpolder en Luchthaven Schiphol, maar niet om het Natuur Netwerk Nederland, de UNESCO Stelling van Amsterdam/Nieuwe Hollandse Waterlinie en de weidevogelleefgebieden. Het voorstel is om eerst onderzoek te doen naar de kansen bij de Haarlemmermeerpolder en naar aanleiding daarvan onderzoek te doen naar de andere bufferzones. Indien blijkt dat er kansen zijn, zullen de voorwaarden voor het neerzetten van zonne-opstellingen in bufferzones in de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) worden verankerd en ter besluitvorming worden voorgelegd.

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen Moties Nieuws
Bijdragen Moties Nieuws