Discussienota Partij voor de Dieren en GroenLinks over de ondersteuning van Wildopvangcentra
Discussienota Partij voor de Dieren en GroenLinks over de ondersteuning van Wildopvangcentra
Ter agendering in Commissie Landelijk Gebied op 27 mei 2024
Door:
Partij voor de Dieren, statenlid Ilona Haas,
GroenLinks, statenlid Ruchama Bwefar
Aanleiding discussienota
In november 2022 is een motie[1]
door Provinciale Staten aangenomen, waarin de gedeputeerde Dierenwelzijn wordt opgeroepen om als GS in overleg te treden met o.a. gemeenten en de wildopvangsector, met het doel een structurele financiering te verkennen en deze verkenning af te ronden voor 15 maart 2023. Tot op heden is PS nog niet geïnformeerd over de uitvoering van deze motie noch over een voorstel voor structurele financiering, terwijl de nood hoog is bij wildopvangcentra in Noord-Holland (zie bijlage voor overzicht). De toestroom van hulpbehoevende in het wild levende dieren wordt steeds groter en de kosten voor de juiste zorg stijgen. Ook op basis van de antwoorden op Schriftelijke Vragen[2]
van de Partij voor de Dieren lijkt nauwelijks actie te worden ondernomen door GS om de eerder aangenomen motie in uitvoering te brengen. Dat brengt Partij voor de Dieren in Noord-Holland ertoe om een discussienota te agenderen om opnieuw de nood van de wildopvangcentra en daarmee de zorg voor in het wild levende dieren onder de aandacht te brengen.
Recentelijk waren de wildopvangcentra nog in het nieuws over de problemen die zij ervaren door het toenemende aantal dieren die zij opvangen:
- 18 april 2024: Noodlijdende Helderse vogelopvang gaat mogelijk nooit meer open - NH Nieuws
- 1 februari 2024: Wildopvang Bonte Piet vangt elk jaar 200 dieren op, maar Stede Broec vergoedt niks - NH Nieuws
- 10 december 2023: Wildopvang Bonte Piet schiet te hulp met opvang van egels, maar heeft zelf ook zorgen - NH Nieuws
Ontwijkende antwoorden Gedeputeerde Staten
De Partij voor de Dieren heeft GS in schriftelijke vragen bevraagd over de voortgang van de uitvoering van bovengenoemde motie uit 2022. De nood is hoog, zo bleek uit recente berichtgeving, om vaart te maken om samen met gemeenten te komen tot een structurele financiering van opvangcentra voor wilde dieren in nood. Deze oproep komt niet alleen van de Partij voor de Dieren , GroenLinks en een meerderheid van Provinciale Staten in 2022, maar ook van de Raad voor Dierenaangelegenheden[3] (RDA), de wildopvangcentra[4] zelf en recent de gemeente Stede Broec[5].
Wildopvangcentra verrichten immers een maatschappelijke dienst voor Noord-Holland en werken regionaal, over gemeentegrenzen heen. Juist door deze gemeentegrensoverschrijdende inrichting van de wildopvangcentra is regie en coördinatie door de provinciale overheid nodig.
Die opvangcentra hebben het financieel moeilijk en de aantallen dieren die worden opgevangen blijven stijgen terwijl het aantal wildopvangcentra verder afneemt. Ook blijkt uit de cijfers dat het aantal opgevangen dieren per organisatie een stijgende lijn vertoont (gemiddeld van ca. 1800 naar 2200 per wildopvangcentrum per jaar). Gemiddeld worden door alle 64 wildopvangcentra in Nederland 115.000 dieren per jaar opgevangen. Dit blijkt uit recent onderzoek van Stichting Wildopvang.nl over de periode van 2018-2022.
Dit onderzoek betekent dat het niet alleen om hulp aan het individuele dier gaat, maar de aantallen dieren die worden gered, ook invloed hebben op het behoud van de soort(en) en de biodiversiteit, zeker als het gaat om lokale populaties.
De inheemse wilde dieren die worden opgevangen door de Noord-Hollandse wildopvangcentra omvatten alle diersoorten die voorkomen in de provincie. Het gaat bijvoorbeeld om in het wild levende diersoorten zoals egels, tweekleurige vleermuizen, andere vleermuissoorten, hazen, wilde konijnen, eekhoorns, zeehonden, Jan van Genten, scholeksters en andere weidevogelsoorten. Maar ook mussen, appelvinken, houtsnippen, kleine mantelmeeuwen, wezels, hermelijnen, boommarters enzovoort. De lijst is eindeloos. Kortom, elke inheemse zoogdier of -vogelsoort die in onze provincie voorkomt, waarvan in veel gevallen ook de soort bedreigd wordt door allerhande oorzaken die met menselijke activiteiten of handelingen te maken hebben. Dat laatste maakt het ook tot een morele verantwoordelijkheid om wildopvangcentra te ondersteunen.
De opvang, verzorging, revalidatie, het grootbrengen van de jonge verweesde dieren en het weer correct uitzetten van alle dieren uit de opvang in de natuur, kost veel geld terwijl er geen verplichte, structurele financiering voor dit werk bestaat. Daardoor zijn de wildopvangcentra bijna allemaal afhankelijk van incidentele giften van particulieren, legaten en vermogensfondsen. Een enkel wildopvangcentrum heeft 1 of meerdere subsidierelaties met omliggende gemeenten. Maar aangezien het financieel ondersteunen van wildopvangcentra, in tegenstelling tot de opvang van zwerf- en afstands (huis)dieren een zogenaamde bovenwettelijke taak is, , zijn veel gemeenten niet genegen te betalen voor geleverde diensten. Dat is te weinig en onzeker voor het exploiteren van een professioneel wildopvangcentrum. De grootste kostenpost blijft, zelfs voor vrijwilligersorganisaties wat de Nederlandse wildopvangcentra nu eenmaal zijn, de arbeidskosten. Een professioneel wildopvangcentrum dat zich aan alle wettelijke verplichtingen moet houden, moet over ten minste een betaalde kracht als een beheerder beschikken en enkele vakbekwame dierverzorgers in dienst hebben. Het meeste werk wordt door vrijwilligers gedaan, die intern worden opgeleid. Maar werken met vrijwilligers is onzeker. Niet in de laatste plaats doordat ze steeds schaarser worden en de dieren 24/7 verzorgd moeten worden.[6] Daarom hebben de meeste wildopvangcentra een of meerdere betaalde krachten voor de dierverzorging, om ook als er minder of geen vrijwilligers zijn, de dieren in de opvang te kunnen blijven verzorgen. Andere grote kostenposten zijn de dierenartskosten en de vaak gespecialiseerde diervoedingsproducten. Daarnaast is er ook geld nodig om aan verduurzaming te doen om bijvoorbeeld energiekosten te drukken. Soms is zelfs totale nieuwbouw nodig, zoals in het geval van Wildopvang De Paddenstoel (Den Helder) en deels in De Toevlucht (Amsterdam) of is een relocatie misschien de beste optie (Wildopvang De Bonte Piet). Voor de broodnodige bijscholing van het personeel, zijn de wildopvangcentra nu aangewezen op liefdadigheidsorganisaties zoals Stichting DierenLot, of op de vrijgevigheid van de vaste dierenartspraktijk die aan het wildopvangcentrum is verbonden. Die leert bijvoorbeeld vrijwilligers om zelf microscopisch onderzoek uit te voeren.
De Partij voor de Dieren wilde met deze schriftelijke vragen, ingediend op 21 februari 2024, weten of het gesprek met gemeenten dat GS eind vorig jaar aankondigde, heeft plaatsgevonden en wat het concreet heeft opgeleverd. Ook wilde de partij weten of de provincie bereid is de regie te nemen om te komen tot een structurele financiering voor de wildopvangcentra. En of zij nog voor de zomer met een voorstel kan komen, zodat dit nog op tijd is voor de bespreking van de begroting volgend jaar.
De Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) adviseert overheden in haar rapport “Zienswijze Dilemma’s in de wildopvang” (2022) om hun verantwoordelijkheid te nemen en de opvangcentra structureel te helpen.
In het RDA-rapport is dit te lezen:
- “Omdat de regionale functie van wildopvangcentra en de verantwoordelijkheden voor natuurbeheer en het verlenen van ontheffingen aan wildopvangcentra bij de provincies ligt, ligt het voor de hand om de zorg voor een structurele financiering daar te leggen. Provincies kunnen aansluiten bij de betrokkenheid die een aantal gemeenten nu al tonen bij wildopvang”
- “De wildopvangcentra hebben goede voorbeelden en nieuwe ideeën op welke wijze structurele financiering kan worden ingezet (bijvoorbeeld instandhoudingsbijdrage, professionaliseringsbijdrage, kosten per dier, fonds). Werk samen met hen aan de concrete invulling en vormgeving van de ondersteuningsstructuur vanuit gezamenlijke belangen.”
De Wet Dieren schrijft in artikel 2.1 voor dat hulpbehoevende wilde dieren door burgers, ondernemers en overheden geholpen moeten worden:
- Lid 6 Een ieder verleent een hulpbehoevend dier de nodige zorg
- Lid 7 Het bij en krachtens het eerste tot en met het zesde lid bepaalde is tevens van toepassing ten aanzien van andere dan gehouden dieren.”
In de Memorie van Toelichting van de Wet dieren, pag. 82 staat een verwijzing naar dit artikel ”Ook de plicht tot het verlenen van de nodige zorg aan hulpbehoevende dieren is ten aanzien van wilde dieren van toepassing”.
Gezien de wettelijke regels, kosten, tijd, kennis en faciliteiten die nodig zijn voor het geven van hulp aan wilde dieren in nood, kunnen burgers, ondernemers en overheden die zorgplicht alleen vervullen met hulp van gespecialiseerde wildopvangcentra.
Beantwoording door GS
GS wijst in haar beantwoording op de vragen op een andere tekst in het RDA-rapport, te weten het advies van de RDA aan de minister om in te zetten op drie kernpunten:
- Zorg voor continuïteit via structurele financiering. De RDA vraagt in de zienswijze aan het Rijk om daarover met andere overheden in gesprek te gaan en afspraken te maken over ieders bevoegdheden rondom wildopvang, inclusief structurele financiering. De RDA benoemt dat provincies hier een rol in zouden kunnen spelen vanwege het regionale karakter.
- Zorg voor een landelijke basiskwaliteit van hulp. De Rijksoverheid heeft volgens de RDA een leidende rol in het faciliteren van een landelijk netwerk voor uniformiteit, continuïteit en basiskwaliteit van dierenhulpverlening als het gaat over wildopvang en dierenambulances (het transport voor wilde dieren, dit wordt vaak niet vergoed door gemeenten omdat het gaat om dieren ‘zonder eigenaar’.)
- Zorg voor een goede informatievoorziening en stimuleer onderzoek en kennisuitwisseling. Burgers moeten op de hoogte zijn van de acties die ze kunnen ondernemen wanneer ze hulpbehoevende dieren aantreffen, en wanneer acties juist niet nodig zijn. De overheid kan daarin een faciliterende rol spelen.
GS zegt te wachten op het ministerie van LNV om de geplande bijeenkomst met gemeenten te organiseren. In dat overleg wil ze vooral spreken over formats over de wildopvangcentra. Deze kunnen worden gebruikt als hulpmiddel voor de verbetering van de basiskwaliteit van de opvang. En GS is nog niet zover om, zoals de RDA stelt, te erkennen dat het logisch is om de zorg voor een structurele financiering bij de provincie te leggen. Een financiering moet bijdragen aan een kwalitatief goede wildopvang. En hiervoor moeten de kwaliteitsstandaarden duidelijk zijn voor alle partijen, en moet er ook op kunnen worden toegezien en gehandhaafd. Oftewel, eerst gesprekken over een landelijke basiskwaliteit aldus GS. Daaruit volgen wellicht gesprekken over een structurele financiering.
Reactie Partij voor de Dieren en GroenLinks,
De Partij voor de Dieren en GroenLinks vinden de antwoorden van GS ontwijkend en onnodig vertragend. Een meerderheid van Provinciale Staten heeft zich eerder al uitgesproken over de rol van de provincie als aanjager om gezamenlijk met andere overheden tot structurele financiering te komen.
De provincie lijkt zicht te verschuilen achter processen en het Rijk, in plaats van de nood van wildopvangcentra te erkennen en dit probleem, met gevolgen voor de biodiversiteit en kwaliteit van onze natuur, aan te pakken. Het is de provincie die verantwoordelijk is voor de natuur, waartoe in het wild levende dieren behoren.
GS maakt de kwestie onnodig complex door steeds maar weer af te wachten en naar nieuwe protocollen te verwijzen die bovenop bestaande beleidsregels komen.
De wildopvang levert diensten voor alle gemeenten; via een kostenberekening is bijvoorbeeld een vast bedrag van een aantal cent per inwoner per jaar te bepalen, te verrekenen naar gemeentes en de provincie. Wanneer het voldoen aan kwaliteitsstandaarden, geregeld door het Ministerie van LNV in Beleidsregels Kwaliteit Opvang Diersoorten, leidt tot hogere kosten dan kan dit worden aangepast in de bewonersbijdrage. Kwaliteitstandaarden en regelen van financiering kan dus gelijktijdig oplopen.
Daarnaast kan een bedrag per geleverde dienst worden berekend aan gemeenten, zoals bijvoorbeeld het ophalen en het verzorgen van een zwaan met vishaak in de bek. Er zijn meerdere methodes om de kosten te bepalen en om tot een verdeelsleutel te komen.
De Provincie Noord-Holland hoeft niet zelf het wiel uit te vinden: in tal van andere provincies zijn er reeds regelingen getroffen. Zo hebben de Provincie Utrecht en Provincie Limburg niet alleen een financieringsregeling voor de regionaal opererende wildopvangcentra, maar vergoeden zij ook de ritkosten van in het wild levende dieren door de lokale dierenambulances. Recentelijk is in Brabant voor de komende vier jaar elk jaar 150.000 euro voor de vier Brabantse wildopvangcentra gereserveerd. En heel recent, in Zuid-Holland is er maar liefst 1 miljoen euro gereserveerd voor de Zuid-Hollandse wildopvangcentra.[7] Stichting Wildopvang bijvoorbeeld kan daarin meedenken voor een passende oplossing voor structurele financiering voor de wildopvangcentra in Noord-Holland.[8]
Op dit moment lijkt GS echter geen enkele aanstalten te maken tot regie, coördinatie of ondersteuning met financiële middelen van de wildopvangcentra, de oproep van een meerderheid van PS ten spijt. De Noord-Hollandse wildopvangcentra roeien met de riemen die zij hebben. Het is moeilijk een algemene conclusie te trekken, omdat de individuele wildopvangcentra zeer van elkaar verschillen. Maar voor alle wildopvangcentra in Noord-Holland geldt dat zij om hun exploitatiekosten te kunnen betalen geld nodig hebben. Structureel geld. En dus een structurele financiering door de Provincie Noord-Holland met eventueel coördinatie van gemeentelijke bijdragen, volgend uit de motie van de Partij voor de Dieren en GroenLinks uit 2022.
Discussiepunten
Vragen aan de Statencommissie Landelijk Gebied:
- Wat vinden de fracties van het feit dat de motie vastgesteld door Provinciale Staten in 2022 na anderhalf jaar nog niet is uitgevoerd?
- Hoe denken de fracties over de mogelijkheden voor uitvoering van deze breed in PS aangenomen motie uit november 2022?
- Zijn de fracties het met de RDA eens dat het voor de hand ligt dat de zorg voor een structurele financiering bij de provincies ligt en dat provincies kunnen aansluiten bij de betrokkenheid die een aantal gemeenten nu al tonen bij wildopvang?
- Zijn de fracties, in navolging van de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Limburg, bereid structurele financiële middelen beschikbaar te stellen voor wildopvangcentra en hiertoe bijvoorbeeld de expertise van Stichting Wildopvang te betrekken?
Vragen aan Gedeputeerde Staten:
- Op welke wijze voert GS de portefeuille dierenwelzijn momenteel uit in relatie tot de opvang van gewonde en zieke in het wild levende dieren?
- Is GS zich bewust van de noodzaak om de zorg voor in het wild levende dieren en de regie in de samenwerking met andere overheden op zich te nemen om de biodiversiteit te bevorderen en de kwaliteit van de natuur te versterken?
- Is GS het met de RDA eens dat het voor de hand ligt dat de zorg voor een structurele financiering bij de provincies ligt en dat provincies kunnen aansluiten bij de betrokkenheid die een aantal gemeenten nu al tonen bij wildopvang?
- Is GS bereid om inde kaderbrief met een voorstel te komen voor structurele financiering van wildopvangcentra in Noord-Holland?
Bijlage Overzicht Wildopvangcentra Noord-Holland
Nummer |
Opvangcentrum |
Plaats |
Provincie |
1 |
Stichting S.O.S Dolfijn |
Anna Paulowna |
Noord-Holland |
2 |
Zoogdier- en Vogelopvangcentrum De Toevlucht |
Amsterdam |
Noord-Holland |
3 |
Ecomare |
De Koog (Texel) |
Noord-Holland |
4 |
Stichting Vleermuisopvang Noord-Holland |
Heerhugowaard |
Noord-Holland |
5 |
Stichting Vogelrampenfonds/Het Vogelhospitaal Haarlem |
Haarlem |
Noord-Holland |
6 |
Vogelhospitaal Naarden/ Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland |
Naarden |
Noord-Holland |
7 |
Wildopvang De Bonte Piet |
Midwoud |
Noord-Holland |
8 |
Wildopvang Krommenie |
Krommenie |
Noord-Holland |
9 |
Vogelasiel De Paddestoel |
Den Helder |
Noord-Holland |
10 |
Stichting Egelopvang Haarlem e.o. |
Haarlem |
Noord-Holland |
11 |
Wings of Change |
Andijk |
Noord-Holland |
12 |
Stichting Egelopvang Samen Prikken |
Broek op Langedijk |
Noord-Holland |
13 |
Stichting Egelopvang Midden-Nederland |
Huizen |
Noord-Holland |
[1] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/moties/toekomst-van-noord-hollandse-wildopvangcentra-borgen
[2] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/vragen/vragen-over-regelen-van-structurele-financiering-wildopvangcentra
[3] RDA Zienswijze Dilemma's in de wildopvang | Zienswijze | Raad voor Dierenaangelegenheden
[4] Document NoordHolland - Schriftelijke inspraak d.m.v. brief aan PS en GS over wildopvang.pdf - iBabs Publieksportaal (bestuurlijkeinformatie.nl)
[5] Geen geld voor wildopvang Bonte Piet, Stede Broec wijst naar provincie voor oplossing - NH Nieuws
[6] Wat in deze discussienota buiten beschouwing blijft, is het maatschappelijke relevante bijverschijnsel van een vrijwilligersorganisatie: alle wildopvangcentra werken met vrijwilligers en stagiaires. Zij zijn onmisbaar om de organisatie draaiende te houden. Wie zijn deze mensen? Vrijwilligers die bijvoorbeeld bezig zijn met een reïntegratietraject na een burn-out, of vrijwilligers die een bepaald ‘rugzakje’ met zich meedragen en daardoor ongeschikt zij voor regulier werk. Wildopvangcentra geven deze mensen een behalve een nuttige dagbesteding, ook de mogelijkheid tot sociale contacten en het gevoel dat zij ‘ertoe doen in de maatschappij.’
[7] https://pzh.notubiz.nl/document/13370724/1/Begroting+2024+-+PS+08-11-2023
[8] Stichting Wildopvang.nl heeft het overzicht van de financiering door andere Nederlandse provincies aan wildopvangcentra. De Stichting heeft ook andere mogelijke modellen voor financiering. Maar is erg geïnspireerd door de Vlaamse overheidsfinanciering van de wildopvangcentra in Vlaanderen. Daar wordt maatwerk geleverd aan elk opvangcentrum door met een regeling te komen die zowel een halve arbeidskracht financiert aan een individueel wildopvangcentrum, alsmede de opvang verplicht om zelf meer aan fondsenwerving te doen om de andere halve arbeidskracht zelf te kunnen betalen. Overheid en opvangcentrum betalen samen dan een dierverzorger of beheerder. En deze subsidiebeschikking gaat tot een maximum van drie geheel betaalde arbeidskrachten die wildopvangcentra in dienst kunnen nemen.
Status
Ingediend
Voor