Stik­stof­de­po­sitie door sloop en bouw Pallas nabij Natura 2000-gebieden.


Indiendatum: jan. 2020

Inleiding

Deze week is gestart met de sloopwerkzaamheden ten behoeve van de bouw van de geplande PALLAS-reactor.[1] De bouw van deze reactor veroorzaakt stikstof uitstoot naar de op korte afstand gelegen Natura 2000-gebieden Zwanenwater & Pettemerduinen’ en ‘Noordzeekustzone’. De uitstoot vindt zowel plaats tijdens de sloopwerkzaamheden om ruimte te maken voor de geplande reactor, bij de bouw als tijdens de gebruiksfase. Dit staat beschreven in het rapport Passende beoordeling stikstofdepositie PALLAS-Reactor.[2]

Ten tijde van de PAS (Programma Aanpak Stikstof) was ‘Pallas onderzoeksreactor - bestemmingsplan Pallas reactor -’ aangemerkt als ‘prioritair project’. Dit betekent dat er ‘stikstof ontwikkelingsruimte’ in de Regeling natuurbescherming was gereserveerd voor dit project.[3] Maar de PAS is niet meer.

Dit roept bij ons de volgende vragen op.

Vragen

  1. Klopt het dat bij de sloop, bouw en gebruiksfase voor de PALLAS-reactor extra stikstof vrijkomt in het omringende Natura 2000 gebied, waar op vele plekken een forse overschrijding is van de kritische depositiewaarde (KDW) voor stikstof?
  2. Heeft GS een Wet natuurbeschermingsvergunning stikstof (gebiedsbescherming) verleend voor de sloop, bouw en gebruiksfase van de nieuwe PALLAS-reactor? Zo ja, kunt u deze meesturen bij de beantwoording van deze vragen?
  3. Indien GS deze vergunning heeft verleend, is deze al onherroepelijk, of lopen er nog juridische procedures die van invloed kunnen zijn op de houdbaarheid van de Wet natuurbeschermingsvergunning?
  4. Realiseert GS zich dat meerdere habitattypen, als bijv. ‘vochtig duinheide met kraaiheide’, zeer gevoelig zijn voor stikstof, terwijl de kritische depositiewaarde (KDW) hiervoor al jarenlang wordt overschreden en alleen nog maar ophoopt, waardoor de kwaliteit van de natuur achteruitgaat?[4] Hetgeen precies is wat voorkomen moet worden volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn.
  5. Hoe verhoudt een vergunning voor meer stikstofdepositie zich in deze?
  6. Indien GS een Wet natuurbeschermingsvergunning heeft verleend, hoe is deze verleend? Is er gebruik gemaakt van interne en/of externe saldering stikstof? Zo ja, kunt u aangeven waar deze van afkomstig is?
  7. Klopt het dat ervoor gekozen is om geen ADC-toets uit te voeren?



[1] https://www.schagencentraal.nl/
[2] https://schagen.raadsinformatie.nl/ pagina 353
[3] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/
[4] Zie bijv. blz. 43 van het Natuurbeheerplan Zwanenwater & Pettemerduinen https://www.bij12.nl/

Indiendatum: jan. 2020
Antwoorddatum: 3 mrt. 2020

Inleiding

Deze week is gestart met de sloopwerkzaamheden ten behoeve van de bouw van de geplande PALLAS-reactor.[1] De bouw van deze reactor veroorzaakt stikstof uitstoot naar de op korte afstand gelegen Natura 2000-gebieden Zwanenwater & Pettemerduinen’ en ‘Noordzeekustzone’. De uitstoot vindt zowel plaats tijdens de sloopwerkzaamheden om ruimte te maken voor de geplande reactor, bij de bouw als tijdens de gebruiksfase. Dit staat beschreven in het rapport Passende beoordeling stikstofdepositie PALLAS-Reactor.[2]

Ten tijde van de PAS (Programma Aanpak Stikstof) was ‘Pallas onderzoeksreactor - bestemmingsplan Pallas reactor -’ aangemerkt als ‘prioritair project’. Dit betekent dat er ‘stikstof ontwikkelingsruimte’ in de Regeling natuurbescherming was gereserveerd voor dit project.[3] Maar de PAS is niet meer.

Dit roept bij ons de volgende vragen op.

Vragen

Vraag 1: Klopt het dat bij de sloop, bouw en gebruiksfase voor de PALLAS-reactor extra stikstof vrijkomt in het omringende Natura 2000 gebied, waar op vele plekken een forse overschrijding is van de kritische depositiewaarde (KDW) voor stikstof?

Antwoord 1: Ja, er is sprake van een tijdelijke toename van stikstofdepositie van 0,15 mol/ha/jaar als gevolg van de sloopwerkzaamheden. Op grond van de passende beoordeling wordt echter onderbouwd dat ten opzichte van de actuele depositie (700-1300 mol/ha/jaar) de tijdelijke toename niet tot
significante effecten op de genoemde instandhoudingsdoelstellingen leidt.
De sloop van de gebouwen 5, 6 en 9 zijn onderdeel van het RWMP project, Radio Waste Management Project van NRG (Nuclear Research Group), en betreft het verwijderen van het historisch afval en het verwijderen van de panden 5, 6 en 9 op het terrein van de Onderzoekslocatie Petten.
De sloopwerkzaamheden vallen niet onder de nieuwbouw en/of vergunningen van de PALLASreactor of onder de verantwoordelijkheid van PALLAS. De sloopmelding is op 9 augustus 2019 aangevraagd namens NRG en verleend door de Gemeente Schagen. Voor de sloopwerkzaamheden is daarnaast door NRG een ontheffing soortenbescherming op grond van de Wet natuurbescherming aangevraagd en verleend door de RUD (Regionale Uitvoeringsdienst) Noord-Holland Noord. Beide zijn onherroepelijk.

Wat betreft de stikstof die vrijkomt bij de bouw en gebruiksfase van de PALLAS-reactor verwijzen wij naar het document Passende beoordeling stikstofdepositie PALLAS-reactor d.d. 28 februari 2019. Dit document is gevoegd bij de toelichting op het bestemmingsplan PALLAS–reactor en is op 2 april 2019 vastgesteld door de gemeenteraad van Schagen. Daarin staat dat
de geringe en hoofdzakelijk tijdelijke toename van stikstofdepositie er niet toe leidt dat de natuurlijke kenmerken van de habitattypen waarvoor de kritische depositiewaarde voor stikstof worden aangetast. De sloopmeldingen dateren van na de besluitvorming op het bestemmingsplan, daarom kon en hoefde de depositie ten gevolge van de sloop niet meegenomen te worden in de passende beoordeling voor het project PALLAS-reactor. Wat betreft de stikstofuitstoot vanwege de sloopwerkzaamheden: die zijn onderdeel van het RWMP project van NRG.

Vraag 2: Heeft GS een Wet natuurbeschermingsvergunning stikstof (gebiedsbescherming) verleend voor de sloop, bouw en gebruiksfase van de nieuwe PALLAS-reactor? Zo ja, kunt u deze meesturen bij de beantwoording van deze vragen?

Antwoord 2: Nee, wij hebben geen aanvraag voor een vergunning ontvangen. Zie verder antwoord vraag 1.

Vraag 3: Indien GS deze vergunning heeft verleend, is deze al onherroepelijk, of lopen er nog juridische procedures die van invloed kunnen zijn op de houdbaarheid van de Wet natuurbeschermingsvergunning?

Antwoord 3: Zie antwoord vraag 2.

Vraag 4: Realiseert GS zich dat meerdere habitattypen, als bijv. ‘vochtig duinheide met kraaiheide’, zeer gevoelig zijn voor stikstof, terwijl de kritische depositiewaarde (KDW) hiervoor al jarenlang wordt overschreden en alleen nog maar ophoopt, waardoor de kwaliteit van de natuur achteruitgaat?[4] Hetgeen precies is wat voorkomen moet worden volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Antwoord 4: Ja.
Het behalen van de doelstellingen met betrekking tot kwaliteit en oppervlakte van de stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebied Zwanenwater & Pettemerduinen is afhankelijk van meerdere factoren. Dit betreft onder meer de zuurgraad en het kalkgehalte, de vochttoestand, de toestroming van kwelwater, de voedselrijkdom, de grondwaterstand en het terreinbeheer en daarop aanvullende maatregelen die zullen worden uitgevoerd. Dit betekent
dat bij de instandhouding en ontwikkeling van de habitattypen meer factoren een belangrijke rol spelen dan alleen de stikstofdepositie.

De instandhoudingsdoelen, volgens het Natura 2000 Beheerplan Zwanenwater &Pettemerduinen 2018-2024, variëren van behoud van oppervlakte en kwaliteit tot toename van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit, afhankelijk van welk habitattype sprake is. In het gebied worden al geruime tijd maatregelen genomen om de condities voor de habitattypen te verbeteren, zodat behoud van oppervlakte en kwaliteit kan worden gewaarborgd. De
positieve resultaten van o.a. begrazingsbeheer en het lokaal weer toelaten van
verstuivingsprocessen zijn inmiddels zichtbaar. Daarnaast staan de maatregelen die gepland zijn in het kader van het voormalige PAS nog steeds op de agenda. Deze maatregelen zijn niet vervallen en zullen komende jaren worden uitgevoerd. Deze zijn mede gericht op het uitbreiden en verbeteren van een aantal habitattypen. De verwachting van het beheerplan is dat hiermee de instandhoudingsdoelen voor het gebied in de komende beheerplanperioden zullen worden behaald. Plaggen, het verwijderen van opslag en exoten, maaien/afvoeren en het continueren van begrazing zijn voorbeelden van geplande lokale maatregelen om het teveel aan stikstof uit
het systeem te verwijderen, de successie af te remmen en de kwaliteit te verbeteren.

Vraag 5: Hoe verhoudt een vergunning voor meer stikstofdepositie zich in deze?

Antwoord 5: Zie antwoord vragen 1 en 2.

Vraag 6: Indien GS een Wet natuurbeschermingsvergunning heeft verleend, hoe is deze verleend? Is er gebruik gemaakt van interne en/of externe saldering stikstof? Zo ja, kunt u aangeven waar deze van afkomstig is?

Antwoord 6: Zie antwoord vraag 2.

Vraag 7: Klopt het dat ervoor gekozen is om geen ADC-toets uit te voeren?

Antwoord 7: Zie het antwoord op vraag 1: ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan PALLAS-reactor is geen ADC-toets verricht, omdat uit de passende beoordeling volgt dat – ook wat stikstof betreft – de natuurlijke kenmerken van de habitattypen niet worden aangetast. Een ADC-toets is dan niet vereist.



[1] https://www.schagencentraal.nl/
[2] https://schagen.raadsinformatie.nl/ pagina 353
[3] https://noordholland.partijvoordedieren.nl/
[4] Zie bijv. blz. 43 van het Natuurbeheerplan Zwanenwater & Pettemerduinen https://www.bij12.nl/

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Misstanden in de geitenhouderij

Lees verder

Omstreden biomassacentrale Zaandam gestart zonder vergunning

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer