Vragen over toestemming GS om de stadsduif met een luchtbuks te doden


Indiendatum: 31 jan. 2023

https://rb.gy/zi7zfm

Inleiding
Op 3 januari 2023 is het “Besluit van Gedeputeerde Staten 27 december 2022, nr 1950636-19506371, de aanvraag van Anticimex van 14 juli 2021 om de Stadsduif (Columb(i)a livia forma domestica) met het luchtdrukgeweer te kunnen bestrijden” gepubliceerd.[1]

Gedeputeerde Staten heeft ervoor gekozen om een zeer ruime opdracht af te geven voor het doden van stadsduiven. Deze opdracht regelt geen bronaanpak om overlast te voorkomen van de stadsduif en geen afweging qua dierenwelzijn. Hoewel jagers ook aangeven dat duiven
“diervriendelijk doden” lastig is met een luchtbuks, omdat dit alleen mogelijk is met een hoofdschot of nekschot. De opdracht is gegeven aan een commercieel bedrijf.

Het Besluit volgt artikel 3.18 Wet natuurbescherming (Wnb), waarin staat dat “Gedeputeerde Staten kunnen aan faunabeheereenheden of wildbeheereenheden, aan andere samenwerkingsverbanden van personen, of aan personen opdracht geven om (..) de omvang van
een bij de opdracht aangeduide populatie van vogels (..) te beperken..”.

Vragen

Vraag 1:
Het is niet duidelijk wie “Anticimex te Lelystad” is. Volgens de Kamer van Koophandel betreft het hier een Besloten Vennootschap dat daarmee een zelfstandig rechtspersoon is. Kunt u aangeven of volgens de Wnb (artikel 3.18) dit een WBE, samenwerkingsverbanden van personen of een persoon is?

Vraag 2:
Volgens de Wnb 3.18 lid 1 verleent GS opdracht. Welke opdracht heeft Anticimex van GS gekregen?

Vraag 3:
De opdracht wordt verleend omdat “gebleken is dat bestrijding .. noodzakelijk is in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid, en ter voorkoming van schade en overlast. “.
Kunt u specificeren:
a. Waaruit blijkt dat het doden noodzakelijk is om schade en overlast te voorkomen?
b. De GGD verwijst naar het weren van duiven [2], niet naar het doden om de volksgezondheid te beschermen. Waaruit blijkt dat doden van stadsduiven noodzakelijk is voor de volksgezondheid?
c. Waaruit blijkt dat doden noodzakelijk is voor de openbare veiligheid?

Vraag 4:
Het geven van een ontheffing voor schadebestrijding door middel van het gebruik van een (luchtdruk)geweer om in het wild levende dieren te doden is aldus de FBE een laatste redmiddel.
Worden in alle gevallen eerst preventieve maatregelen uitgevoerd? Zo ja, hoe is dit geborgd in deze opdracht?

Vraag 5:
Het betreft hier het doden van stadsduiven in de bebouwde kom (volgens besluit 3e). Vindt er overleg plaats tussen B&W van de betreffende gemeente om te komen tot diervriendelijke alternatieven?

Vraag 6:
Wordt het doden van stadsduiven uitgevoerd volgens een faunabeheerplan? Zo nee, tot welke populatie reductie wil GS komen?

Vraag7:
Sovon laat zien dat de populatie stadsduiven aan het dalen is [3] en geeft als oorzaak veranderde leefomgeving en voedselaanbod dat minder wordt. In hoeverre heeft deze opdracht significante invloed op de populatie?

Vraag 8:
Is er overwogen om verplichting tot niet dodelijke middelen in te zetten. Zo ja, welke alternatieven voor jacht waren dat en zijn deze uitgevoerd?

Vraag 9:
De opdracht is afgegeven voor de “Columb(i)a livia forma domestica” (Stadsduif) en niet voor de “Columba livia” (Rotsduif).
a. Kunt u aangeven hoe deze twee duiven zijn te onderscheiden van elkaar?
b. Kunt u garanderen dat niet de Rotsduif gedood wordt?

