Vragen over het verlenen van een veel te ruime stik­stof­ver­gunning aan piek­be­laster Olam Cocoa in Zaanstad


Indiendatum: 27 jan. 2021

Inleiding

De Provincie Noord-Holland heeft op 17 november 2020 een ontwerpvergunning ingevolge de Wet natuurbescherming (Wnb) verleend aan cacaoverwerker Olam Cocoa BV in Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad[1]. Het bedrijf beschikt nog niet over een natuurvergunning.

Olam is een multinational die het ook internationaal niet nauw neemt met natuur. Het bedrijf ligt o.a. onder vuur vanwege grootschalige kap van regenwouden in Afrika voor palmolieplantages.[2]

Het dichtst bij het bedrijf liggende Natura 2000-gebied ‘Polder Westzaan’ ligt op circa 770 meter ten westen van de inrichting. Ook de Natura 2000-gebieden Wormer- en Jisperveld, Kalverpolder, Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske liggen op korte afstand. In al deze gebieden is er sprake van een overbelasting door stikstof.[3]

De cacaofabriek is een zware piekbelaster: in 2017 stootte het bedrijf 57.000 kg ammoniak (NH3) uit, en stond daarmee op de vijfde plaats in Nederland bij de bedrijven die het meeste ammoniak uitstoten.[4] Desalniettemin heeft de provincie nu een vergunning verleend voor 80.764 kg per jaar aan ammoniakemissie. De ammoniakuitstoot vormt een ernstige bedreiging voor natuurgebieden.

De aanvraag voor Wnb-vergunning omvat tevens een biomassacentrale op het terrein voor het verbranden van cacaodoppen ten behoeve van stoomopwekking van het productieproces. Deze centrale leidt tot extra stikstofuitstoot.

Ondanks dat het bedrijf nog geen natuurvergunning heeft, wil de provincie de situatie legaliseren door de Wet natuurbeschermingsvergunning te verlenen.

De provincie stelt dat op grond van vaste jurisprudentie wordt uitgegaan van de vergunde situatie op referentiedatum. De vergunde situatie op referentiedatum is volgens de provincie de Hinderwetvergunning uit 1994 op basis waarvan het bedrijf 502.000 kg ammoniak per jaar mocht uitstoten. De nu vergunde 80.764 kg ammoniak per jaar is lager en de provincie is van mening dat daarmee de stikstofdepositie zal afnemen. Waardoor negatieve effecten op de omliggende Natura 2000-gebieden volgens de provincie zijn uit te sluiten en de vergunning kan worden verleend. Dit met gebruikmaking van de Beleidsregel in- en extern salderen.[5] Ofwel, de provincie kan op papier zeggen dat de depositie beter wordt. Feitelijk is het geen verbetering, maar het legaliseren van een vervuiler.

Natuurorganisatie MOBilisation for the Environment heeft meerdere handhavingsverzoeken tegen het bedrijf Olam Cocoa ingediend, en nu ook een zienswijze tegen de ontwerp-natuurvergunning van de provincie.

Vragen

Referentieniveau te hoog

  1. Hoe kan het zijn dat deze fabriek, die een ammoniak piekbelaster is, kan opereren zonder Wnb-vergunning?
  2. Op welke vaste jurisprudentie baseert GS zich, als zij stelt dat hetgeen vergund is in 1994 nog steeds als vergunde situatie nu wordt gezien?
  3. Klopt het dat in de Hinderwetvergunning 1994, en ook in latere milieuvergunningen, geen emissie-eisen voor ammoniak voor deze installatie zijn opgenomen? Zo nee, hoe zit het dan en waar precies in de Hinderwetvergunning zijn emissienormen opgenomen voor ammoniak?
  4. De emissie van ammoniak is later wettelijk begrensd door rechtstreeks werkende emissie-eisen in het Activiteitenbesluit (30 mg/Nm3) en door de Richtlijn Industriële Emissies (RIE), die voorschrijft dat de Beste Beschikbare Technieken (BBT) moeten worden toegepast. Op welke jurisprudentie baseert GS dat bij het bepalen van de referentiesituatie, de emissievracht die behoort bij toepassing van de BBT - die dus strenger is dan het Activiteitenbesluit - niet leidend is ten opzichte van de Hinderwetvergunning?
  5. Naast een Wnb-vergunning moet het bedrijf ook beschikken over een Omgevingsvergunning.

    a) Klopt het dat parallel aan de procedure van de Wnb-vergunning een procedure voor een Omgevingsvergunning loopt?
    b) Is dit een revisievergunning (de gehele inrichting omvattend)?
    c) Welke emissievracht (kg/jaar) voor ammoniak zal in deze milieuvergunning opgenomen zijn?
    d) Is deze gebaseerd op toepassing van de BBT? Zo nee, waarom niet?
    e) Is de in de Omgevingsvergunning toegestane emissievracht van ammoniak (kg/jaar) anders dan in de natuurvergunning? Zo ja, hoe kan dat?

  6. Van 31 maart 2017 dateert een Besluit maatwerkvoorschriften waarin de provincie constateert dat het bedrijfsonderdeel BMO (Branden en Malen Oost), waar de meeste stikstof vrijkomt, niet voldoet aan de rechtstreeks werkende wettelijke eis voor ammoniak van 30 mg/Nm3 uit het Activiteitenbesluit. De provincie stond het bedrijf toe dat het tot 1 januari 2019 niet hoefde te voldoen aan deze wettelijke eis.

    a) Waarom heeft GS destijds deze toestemming verleend om niet aan de wettelijke eis van 30 mg/Nm3 te voldoen?
    b) Zou de provincie – met het oog op de maatschappelijke discussie, de natuurcrisis en de Omgevingswet – nu dezelfde afweging maken?
    c) Heeft het bedrijf in de tussentijd (maart 2017 – januari 2019) maatregelen getroffen om aan de wettelijke eis te voldoen?
    d) Voldoet het bedrijf inmiddels (2021) aan deze wettelijke eis?

  7. Het bedrijf valt onder de Richtlijn Industriële Emissies (RIE) en moet daarom sinds 2007 aan de wettelijke verplichting tot toepassing van Beste Beschikbare Technieken (BBT) voldoen. Toepassing van de BBT leidt volgens MOBilisation for the environment tot een factor 10 lagere uitstoot van ammoniak dan waar het in techniek ver achterhaalde Activiteitenbesluit nog van uitgaat. Bij mestvergistings- en afvalverbrandingsinstallaties bedraagt de maximaal toegestane ammoniakemissie niet meer dan 3-5 mg/Nm3.

    a) Is het bedrijf toepassing van de BBT opgelegd? Zo ja, sinds wanneer? Zo nee, waarom niet?
    b) Voldoet het bedrijf aan de emissie-eis volgens BBT? Zo nee, waarom niet?
    c) Wat zou de emissie van het bedrijf zijn als deze wél voldoet aan de eis van toepassing van de BBT?
    d) Zou een redelijke inschatting zijn dat dit nog onder 5.700 kg/jaar ammoniakuitstoot zou zijn: een factor 10 lager dan de door het bedrijf gerapporteerde uitstoot ammoniak in 2017 (57.000 kg), plus de vermindering die optreedt bij het voldoen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit?

    Milieujaarverslag

  8. Klopt het dat het bedrijf in de aanvraag om natuurvergunning voor het jaar 2017 uitgaat van 58,5 kg/uur ammoniakemissie oftewel 502.000 kg/jaar van de gehele inrichting?
  9. Klopt het dat Olam, volgens de opgave in het Milieujaarverslag naar de provincie/RIVM, voor 2017 een ammoniakuitstoot van 57.000 kg heeft doorgegeven? Evenals voor 2018?
  10. Heeft de provincie deze Milieujaarverslagen over 2017 en 2018 bekeken en goedgekeurd?
  11. Welk getal klopt nu: 57.000 kg of 502.000 kg/jaar? En hoe is het verschil te verklaren?
  12. Als 57.000 kg het juiste getal is, is de opgave van Olam van 502.000 kg in de aanvraag dan frauduleus of onjuist te noemen? Zo ja, waarom is de provincie in deze onjuiste en veel te hoge vervuiling die het bedrijf claimt, mee gegaan? Zo nee, waarom niet?

    Uitbreiding?

  13. GS heeft de ontwerp-natuurvergunning verleend voor een uitstoot van ammoniak van 80.764 kg/jaar. Dat is meer dan de feitelijke emissie in 2017 (57.000 kg).

    a) Hoe is het verschil te verklaren en waarom de uitbreiding t.o.v. de situatie in 2017 (meer dan 22.000 kg/jaar)?
    b) Hoe denkt GS deze uitbreiding in stikstofuitstoot, en daarmee depositie op Natura 2000-gebieden die al met stikstof zijn overbelast, te kunnen vergunnen? Waar komt de stikstofruimte vandaan?

    Biomassacentrale

  14. De aangevraagde en vergunde biomassacentrale zal ook leiden tot een toename van de stikstofuitstoot van het bedrijf – in de vorm van NOx - en daarmee een hogere stikstofdepositie geven op de in de nabijheid liggende al stikstof-overbelaste Natura 2000-gebieden.

    a) Hoe denkt GS deze uitbreiding in stikstofuitstoot, en daarmee depositie op Natura 2000-gebieden die al met stikstof zijn overbelast, te kunnen vergunnen? Waar komt de stikstofruimte vandaan?

    Habitatrichtlijn

  15. GS concludeert in de ontwerp-Wnb-vergunning dat door middel van salderen met de referentiesituatie de depositie in de gebruiksfase uitkomt op 0,00 mol/ha/jaar of lager en dat daarmee de aangevraagde activiteit niet leidt tot significante effecten op instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebieden. Deze conclusie is niet in lijn met de jurisprudentie. In de conclusie bij de zaak ECLI:EU:C:2018:622 (punt 60) bespreekt de Advocaat-Generaal dat artikel 6 lid 2 en 3 van de Habitatrichtlijn niet slechts een gelijk blijven of beperkt dalen van de stikstofdepositie vereist, maar veeleer dat het niveau van de belasting zo ver wordt verminderd dat op lange termijn een gunstige staat van instandhouding kan worden bereikt. Tevens is voornoemde conclusie van de provincie strijdig met de ecologische inzichten dat hoe hoger en hoe langer de overbelasting met stikstof voortduurt, des te groter de negatieve gevolgen voor de stikstofgevoelige habitats zijn. Zie ook overweging 9.1 van de uitspraak ECLI:NL:RBOBR:2019:4830 en overweging 14.5 van ECLI:NL:RVS:2019:1603. Gelijkblijvende overmaat aan stikstofdepositie leidt dus niet tot gelijkblijvende natuurschade, maar tot een toename van de natuurschade; zeker in onderhavig geval. Een gelijk blijven in depositie als in het onderhavige geval is dus zeer ongunstig voor alle in Tabel 1 op pagina 6 e.v. van het bestreden besluit genoemde Natura 2000-gebieden.

    a) Wat is de reactie van GS hierop?
    b) Heeft de provincie niets van de PAS-fouten geleerd, waarbij de provincie tot op het laatste moment het PAS-systeem heeft verdedigd, ondanks jarenlange waarschuwingen van o.a. de Partij voor de Dieren dat het PAS-systeem juridisch onhoudbaar is?[6]
    c) Hoe gaat de provincie Olam als grootste ammoniak-piekbelaster van Noord-Holland precies meenemen bij de aanpak van vermindering stikstofdepositie van Natura 2000 gebieden?

    Bevoegd gezag Omgevingsvergunning

  16. Wie is er nu bevoegd gezag voor de Omgevingsvergunning: GS of B&W? Het bedrijf valt immers onder de Richtlijn Industriële Emissies (RIE)[7] , onder bijlage 1 categorie 6.4b, ii (zie ontwerp-Omgevingsvergunning). Op de website van de provincie is te lezen dat als vuistregel is aan te houden dat de provincie bevoegd gezag is als het gaat om RIE-bedrijven[8].
  17. In welke wettelijke bepaling is deze bevoegdheidsverdeling opgenomen?

    Oproep tot actie

  18. GS heeft een ontwerp-Wet natuurbeschermingsvergunning verleend.

    a) Is GS, vanwege de enorme vraagtekens, onjuistheden en natuuraantasting, bijvoorbeeld bereid de definitieve vergunning níet te verlenen, of hooguit te verlenen voor de stikstofemissie die resulteert na toepassing van de wettelijk voorgeschreven Beste Beschikbare Technieken (BBT) (en dus zonder biomassacentrale en andere uitbreidingen)?
    b) Gaat GS deze grote uitstoter van stikstof, áls zij de vergunning verleent, expliciet meenemen bij de aanpak van vermindering stikstofdepositie van omliggende Natura 2000-gebieden?


[1] https://www.odnhn.nl/

[2] "Olam under fire over Africa deforestation". Financial Times. 11 December 2016.

[3] https://www.natura2000.nl/

[4] ‘Te veel kunstmest is een killer’ – De Groene Amsterdammer

[5] https://ibabsonline.eu/ NLG-verslag commissie NLG op 26 nov. ’20, Rondvraag SP

[6] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/

[7] CL2010L0075NL0000030.0001

[8] https://www.noord-holland.nl/

Indiendatum: 27 jan. 2021
Antwoorddatum: 23 mrt. 2021

iBabsOnline Overzicht details - PNH

INLEIDING

De Provincie Noord-Holland heeft op 17 november 2020 een ontwerpvergunning ingevolge de Wet natuurbescherming (Wnb) verleend aan cacaoverwerker Olam Cocoa BV in Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad[1]. Het bedrijf beschikt nog niet over een natuurvergunning.

Olam is een multinational die het ook internationaal niet nauw neemt met natuur. Het bedrijf ligt o.a. onder vuur vanwege grootschalige kap van regenwouden in Afrika voor palmolieplantages.[2]

Het dichtst bij het bedrijf liggende Natura 2000-gebied ‘Polder Westzaan’ ligt op circa 770 meter ten westen van de inrichting. Ook de Natura 2000-gebieden Wormer- en Jisperveld, Kalverpolder, Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske liggen op korte afstand. In al deze gebieden is er sprake van een overbelasting door stikstof.[3]

De cacaofabriek is een zware piekbelaster: in 2017 stootte het bedrijf 57.000 kg ammoniak (NH3) uit, en stond daarmee op de vijfde plaats in Nederland bij de bedrijven die het meeste ammoniak uitstoten.[4] Desalniettemin heeft de provincie nu een vergunning verleend voor 80.764 kg per jaar aan ammoniakemissie. De ammoniakuitstoot vormt een ernstige bedreiging voor natuurgebieden.

De aanvraag voor Wnb-vergunning omvat tevens een biomassacentrale op het terrein voor het verbranden van cacaodoppen ten behoeve van stoomopwekking van het productieproces. Deze centrale leidt tot extra stikstofuitstoot.

Ondanks dat het bedrijf nog geen natuurvergunning heeft, wil de provincie de situatie legaliseren door de Wet natuurbeschermingsvergunning te verlenen.

De provincie stelt dat op grond van vaste jurisprudentie wordt uitgegaan van de vergunde situatie op referentiedatum. De vergunde situatie op referentiedatum is volgens de provincie de Hinderwetvergunning uit 1994 op basis waarvan het bedrijf 502.000 kg ammoniak per jaar mocht uitstoten. De nu vergunde 80.764 kg ammoniak per jaar is lager en de provincie is van mening dat daarmee de stikstofdepositie zal afnemen. Waardoor negatieve effecten op de omliggende Natura 2000-gebieden volgens de provincie zijn uit te sluiten en de vergunning kan worden verleend. Dit met gebruikmaking van de Beleidsregel in- en extern salderen.[5] Ofwel, de provincie kan op papier zeggen dat de depositie beter wordt. Feitelijk is het geen verbetering, maar het legaliseren van een vervuiler.

Natuurorganisatie MOBilisation for the Environment heeft meerdere handhavingsverzoeken tegen het bedrijf Olam Cocoa ingediend, en nu ook een zienswijze tegen de ontwerp-natuurvergunning van de provincie.


INLEIDING BEANTWOORDING

Sinds de inwerkingtreding van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 is er één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu: de omgevingsvergunning. ‘Oude’ hinderwet-, milieu- of bouwvergunningen zijn volgens overgangsrecht per 1 oktober 2010 gelijkgesteld met een omgevingsvergunning.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming (Wnb) per 1 januari 2017 bestaat er ook een omgevingsvergunning voor ‘natuur’.

De vragen die zijn gesteld gaan zowel over het onderdeel ‘milieu’ als het onderdeel ‘natuur’. Voor de inrichting Olam Cocoa BV in Koog aan de Zaan is de provincie Noord-Holland bevoegd gezag Wnb, het onderdeel ‘natuur’ en de gemeente Zaanstad bevoegd gezag Wabo (het onderdeel ‘milieu’ en overig). Dit betekent dat de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN) de vergunningverlenings-, handhavings- en toezichtstaken (VTH) in het kader van de Wnb uitvoert namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. De Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) voert de VTH-taken in het kader van de Wabo uit namens de burgemeester en wethouders van Zaanstad.

Wij hebben alleen die vragen beantwoord waarvoor wij bevoegd gezag zijn, te weten het onderdeel ‘natuur’. De vragen waarvoor de burgemeester en wethouders van Zaanstad bevoegd gezag zijn, hebben we niet beantwoord.

Vragen

Referentieniveau te hoog

Vraag 1:
Hoe kan het zijn dat deze fabriek, die een ammoniak piekbelaster is, kan opereren zonder Wnb-vergunning?

Antwoord 1:
Voor Olam Cocoa is geen omgevingsvergunning natuur verplicht omdat er geen toename is van stikstofdepositie ten opzichte van de vergunde rechten die voor Olam Cocoa gelden.

Volgens de rechtspraak [6] van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna de Afdeling) over artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb, bestaat er vanaf 1 januari 2020 alleen nog een vergunningplicht voor wijzigingen of uitbreidingen die significante gevolgen kunnen hebben voor de natuurwaarden. Volgens de Afdeling is het op grond van objectieve gegevens uitgesloten dat een wijziging significante gevolgen heeft als die wijziging of uitbreiding van een project niet leidt tot een toename van stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie
(=intern salderen). Bij het ontbreken van natuurvergunning wordt de referentiesituatie ontleend aan de milieutoestemming die gold op de referentiedatum. Voor Olam Cocoa is dat 1994. Ten opzichte van die referentiedatum is er geen toename van stikstofdepositie, maar een verlaging van de jaarvrachten ammoniak en stikstofoxiden.

Vraag 2:
Op welke vaste jurisprudentie baseert GS zich, als zij stelt dat hetgeen vergund is in 1994 nog steeds als vergunde situatie nu wordt gezien?

Antwoord 2:
De vaste jurisprudentie over (intern salderen en) de referentiesituatie wordt in de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021, ECLI NL:RVS:2021:71 in r.o. 17.2 bevestigd. Hierin wordt in de eerste alinea het volgende aangegeven:

“Het is vaste rechtspraak van de Afdeling dat voor de vraag of de wijziging of
uitbreiding van een bestaand project significante gevolgen kan hebben, een
vergelijking wordt gemaakt van de gevolgen van het bestaande project in de
referentiesituatie en de gevolgen van het project na wijziging of uitbreiding.
De referentiesituatie wordt ontleend aan de geldende natuurvergunning of,
bij het ontbreken daarvan, aan de milieutoestemming die gold op de
referentiedatum (dat is het moment waarop artikel 6 van de Habitatrichtlijn
van toepassing werd voor het betrokken Natura 2000-gebied), tenzij nadien
een milieutoestemming is verleend voor een activiteit met minder gevolgen.
Dan geldt die toestemming als referentiesituatie. Een referentiesituatie kan
niet worden ontleend aan een natuurvergunning of milieutoestemming die is
vervallen of geëxpireerd.”

De Afdeling noemt in de uitspraak van 20 januari 2021 concreet AbRvS 31 maart 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL9656 en AbRvS 13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1891. Ook relevant is AbRvS 16 maart 2018, ECLI:NL;RVS:2018:901, r.o. 4.2.

Vraag 3:
Klopt het dat in de Hinderwetvergunning 1994, en ook in latere milieuvergunningen, geen emissie-eisen voor ammoniak voor deze installatie zijn opgenomen? Zo nee, hoe zit het dan en waar precies in de Hinderwetvergunning zijn emissienormen opgenomen voor ammoniak?

Antwoord 3:
Ja, het klopt dat in de Hinderwetvergunning van 1994 (hierna omgevingsvergunning milieu [7]) en op 2 december 1996 geen normen zijn opgenomen ten aanzien van de emissie van ammoniak.
De gemeente Zaanstad is bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning milieu voor Olam Cocoa.

Vraag 4:
De emissie van ammoniak is later wettelijk begrensd door rechtstreeks werkende emissie-eisen in het Activiteitenbesluit (30 mg/Nm3) en door de Richtlijn Industriële Emissies (RIE), die voorschrijft dat de Beste Beschikbare Technieken (BBT) moeten worden toegepast. Op welke jurisprudentie baseert GS dat bij het bepalen van de referentiesituatie, de emissievracht die behoort bij toepassing van de BBT - die dus strenger is dan het Activiteitenbesluit - niet leidend is ten opzichte van de Hinderwetvergunning?

Antwoord 4:
Bij het bepalen van de referentiesituatie voor de maximaal toegestane jaarvracht – per kalenderjaar – ammoniak gaat de OD NHN namens ons college in het kader van de Wnb uit van de maximale emissie van ammoniak op basis van de situatie in 1994 in combinatie met een maximale hoeveelheid rookgas die per uur uit de schoorsteen komt en het aantal draaiuren van de installatie.
In de toekomstige situatie wordt uitgegaan van de maximaal toegestane emissienorm voor ammoniak zoals deze zal worden vastgelegd in maatwerk door de OD NZKG in het kader van het Activiteitenbesluit in combinatie met een maximale hoeveelheid rookgas die per uur uit de schoorsteen komt en het maximale aantal vergunde draaiuren van de installatie. De totale jaarvracht gaat in de nieuwe situatie fors omlaag. Er wordt niet gekeken naar de gerapporteerde jaarvrachten ammoniak in het Elektronische Milieu Jaarverslag (E-MJV).

Vraag 5:
Naast een Wnb-vergunning moet het bedrijf ook beschikken over een Omgevingsvergunning.
a) Klopt het dat parallel aan de procedure van de Wnb-vergunning een procedure voor een Omgevingsvergunning loopt?
b) Is dit een revisievergunning (de gehele inrichting omvattend)?
c) Welke emissievracht (kg/jaar) voor ammoniak zal in deze milieuvergunning opgenomen zijn?
d) Is deze gebaseerd op toepassing van de BBT? Zo nee, waarom niet?
e) Is de in de Omgevingsvergunning toegestane emissievracht van ammoniak (kg/jaar) anders dan in de natuurvergunning? Zo ja, hoe kan dat?

Antwoord 5:
a) De gemeente Zaanstad is bevoegd gezag.
b) Zie antwoord 5a.
c) Er is geen jaarvracht opgenomen in de omgevingsvergunning milieu of de
maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit. Deze wordt in het kader van de Wet
natuurbescherming geregeld. De berekening van de jaarvracht – kalenderjaar – is
opgebouwd uit de opgegeven emissie in combinatie met een maximale hoeveelheid rookgas die per uur uit de schoorsteen komt en het maximale aantal draaiuren van de installaties binnen het bedrijf.
d) Zie antwoord 5a.
e) Zie antwoord 5c.

Vraag 6:
Van 31 maart 2017 dateert een Besluit maatwerkvoorschriften waarin de provincie constateert dat het bedrijfsonderdeel BMO (Branden en Malen Oost), waar de meeste stikstof vrijkomt, niet voldoet aan de rechtstreeks werkende wettelijke eis voor ammoniak van 30 mg/Nm3 uit het Activiteitenbesluit. De provincie stond het bedrijf toe dat het tot 1 januari 2019 niet hoefde te voldoen aan deze wettelijke eis.

a) Waarom heeft GS destijds deze toestemming verleend om niet aan de wettelijke eis van 30 mg/Nm3 te voldoen?
b) Zou de provincie – met het oog op de maatschappelijke discussie, de natuurcrisis en de Omgevingswet – nu dezelfde afweging maken?
c) Heeft het bedrijf in de tussentijd (maart 2017 – januari 2019) maatregelen getroffen om aan de wettelijke eis te voldoen?
d) Voldoet het bedrijf inmiddels (2021) aan deze wettelijke eis?

Antwoord 6:
a) – d) De gemeente Zaanstad is bevoegd gezag.

Vraag 7:
Het bedrijf valt onder de Richtlijn Industriële Emissies (RIE) en moet daarom sinds 2007 aan de wettelijke verplichting tot toepassing van Beste Beschikbare Technieken (BBT) voldoen. Toepassing van de BBT leidt volgens MOBilisation for the environment tot een factor 10 lagere uitstoot van ammoniak dan waar het in techniek ver achterhaalde Activiteitenbesluit nog van uitgaat. Bij mestvergistings- en afvalverbrandingsinstallaties bedraagt de maximaal toegestane ammoniakemissie niet meer dan 3-5 mg/Nm3.

a) Is het bedrijf toepassing van de BBT opgelegd? Zo ja, sinds wanneer? Zo nee, waarom niet?
b) Voldoet het bedrijf aan de emissie-eis volgens BBT? Zo nee, waarom niet?
c) Wat zou de emissie van het bedrijf zijn als deze wél voldoet aan de eis van toepassing van de BBT?
d) Zou een redelijke inschatting zijn dat dit nog onder 5.700 kg/jaar ammoniakuitstoot zou zijn: een factor 10 lager dan de door het bedrijf gerapporteerde uitstoot ammoniak in 2017 (57.000 kg), plus de vermindering die optreedt bij het voldoen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit?

Antwoord 7:
a) – d) De gemeente Zaanstad is bevoegd gezag.


Milieujaarverslag

Vraag 8:
Klopt het dat het bedrijf in de aanvraag om natuurvergunning voor het jaar 2017 uitgaat van 58,5 kg/uur ammoniakemissie oftewel 502.000 kg/jaar van de gehele inrichting?

Antwoord 8:
Ja, uitgaande van bijna volcontinu draaien op volle kracht, komt de vergunde jaarvracht ammoniak voor de gehele inrichting van Olam Cocoa in de referentiesituatie 1994 uit op maximaal 502.000 kg/jaar (zie tabel 1 op pag. 5 van het ontwerpbesluit WnbG). De ammoniakemissie van het tweede productiegebouw bedroeg in 1994 (de referentiedatum) 55 kg/uur en die emissie was ook in 2017 nog toegestaan volgens de omgevingsvergunning milieu. De ammoniakemissie van het eerste productiegebouw bedroeg in 1994, 3,2 kg/uur en ook deze emissie was in 2017 toegestaan volgens de omgevingsvergunning milieu. Daarnaast is er nog een ammoniakemissie van de BMW van 0,3 kg/uur.

Vraag 9:
Klopt het dat Olam, volgens de opgave in het Milieujaarverslag naar de provincie/RIVM, voor 2017 een ammoniakuitstoot van 57.000 kg heeft doorgegeven? Evenals voor 2018?

Antwoord 9:
Ja.

Vraag 10:
Heeft de provincie deze Milieujaarverslagen over 2017 en 2018 bekeken en goedgekeurd?

Antwoord 10:
Nee, hiervoor is de gemeente Zaanstad bevoegd gezag.
In die gevallen waar een maximale jaarvracht ammoniak of stikstofoxiden is voorgeschreven in de omgevingsvergunning natuur, keurt de OD NHN de gerapporteerde jaarvrachten in het Elektronische Milieujaarverslag (E-MJV) goed namens ons college. Bij Olam Cocoa is hier geen sprake van.

Vraag 11:
Welk getal klopt nu: 57.000 kg of 502.000 kg/jaar? En hoe is het verschil te verklaren?

Antwoord 11:
Ze kloppen allebei, alleen zijn het verschillende getallen. 502.000 kg betreft de maximale jaarvracht die voortvloeien uit de rechten van de omgevingsvergunning milieu 1994 en betreffen een maximale productie en portfolio (samenstelling product) die in 1994 waren toegestaan. 57.000 kg gaat over de door Olam Cocoa gerapporteerde werkelijke jaarvracht in het kader van de E-MJV 2017. De gerapporteerde jaarvrachten ammoniak in het E-MJV spelen geen rol bij het bepalen van de toegestane jaarvracht ammoniak in het kader van de Wnb. De werkelijke jaarvracht varieert jaarlijks omdat deze wordt bepaald door de productie en portfolio
gebaseerd op bestellingen van de opdrachtgevers van Olam Cocoa.
De maximale jaarvracht ammoniak in het kader van de Wnb wordt van maximaal 502.000 kg verlaagd naar maximaal 80.764 kg in 2021 vanwege de toevoeging van de reinigingstechnieken voor het tweede en derde productiegebouw in de vorm van een naverbrander en DeNOx uitgaande van de productie en portfolio (samenstelling product) van 1994.

Vraag 12:
Als 57.000 kg het juiste getal is, is de opgave van Olam van 502.000 kg in de aanvraag dan frauduleus of onjuist te noemen? Zo ja, waarom is de provincie in deze onjuiste en veel te hoge vervuiling die het bedrijf claimt, mee gegaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12:
Nee, de 502.000 kg is een juiste opgave (zie antwoord 11)

Uitbreiding?

Vraag 13:
GS heeft de ontwerp-natuurvergunning verleend voor een uitstoot van ammoniak van 80.764 kg/jaar. Dat is meer dan de feitelijke emissie in 2017 (57.000 kg).

a) Hoe is het verschil te verklaren en waarom de uitbreiding t.o.v. de situatie in 2017 (meer dan 22.000 kg/jaar)?
b) Hoe denkt GS deze uitbreiding in stikstofuitstoot, en daarmee depositie op Natura 2000-gebieden die al met stikstof zijn overbelast, te kunnen vergunnen? Waar komt de stikstofruimte vandaan?

Antwoord 13:
a) De opdrachten van Olam Cocoa kunnen variëren daar waar het hoeveelheid en portfolio (samenstelling product) betreft. Dit leidt ertoe dat de door Olam Cocoa gerapporteerde werkelijke jaarvrachten per kalenderjaar kunnen variëren.
b) De huidige stikstofruimte die gebaseerd is op de omgevingsvergunning milieu van 1994 gaat stapsgewijs omlaag. De huidige rechten van stikstofdepositie van Olam Cocoa is 502.000 kg ammoniak op basis van de omgevingsvergunning milieu uit 1994. Door de te nemen maatregelen gaat de maximale jaarvracht in 2021 omlaag naar 80.764 kg ammoniak. Op basis van uit te voeren onderzoeken naar de mogelijke te nemen BBT-maatregelen voor de afgassen ten gevolge van branden gaat de maximale jaarvracht verder omlaag.

Biomassacentrale

Vraag 14:
De aangevraagde en vergunde biomassacentrale zal ook leiden tot een toename van de stikstofuitstoot van het bedrijf – in de vorm van NOx - en daarmee een hogere stikstofdepositie geven op de in de nabijheid liggende al stikstof-overbelaste Natura 2000-gebieden.

a) Hoe denkt GS deze uitbreiding in stikstofuitstoot, en daarmee depositie op Natura 2000-gebieden die al met stikstof zijn overbelast, te kunnen vergunnen? Waar komt de stikstofruimte vandaan?

Antwoord 14:
De biomassacentrale leidt tot een lagere jaarvracht stikstofoxiden dan de stoominstallatie die vervangen wordt door de biomassacentrale. De jaarvracht stikstofoxiden van Olam Cocoa gaat omhoog vanwege de toevoeging van de naverbrander die in gebruik wordt genomen in 2021, vanwege de behandeling van de afgassen ten gevolge van malen en prepareren bij het tweede en derde productiegebouw en branden in het derde productiegebouw. Aan deze naverbrander is een DeNOx-installatie toegevoegd. Deze DeNOX-installatie leidt ertoe dat de emissie van stikstofoxiden lager wordt, maar niet als zodanig dat de naverbrander leidt tot een verlaging van de stikstofemissie en daarmee de bijdrage in de jaarvracht stikstofoxiden ten opzichte van de situatie in 1994.
Binnen de geldende rechten tot stikstofdepositie vanwege ammoniak en stikstofoxiden op basis van de omgevingsvergunning milieu van 1994 kan deze toename binnen de omgevingsvergunning natuur toegestaan worden.

Habitatrichtlijn

Vraag 15:
GS concludeert in de ontwerp-Wnb-vergunning dat door middel van salderen met de referentiesituatie de depositie in de gebruiksfase uitkomt op 0,00 mol/ha/jaar of lager en dat daarmee de aangevraagde activiteit niet leidt tot significante effecten op instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebieden. Deze conclusie is niet in lijn met de jurisprudentie. In de conclusie bij de zaak ECLI:EU:C:2018:622 (punt 60) bespreekt de Advocaat-Generaal dat artikel 6 lid 2 en 3 van de Habitatrichtlijn niet slechts een gelijk blijven of beperkt dalen van de stikstofdepositie vereist, maar veeleer dat het niveau van de belasting zo ver wordt verminderd dat op lange termijn een gunstige staat van instandhouding kan worden bereikt. Tevens is voornoemde conclusie van de provincie strijdig met de ecologische inzichten dat hoe hoger en hoe langer de overbelasting met stikstof voortduurt, des te groter de negatieve gevolgen voor de stikstofgevoelige habitats zijn. Zie ook overweging 9.1 van de uitspraak ECLI:NL:RBOBR:2019:4830 en overweging 14.5 van ECLI:NL:RVS:2019:1603. Gelijkblijvende overmaat aan stikstofdepositie leidt dus niet tot gelijkblijvende natuurschade, maar tot een toename van de natuurschade; zeker in onderhavig geval. Een gelijk blijven in depositie als in het onderhavige geval is dus zeer ongunstig voor alle in Tabel 1 op pagina 6 e.v. van het bestreden besluit genoemde Natura 2000-gebieden.

a) Wat is de reactie van GS hierop?
b) Heeft de provincie niets van de PAS-fouten geleerd, waarbij de provincie tot op het laatste moment het PAS-systeem heeft verdedigd, ondanks jarenlange waarschuwingen van o.a. de Partij voor de Dieren dat het PAS-systeem juridisch onhoudbaar is?[8]
c) Hoe gaat de provincie Olam als grootste ammoniak-piekbelaster van Noord-Holland precies meenemen bij de aanpak van vermindering stikstofdepositie van Natura 2000 gebieden?

Antwoord 15:
a) In het kader van vergunningverlening Wnb wordt uitgegaan van vergunde rechten. Indien voorgenomen activiteiten binnen de emissie van de vergunde rechten blijven, is sprake van een saldering die aan de eisen voldoet. In de vraagstelling lijkt men uit te gaan van de feitelijke depositie. Dat komt niet overeen met de uitgangspunten in de jurisprudentie.
b) De huidige werkwijze is gebaseerd op de wetgeving en jurisprudentie. Als uit uitspraken van de Afdeling blijkt dat een andere werkwijze nodig is, ontstaat er mogelijk aanleiding om de werkwijze te herzien.
c) Onder het bevoegd gezag van de gemeente Zaanstad worden in de omgevingsvergunning milieu en in het kader van het Activiteitenbesluit (maatwerk) maatregelen voorgeschreven die een groot effect hebben op de verlaging van de stikstofdepositie. Olam Cocoa is een bedrijf dat stikstofdepositie veroorzaakt op meerdere Natura 2000-gebieden, daarom is Olam Cocoa één van vertegenwoordigers van de Noord-Hollandse haven- en industriesector
waarmee wij mogelijkheden tot (aanvullende) stikstofreductie bespreken. Daarnaast heeft het Rijk met bijvoorbeeld wetgeving invloed op bedrijven zoals Olam Cocoa.

Bevoegd gezag Omgevingsvergunning

Vraag 16:
Wie is er nu bevoegd gezag voor de Omgevingsvergunning: GS of B&W? Het bedrijf valt immers onder de Richtlijn Industriële Emissies (RIE)[9], onder bijlage 1 categorie 6.4b, ii (zie ontwerp-Omgevingsvergunning). Op de website van de provincie is te lezen dat als vuistregel is aan te houden dat de provincie bevoegd gezag is als het gaat om RIE-bedrijven[10].

a) In welke wettelijke bepaling is deze bevoegdheidsverdeling opgenomen?

Antwoord 16:
De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning natuur in het kader van de Wnb. De gemeente Zaanstad is bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning milieu in het kader van de Wet milieubeheer (Wm)/Wabo.
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) staat wie het bevoegd gezag Wm is. Meer specifiek in onderdeel C van bijlage I van het Bor. Hierin staan categorieën van milieuactiviteiten. Op Olam Cocoa zijn de volgende categorieën van toepassing: 1 (aanwezigheid elektro- of verbrandingsmotoren > 1,5kW), 4 (milieugevaarlijke stoffen), 6 (harsen, oliën en vetten) en 9 (voedingsmiddelen en teelt van landbouwproducten). In deze categorieën is de omvang van de activiteiten bepalend voor wie het bevoegd gezag Wm is. Olam Cocoa overschrijdt de normen
van deze categorieën niet, waardoor de gemeente Zaanstad bevoegd gezag is.

Vraag 17:
In welke wettelijke bepaling is deze bevoegdheidsverdeling opgenomen?

Antwoord 17:
Zie antwoord vraag 16.

Oproep tot actie

Vraag 18:
GS heeft een ontwerp-Wet natuurbeschermingsvergunning verleend.

a) Is GS, vanwege de enorme vraagtekens, onjuistheden en natuuraantasting, bijvoorbeeld bereid de definitieve vergunning níet te verlenen, of hooguit te verlenen voor de stikstofemissie die resulteert na toepassing van de wettelijk voorgeschreven Beste Beschikbare Technieken (BBT) (en dus zonder biomassacentrale en andere uitbreidingen)?
b) Gaat GS deze grote uitstoter van stikstof, áls zij de vergunning verleent, expliciet meenemen bij de aanpak van vermindering stikstofdepositie van omliggende Natura 2000-gebieden?

Antwoord 18:
a) Nee, er is op basis van de bestaande milieuvergunde rechten van Olam Cocoa ten aanzien van stikstofdepositie geen mogelijkheid om de omgevingsvergunning natuur niet te verlenen. Een definitieve omgevingsvergunning natuur wordt overigens niet verleend. Met de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021 is namelijk vast komen te staan dat als gevolg van de wetswijziging van 1 januari 2020 geen vergunningplicht bij intern salderen geldt, als er geen toename plaatsvindt van stikstofdepositie ten opzichte van de eerder vergunde situatie/de referentiesituatie. Aangezien de depositie als gevolg van de interne saldering niet toeneemt bij Olam Cocoa (en zelfs afneemt), is er geen sprake van een dergelijke situatie waarin een omgevingsvergunning natuur vereist is. Zie voor toelichting ook antwoord 1.
b) Olam Cocoa is een bedrijf dat stikstofdepositie veroorzaakt op meerdere Natura 2000-gebieden en daarom is Olam Cocoa één van vertegenwoordigers van de Noord-Hollandse haven- en industriesector waarmee wij mogelijkheden tot (aanvullende) stikstofreductie bespreken. Zie ook het antwoord op vraag 15c.

[1] https://www.odnhn.nl/

[2] "Olam under fire over Africa deforestation". Financial Times. 11 December 2016.

[3] https://www.natura2000.nl/

[4] ‘Te veel kunstmest is een killer’ – De Groene Amsterdammer

[5] https://ibabsonline.eu/ NLG-verslag commissie NLG op 26 nov. ’20, Rondvraag SP

[6] ECLI NL:RVS:2021:71, 20 januari 2021

[7] Volgens het overgangsrecht behorende bij de Wet milieubeheer (zie Invoeringswet Wet milieubeheer) werd een aanvraag die vóór de Wet milieubeheer was ingediend, volgens het oude recht (lees: Hinderwet c.a.) afgedaan.
Volgens datzelfde overgangsrecht werd diezelfde Hinderwetvergunning onmiddellijk na verlening gelijkgesteld met een Wet milieubeheervergunning, Omgevingsvergunning Milieu.

[8] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/

[9] CL2010L0075NL0000030.0001

[10] https://www.noord-holland.nl/