Visserij en vis


Duurzame of diervriendelijke visserij bestaat niet. De visserij is de afgelopen decennia veranderd in een massale industrie met verwoestende effecten op ecosystemen. De vangsttechnieken zorgen voor een pijnlijke doodsstrijd voor de vissen. Bovendien is er sprake van ernstige overbevissing. Viskwekerijen - ten onrechte vaak gezien als een alternatief voor wildvangst - vormen een nieuwe bio-industrie, met alle gevolgen van dien voor dieren en volksgezondheid. Partij voor de Dieren zet zich daarom in de provincie Noord-Holland in voor afbouw van viskwekerijen, visrechten en subsidies voor visserij in het algemeen.

In het voorjaar van 2018 diende de fractie de Discussienota het Welzijn van Vissen in een poging om vissenwelzijn beter geborgd te krijgen in provinciaal beleid. Nadat verschillende voorstellen op een positieve ontvangst konden rekenen, dient de fractie in de loop van het jaar een initiatiefvoorstel in met concrete beleidsmaatregelen.

Visserijsubsidie
Partij voor de Dieren Noord-Holland spoort, onder andere via statenvragen, de provincie Noord-Holland aan zich in te zetten op herstel van vispopulaties en natuur, in plaats van doorgaan met het subsidiëren en faciliteren van visserij. De Partij voor de Dieren stelde voor om het overheidsgeld voortaan alleen aan te wenden voor het uitkopen van vissers (warme sanering). Zo bleek uit het ‘Masterplan Toekomst IJsselmeer’ van 2014 dat de visstand in het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer op een dramatisch dieptepunt was beland. Er is sprake van een aanzienlijke teruggang van het aantal vissen per soort en/of een ongezonde leeftijdsopbouw. Er wordt te veel gevist en de vissers kunnen nauwelijks nog het hoofd boven water houden. Het dringende advies in dit rapport is dan ook om als eerste maatregel per direct een moratorium op de schubvisvangst van drie jaar in te stellen zodat visstanden zich enigszins kunnen herstellen.

De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties schat dat 70% van de visbestanden in de wereld nu is overbevist. Een omslag in de visserijsector is derhalve noodzakelijk. De Partij voor de Dieren heeft daarom ook via moties in bijvoorbeeld 2009 de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland gevraagd om geen subsidie beschikbaar te stellen voor visvangst die onvoldoende rekening houdt met o.a. dierenwelzijn en natuur.

Tevens stelde de partij kritische vragen over het geld dat de provincie Noord-Holland in 2014 beschikbaar heeft gesteld voor het project ‘Achteroever Wieringermeer’, waarbij onderzoek zou worden gedaan naar de commerciële teelt van de Chinese Wolhandkrab in tulpenkassen. Partij voor de Dieren wees op een eerder, vergelijkbaar project dat een mislukking bleek te zijn en waarvan bleek dat het veel dierenleed met zich mee had gebracht.

Visrechten
De provincie Noord-Holland heeft veel visrechten en verhuurt deze aan beroepsvissers en hengelsportverenigingen. Het staat de provincie vrij om de visrechten al dan niet te verhuren of voorwaarden te stellen aan de verhuur. De provincie verhuurt visrechten nu conform het Rijksbeleid voor Staatswateren. Hierin spelen nut en noodzaak van verhuur, natuur, milieu of dierenwelzijn geen rol.

In een initiatiefvoorstel uit 2011 heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland de Provinciale Staten aangespoord om een kaderstellende discussie te voeren over nut en noodzaak van verhuur van visrechten. Des te meer omdat verhuur de provincie in financiële zin eigenlijk niets oplevert. De partij drong erop aan dat de provincie Nood-Holland een onderzoek zou starten naar de effecten van hengelen op de visstand, in samenwerking met de waterschappen. Volgens de partij is de noodzaak van beheer van de visstand door visvangst niet aangetoond.

Tevens pleitte de partij ervoor dat de provincie als eigenaar van de visrechten de huurders extra eisen ging opleggen. De provincie kan de huurders bijvoorbeeld verplichten mee te werken aan de visstandbeheercommissie (VBC) en mee te werken aan visplannen. De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt eisen aan de visstand, die niet overeen hoeven te komen met de belangen van huurders. Vaak zijn de belangen van hengelaars tegengesteld aan de eisen van de KRW.

Ook pleitte de Partij voor de Dieren in haar initiatiefvoorstel voor eisen ter verbetering van het welzijn van vissen. Zulke eisen spelen momenteel geen rol in de verhuur van visrechten. Het belang van de hengelaars is het uitoefenen van hun hobby, terwijl de vissen stress, pijn en soms de dood wordt toegebracht door de hengelaars. Het vangen van vissen veroorzaakt een verstoring op van de natuurlijke processen in de wateren en de vissen hebben er belang bij dat er niet wordt gevist. Er spelen conflicterende belangen en de Partij voor de Dieren Noord-Holland pleitte in haar initiatievoorstel voor een zorgvuldigere afweging.

Bovendien heeft de Partij voor de Dieren zich telkens verzet tegen ontheffingen voor visserij in natuurgebieden, zoals in de Koopmanspolder.

Paling
De provincie Noord-Holland verhuurt actief het recht om paling te vangen in provinciale wateren. Dit terwijl de paling met uitsterven bedreigd is, voor een groot deel door het werk van commerciële palingvisserij. Tegelijkertijd investeert de overheid miljoenen om deze soort te redden. In een motie van 2012 stelde de Partij voor de Dieren Noord-Holland dat het toestaan van het vangen en doden van een bedreigde diersoort terwijl miljoenen worden geïnvesteerd om de soort te redden geen consistent beleid is. Daarom vroeg de partij in dezelfde motie het College van Gedeputeerde Staten om de lopende aalvisverhuurcontracten op te zeggen en geen nieuwe aalvisverhuurcontracten aan te gaan.

Ook in de commissies van provincie Noord-Holland, houdt de Partij voor de Dieren iedereen scherpt. Zo heeft Statenlid Linda Vermaas in de commissie Ruimte, Wonen en Water vragen gesteld over hengelaars die illegaal op paling vissen. Nu blijkt dat ook hengelaars aan het uitsterven van de paling bijdragen, omdat ze meer dan 400.000 palingen per jaar opvissen, en deels meenemen om op te eten. Vermaas heeft Gedeputeerde Loggen (zelf een fervent hengelaar) daarom gevraagd of hij wil onderzoeken hoeveel paling er in Noord-Holland sterft door toedoen van hengelaars, en of hij bereid is om de sportvisserij en de beroepsvisserij op aal te beperken. Helaas vindt de Gedeputeerde Loggen nog steeds dat hengelhobby belangrijker is dan het beschermen van uitstervende diersoorten en weigert hij een onderzoek in te stellen.

Overbevissing in de Waddenzee
In 2015 toonden wetenschappelijke bevindingen aan dat het ecosysteem in de Waddenzee door overbevissing grondig is verstoord. Het vissen op garnalen in het bijzonder heeft een zeer negatieve impact op de ecologie in de Wadden door aantasting van de bodem en de grote hoeveelheid bijvangst. Door de netten van garnalenvissers zijn de middelgrote en de grote vissoorten vrijwel geheel verdwenen uit de Waddenzee. Onderzoekers zouden het liefst zien dat de Waddenzee een volledig beschermd zeereservaat wordt, zonder professionele visserij.

Naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten heeft de Partij voor de Dieren Noord-Holland de Gedeputeerde Staten gevraagd om zich, als één van de partijen van het garnalenconvenant, te heroriënteren op de ambities en afspraken van dat bestaande garnalenconvenant. Bovendien pleitte de partij ervoor om, met het oog op de visstand, het advies van onderzoekers zoals Han Olff over te nemen en in te zetten op het opkopen van visvergunningen van de vissers, in plaats van in te zetten op innovatie binnen de visserij. Daarnaast betoogde de partij dat een uitkoopregeling van de garnalenvissers op het Wad en de Noordzee, met behulp van geld uit het Waddenfonds, de beste oplossing zou zijn voor het behoud van de bijzondere natuur in de Waddenzee.

Aquacultuur en welzijn van vissen
In aquacultuur worden veel vissen geconcentreerd gehouden, waarbij er sprake is van dierenleed, risico’s op dierziekten en druk op natuur en milieu. Daarom stelde Partij voor de Dieren Noord-Holland in een motie voor om aquacultuur te beschouwen als intensieve veehouderij. In moties uit 2009 en 2010 pleitte de partij voor het weigeren van directe of indirecte ondersteuning aan viskwekerijen en producenten die vis niet verdoven of vis niet onmiddellijk doden vóór de verwerking. Bovendien pleitte de partij ervoor om de criteria voor leefbaarheid uit de maatlat duurzame aquacultuur als subsidievoorwaarde te erkennen. De maatlat duurzame aquacultuur formuleert criteria die voorwaardelijk zijn voor natuurlijk gedrag van vissen. Vissen in gevangenschap moeten immers zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen.

Uitzetten van vissen
In 2013 heeft Partij voor de Dieren Noord-Holland zich verzet tegen het uitzetten van 3000 forellen in het Geestmerambacht, een recreatiegebied dat een belangrijke schakel is voor de natuur. De uitgezette vissen waren ten dode opgeschreven. Ze werden geplaatst in een niet natuurlijke omgeving, zodat ze geen voortplantingsgedrag konden vertonen. Daarnaast zouden de forellen de voedselconcurrentie aangaan met de aanwezige dieren die in en om het water leven, juist op het moment dat de natuur aangaf dat er minder vissen kunnen overleven (de visstand was in Geestmerambacht afgenomen). Het enige doel van de uitzetting van de forellen was het faciliteren van hengelaars die de dieren willen vangen en doden. Dat vindt de Partij voor de Dieren onverantwoord.


Viskwekerijen
De Partij voor de Dieren vindt dat intensieve viskwekerijen moeten worden behandeld als intensieve veehouderijen. Deze viskwekerijen zijn aantoonbaar schadelijk voor milieu, gezondheid en dierenwelzijn en verbruiken veel energie. Kweekvissen worden bovendien vaak gevoerd met voer waarin wilde vis is verwerkt. Dat ondermijnt de visstand en draagt bij aan de ineenstorting van mariene ecosystemen. Bijna een vijfde van alle wild gevangen vis ter wereld wordt verwerkt tot vismeel en visolie. Het overgrote deel hiervan wordt gebruikt voor visvoer in viskwekerijen. Als alternatief ingrediënt voor visvoer wordt bijvoorbeeld soja gebruikt, maar dat draagt weer vaak bij aan ontbossing. De Partij voor de Dieren wil voorkomen dat zulke schadelijke viskwekerijen zich in de toekomst in Noord-Holland vestigen.