Vraag 10:
Hoe wordt voorkomen dat alleen verwilderde duiven en niet gehouden duiven worden gedood?

Vraag 11:
Worden buurtbewoners (bijv. duivenmelkers) gewaarschuwd, voordat de stadsduiven geschoten gaan worden?

Vraag 12:
De Belgische Raad voor Dierenwelzijn heeft in 2011 een rapport uitgebracht [4] waarin geconcludeerd wordt dat verdelging geen invloed heeft op de grootte van de populatie. Welke inzichten heeft GS dat populatiereductie in Noord-Holland wel het gewenste resultaat zal hebben?

Vraag 13:
Heeft de provincie niet dodelijk beleid m.b.t. overlastbeperking van de stadsduif, bijvoorbeeld via educatie, voedselaanbodbeperking en duiven werende maatregelen?

Vraag 14:
In een eerdere aanvraag [5] is te lezen dat er geen mandaat is neergelegd bij de OD NHN, maar dat GS hier zelf bevoegdheid over heeft. Welke kaders heeft PS meegegeven aan GS voor het verlenen van
deze opdrachten?

Vraag 15:
Bent u het eens met de Partij voor de Dieren dat de opdracht voor het doden van de Columb(i)a livia forma domestica ingetrokken moet worden en dat ingezet moet worden op niet dodelijke manieren om overlast te voorkomen?

[1] https://zoek.officielebekendma...
[2] https://ggdleefomgeving.nl/ver...
[3] https://stats.sovon.nl/stats/s...
[4] Microsoft Word - Cardinal B - Rapport pigeons - 22535 - tra nl.doc (leefmilieu.brussels)
[5] Provinciaal blad 2022, 10951 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

Indiendatum: 31 jan. 2023
Antwoorddatum: 7 mrt. 2023

Partij voor de Dieren | Bomenkap Bergen aan Zee

Inleiding
Op 3 januari 2023 is het “Besluit van Gedeputeerde Staten 27 december 2022, nr 1950636-19506371, de aanvraag van Anticimex van 14 juli 2021 om de Stadsduif (Columb(i)a livia forma domestica) met het luchtdrukgeweer te kunnen bestrijden” gepubliceerd.[1]

Gedeputeerde Staten heeft ervoor gekozen om een zeer ruime opdracht af te geven voor het doden van stadsduiven. Deze opdracht regelt geen bronaanpak om overlast te voorkomen van de stadsduif en geen afweging qua dierenwelzijn. Hoewel jagers ook aangeven dat duiven
“diervriendelijk doden” lastig is met een luchtbuks, omdat dit alleen mogelijk is met een hoofdschot of nekschot. De opdracht is gegeven aan een commercieel bedrijf.

Het Besluit volgt artikel 3.18 Wet natuurbescherming (Wnb), waarin staat dat “Gedeputeerde Staten kunnen aan faunabeheereenheden of wildbeheereenheden, aan andere samenwerkingsverbanden van personen, of aan personen opdracht geven om (..) de omvang van
een bij de opdracht aangeduide populatie van vogels (..) te beperken..”.

Vragen

Vraag 1:
Het is niet duidelijk wie “Anticimex te Lelystad” is. Volgens de Kamer van Koophandel betreft het hier een Besloten Vennootschap dat daarmee een zelfstandig rechtspersoon is. Kunt u aangeven of volgens de Wnb (artikel 3.18) dit een WBE, samenwerkingsverbanden van personen of een persoon is?

Antwoord 1:
Artikel 3.18 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) maakt geen onderscheid tussen natuurlijke personen of rechtspersonen. Een B.V. is een rechtspersoon. Anticimex is een internationaal bedrijf dat zich inzet voor plaagdierbeheersing. Er zijn meerdere kantoren in Nederland, waarvan de locatie Lelystad er één is. Het kantoor in Lelystad is gespecialiseerd in overlast door toedoen van vogels. Deze opdracht is gericht aan het kantoor in Lelystad, waar alleen specifiek
benoemde medewerkers gebruik kunnen maken van de opdracht.

Vraag 2:
Volgens de Wnb 3.18 lid 1 verleent GS opdracht. Welke opdracht heeft Anticimex van GS gekregen?

Antwoord 2:
Het betreft hier de opdracht zoals beschreven in de publicatie.

Vraag 3:
De opdracht wordt verleend omdat “gebleken is dat bestrijding .. noodzakelijk is in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid, en ter voorkoming van schade en overlast. “. Kunt u
specificeren:
a. Waaruit blijkt dat het doden noodzakelijk is om schade en overlast te voorkomen?
b. De GGD verwijst naar het weren van duiven [2], niet naar het doden om de volksgezondheid te beschermen. Waaruit blijkt dat doden van stadsduiven noodzakelijk is voor de volksgezondheid?
c. Waaruit blijkt dat doden noodzakelijk is voor de openbare veiligheid?

Antwoord 3:
a. Indien duiven in grote aantallen aanwezig zijn kan dit leiden tot schade door de agressieve werking van de uitwerpselen. Dit zorgt op de lange termijn voor aantasting aan kalksteen, metaal, stucwerk en gevels. Ook kunnen afvoerpijpen, dakgoten, ventilatiekanalen en schoorstenen verstopt raken door nestmateriaal en uitwerpselen.
Het repareren van deze schade brengt (hoge) kosten met zich mee.
b. De aanwezigheid van de verwilderde duif kan het naleven van de algemene veiligheidsnormen bemoeilijken. Supermarkten kunnen bijvoorbeeld duifwerende maatregelen treffen, zoals het verbeteren van de hygiëne op locatie, duivenpinnen en het plaatsen van netten. Het is echter niet altijd mogelijk om deze maatregelen toe te
passen, zoals wanneer er geen toestemming wordt verkregen van de eigenaar van het pand waar de supermarkt zich bevindt. Indien deze maatregelen niet afdoende zijn kunnen de (uitwerpselen van) duiven, naast een gevaar voor de voedselveiligheid, tevens een gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Het inademen van opgedroogde
uitwerpselen kan leiden tot (het doorgeven van) de papegaaienziekten, een besmettelijke ziekte (bacterie) die voor een ontsteking in de longen kan zorgen, maar ook mijten of andere bacteriën (zoals salmonella en ornothosis), schimmels, die tevens
tot allergieën kunnen leiden, virussen en parasieten. Daarom is het in die situaties nodig om de verwilderde duiven te kunnen bestrijden.
c. Zie antwoord 3b.

Vraag 4:
Het geven van een ontheffing voor schadebestrijding door middel van het gebruik van een (luchtdruk)geweer om in het wild levende dieren te doden is aldus de FBE een laatste redmiddel.
Worden in alle gevallen eerst preventieve maatregelen uitgevoerd? Zo ja, hoe is dit geborgd in deze opdracht?

Antwoord 4:
De Faunabeheereenheid speelt in deze 3.18 Wnb opdracht geen rol. Daarnaast dient men zich altijd te houden aan de zorgplicht (artikel 1.11 Wnb). Hierin is vastgelegd dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor in het wild levende dieren en hun directe leefomgeving.
Onnodig lijden van dieren, ook een onbeschermde soort zoals de verwilderde duif, moet ten alle tijden worden voorkomen. Als er dus sprake zou zijn van een oplossing via preventieve maatregelen, dan volgt uit de wet dat deze maatregelen eerst worden toegepast alvorens er wordt overgegaan op het vangen of doden van verwilderde duiven. Daarbij is Anticimex een professionele plaagdierbeheerser die is gecertificeerd conform diverse Integrated Pest Management (IPM) richtlijnen.

Vraag 5:
Het betreft hier het doden van stadsduiven in de bebouwde kom (volgens besluit 3e). Vindt er overleg plaats tussen B&W van de betreffende gemeente om te komen tot diervriendelijke alternatieven?

Antwoord 5:
Nee, er is geen sprake van overleg met de gemeenten omdat diervriendelijke alternatieven wettelijk zijn vastgelegd in de Wnb (artikel 1.11). Onnodig lijden van dieren, ook een onbeschermde soort zoals de verwilderde duif, moet ten alle tijden worden voorkomen. Als er dus sprake zou zijn van een oplossing via preventieve maatregelen, dan volgt uit de wet dat deze maatregelen eerst worden toegepast alvorens wordt overgegaan op het vangen of doden van verwilderde duiven.

Vraag 6:
Wordt het doden van stadsduiven uitgevoerd volgens een faunabeheerplan? Zo nee, tot welke populatie reductie wil GS komen?

Antwoord 6:
Nee, er wordt niet uitgevoerd volgens een faunabeheerplan. Uit artikel 3.12, tiende lid van de Wnb volgt dat er voor de bestrijding van (invasieve) exoten en verwilderde dieren geen faunabeheerplan nodig is. Dit zijn namelijk onbeschermde diersoorten. Er is daarom ook geen
sprake van een streefwaarde van de populatie verwilderde duiven. Het doel van deze opdracht is namelijk niet om de populatie verwilderde duiven te verdelgen, maar alleen lokaal verwilderde duiven te bestrijden met het luchtdrukgeweer waar dat nodig is in het kader schade en overlast, volksgezondheid en openbare veiligheid.

Vraag 7:
Sovon laat zien dat de populatie stadsduiven aan het dalen is [3] en geeft als oorzaak veranderde leefomgeving en voedselaanbod dat minder wordt. In hoeverre heeft deze opdracht significante invloed op de populatie?

Antwoord 7:
De verwachting is dat deze opdracht geen significante invloed zal hebben op de totale populatie.

Vraag 8:
Is er overwogen om verplichting tot niet dodelijke middelen in te zetten. Zo ja, welke alternatieven voor jacht waren dat en zijn deze uitgevoerd?

Antwoord 8:
In de zorgplicht van de Wnb (artikel 1.11) is vastgelegd dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor in het wild levende dieren en hun directe leefomgeving. Onnodig lijden van dieren, ook een onbeschermde soort zoals de verwilderde duif, moet ten alle tijden worden voorkomen.
Als er dus sprake zou zijn van een oplossing via preventieve maatregelen, dan volgt uit de wet dat deze maatregelen eerst worden toegepast alvorens er wordt overgegaan op het vangen of doden van verwilderde duiven. Het gaat hierbij onder meer over het verbeteren van de hygiëne op locatie, duivenpinnen en het plaatsen van netten. Anticimex moet zich bij de uitvoering aan deze regels houden.

Vraag 9:
De opdracht is afgegeven voor de “Columb(i)a livia forma domestica” (Stadsduif) en niet voor de “Columba livia” (Rotsduif).
a. Kunt u aangeven hoe deze twee duiven zijn te onderscheiden van elkaar?
b. Kunt u garanderen dat niet de Rotsduif gedood wordt?

Antwoord 9:
a. Het natuurlijk verspreidingsgebied van de rotsduif reikt niet tot Nederland. De in Nederland voorkomende verwilderde duiven stammen af van rotsduiven die in het verleden door mensen zijn geïmporteerd en gefokt als postduiven of pluimvee. Vervolgens zijn deze postduiven ontsnapt en verwilderd.
b. Zie antwoord 9a.

Vraag 10:
Hoe wordt voorkomen dat alleen verwilderde duiven en niet gehouden duiven worden gedood?

Antwoord 10:
De opdracht ziet alleen op verwilderde duiven en niet op gehouden duiven. Anticimex is verantwoordelijk voor het naleven van de bepalingen en voorschriften die aan de opdracht verbonden zijn. Hierop wordt toezicht gehouden door de door de provincie Noord-Holland aangewezen ambtenaren en andere daartoe bevoegde personen. Wanneer een bepaling uit de opdracht niet wordt nageleefd, zoals het doden van een andere soort dan in de opdracht
omschreven, zal Anticimex hierop worden aangesproken. Verder geldt dat gehouden duiven onder de Wet dieren vallen. Bij overtreding van bepalingen uit deze wet kan (strafrechtelijk) worden gehandhaafd.

Vraag 11:
Worden buurtbewoners (bijv. duivenmelkers) gewaarschuwd, voordat de stadsduiven geschoten gaan worden?

Antwoord 11:
Nee, er wordt niet actief gecommuniceerd met buurtbewoners. De meldkamer van de politie wordt wel ingelicht voordat Anticimex uitvoert op openbaar terrein.

Vraag 12:
De Belgische Raad voor Dierenwelzijn heeft in 2011 een rapport uitgebracht [4] waarin geconcludeerd wordt dat verdelging geen invloed heeft op de grootte van de populatie. Welke inzichten heeft GS dat populatiereductie in Noord-Holland wel het gewenste resultaat zal hebben?

Antwoord 12:
Het doel van deze opdracht is niet om de populatie verwilderde duiven te verdelgen, maar alleen lokaal verwilderde duiven te bestrijden met het luchtdrukgeweer waar dat nodig is in het kader schade en overlast, volksgezondheid en openbare veiligheid.

Vraag 13:
Heeft de provincie niet dodelijk beleid m.b.t. overlastbeperking van de stadsduif, bijvoorbeeld via educatie, voedselaanbodbeperking en duiven werende maatregelen?

Antwoord 13:
In de zorgplicht van de Wnb (artikel 1.11) is vastgelegd dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor in het wild levende dieren en hun directe leefomgeving. Onnodig lijden van dieren, ook een onbeschermde soort zoals de verwilderde duif, moet ten alle tijden worden voorkomen.
Als er dus sprake zou zijn van een oplossing via preventieve maatregelen, dan volgt uit de wet dat deze maatregelen eerst worden toegepast alvorens er wordt overgegaan op het vangen of doden van verwilderde duiven. Bijvoorbeeld het verbeteren van de hygiëne op locatie, duivenpinnen en het plaatsen van netten.

Vraag 14:
In een eerdere aanvraag [5] is te lezen dat er geen mandaat is neergelegd bij de OD NHN, maar dat GS hier zelf bevoegdheid over heeft. Welke kaders heeft PS meegegeven aan GS voor het verlenen van deze opdrachten?

Antwoord 14:
Een opdracht 3.18 Wnb maakt de bestrijding van onbeschermde diersoorten, zoals (invasieve) exoten en verwilderde dieren, mogelijk. Omdat de verwilderde duif een onbeschermde diersoort is kan er geen ontheffing worden verleend voor overlastbestrijding op basis van een
ontheffingsaanvraag. Het verstrekken van een 3.18 Wnb opdracht is een wettelijke bevoegdheid van Gedeputeerde Staten. Er is daarom geen sprake van door Provinciale Staten opgestelde kaders bij dergelijke opdrachten.

Vraag 15:
Bent u het eens met de Partij voor de Dieren dat de opdracht voor het doden van de Columb(i)a livia forma domestica ingetrokken moet worden en dat ingezet moet worden op niet dodelijke manieren om overlast te voorkomen?

Antwoord 15:
Nee. In de zorgplicht van de Wnb (artikel 1.11) is vastgelegd dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor in het wild levende dieren en hun directe leefomgeving. Onnodig lijden van dieren, ook een onbeschermde soort zoals de verwilderde duif, moet ten alle tijden worden voorkomen. Als er dus sprake zou zijn van een oplossing via preventieve maatregelen, dan volgt uit de wet dat deze maatregelen eerst worden toegepast alvorens er wordt overgegaan op het vangen of doden van verwilderde duiven.

[1] https://zoek.officielebekendma...
[2] https://ggdleefomgeving.nl/ver...
[3] https://stats.sovon.nl/stats/s...
[4] Microsoft Word - Cardinal B - Rapport pigeons - 22535 - tra nl.doc (leefmilieu.brussels)
[5] Provinciaal blad 2022, 10951 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)


Interessant voor jou

Rondvraag (mondelinge vragen) over de bouwvrijstelling

Lees verder

Bomenkap Bergen aan Zee

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer