Uitvoe­rings­pro­gramma Biomassa


6 juli 2010

Voorzitter,
Om onafhankelijk te zijn van kolen, olie en gas met het daarbij horende broeikaseffect, is de Partij voor de Dieren vóór energietransitie. Maar wij zien meer in water, zon en wind dan in biomassa. Maar ook met biomassa kan er op een zinnige en verantwoorde manier energie worden opgewekt. MILENA, waarin word voorgesteld te investeren, is daar een goed voorbeeld van.

Maar met het stimuleren van mestvergisting maken wij een vergissing. Dat is niet duurzaam. Ik breng u in herinnering dat 18% van de broeikasgasuitstoot komt uit veeteelt. De uitstoot van de hele aanvoerketen van biomassa hoort erbij. Dat is net zo smerig als kolencentrales!
Mestvergisting voldoet dus niet aan de Cramer-criteria. De stichting Natuur en milieu heeft dan ook gepleit om mestvergisting niet onder de SDE subsidie voor duurzame energie te laten vallen.

Maar zolang er koeien zijn die mest produceren, kunnen we het toch gewoon gebruiken? Zo onschuldig als dit lijkt, is het niet.
1. Met mestvergisting bestendigen we de bio-industrie. De bio-industrie importeert voedingsstoffen uit ontwikkelingslanden, veroorzaakt grote natuurschade, is slecht voor dieren en een gevaar voor de volksgezondheid. Ik citeer uit een rapport van de Wetenschapswinkel van de Universiteit van Wageningen:
Het staat echter buiten kijf dat de intensieve veeteelt met zo’n 11,5 miljoen varkens en 4 miljoen runderen een structureel onderdeel uitmaakt van de vraag naar goedkope soja en dat dit de ontbossing in het Amazonewoud in de hand werkt.
Mestvergisting, als maatregel om de intensieve veehouderij te bestendigen, heeft dus een indirecte uitwerking op ontbossing en de sociale misstanden die ermee gepaard gaan. – einde citaat.

Wij vonden bij de structuurvisie de Socialistische Partij, de Partij van de Arbeid, GroenLinks, de ChristenUnie/SGP, de Ouderenpartij en de fractie Braam aan onze zijde om uitbreiding van intensieve veehouderij in Noord-Holland ruimtelijk onmogelijk te maken. Waarom dan nu een indirecte subsidie voor deze bedrijfstak?

2. Mestvergisting draait niet op mest, maar op het toevoegen van onder meer voedselgewassen. Die stoffen leveren de energie, niet de mest. Het gaat voornamelijk om snijmaïs en tarwe en die worden er vaak speciaal voor geteeld. Dat is verspilling van grondstof en strijdig met de uitgangspunten van duurzame energie zoals ze in deze voordracht staan beschreven. Er zou toch niet speciaal voor biomassa worden geteeld?

3. Denkt u dat de boer in het weiland de mest gaat opscheppen? Natuurlijk niet, die houdt zijn koeien binnen om de mest op te vangen. Dankzij mestvergisting, dankzij de provincie Noord-Holland, geen weidegang meer voor Bertha 741! Geld voor mestvergisting is in de praktijk een ophoksubsidie. Vind de gedeputeerde weidegang dan niet belangrijk en hoe weegt hij dat dan?

Wij dienen een amendement in om mestvergisting niet te stimuleren. Het geld dat daarmee wordt uitgespaard blijft beschikbaar voor het stimuleren van duurzame energie. De gedeputeerde kan dat bijvoorbeeld inzetten voor zijn windplan, of om de succesvolle onderdelen uit dit biomassaplan extra te steunen. Elk alternatief is een betere keuze dan mestvergisting!

Het amendement luidt: Provinciale Staten besluiten:
- mestvergisting niet te stimuleren;
- de passage over duurzame mest in paragraaf 5.1 ‘Daarnaast wil Noord-Holland bijdragen….in te dienen projectaanvraag.’ te schrappen;
- actielijn 1B ‘duurzame mest’ te schrappen uit bijlage 2;
- toe te voegen aan paragraaf 5.1 1e alinea na ‘…actief gaan ondersteunen.’: “Noord-Holland ziet mestvergisting niet als een duurzame energievoorziening en stimuleert geen projecten die mest als grondstof gebruiken voor energievoorziening.”
en gaan over tot de orde van de dag.

Mocht u onverhoopt toch door willen met mestvergisting, stelt u dan op zijn minst beperkingen om de grootste ellende te voorkomen. Wij dienen hiertoe een motie in. In de voordracht staat dat er niet speciaal voor biomassa geteeld moet worden. Dan moet dat ook gelden voor de additieven die noodzakelijk zijn in de mestvergister. Wij stellen enkele bescheiden voorwaarden aan mestvergisting:
*dat er niet geteeld wordt voor biomassa,
*dat er geen mest uit de intensieve veehouderij wordt gebruikt, dus niet van varkens, kippen of opgehokte kalveren en
*dat de mest uit de regio komt. Geen vrachtwagens vol mest uit Brabant dus.

Het dictum luidt:

dragen het College van Gedeputeerde Staten op:
- geen mestverwerking te stimuleren waar speciale teelt, inclusief additieven, voor nodig is;
- geen mestverwerking te stimuleren waarvoor biomassa moet worden aangevoerd van buiten Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht;
- geen mestverwerking te stimuleren waarvoor mest uit de intensieve veehouderij als grondstof wordt gebruikt;

en gaan over tot de orde van de dag.

Waarde Statenleden, het gaat om mest, stink er niet in!

Dank u wel.

Interessant voor jou

Jaarverslag 2009

Lees verder

Beleidsnota regionale luchthavens en luchtvaartverordening

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer