Vragen over vier ontwerp-beheerplannen Natura 2000-gebied in Laag Holland
Indiendatum: 20 apr. 2023
Inleiding
Op 7 maart 2023 heeft de Provincie Noord-Holland vier ontwerp-beheerplannen Natura 2000-gebied vastgesteld: voor ‘Polder Westzaan’, ‘Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder’, ‘Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske’ en ‘Eilandspolder’[1]. Het betreffen beheerplannen voor de beheerperiode 2023-2029. De status van de beheerplannen is “ontwerp” waardoor er de mogelijkheid is tot bijsturing en voor andere partijen de mogelijkheid om een zienwijze in te dienen (tot 27 april 2023). Doel van de natuurbeheerplannen is om maatregelen te benoemen die nodig zijn om de natuurdoelen te halen.
Opvallend is dat er nauwelijks een wijziging is ten opzichte van de huidige plannen, terwijl veel natuurdoelen niet gehaald worden en er voor deze beheerplanperiode 2023-2029 grote opgaven liggen voor de veenweidegebieden: een hoger waterpeil (brief I&W, Water en Bodem sturend[2]), halvering van de stikstofuitstoot[3], het behalen van de KRW-doelen over 4 jaar en een noodzakelijke transitie van de landbouw. Dit alles moet in het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) samenkomen in vergaande en urgente maatregelen en een nieuwe kijk op de landbouw. Er is geen tijd meer om maatregelen nog eens zes jaar vooruit te schuiven.
Een sprekend voorbeeld van het vooruitschuiven is een passage over mestgebruik in het ontwerp-beheerplan Eilandspolder: “Daarnaast is het gewenst het
mestgebruik terug te dringen ter verbetering van de waterkwaliteit op langere termijn. De mogelijkheden en kosten zullen met partijen gezamenlijk in beeld worden gebracht.”
Belangrijke oorzaken van het niet halen van natuurdoelen zijn: 1) een slechte waterkwaliteit door uitspoeling van mest, 2) te veel stikstof in de bodem door een te hoog mestgebruik en 3) verdroging door een te laag waterpeil, dat het huidige agrarisch gebruik dient.
In het kader van Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) moeten provincies natuurdoelanalyses (NDA’s) per Natura 2000-gebied opstellen. Deze analyses beschrijven de staat van de beschermde natuur in een gebied, wat de verwachte effecten van geplande maatregelen zijn en in welke richting aanvullende maatregelen nodig zijn om de natuur weer gezond te maken.[4]
In de ontwerp-beheerplannen worden verschillende waterkwaliteitsproblemen beschreven. Hierbij is ook de brief van de minister van I&W van toepassing, met de opdracht om Bodem en Water sturend te laten zijn in beleid en uitvoering. In de ontwerp-beheerplannen wordt echter uitgegaan van bestaande hydrologische maatregelen in veengebieden die niet voldoen aan het principe Bodem en Water sturend. Toch betreft het hier beheerplannen die vastgesteld worden tot en met 2029.
Vragen
Samenhang en volgordelijkheid
1. Hoe verhouden deze vier ontwerp-natuurbeheerplannen zich tot het PPLG dat de provincie aan het opstellen is?
2. Hoe verhouden deze vier ontwerp-natuurbeheerplannen zich tot de natuurdoelanalyses? Zijn deze hierin verwerkt?
3. Klopt het dat de maatregelen in de ontwerp-natuurbeheerplannen vooral PAS-herstelmaatregelen zijn, zoals plaggen, maaien en opslag verwijderen (zie hoofdstuk financiering) en geen maatregelen die de vervuiling bij de bron aanpakken?
4. Welke bronmaatregelen zijn in de ontwerp-natuurbeheerplannen opgenomen om de waterkwaliteit te verbeteren (mest), verdroging tegen te gaan (waterpeil) en stikstofdepositie terug te brengen (mest)?
5. Hoeveel geld wordt geïnvesteerd in bronmaatregelen en hoeveel in herstelmaatregelen?
6. In 2012 heeft de Partij voor de Dieren al vragen gesteld over het uitrijden (dumpen) van drijfmest in de Eilandspolder[5]. Vindt dit nog steeds plaats?
7. Deelt u de mening dat gebiedsvreemde import van mest niet past binnen grondgebonden, circulaire- en natuurinclusieve landbouw waar de provincie voor staat? Zo nee, wat is dan uw definitie van grondgebonden, natuurinclusieve kringlooplandbouw?
Zonering
8. Remkes noemt in zijn rapport ‘Wat wel kan’[6]
een zonering van de landbouw. Daarin zijn de N2000-gebieden ‘groene gebieden’ waarin de natuur voorop staat. Daaromheen liggen ‘gele gebieden’ als buffer voor de natuurgebieden, waar alleen biologische landbouw is toegestaan. Dit voorkomt vervuiling via water en lucht naar de natuurgebieden.
a) Waarom kiest de provincie niet voor overgangsgebieden rond N2000? Op welke wetenschappelijke bronnen baseert de provincie zich daarbij?
b) Hoe past het opnieuw blijven toestaan van ‘bestaand agrarisch gebruik’, met een teveel aan mest en een te laag grondwaterpeil, in de komende zes jaar in het advies van de groene zones? Op welke wetenschappelijke bronnen baseert de provincie zich daarbij?
c) Zouden alle landbouwbedrijven in N2000 niet een transitie moeten ondergaan naar op zijn minst biologisch of natuurinclusief niveau 3?
9. Zou een goede ecologische kwaliteit niet het leidend principe moeten zijn waarbij voor alle vervuilende activiteiten binnen zo’n gebied een uitfaseringsplan opgesteld moet zijn?
10. a) Op welke wijze wordt er toezicht gehouden op de natuurkwaliteit en het al dan niet optreden van verslechtering? We verzoeken u om de manieren van toezicht nauwkeurig te beschrijven en tevens te vermelden hoeveel geld voor dit toezicht is vrijgemaakt.
b) Acht u dit voldoende om te voldoen aan het verslechteringsverbod van artikel 6 lid 2 van de Habitatrichtlijn? Kunt u dit onderbouwen?
Toetsing huidig gebruik
11. Onder uitvoering van PAS-maatregelen (plaggen, maaien etc.) kan huidig agrarisch gebruik blijven plaatsvinden, zie ‘Toetsing huidig gebruik’.
a) Waren deze PAS-maatregelen niet uitdrukkelijk bedoeld als noodmaatregel om vervolgens zo snel mogelijk echte maatregelen te nemen, te weten: beperken mestgebruik?
b) Zijn de natuurbeheerplannen hiermee te kenmerken als verouderde PAS-plannen? Zo niet, kunt u dit onderbouwen?
Toetsing nieuwe activiteiten
12. Het kader voor vergunningverlening voor nieuwe activiteiten luidt dat er geen toename van stikstofdepositie en verslechtering waterkwaliteit mag plaatsvinden. Bent u het met ons eens dat het toetsingskader juist zou moeten zijn dat de activiteiten iets moeten bijdragen aan herstel van natuur en verbétering van de waterkwaliteit?
Water
13. In het advies ‘Leven met Water NH’[7]
van de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) is de conclusie helder: “Veel van de knelpunten zijn al eerder gesignaleerd, een aantal zelfs al in 1972 bij het verschijnen van "Grenzen aan de Groei". In die 50 jaar hebben we ons gespecialiseerd in het ontwikkelen van geitenpaadjes, in relativeren, in wegkijken en doorschuiven. Het is de huidige generatie die daar de tol van betaalt. Een verder doorschuiven kunnen we ons niet permitteren."
Hoe zijn de adviezen van PARK verwerkt in deze beheerplannen?
14. Op welke manier dragen de huidige maatregelen/plannen bij aan het stoppen en terugdraaien van bodemdaling, zoals als doel gesteld in de provinciale Omgevingsvisie? En hoe staat dit in verhouding tot de investeringen die de bodemdaling slechts remmen, wat weer ‘doorschuiven’ is?
15. De ontwerp-beheerplannen accepteren inklinking en onderbemaling in veenweidegebieden. De brief “Water en Bodem sturend” pleit voor een peil van 20 cm als optimum voor reductie van uitstoot van de broeikasgassen CO2, methaan en lachgas.
Waarom is gekozen voor een max. 40 cm onderbemaling?
16. Het is niet de verwachting dat met de maatregelen in de natuurbeheerplannen de KRW-doelen behaald worden. Daarmee voldoen de ontwerp-beheerplannen niet aan het ‘Regionaal Waterprogramma Noord-Holland 2022-2027’ waarin als doel is opgenomen ‘een goede ecologische en chemische toestand.’
a) Hoe verhouden de vier ontwerp-beheerplannen zich tot het Regionaal Waterprogramma Noord-Holland 2022-2027 en de KRW-doelen?
b) Zouden de voor de natuurdoelen benodigde waterkwaliteit en waterpeil in N2000-gebieden niet leidend moeten zijn voor de toegestane activiteiten in het gebied? Zo niet, op welke wetenschappelijke en juridische bronnen baseert de provincie zich dan?
17. Er is relatief weinig aandacht voor de waterkwaliteit, terwijl dat ook een provinciale aangelegenheid is. Verder is nauwelijks terug te lezen hoe de samenwerking met het waterschap HHNK verloopt bij het inzetten van maatregelen.
a) Hoe verloopt de samenwerking met HHNK?
b) Welke bronmaatregelen kunnen de provincie en het waterschap inzetten om de waterkwaliteitsdoelen te halen?
c) Is bij het opstellen van deze beheerplannen afgestemd welke bronmaatregelen gaan worden ingezet? Want we lezen dat in de meeste gevallen de uitwerking nog moet plaatsvinden in samenwerking met HHNK. En op welke wetenschappelijke bronnen baseert de provincie en het waterschap zich dan?
Monitoring
18. In de natuurdoelanalyses is meerdere keren te lezen dat de beschikbare gegevens ontoereikend zijn om een onderbouwde conclusie met betrekking tot realisatie van behoudsdoelstellingen te kunnen trekken. Er is dan een inschatting van de populatie gedaan op basis van provinciale trends. Bijvoorbeeld voor de noordse woelmuis waarvoor op landelijke schaal het gebied de Eilandspolder van bijzonder belang is.
a) Hoe kan het dat er zoveel lacunes zijn in de monitoring? Kunt u precies beschrijven hoe de monitoring nu geregeld is en hoeveel geld daarvoor beschikbaar is gesteld?
b) Wat gaat GS daaraan doen? Komt er extra geld beschikbaar voor monitoring?
Financiering
19. De financieringsparagraaf is zeer beknopt. Verwezen wordt naar financiering door het Rijk van PAS-herstelmaatregelen. Is er voor overige maatregelen, zoals bronmaatregelen (vervuiling stoppen) en watersysteemherstelmaatregelen, geen geld? Als dat geld er wel is, kunt u toelichten hoeveel geld dan waar precies naartoe gaat?
Doden van dieren
20. In de natuurdoelanalyses van de gebieden Eilandspolder en ‘Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske’ is te lezen dat dat het instandhoudingsdoel voor onder andere meerkoeten niet wordt gehaald. In het Jaarverslag 2021[8]
van de Faunabeheereenheid (FBE) is te lezen dat er met goedkeuring van de provincie dat jaar 1592 meerkoeten zijn geschoten.
Zijn er ook meerkoeten in deze twee N2000 gebieden geschoten? Zo ja, hoeveel, op welke wetenschappelijke gronden en hoe verhoudt dit zich tot de N2000-doelen?
21. Voor de gebieden ’Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske’, ‘Eilandspolder’ en ‘Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder’ is in het beheerplan ook gecoördineerd ganzenbeheer opgenomen. Regionale beheerteams gaan het aantal ganzen dat het hele jaar in dit gebied verblijft kleiner maken, vooral door in het vroege voorjaar veel te schieten (koppel- en voorjaarsafschot). Ook is het vergassen van ganzen in de ruiperiode in plannen opgenomen.
a) Hoeveel ganzen denkt u dat er dit voorjaar (incl. vergassingen) in deze vier gebieden gedood worden?
b) De maatschappelijke weerstand tegen het doden van dieren neemt toe en daarmee de roep om meer te investeren in het zoeken naar niet-dodelijke middelen. Ziet GS mogelijkheden voor niet-dodelijke alternatieven en is GS bereid om meer te investeren in het zoeken naar niet-dodelijke oplossingen, zoals eerder beloofd aan PS?
Vervolg
22. Bent u bereid om in de ontwerp-natuurbeheerplannen een ijkmoment over maximaal twee jaar op te nemen, met als doel om te kritisch te kijken of maatregelen moeten worden aangescherpt om natuurdoelen te halen?
23. Bent u voornemens om deze ontwerp-beheerplannen in lijn te brengen met provinciale, landelijke en Europese regelgeving en te voorzien van een duidelijke tijdlijn waarin de gestelde doelen behaald worden?
[1] https://www.noord-holland.nl/Actueel/Archief/2023/Maart_2023/Beheerplannen_voor_4_Natura_2000_natuurgebieden_aangepast_en_ter_inzage
[2] https://open.overheid.nl/documenten/ronl-c35e65eba0903d738ae26dab222462337b0d8de7/pdf , 25 nov. ‘22
[3] Zie blz. 21 Adviescollege Remkes Niet alles kan overal | Rapport | Rijksoverheid.nl
[4] Eerste getoetste natuurdoelanalyses beschikbaar | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
[5] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/vragen/stimuleren-uitrijden-drijfmest-in-natuurgebied
[6] Wat wel kan: Uit de impasse en een aanzet voor perspectief | Rapport | Rijksoverheid.nl, 2022
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bomenkap Bergen aan Zee
Lees verder
Vragen over afschot zwanen in Hoogwoud en uitspraak Raad van State die streep zet door gebruikmaken provinciale en landelijke vrijstellingen
Lees verder