Vragen over afschot zwanen in Hoogwoud en uitspraak Raad van State die streep zet door gebruik­maken provin­ciale en lande­lijke vrij­stel­lingen


Indiendatum: 28 apr. 2023

Inleiding

Zwanenafschot
In de provincie Noord-Holland mogen knobbelzwanen gedurende het hele jaar, zeven dagen per week en in de hele provincie dood worden geschoten. Dit heeft zijn grondslag in artikel 4.8 ‘Vrijstelling directe schadebestrijding’ van de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 (OVNH 2020)[1]. Deze vrijstelling was eerder opgenomen in de Verordening vrijstellingen soorten Noord-Holland (2016)[2].

Veel mensen weten dit niet en zijn geschokt als zij toevalligerwijs getuige zijn van een jager die in koelen bloede een zwaan in een weiland afschiet. Zoals recent weer het bericht dat aan de Mienakker in Hoogwoud, gemeente Opmeer, meerdere zwanen zijn afgeschoten door jagers.[3] [4] Hier zou de reden schadebestrijding zijn.

Knobbelzwanen zijn zelden dood na één schot, dat mede komt door hun dikke verenpak waar hagel door afgeremd wordt. Honden halen het aangeschoten dier op waarna de jager in het gunstigste geval nog meer schoten lost om het dier uit zijn lijden te helpen. Dat is dan nog volgens de regels. Regelmatig verschijnen er filmpjes van grove overtredingen bij de zwanenjacht. Bijvoorbeeld in een uitzending van EenVandaag[5] is te zien dat zwanen in het Groene Hart uit de lucht worden geschoten en als ze hierna nog leven met gebroken vleugels worden achtergelaten, of doodgebeten door honden.

Knobbelzwanen zijn beschermde dieren op grond van de Europese Vogelrichtlijn. Alleen onder strikte voorwaarden mag de provincie een ontheffing of vrijstelling verlenen van het verbod om zwanen te doden. Deze voorwaarden staan in artikel 3.3, lid 4 van de Wet natuurbescherming[6] en luiden onder andere dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat tegen beperking van gewasschade. En dat zij nodig is ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen. Met andere woorden, er moet zijn aangetoond dat de zwanen in de hele provincie belangrijke schade aanrichten en dat er echt geen andere oplossing is dan dieren te doden.

In de jaren 2016 t/m 2021 zijn er volgens Jaarverslagen[7] van de FBE Noord-Holland 6.659 knobbelzwanen in de provincie doodgeschoten. Dat is gemiddeld circa 1.100 zwanen per jaar. Dat is bijna 30% van de voorjaarspopulatie. Deze schommelt rond de 4.000 zwanen.

De Verordening vrijstellingen is gebaseerd op de schadeperiode van 2009-2013, waarin werd aangegeven dat er jaarlijks slechts gemiddeld circa € 30.000 aan schade was.
In het Faunabeheerplan Algemene soorten Noord-Holland 2017-2023[8] is als ‘doelstelling’ maximaal €15.000 gewasschade per jaar opgenomen. Dat betekent dat zwanen mogen worden doodgeschoten tot het moment dat de schade als gevolg van de overlast door zwanen €15.000 bedraagt. Als er dan nog overlast door zwanen is, mogen deze niet geschoten worden.
In eerdere beantwoording op vragen[9] van de Partij voor de Dieren heeft GS aangegeven dat dit bedrag in het verleden is bepaald op basis van wat destijds politiek wenselijk werd geacht, namelijk de ondergrens van de marge waarbinnen de schade zich bevond. Het Faunabeheerplan Algemene soorten zal begin 2022 geëvalueerd worden, in de aanloop naar de vaststelling van een nieuw faunabeheerplan in 2023. Op dat moment kan deze doelstelling worden herzien, aldus GS in haar beantwoording.

Uitspraak Raad van State

Op 19 april 2023 heeft de Raad van State uitspraak[10] gedaan tegen het bezwaar van de Faunabescherming in 2017(!), tegen het Goedkeuringsbesluit van GS over het Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023. In deze uitspraak komt de rechter tot een snoeiharde conclusie: voor zowel provinciaal vrijgestelde soorten als landelijk vrijgestelde soorten geldt dat in het Faunabeheerplan onvoldoende is onderbouwd dat aan de eisen zoals genoemd in artikel 3.3, vierde lid, van de Wet natuurbescherming is voldaan. De Faunabeheereenheid en het college van GS mochten daarom al die jaren niet uitgaan van de landelijke en provinciale vrijstellingen. De uitspraak geldt niet alleen voor de knobbelzwaan, maar ook voor de meerkoet, de spreeuw, de gaai, de ekster, de houtduif, de zwarte kraai, de kauw, het konijn en de vos. De eerste vijf genoemde diersoorten vallen onder de provinciale vrijstelling. De overige vijf diersoorten onder de landelijke vrijstelling.

De Partij voor de Dieren kaartte in 2017 politiek al aan dat de vrijstellingen onvoldoende waren onderbouwd. En dat het college van GS en de FBE dus niet van deze vrijstellingen mochten uitgaan. Hierop werd door GS geen gehoor gegeven.[11]

Het oordeel van de rechter over de onvoldoende onderbouwing van de vrijstelling voor onder andere knobbelzwanen lichten wij hier toe. De rechter oordeelt dat in het Faunabeheerplan niet aannemelijk is gemaakt dat knobbelzwanen in de hele provincie gedurende het hele jaar belangrijke schade hebben aangericht. Daarmee ontbreekt een nauwkeurige en treffende motivering van de noodzaak van afschot. Daarnaast oordeelt de rechter dat in het Faunabeheerplan onvoldoende is onderbouwd dat geen andere bevredigende oplossing bestaat dan afschot. De conclusie is dat de besluitvorming wat betreft de provinciale en landelijke vrijstellingen in strijd met artikel 7:12 van de Awb niet berust op een deugdelijke motivering en in strijd met artikel 3:2 van de Awb onzorgvuldig is.

De provincie moet binnen 12 weken een nieuw besluit op het bezwaar van de Faunabescherming nemen met inachtneming van deze uitspraak. Dat betekent dat de provincie in haar nieuwe besluit moet kunnen aantonen dat er sprake is van belangrijke schade, voor de delen van de provincie waarvoor de vrijstellingen van toepassing zijn verklaard en dat er geen andere preventieve maatregelen zijn dan afschot.
Verder geeft de rechter de provincie mee om voor de resterende looptijd van het FBP met ontheffingen te werken en geen gebruik meer te maken van de vrijstellingen.

Vragen

Faunabeheerplan

  1. Het Faunabeheerplan Algemene soorten Noord-Holland 2017-2023 loopt dit jaar af.
  2. Wat is de stand van zaken en planning voor het nieuwe Faunabeheerplan?
  3. In beantwoording op eerdere vragen[12] van de PvdD over het Faunabeheerplan Algemene soorten gaf u aan dat het FBP begin 2022 geëvalueerd zou worden, in de aanloop naar de vaststelling van een nieuw faunabeheerplan in 2023.
    Heeft er een evaluatie van het huidige Faunabeheerplan plaatsgevonden? Zo ja, door wie is deze evaluatie uitgevoerd? Wanneer wordt de evaluatie aan PS toegezonden?
  4. Was de FBE Noord-Holland opdrachtgever van deze evaluatie? Zo ja, acht u dit wenselijk? De FBE is immers belanghebbende, stelt haar eigen beleid op (Faunabeheerplannen) en zouden dan ook nog hun eigen beleid mogen evalueren.
  5. Op welke momenten worden Provinciale Staten in het traject naar het nieuwe Faunabeheerplan algemene soorten betrokken? Een doelstelling als een maatschappelijk geaccepteerd schadebedrag door de knobbelzwaan is bijvoorbeeld absoluut een politieke keuze.
Zwanenafschot Hoogwoud
  1. Snapt u de verontwaardiging van burgers bij het zien van het doodschieten van zwanen?
  2. Uit het NHD artikel van 9 april jl.: ‘In korte tijd schoten zij enkele tientallen zwanen uit de lucht en legden die later in de pick-ups langs de weg. ,,Bebloede kopjes in witte verenpakken staken boven de rand uit van de vehikels’’, aldus een passant wiens vriendin er subiet melding van maakte op de Facebookgroep ’Ons Hoogwoud’. Volgens artikel 4.8, lid 12 van de Omgevingsverordening mogen er niet meer dan 4 dieren per jager worden doodgeschoten en mogen er niet meer dan 5 jagers per actie ingezet worden. Dit maakt dat er een maximum van 20 zwanen per actie mogen worden gedood.
    Wat is in het onderhavige geval in Hoogwoud het aantal zwanen dat bij deze actie is gedood? En hoeveel jagers waren er bij deze afschotactie aanwezig?
  3. Volgens artikel 4.10 van de Omgevingsverordening moeten jagers bij het gebruik maken van vrijstellingen hierover vooraf melden via de website van de Omgevingsdienst Noord Holland Noord en achteraf rapporteren via Faunaspot.
    a. Is deze melding en rapportage gedaan?
    b. Kunt u deze melding en rapportage bij de beantwoording van de vragen meesturen?
  4. In het NHD-artikel is te lezen dat het niet de schutters van de WBE Noorder-Koggenland die aan het jagen waren aan de Mienakker bij Hoogwoud.
    Wie waren er wel aan het jagen? En waren deze personen bevoegd om (hier) te jagen?
  5. De gemeente Opmeer doet onderzoek naar het incident, zo is te lezen in het artikel in het Noordhollands Dagblad.
    Is de provincie als verantwoordelijke voor de Wet natuurbescherming en verlener van ontheffingen voor het doden van zwanen op een of andere wijze betrokken bij dit onderzoek van de gemeente Opmeer? Wij krijgen graag inzicht in de uitwisseling van gegevens en de resultaten van het onderzoek van de gemeente Opmeer en de toezichthouder Wet natuurbescherming. Wil GS PS hierover informeren?
  6. Artikel 3, lid 13 van de Verordening vrijstellingen soorten luidt dat ondersteunend afschot alleen mag worden uitgevoerd op de percelen waarop belangrijke schade is ontstaan, dreigt te ontstaan of de direct daaraan grenzende percelen of wateren.
    Wat was de belangrijke schade in de casus Hoogwoud, die was ontstaan of dreigde te ontstaan, op welke percelen? Is dit door de toezichthouder nagegaan? Op basis waarvan is vastgesteld dat er sprake was van belangrijke schade en kunnen wij de rapportage daarvan ontvangen?
  7. De grondgebruiker is verantwoordelijk voor het voorkomen van schade. Indien de zwanen zijn geschoten wegens schadebestrijding op verzoek van de agrariër, moet zijn aangetoond dat op geen enkele andere wijze maatregelen voor schadebestrijding doeltreffend waren. Op vragen van de Partij voor de Dieren hierover antwoordde GS op 13 juli 2021 dat de toezichthouder, gemandateerd naar de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, toezicht houdt op het beheer en de naleving van de regelgeving. De registratie van het afschot en de inzet van preventieve middelen vindt plaats door rapportage via het faunaregistratiesysteem (FRS) van de FBE (Faunaspot).
    a. Is uit het toezicht van de toezichthouder gebleken of de afgeschoten zwanen knobbelzwanen waren of wilde zwanen of kleine zwanen?
    b. Heeft de toezichthouder gecontroleerd dat de grondgebruiker eerst alle andere mogelijke maatregelen heeft getroffen om schade door zwanen te voorkomen alvorens tot het doden van dieren over te gaan?
    c. Waaruit bestond de (dreigende) schade voor de grondgebruiker en welk schadebedrag zou dit zijn geweest?
    d. Welke maatregelen heeft de grondgebruiker eerst getroffen om eventuele (dreigende) overlast door zwanen te voorkomen of te beperken?
  8. Wat is er met de gedode zwanen van Hoogwoud gebeurd? Is het mogelijk dat zij worden verkocht voor commerciële doeleinden?
  9. Hoe en hoe vaak wordt gecontroleerd of jagers zich aan de regels houden en door wie (toezichthouder Omgevingsdienst Noord Holland Noord of FBE zelf ook)?
  10. Hoeveel jachtacties worden per jaar in Noord-Holland ongeveer gehouden? Op welke gegevens is uw antwoord gebaseerd?Hoeveel fte is beschikbaar voor toezicht en handhaving op de jacht (faunabeheer en hobbyjacht)?

Schadebedrag

  1. In de FBE Jaarverslagen vanaf 2019 is niet meer te zien om welk schadebedrag van knobbelzwanen het in de provincie gaat en hoeveel zwanen er gedood zijn vanaf dat moment.
    Om welke getallen (schadebedrag en aantallen gedode zwanen) gaat het vanaf 2019 en waarom wordt dit niet meer opgenomen in de jaarverslagen?
  2. Kent u de uitspraak Na vossen legt rechtbank ook afschot van zwijnen en zwanen stil | Nieuws | Rechtspraak[13] (24-2-‘22). Hierin is het oordeel van de rechter dat € 250 schade niet zonder meer als ‘belangrijke schade’ is aan te merken. Er moet volgens de rechter meer aan de hand zijn dan gewoon ongemak.
    a. Hoeveel meldingen van gewasschade door knobbelzwanen zijn gedaan voor de jaren 2020, 2021 en 2022 en hoeveel daarvan betrof een schadebedrag van € 250 of lager?
    b. Hoe hebt u invulling gegeven aan deze uitspraak? Zijn na 24-2-’22 geen zwanen meer gedood waar het ging om een schadebedrag van €250 of lager?

Uitspraak Raad van State april 2023

  1. Wat zijn wat u betreft de consequenties van deze uitspraak van de Raad van State dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan van de provincie onvoldoende zijn onderbouwd?
  2. Hoeveel dieren zijn er per soort (knobbelzwaan, meerkoet, spreeuw, gaai, ekster, houtduif, zwarte kraai, kauw, konijn en vos) vanaf de datum van goedkeuring door GS van het faunabeheerplan (juli 2017) tot heden zijn gedood onder de in strijd met de Wet natuurbescherming toegepaste provinciale en landelijke vrijstellingen?
  3. Bent u bereid organisaties als de Faunabescherming en de Dierenbescherming te betrekken bij het opstellen van nieuwe faunabeheerplannen? Met welke organisaties werkt u daarnaast nog samen voor de nieuwe faunabeheerplannen en in welke vorm is die samenwerking vastgelegd?
  4. Bent u bereid ten alle tijden schadebestrijding op te lossen door alternatieve niet dodelijke middelen en te accepteren dat de intrinsieke waarde van het dier van belang is, zodat eventuele schade aan middelen van mensen een aanvaard risico is?
  5. Volgt u de dwingende oproep van de hoogste bestuursrechter om de resterende periode van het Faunabeheerplan Algemene soorten 2023-2027 weer met ontheffingen te werken, en geen gebruik meer te maken van de provinciale en landelijke vrijstellingen? Voor de knobbelzwaan, maar ook voor de meerkoet, de spreeuw, de gaai, de ekster, de houtduif, de zwarte kraai, de kauw, het konijn en de vos. Bent u bereid om elke ontheffing ter goedkeuring aan PS voor te leggen omdat het om maatschappelijk gevoelige besluiten gaat?
  6. Gaat u dit met spoed en breed bekendmaken binnen de provincie, zodat bekend is dat het Faunabeheerplan niet voldoet aan de wettelijke vereisten en er daardoor geen gebruik meer kan worden gemaakt van de provinciale en landelijke vrijstellingen?

Kwaliteit FBE

  1. In 2016 is de FBE geëvalueerd. De vraagstelling luidde: Hebben de activiteiten die door de FBE zijn uitgevoerd met behulp van de verstrekte subsidie bijgedragen aan de doelen die de provincie zich in het kader van het faunabeleid heeft gesteld? Een van de eindconclusies luidde: “De doeltreffendheid van de boekjaarsubsidie voor de FBE Noord-Holland over de periode 2010 tot en met 2014 wordt als beperkt beoordeeld.” In het “Opvolgingsonderzoek 2021 boekjaarsubsidie Faunabeheereenheid Noord-Holland"[14] uit 5 augustus 2021 wordt aanbevolen een volledige evaluatie uit te voeren kort na het verschijnen van het nieuwe Faunabeheerplan Algemene soorten, dat voor 2023 gepland staat. In de tussentijd kunnen de FBE en de provincie lopende verbeteringen verder vormgeven.
    a. Wat is de stand van zaken van de evaluatie van de FBE en door wie wordt de evaluatie uitgevoerd?
  2. Waarom is er niet voor gekozen om eerst een evaluatie van het functioneren van een partij uit te voeren, de aanbevelingen door te voeren, alvorens hen opdracht te geven nieuwe Faunabeheerplannen te laten ontwikkelen?


[1] Omgevingsverordening NH2020 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl), artikel 4.8

[2] Provinciaal blad 2016, 6151 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

[3] Boosheid en verdriet in Hoogwoud om afschot zwanen. ’Laatste optie als wegjagen niet werkt’ | Noordhollands Dagblad

[4] ’Als je met een dode zwaan aan z’n nek ’t veld uitloopt, ligt dat gevoeliger dan een kraai’. Jagers reageren op commotie afschot | Noordhollands Dagblad

[5] EenVandaag gemist? Start met kijken op NPO Start

[6] wetten.nl - Regeling - Wet natuurbescherming - BWBR0037552 (overheid.nl)

[7] Media bibliotheek - Faunabeheer NH (fbenoordholland.nl)

[8] Media bibliotheek - Faunabeheer NH (fbenoordholland.nl)

[9] Partij voor de Dieren | Vragen over het jaarrond mogen doodschieten van zwanen in de hele provincie

[10] Uitspraak 201905176/1/A3 - Raad van State

[11] Vergadering Statencommissie NLWM 19-10-2017 Provincie Noord-Holland (stateninformatie.nl)

[12] Partij voor de Dieren | Vragen over het jaarrond mogen doodschieten van zwanen in de hele provincie

[13] Na vossen legt rechtbank ook afschot van zwijnen en zwanen stil | Nieuws | Rechtspraak

[14] https://api1.ibabs.eu/publicdownload.aspx?site=noordholland&id=1100380575

Indiendatum: 28 apr. 2023
Antwoorddatum: 4 jul. 2023

Inleiding vragen (PvdD)

Zwanenafschot
In de provincie Noord-Holland mogen knobbelzwanen gedurende het hele jaar, zeven dagen per week en in de hele provincie dood worden geschoten. Dit heeft zijn grondslag in artikel 4.8 ‘Vrijstelling directe schadebestrijding’ van de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 (OVNH 2020)[1]. Deze vrijstelling was eerder opgenomen in de Verordening vrijstellingen soorten Noord-Holland (2016)[2].

Veel mensen weten dit niet en zijn geschokt als zij toevalligerwijs getuige zijn van een jager die in koelen bloede een zwaan in een weiland afschiet. Zoals recent weer het bericht dat aan de Mienakker in Hoogwoud, gemeente Opmeer, meerdere zwanen zijn afgeschoten door jagers.[3] [4] Hier zou de reden schadebestrijding zijn.

Knobbelzwanen zijn zelden dood na één schot, dat mede komt door hun dikke verenpak waar hagel door afgeremd wordt. Honden halen het aangeschoten dier op waarna de jager in het gunstigste geval nog meer schoten lost om het dier uit zijn lijden te helpen. Dat is dan nog volgens de regels. Regelmatig verschijnen er filmpjes van grove overtredingen bij de zwanenjacht. Bijvoorbeeld in een uitzending van EenVandaag[5] is te zien dat zwanen in het Groene Hart uit de lucht worden geschoten en als ze hierna nog leven met gebroken vleugels worden achtergelaten, of doodgebeten door honden.

Knobbelzwanen zijn beschermde dieren op grond van de Europese Vogelrichtlijn. Alleen onder strikte voorwaarden mag de provincie een ontheffing of vrijstelling verlenen van het verbod om zwanen te doden. Deze voorwaarden staan in artikel 3.3, lid 4 van de Wet natuurbescherming[6] en luiden onder andere dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat tegen beperking van gewasschade. En dat zij nodig is ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen. Met andere woorden, er moet zijn aangetoond dat de zwanen in de hele provincie belangrijke schade aanrichten en dat er echt geen andere oplossing is dan dieren te doden.

In de jaren 2016 t/m 2021 zijn er volgens Jaarverslagen[7] van de FBE Noord-Holland 6.659 knobbelzwanen in de provincie doodgeschoten. Dat is gemiddeld circa 1.100 zwanen per jaar. Dat is bijna 30% van de voorjaarspopulatie. Deze schommelt rond de 4.000 zwanen.

De Verordening vrijstellingen is gebaseerd op de schadeperiode van 2009-2013, waarin werd aangegeven dat er jaarlijks slechts gemiddeld circa € 30.000 aan schade was.
In het Faunabeheerplan Algemene soorten Noord-Holland 2017-2023[8] is als ‘doelstelling’ maximaal €15.000 gewasschade per jaar opgenomen. Dat betekent dat zwanen mogen worden doodgeschoten tot het moment dat de schade als gevolg van de overlast door zwanen €15.000 bedraagt. Als er dan nog overlast door zwanen is, mogen deze niet geschoten worden.
In eerdere beantwoording op vragen[9] van de Partij voor de Dieren heeft GS aangegeven dat dit bedrag in het verleden is bepaald op basis van wat destijds politiek wenselijk werd geacht, namelijk de ondergrens van de marge waarbinnen de schade zich bevond. Het Faunabeheerplan Algemene soorten zal begin 2022 geëvalueerd worden, in de aanloop naar de vaststelling van een nieuw faunabeheerplan in 2023. Op dat moment kan deze doelstelling worden herzien, aldus GS in haar beantwoording.

Uitspraak Raad van State

Op 19 april 2023 heeft de Raad van State uitspraak[10] gedaan tegen het bezwaar van de Faunabescherming in 2017(!), tegen het Goedkeuringsbesluit van GS over het Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023. In deze uitspraak komt de rechter tot een snoeiharde conclusie: voor zowel provinciaal vrijgestelde soorten als landelijk vrijgestelde soorten geldt dat in het Faunabeheerplan onvoldoende is onderbouwd dat aan de eisen zoals genoemd in artikel 3.3, vierde lid, van de Wet natuurbescherming is voldaan. De Faunabeheereenheid en het college van GS mochten daarom al die jaren niet uitgaan van de landelijke en provinciale vrijstellingen. De uitspraak geldt niet alleen voor de knobbelzwaan, maar ook voor de meerkoet, de spreeuw, de gaai, de ekster, de houtduif, de zwarte kraai, de kauw, het konijn en de vos. De eerste vijf genoemde diersoorten vallen onder de provinciale vrijstelling. De overige vijf diersoorten onder de landelijke vrijstelling.

De Partij voor de Dieren kaartte in 2017 politiek al aan dat de vrijstellingen onvoldoende waren onderbouwd. En dat het college van GS en de FBE dus niet van deze vrijstellingen mochten uitgaan. Hierop werd door GS geen gehoor gegeven.[11]

Het oordeel van de rechter over de onvoldoende onderbouwing van de vrijstelling voor onder andere knobbelzwanen lichten wij hier toe. De rechter oordeelt dat in het Faunabeheerplan niet aannemelijk is gemaakt dat knobbelzwanen in de hele provincie gedurende het hele jaar belangrijke schade hebben aangericht. Daarmee ontbreekt een nauwkeurige en treffende motivering van de noodzaak van afschot. Daarnaast oordeelt de rechter dat in het Faunabeheerplan onvoldoende is onderbouwd dat geen andere bevredigende oplossing bestaat dan afschot. De conclusie is dat de besluitvorming wat betreft de provinciale en landelijke vrijstellingen in strijd met artikel 7:12 van de Awb niet berust op een deugdelijke motivering en in strijd met artikel 3:2 van de Awb onzorgvuldig is.

De provincie moet binnen 12 weken een nieuw besluit op het bezwaar van de Faunabescherming nemen met inachtneming van deze uitspraak. Dat betekent dat de provincie in haar nieuwe besluit moet kunnen aantonen dat er sprake is van belangrijke schade, voor de delen van de provincie waarvoor de vrijstellingen van toepassing zijn verklaard en dat er geen andere preventieve maatregelen zijn dan afschot.
Verder geeft de rechter de provincie mee om voor de resterende looptijd van het FBP met ontheffingen te werken en geen gebruik meer te maken van de vrijstellingen.

Inleiding antwoorden (GS)

De inleiding van de vragen bespreekt de bestrijding van knobbelzwanen die heeft plaatsgevonden op grond van de zogenaamde provinciale vrijstelling, welke is opgenomen in artikel 4.8, in samenhang met artikel 4.10 van de Omgevingsverordening NH2020 (hierna: OVNH2020). De OVNH2020 is door PS vastgesteld op 22 oktober 2020.

Op grond van artikel 3.15, derde lid van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) kunnen PS diersoorten aanwijzen die niet in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, en die in de provincie schade veroorzaken. Op grond van artikel 3.15, vierde lid van de Wnb kunnen PS bij verordening vrijstelling verlenen voor de bestrijding van deze aangewezen soorten. Voor knobbelzwanen (maar ook andere diersoorten) geldt op grond van artikel 3.3, vierde lid van de
Wnb dat een vrijstelling uitsluitend kan worden verleend indien er geen andere bevredigende oplossingen bestaan, de vrijstelling nodig is (o.m.) ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren, en mits de uitvoering van de vrijstelling niet leidt tot verslechtering van de staat van instandhouding van de knobbelzwaan.

De knobbelzwaan is op grond van bovenstaande provinciaal vrijgesteld en mag, onder voorwaarden, jaarrond worden bestreden ter voorkoming van (dreigende) schade aan grasland, graszaad, graan, mais en groenten in bedrijfsmatige teelt. Vanwege de vrijgestelde status van de knobbelzwaan wordt er op grond van artikel 6, onderdeel b, van de Beleidsregel tegemoetkoming schade Noord-Holland, in samenhang met artikel 6.1, tweede lid van de Wnb geen tegemoetkoming uitgekeerd wanneer de knobbelzwaan schade veroorzaakt. Immers, de provinciale vrijstelling biedt grondgebruikers, binnen de kaders van de Wnb en het provinciale beleid, de ruimte om de bestrijding van de knobbelzwaan zodanig in te richten dat schade kan worden voorkomen. Omdat er geen tegemoetkomingen worden uitgekeerd voor de knobbelzwaan, is er ook niet consistent schade getaxeerd.

In uw inleiding benoemt u een gehanteerde ondergrens op €15.000 schade. Dit strookt niet met de werkwijze zoals die wordt uitgevoerd. In de antwoorden onder vraag 1 wordt dit toegelicht.

Op 19 april 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) uitspraak gedaan over het hoger beroep van Stichting de Faunabescherming tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 22 mei 2019, (zaak nummer 18/2001 en 18/2049) betreffende de gedeeltelijke goedkeuring van GS van het Faunabeheerplan algemene soorten 2017-2023 (FBP AS). Samenvattend komt de uitspraak er op neer dat het hoger beroep van
Faunabescherming gegrond is verklaard omdat de landelijke en provinciale vrijstellingen niet zonder nadere onderbouwing gebruikt mogen worden. Als gevolg hiervan zullen GS een nieuwe beslissing op bezwaar nemen. Dit betekent dat de landelijke vrijstelling, en de provinciale vrijstelling zoals die in de verordening NH 2022 is opgenomen, niet meer gebruikt kunnen worden zonder nadere onderbouwing. U bent hierover geïnformeerd middels een brief d.d. 17 mei 2023 (kenmerk: 2027127/2038037).


Vragen inclusief beantwoording GS

Faunabeheerplan

Vraag 1:
Het Faunabeheerplan Algemene soorten Noord-Holland 2017-2023 loopt dit jaar af.
a. Wat is de stand van zaken en planning voor het nieuwe Faunabeheerplan?
b. In beantwoording op eerdere vragen[12] van de PvdD over het Faunabeheerplan Algemene soorten gaf u aan dat het FBP begin 2022 geëvalueerd zou worden, in de aanloop naar de vaststelling van een nieuw faunabeheerplan in 2023.
Heeft er een evaluatie van het huidige Faunabeheerplan plaatsgevonden? Zo ja, door wie is deze evaluatie uitgevoerd? Wanneer wordt de evaluatie aan PS toegezonden?
c. Was de FBE Noord-Holland opdrachtgever van deze evaluatie? Zo ja, acht u dit wenselijk? De FBE is immers belanghebbende, stelt haar eigen beleid op (Faunabeheerplannen) en zouden dan ook nog hun eigen beleid mogen evalueren.
d. Op welke momenten worden Provinciale Staten in het traject naar het nieuwe Faunabeheerplan algemene soorten betrokken? Een doelstelling als een maatschappelijk geaccepteerd schadebedrag door de knobbelzwaan is bijvoorbeeld absoluut een politieke keuze.

Antwoord 1:
a. De FBE werkt momenteel aan een nieuw Faunabeheerplan Algemene soorten. De opleverdatum is nog niet bekend.
b. De inhoudelijke evaluatie van het huidige Faunabeheerplan Algemene soorten zal onderdeel zijn van het nieuwe Faunabeheerplan Algemene soorten. Een
faunabeheerplan wordt altijd opgesteld in opdracht van de FBE. De FBE kan hier een ter zake kundige partij voor vragen. Deze werkwijze is conform de eisen waaraan een faunabeheerplan moet voldoen zoals opgenomen in de OVNH2020 en de Wnb. In het geval GS goedkeuring heeft gegeven aan een faunabeheerplan, worden PS hierover geïnformeerd.
c. Zoals beschreven in de Wnb heeft de FBE de wettelijke taak om faunabeheerplannen vast te stellen. Het is aan de FBE om te bepalen op welke wijze zij daar uitvoering aan geeft. Dit geldt ook voor de wijze waarop de evaluatie wordt vormgegeven. Na vaststelling van een faunabeheerplan door het bestuur van de FBE, toetsen GS of het faunabeheerplan voldoet aan de wet en regelgeving. Daarmee is een objectieve evaluatie en beoordeling van het faunabeheerplan naar onze mening voldoende gewaarborgd. Overigens beschikt de FBE Noord-Holland over de benodigde kennis en expertise om hier invulling aan te geven.
d. PS stellen de omgevingsverordening vast waarin in aanvulling op de Wnb kaders worden gesteld voor de eisen aan de faunabeheerplannen. GS toetst of het door de FBE opgestelde en vastgestelde faunabeheerplan voldoet aan de wettelijke en provinciale kaders en informeren PS daar over. Het in de vraag benoemde maatschappelijk geaccepteerde schadebedrag hanteren wij in de praktijk niet op de manier die in de vraagstelling wordt beschreven. Er wordt bij de onderbouwing voor een ontheffingsaanvraag altijd een afweging gemaakt over nut en noodzaak van dodelijke maatregelen, in relatie tot staat van instandhouding en het bestaan van bevredigende alternatieven.

Zwanenafschot Hoogwoud

Vraag 2:
Snapt u de verontwaardiging van burgers bij het zien van het doodschieten van zwanen?

Antwoord 2:
Wij snappen dat voor mensen het zien van gedode dieren een emotionele ervaring kan zijn.

Vraag 3:
Uit het NHD artikel van 9 april jl.: ‘In korte tijd schoten zij enkele tientallen zwanen uit de lucht en legden die later in de pick-ups langs de weg. ,,Bebloede kopjes in witte verenpakken staken boven de rand uit van de vehikels’’, aldus een passant wiens vriendin er subiet melding van maakte op de Facebookgroep ’Ons Hoogwoud’. Volgens artikel 4.8, lid 12 van de Omgevingsverordening mogen er niet meer dan 4 dieren per jager worden doodgeschoten en mogen er niet meer dan 5 jagers per actie ingezet worden. Dit maakt dat er een maximum van 20 zwanen per actie mogen worden gedood.
Wat is in het onderhavige geval in Hoogwoud het aantal zwanen dat bij deze actie is gedood? En hoeveel jagers waren er bij deze afschotactie aanwezig?

Antwoord 3:
Uit onderzoek van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord is gebleken dat er op 8 april 2023 zes knobbelzwanen zijn gedood. Er waren twee jagers aanwezig.

Vraag 4:
Volgens artikel 4.10 van de Omgevingsverordening moeten jagers bij het gebruik maken van vrijstellingen hierover vooraf melden via de website van de Omgevingsdienst Noord Holland Noord en achteraf rapporteren via Faunaspot.
a. Is deze melding en rapportage gedaan?
b. Kunt u deze melding en rapportage bij de beantwoording van de vragen meesturen?

Antwoord 4:
a. Ja, de OD NHN heeft de melding ontvangen. Rapportage vindt plaats in het registratiesysteem (Faunaspot) dat door de FBE ter beschikking is gesteld.
b. Nee. De meldingen bevatten privacygevoelige persoonlijke informatie die niet wordt verstrekt. Een rapportage van dit jaar is er nog niet. De gegevens worden gebundeld en per wildbeheereenheid als overzicht gepresenteerd.

Vraag 5:
In het NHD-artikel is te lezen dat het niet de schutters van de WBE Noorder-Koggenland die aan het jagen waren aan de Mienakker bij Hoogwoud.
Wie waren er wel aan het jagen? En waren deze personen bevoegd om (hier) te jagen?

Antwoord 5:
Uit onderzoek van de OD NHN is gebleken dat de mensen die aan de schadebestrijding hebben uitgevoerd, hiertoe bevoegd waren. De percelen waar de knobbelzwanen werden gedood liggen in de WBE De Oude Kogge, niet in WBE Noorder-Koggenland. De jachtaktehouder was in het bezit van een jachtakte, een relevante grondgebruikersverklaring en heeft het afschot geregistreerd. Hiermee is voldaan aan de wet- en regelgeving op dit vlak. Het is overigens aan
de grondgebruiker om te bepalen wie er op zijn/haar gronden de schadebestrijding uitvoert.

Vraag 6:
De gemeente Opmeer doet onderzoek naar het incident, zo is te lezen in het artikel in het Noordhollands Dagblad.
Is de provincie als verantwoordelijke voor de Wet natuurbescherming en verlener van ontheffingen voor het doden van zwanen op een of andere wijze betrokken bij dit onderzoek van de gemeente Opmeer? Wij krijgen graag inzicht in de uitwisseling van gegevens en de resultaten van het onderzoek van de gemeente Opmeer en de toezichthouder Wet natuurbescherming. Wil GS PS hierover informeren?

Antwoord 6:
Ja, de provincie is het bevoegd gezag voor de Wnb in dit geval. De gemeente Opmeer heeft contact gehad met de OD NHN waarbij vragen zijn beantwoord. De communicatie tussen de OD NHN en de gemeente Opmeer tot aan 26 april 2023 is toegevoegd als bijlage aan deze beantwoording. Nadien heeft er geen communicatie meer plaatsgevonden tussen de OD NHN en de gemeente Opmeer. Voor de resultaten van het onderzoek van de gemeente Opmeer verwijzen wij u door naar de gemeente Opmeer.

Vraag 7:
Artikel 3, lid 13 van de Verordening vrijstellingen soorten luidt dat ondersteunend afschot alleen mag worden uitgevoerd op de percelen waarop belangrijke schade is ontstaan, dreigt te ontstaan of de direct daaraan grenzende percelen of wateren.
Wat was de belangrijke schade in de casus Hoogwoud, die was ontstaan of dreigde te ontstaan, op welke percelen? Is dit door de toezichthouder nagegaan? Op basis waarvan is vastgesteld dat er sprake was van belangrijke schade en kunnen wij de rapportage daarvan ontvangen?

Antwoord 7:
Nee. Er is geen sprake van gerapporteerde schade omdat het hier ging om (dreigende) schade aan overjarig grasland. Volgens de handreiking faunaschade van BIJ12 kan deze dreigende schade bestaan uit vraatschade, vertrapping/verslemping en vervuiling. Met de inzet van preventieve maatregelen (zie antwoord 8d) en uiteindelijk ondersteunend afschot zijn de zwanen verjaagd en is schade voorkomen.

Vraag 8:
De grondgebruiker is verantwoordelijk voor het voorkomen van schade. Indien de zwanen zijn geschoten wegens schadebestrijding op verzoek van de agrariër, moet zijn aangetoond dat op geen enkele andere wijze maatregelen voor schadebestrijding doeltreffend waren. Op vragen van de Partij voor de Dieren hierover antwoordde GS op 13 juli 2021 dat de toezichthouder, gemandateerd naar de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, toezicht houdt op het beheer en de naleving van de regelgeving. De registratie van het afschot en de inzet van preventieve middelen vindt plaats door rapportage via het faunaregistratiesysteem (FRS) van de FBE (Faunaspot).
a. Is uit het toezicht van de toezichthouder gebleken of de afgeschoten zwanen knobbelzwanen waren of wilde zwanen of kleine zwanen?
b. Heeft de toezichthouder gecontroleerd dat de grondgebruiker eerst alle andere mogelijke maatregelen heeft getroffen om schade door zwanen te voorkomen alvorens tot het doden van dieren over te gaan?
c. Waaruit bestond de (dreigende) schade voor de grondgebruiker en welk schadebedrag zou dit zijn geweest?
d. Welke maatregelen heeft de grondgebruiker eerst getroffen om eventuele (dreigende) overlast door zwanen te voorkomen of te beperken?

Antwoord 8:
a. Ja, er is gebleken dat het om knobbelzwanen gaat.
b. Nee, volgens de voorwaarden van de provinciale vrijstelling is de inzet van preventieve middelen op overjarig grasland namelijk niet vereist. Desalniettemin is
er wel sprake geweest van de inzet van preventieve maatregelen, zie punt d.
c. Zie antwoord 7.
d. Alvorens over te gaan tot afschot is aangegeven dat er meermaals is verjaagd. BIJ12 laat in haar Faunaschade PreventieKit zien hoe dat kan worden gedaan bij
knobbelzwanen (https://www.bij12.nl/onderwerp...voorkomen/module-zwanen/). In voorliggend geval is er gebruik gemaakt van een vogelafweerpistool, laser, menselijke aanwezigheid en het afspelen van angstkreten.

Vraag 9:
Wat is er met de gedode zwanen van Hoogwoud gebeurd? Is het mogelijk dat zij worden verkocht voor commerciële doeleinden?

Antwoord 9:
Ja, dat is mogelijk. Gelet op artikel 3.2 van de Wnb is het eenieder toegestaan om (delen van) vogels te verkopen, te vervoeren, onder zich te hebben voor verkoop of ten verkoop aan te bieden wanneer de persoon deze vogels overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wnb heeft gedood of gevangen, onderscheidenlijk verkregen. Het is niet aan GS om te volgen wat er met gedode dieren gebeurt.

Vraag 10:
Hoe en hoe vaak wordt gecontroleerd of jagers zich aan de regels houden en door wie (toezichthouder Omgevingsdienst Noord Holland Noord of FBE zelf ook)?

Antwoord 10:
De OD NHN is door GS gemandateerd om toezicht te houden en waar nodig te handhaven op de Wet natuurbescherming. De OD NHN is op dagelijkse basis bezig met het controleren van jagers. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals surveillance en observaties in het veld, maar ook het controleren van jagers naar aanleiding van de ontvangst van een verplichte melding voorafgaand aan de start van de schadebestrijding.

Vraag 11:
Hoeveel jachtacties worden per jaar in Noord-Holland ongeveer gehouden? Op welke gegevens is uw antwoord gebaseerd? Hoeveel fte is beschikbaar voor toezicht en handhaving op de jacht (faunabeheer en hobbyjacht)?

Antwoord 11:
Het aantal jachtacties wordt niet geregistreerd. Schadebestrijding van knobbelzwanen is overigens wettelijk niet hetzelfde als jacht. De
knobbelzwaan is geen wildsoort zoals bedoeld in artikel 3.20, tweede lid van de Wnb. Over de inzet van fte’s voor toezicht en handhaving wordt gerapporteerd in de jaarstukken van de OD NHN.

Schadebedrag

Vraag 12
In de FBE Jaarverslagen vanaf 2019 is niet meer te zien om welk schadebedrag van knobbelzwanen het in de provincie gaat en hoeveel zwanen er gedood zijn vanaf dat moment.
Om welke getallen (schadebedrag en aantallen gedode zwanen) gaat het vanaf 2019 en waarom wordt dit niet meer opgenomen in de jaarverslagen?

Antwoord 12:
Schadecijfers worden verzameld en gepubliceerd door BIJ12. Dit is geen taak van de FBE. Zie antwoord 13a voor een overzicht van de recente schadecijfers die zijn verzameld door BIJ12. De FBE is wel verantwoordelijk voor het rapporteren van onder andere trendtellingen en afschotcijfers. Deze zijn terug te vinden in de jaarverslagen van de FBE.

Vraag 13:
Kent u de uitspraak Na vossen legt rechtbank ook afschot van zwijnen en zwanen stil | Nieuws | Rechtspraak[13] (24-2-‘22). Hierin is het oordeel van de rechter dat € 250 schade niet zonder meer als ‘belangrijke schade’ is aan te merken. Er moet volgens de rechter meer aan de hand zijn dan gewoon ongemak.
a. Hoeveel meldingen van gewasschade door knobbelzwanen zijn gedaan voor de jaren 2020, 2021 en 2022 en hoeveel daarvan betrof een schadebedrag van € 250 of lager?
b. Hoe hebt u invulling gegeven aan deze uitspraak? Zijn na 24-2-’22 geen zwanen meer gedood waar het ging om een schadebedrag van €250 of lager?

Antwoord 13:
a. Omdat knobbelzwanen tot aan de uitspraak van de Raad van State provinciaal vrijgesteld waren, was er voor een agrariër geen mogelijkheid om voor
schadetegemoetkoming in aanmerking te komen. Meldingen werden daarom ook niet getaxeerd. Hierdoor is er geen beeld van alle schade. Wel heeft BIJ12 tussen 2020 en 2022 deelschade getaxeerd als deelschade. Dat wil zeggen dat de getaxeerde schade op een locatie bijvoorbeeld deels werd veroorzaakt door grauwe ganzen (waar wel tegemoetkoming voor mogelijk is), maar waar de taxateur ook knobbelzwanen heeft vastgesteld als schadeveroorzakende soort.
Tussen 2020 en 2022 zijn er respectievelijk 20, 50 en 39 (109 in totaal) aanvragen voor een schadetegemoetkoming bij BIJ12 binnengekomen waar knobbelzwanen (naast andere soorten) een deel van de schade hebben veroorzaakt.
Tussen 2020 en 2022 is bij deze 109 aanvragen de schade veroorzaakt door knobbelzwanen getaxeerd op respectievelijk 10.129, 18.424 en 20.632 euro (49.185
euro in totaal).
Bij 66 van de 109 aanvragen voor schadetegemoetkomingen is de getaxeerde schade door knobbelzwanen minder dan 250 euro geweest.
b. Zoals al aangeven in de inleiding op de antwoorden heeft ten aanzien van de vrijgestelde status van de knobbelzwaan geen consistente schadetaxatie en geen
schadetegemoetkoming plaatsgevonden. Het is daarom voor ons niet mogelijk om een antwoord op deze vraag te geven.

Uitspraak Raad van State april 2023

Vraag 14:
Wat zijn wat u betreft de consequenties van deze uitspraak van de Raad van State dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan van de provincie onvoldoende zijn onderbouwd?

Antwoord 14:
Wij hebben u hierover geïnformeerd middels een brief d.d. 17 mei 2023 (kenmerk: 2027127/2038037).

Vraag 15:
Hoeveel dieren zijn er per soort (knobbelzwaan, meerkoet, spreeuw, gaai, ekster, houtduif, zwarte kraai, kauw, konijn en vos) vanaf de datum van goedkeuring door GS van het faunabeheerplan (juli 2017) tot heden zijn gedood onder de in strijd met de Wet natuurbescherming toegepaste provinciale en landelijke vrijstellingen?

Antwoord 15:
Vanaf 2017 tot aan de uitspraak van de Raad van State is er sprake geweest van een geldig faunabeheerplan Algemene soorten. Uitvoering conform het faunabeheerplan was niet in strijd met de wet. De afschotgegevens over de afgelopen jaren zijn weergegeven in de jaarrapportages van de FBE Noord-Holland.

Vraag 16:
Bent u bereid organisaties als de Faunabescherming en de Dierenbescherming te betrekken bij het opstellen van nieuwe faunabeheerplannen? Met welke organisaties werkt u daarnaast nog samen voor de nieuwe faunabeheerplannen en in welke vorm is die samenwerking vastgelegd?

Antwoord 16:
Dit is al het geval. De FBE Noord-Holland betrekt stakeholders bij het opstellen van een faunabeheerplan, zo ook de genoemde partijen. Welke stakeholders dit precies zijn, is afhankelijk van het plan en de opgave. Het is gebruikelijk dat stakeholders gevraagd worden om een reactie op een concept plan. Sinds vorig jaar worden de reacties op een plan ook als bijlage opgenomen bij het faunabeheerplan.

Vraag 17:
Bent u bereid ten alle tijden schadebestrijding op te lossen door alternatieve niet dodelijke middelen en te accepteren dat de intrinsieke waarde van het dier van belang is, zodat eventuele schade aan middelen van mensen een aanvaard risico is?

Antwoord 17:
Nee, we kunnen niet te allen tijde schadebestrijding oplossen door de inzet van niet dodelijke middelen. Wel biedt de wet en regelgeving hierover duidelijke kaders voor een zorgvuldige afweging; Voordat kan worden overgegaan tot de dodelijke bestrijding van beschermde soorten dient, onder andere, te worden bezien of er andere bevredigende, niet-dodelijke alternatieven beschikbaar zijn. Pas wanneer, onder andere, blijkt dat er geen andere bevredigende
alternatieven beschikbaar zijn, kan het besluit genomen worden om tot dodelijke bestrijding over te gaan. Dit toetsingskader voorafgaand aan besluitvorming geldt zowel voor ontheffingen die worden verleend door GS, alsook voor door PS bij verordening verleende vrijstellingen (in voorliggend geval de provinciale vrijstelling voor de knobbelzwaan).

Vraag 18:
Volgt u de dwingende oproep van de hoogste bestuursrechter om de resterende periode van het Faunabeheerplan Algemene soorten 2023-2027 weer met ontheffingen te werken, en geen gebruik meer te maken van de provinciale en landelijke vrijstellingen? Voor de knobbelzwaan, maar ook voor de meerkoet, de spreeuw, de gaai, de ekster, de houtduif, de zwarte kraai, de kauw, het konijn en de vos. Bent u bereid om elke ontheffing ter goedkeuring aan PS voor te leggen omdat het om maatschappelijk gevoelige besluiten gaat?

Antwoord 18:
Ten aanzien van de ontwikkelingen rondom de provinciale en landelijke vrijstellingen hebben wij u geïnformeerd middels een brief van 17 mei 2023. De besluitvorming omtrent ontheffingen verloopt volgens geldende landelijke wet- en regelgeving en provinciaal beleid. De OD NHN neemt, namens GS, besluiten ten aanzien van ontheffingsaanvragen. Deze werkwijze verandert niet.

Vraag 19:
Gaat u dit met spoed en breed bekendmaken binnen de provincie, zodat bekend is dat het Faunabeheerplan niet voldoet aan de wettelijke vereisten en er daardoor geen gebruik meer kan worden gemaakt van de provinciale en landelijke vrijstellingen?

Antwoord 19:
U bent hierover reeds geïnformeerd middels een brief d.d. 17 mei 2023 (kenmerk: 2027127/2038037). Tegelijkertijd is er vanuit de provincie, de OD NHN, de FBE en BIJ12 gecommuniceerd over de huidige situatie.

Kwaliteit FBE

Vraag 20:
In 2016 is de FBE geëvalueerd. De vraagstelling luidde: Hebben de activiteiten die door de FBE zijn uitgevoerd met behulp van de verstrekte subsidie bijgedragen aan de doelen die de provincie zich in het kader van het faunabeleid heeft gesteld? Een van de eindconclusies luidde: “De doeltreffendheid van de boekjaarsubsidie voor de FBE Noord-Holland over de periode 2010 tot en met 2014 wordt als beperkt beoordeeld.” In het “Opvolgingsonderzoek 2021 boekjaarsubsidie Faunabeheereenheid Noord-Holland"[14] uit 5 augustus 2021 wordt aanbevolen een volledige evaluatie uit te voeren kort na het verschijnen van het nieuwe Faunabeheerplan Algemene soorten, dat voor 2023 gepland staat. In de tussentijd kunnen de FBE en de provincie lopende verbeteringen verder vormgeven.
Wat is de stand van zaken van de evaluatie van de FBE en door wie wordt de evaluatie uitgevoerd?

Antwoord 20:
De conclusie van het opvolgingsonderzoek van 2021 stelt het volgende: “In 2023 zal de FBE een nieuw Faunabeheerplan Algemene soorten opstellen. Dit faunabeheerplan diende als casus in het eerste evaluatieonderzoek. Daarom is het moment van beschikbaar komen van een nieuwe versie van dit faunabeheerplan een goed moment om de boekjaarsubsidie opnieuw te evalueren. Beide versies van het plan kunnen dan goed met elkaar vergeleken worden. Dit betekent dat kort na het verschijnen van het nieuwe Faunabeheerplan Algemene soorten een nieuwe evaluatie van de boekjaarsubsidie voor de FBE zal worden uitgevoerd. ”
Op dit moment is er nog geen evaluatie in voorbereiding, omdat het nieuwe faunabeheerplan Algemene soorten nog niet is gemaakt.

Vraag 21:
Waarom is er niet voor gekozen om eerst een evaluatie van het functioneren van een partij uit te voeren, de aanbevelingen door te voeren, alvorens hen opdracht te geven nieuwe Faunabeheerplannen te laten ontwikkelen?

Antwoord 21:
Wij zijn geen opdrachtgever voor de faunabeheerplannen. De FBE Noord-Holland is een onafhankelijke stichting zoals is voorgeschreven door de Wnb. In deze stichting komen grondeigenaren en maatschappelijke organisaties samen. Het opstellen van faunabeheerplannen is een wettelijke taak die de FBE dient uit te voeren, als faunabeheer van beschermde soorten in welke vorm dan ook nodig is. De rol van GS hierin is alleen om de door de FBE opgestelde faunabeheerplannen (en eventuele ontheffingsaanvragen) te toetsen aan de geldende wet- en regelgeving.

Overigens vormde het functioneren van de Faunabeheereenheid Noord-Holland onderdeel van de evaluatie van de boekjaarsubsidie voor de FBE in 2016, die u hierboven bij vraag 20 heeft aangehaald. Deze evaluatie leidde tot een aantal aanbevelingen voor verbetering van het functioneren van de FBE. In het ook door u geciteerde Opvolgingsonderzoek van 2021 is onderzocht of deze aanbevelingen zijn opgevolgd. Dit blijkt grotendeels het geval. In paragraaf
3.3.1 van het opvolgingsonderzoek wordt positief geoordeeld over de doorgevoerde organisatorische veranderingen bij de FBE. Er was in 2021 dus geen aanleiding om te concluderen dat het nuttig of noodzakelijk was om het functioneren van de FBE op korte termijn opnieuw te evalueren in relatie tot de boekjaarsubsidie van de provincie.

[1] Omgevingsverordening NH2020 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl), artikel 4.8

[2] Provinciaal blad 2016, 6151 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

[3] Boosheid en verdriet in Hoogwoud om afschot zwanen. ’Laatste optie als wegjagen niet werkt’ | Noordhollands Dagblad

[4] ’Als je met een dode zwaan aan z’n nek ’t veld uitloopt, ligt dat gevoeliger dan een kraai’. Jagers reageren op commotie afschot | Noordhollands Dagblad

[5] EenVandaag gemist? Start met kijken op NPO Start

[6] wetten.nl - Regeling - Wet natuurbescherming - BWBR0037552 (overheid.nl)

[7] Media bibliotheek - Faunabeheer NH (fbenoordholland.nl)

[8] Media bibliotheek - Faunabeheer NH (fbenoordholland.nl)

[9] Partij voor de Dieren | Vragen over het jaarrond mogen doodschieten van zwanen in de hele provincie

[10] Uitspraak 201905176/1/A3 - Raad van State

[11] Vergadering Statencommissie NLWM 19-10-2017 Provincie Noord-Holland (stateninformatie.nl)

[12] Partij voor de Dieren | Vragen over het jaarrond mogen doodschieten van zwanen in de hele provincie

[13] Na vossen legt rechtbank ook afschot van zwijnen en zwanen stil | Nieuws | Rechtspraak

[14] https://api1.ibabs.eu/publicdownload.aspx?site=noordholland&id=1100380575

Interessant voor jou

Vragen over vier ontwerp-beheerplannen Natura 2000-gebied in Laag Holland

Lees verder

Vragen over voorgenomen zandwinning in Natura 2000- en RAMSAR-gebied IJsselmeer

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer