Het verharden van bospaden met vervuild bouwafval


Indiendatum: 13 apr. 2021

Inleiding

Staatsbosbeheer, PWN en mogelijk ook andere natuurorganisaties als Natuurmonumenten in Noord-Holland gebruiken vervuild bouw- en slooppuin om wandel- en fietspaden mee te verharden en onderhouden.[1] 5 Dit zogenoemde recyclinggranulaat kan stukjes plastic, metaal, rubber e.d. bevatten. De wettelijke norm is dat het puingranulaat 1% vervuiling mag bevatten.

In de uitzending van onderzoeksprogramma Pointer[2] vinden wandelaars zakken vol plastic bouwafval, zoals pluggen, isolatiemateriaal, elektriciteitsdraden en stukjes pvc op wandelpaden.

Het plastic kan afbreken in de bodem tot microplastics, die de bodem inclusief het grondwater vervuilen. Daarmee vervuilt het plastic het milieu. Ook kunnen de microplastics via deze weg in het drinkwater terechtkomen. Wetenschappers zijn bezorgd over de negatieve effecten hiervan. Toegevoegde stoffen aan de plastics kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Volgens de Regeling recyclinggranulaat[3] mogen zelfs PAK’s aanwezig zijn.

Staatsbosbeheer (SBB) geeft als reden voor de keuze van het toepassen van vervuild materiaal bij de verharding van paden dat het kostenkwestie is: schoon materiaal is duurder.[4] Waar dit materiaal nog meer gebruikt is, weet Staatsbosbeheer niet. ,,Wij beheren bijna 3000 kilometer verharde wandel- en fietspaden. Werkzaamheden zijn uitbesteed aan onderaannemers, wij weten niet bij ieder pad wat er gebruikt is voor de onderlaag.’’[5]

De Partij voor de Dieren is van mening dat elke vorm van plasticvervuiling, metalen en PAK’s in de natuur voorkomen moet worden.

Vragen

Vraag 1:
Is het GS bekend dat SBB en andere organisaties dit soort puin op Noord-Hollandse natuur- of bospaden en overige wandelpaden gebruiken?

Vraag 2:
Is GS bereid om het gebruik van dergelijk recyclinggranulaat tenminste in gebieden waar GS verantwoordelijk is voor het natuurbeheer, via vergunning of via subsidie, te verbieden, zowel voor de onderlaag als de bovenlaag van verharding?

Vraag 3:
Kan GS aangeven hoeveel recyclinggranulaat gebruikt is in de Noord-Hollandse natuur en recreatiegebieden?

Vraag 4:
Is het mogelijk dat hierdoor schadelijke stoffen, zoals PAK’s en lood uit het recycling granulaat vrijkomt in de natuur en recreatiegebieden?

Vraag 5:
Is het bekend welke ogenschijnlijke kostenbesparing dit vervuilde puin zou opleveren t.o.v. schoon materiaal?

Vraag 6:
Is GS van mening dat partijen die dit puin gebruik voldoen aan de zorgplichtbepalingen uit de Wet Bodembescherming[6], ten aanzien van het voorkomen van bodemverontreiniging? Zo ja, waarom?

Vraag 7:
Artikel 13 uit de Wet Bodembescherming stelt dat niet alleen de directe veroorzaker, maar ook degene die bevoegd is een overtreding te voorkomen aan zet is. Voelt GS zich als bevoegd gezag geroepen om SBB en anderen te wijzen op de overtreding van de zorgplicht, en indien van toepassing handhavend op te treden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8:
Wat vindt GS van het feit dat SBB stelt[7] dat zolang het granulaat in de bodem is ‘opgesloten’ er geen probleem is? Wordt hierbij niet het risico van uitspoeling van schadelijke chemische stoffen en microplastics gebagatelliseerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9:
In Noord-Holland Noord Circulair uit 2018[8] staat bij circulair slopen dat downcycling tot granulaat kan worden voorkomen. Is GS het met de Partij voor de Dieren eens dat gebruik van vermalen bouwafval met daarin plastic en andere soorten verontreiniging geen gezond onderdeel is van de circulaire economie?

Vraag 10:
Heeft GS toegang tot de conformiteitverklaring van de gebruikte recyclinggranulaat in natuur en recreatiegebieden?

Vraag 11:
Is GS bereid om voor recyclinggranulaat aanvullende instructieregels op te stellen en hierbij voor te sorteren op het in werking treden van de Omgevingswet met de bijbehorende verschuiving van bevoegdheden?

Vraag 12:
Vindt GS de gehanteerde norm van maximaal 1% verontreiniging nog houdbaar voor gebruik in natuur en recreatiegebieden? Zo nee, bent u bereid uw standpunt hierover naar het ministerie te communiceren voor aanscherping van de Regeling recyclinggranulaat?

Vraag 13:
Beaamt GS dat de overheid en andere terreinbeheerders, zoals waterschappen, gemeentes, provincies en natuurbeschermingsorganisaties een voorbeeldfunctie hebben om (zwerf)afval en de verspreiding van microplastics te voorkomen?

[1] https://www.trouw.nl/

[2] Plastic in de bodem | KRO-NCRV (kro-ncrv.nl)

[3] https://wetten.overheid.nl/BWBR0036239/2015-02-07

[4] https://www.trouw.nl/

[5] https://www.noordhollandsdagblad.nl/

[6] wetten.nl - Regeling - Wet bodembescherming - BWBR0003994 (overheid.nl)

[7] https://www.staatsbosbeheer.nl/

[8] https://www.odnhn.nl/ p.24

Indiendatum: 13 apr. 2021
Antwoorddatum: 13 jul. 2021

iBabsOnline Zoeken - PNH

Inleiding vragen

Staatsbosbeheer, PWN en mogelijk ook andere natuurorganisaties als Natuurmonumenten in Noord-Holland gebruiken vervuild bouw- en slooppuin om wandel- en fietspaden mee te verharden en onderhouden.[1] 5 Dit zogenoemde recyclinggranulaat kan stukjes plastic, metaal, rubber e.d. bevatten. De wettelijke norm is dat het puingranulaat 1% vervuiling mag bevatten.

In de uitzending van onderzoeksprogramma Pointer[2] vinden wandelaars zakken vol plastic bouwafval, zoals pluggen, isolatiemateriaal, elektriciteitsdraden en stukjes pvc op wandelpaden.

Het plastic kan afbreken in de bodem tot microplastics, die de bodem inclusief het grondwater vervuilen. Daarmee vervuilt het plastic het milieu. Ook kunnen de microplastics via deze weg in het drinkwater terechtkomen. Wetenschappers zijn bezorgd over de negatieve effecten hiervan. Toegevoegde stoffen aan de plastics kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Volgens de Regeling recyclinggranulaat[3] mogen zelfs PAK’s aanwezig zijn.

Staatsbosbeheer (SBB) geeft als reden voor de keuze van het toepassen van vervuild materiaal bij de verharding van paden dat het kostenkwestie is: schoon materiaal is duurder.[4] Waar dit materiaal nog meer gebruikt is, weet Staatsbosbeheer niet. ,,Wij beheren bijna 3000 kilometer verharde wandel- en fietspaden. Werkzaamheden zijn uitbesteed aan onderaannemers, wij weten niet bij ieder pad wat er gebruikt is voor de onderlaag.’’[5]

De Partij voor de Dieren is van mening dat elke vorm van plasticvervuiling, metalen en PAK’s in de natuur voorkomen moet worden.

Inleiding antwoorden
Ons college is het met de vragensteller eens dat zorgvuldig moet worden omgegaan met onze natuurgebieden, het gebruik en de inrichting daarvan. Wij houden ons in alle gevallen aan het zorgvuldigheidsbeginsel, dat uitgaat van de vergaring van kennis omtrent alle relevante feiten, omstandigheden en belangen. Bij de toepassing van recyclinggranulaten worden de normen
aangehouden die door het CROW – een onafhankelijk kenniscentrum voor infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer – zijn opgesteld. Deze normen zijn breed vastgelegd in internationale wet- en regelgeving, beoordelingsrichtlijnen en procescertificaten. Daarnaast moet worden voldaan aan alle geldende milieuwetgeving, waaronder de Regeling en het Besluit
bodemkwaliteit. De samenstelling van recyclinggranulaat is vastgelegd in de Beoordelingsrichtlijn Recyclinggranulaten (BRL 2506)[5a]. Voldoet het recyclinggranulaat aan de samenstellings- en emissie-eisen van de regelgeving, dan is het product volgens de regelgeving schoon. Recyclinggranulaat wordt gekeurd conform richtlijn AP047 [5b] als onderdeel van de certificering. Uitloging (uitspoeling) van schadelijke stoffen wordt hierbij uitgesloten. De omgevingsdiensten zijn gespecialiseerd in milieutoezicht en -handhaving op het gebied van veiligheid, lucht, geluid, energie, afval en bodem. Zij voeren namens de provincie Noord-Holland taken uit op het gebied van milieutoezicht en handhaving. Bij gecertificeerd recyclinggranulaat is er geen overtreding van de zorgplicht.

We zien, ondanks het feit dat wij niet het bevoegd gezag zijn voor het stellen van regels over de toepassing van recyclinggranulaten, dat de huidige regelgeving niet aansluit op de gegroeide kennis over microplastics. Wij zullen het Rijk hierop wijzen. Het gebruik van recyclinggranulaat past niet in
ons toekomstbeeld. Noord-Holland zet in op de transitie naar een circulaire economie (zie onze Actieagenda circulaire economie 2021-2025), een transitie die nog maar kort is ingezet. Gedurende de periode van transitie zullen niet-circulaire activiteiten blijven bestaan.

Vragen

Vraag 1:
Is het GS bekend dat SBB en andere organisaties dit soort puin op Noord-Hollandse natuur- of bospaden en overige wandelpaden gebruiken?

Antwoord 1:
Ja, dit is ons bekend.

Vraag 2:
Is GS bereid om het gebruik van dergelijk recyclinggranulaat tenminste in gebieden waar GS verantwoordelijk is voor het natuurbeheer, via vergunning of via subsidie, te verbieden, zowel voor de onderlaag als de bovenlaag van verharding?

Antwoord 2:
Nee, het gebruik van recyclinggranulaat past binnen de huidige wet- en regelgeving. Voor een uitgebreidere toelichting hierop verwijzen wij naar de inleiding bij de antwoorden. Wel zullen wij, vanuit onze wens om de Noord-Hollandse natuur zo goed mogelijk te beschermen, met de terreinbeherende organisaties het gesprek aangaan over het gebruik van duurzame materialen in onze natuurgebieden. Daarnaast doen we een beroep op onze stakeholders om op zoek te gaan naar duurzame oplossingen.

Vraag 3:
Kan GS aangeven hoeveel recyclinggranulaat gebruikt is in de Noord-Hollandse natuur en recreatiegebieden?

Antwoord 3:
Nee, daar hebben wij geen beeld van. Recyclinggranulaat wordt al sinds de jaren ‘70 van de twintigste eeuw gebruikt en in Noord-Holland liggen duizenden kilometers wandelpad. Er wordt niet bijgehouden van welk materiaal de wandelpaden gemaakt zijn.

Vraag 4:
Is het mogelijk dat hierdoor schadelijke stoffen, zoals PAK’s en lood uit het recycling granulaat vrijkomt in de natuur en recreatiegebieden?

Antwoord 4:
Bij recyclinggranulaat dat als onderdeel van de certificering is gekeurd conform richtlijn AP04, is het niet mogelijk dat stoffen uit het recyclinggranulaat vrijkomen (uitlogen) in de natuur.

Vraag 5:
Is het bekend welke ogenschijnlijke kostenbesparing dit vervuilde puin zou opleveren t.o.v. schoon materiaal?

Antwoord 5:
Nee, dit is ons niet bekend en zal ook sterk afhankelijk zijn van de specifiek lokale omstandigheden. Alternatieven zijn bouwstoffen van natuurlijke oorsprong (bijvoorbeeld uit steengroeven). Deze bouwstoffen zijn vaak zeker 4x zo duur als recyclinggranulaat.

Vraag 6:
Is GS van mening dat partijen die dit puin gebruik voldoen aan de zorgplichtbepalingen uit de Wet Bodembescherming[6], ten aanzien van het voorkomen van bodemverontreiniging? Zo ja, waarom?

Antwoord 6:
Ja, aan de zorgplicht wordt voldaan. Het gebruik van recyclinggranulaat is conform de huidige wet- en regelgeving toegestaan. Voor een uitgebreider toelichting hierop verwijzen wij naar de inleiding bij de antwoorden.

Vraag 7:
Artikel 13 uit de Wet Bodembescherming stelt dat niet alleen de directe veroorzaker, maar ook degene die bevoegd is een overtreding te voorkomen aan zet is. Voelt GS zich als bevoegd gezag geroepen om SBB en anderen te wijzen op de overtreding van de zorgplicht, en indien van toepassing handhavend op te treden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7:
Zie ons antwoord op vraag 6, waarin wij toelichten dat bij gebruik van gecertificeerd recyclinggranulaat aan de zorgplicht wordt voldaan. De omgevingsdiensten voeren namens de provincie Noord-Holland taken uit op het gebied van milieutoezicht en handhaving.

Vraag 8:
Wat vindt GS van het feit dat SBB stelt[7] dat zolang het granulaat in de bodem is ‘opgesloten’ er geen probleem is? Wordt hierbij niet het risico van uitspoeling van schadelijke chemische stoffen en microplastics gebagatelliseerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8:
De toepassing van het recyclinggranulaat past binnen de kaders van het Besluit Bodemkwaliteit. Het materiaal is terugneembaar en bevindt zich niet aan het maaiveldoppervlak. Het deel van het granulaat dat uitspoelt, voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden van de Regeling Bodemkwaliteit (zie ook ons antwoord op vraag 4).

Vraag 9:
In Noord-Holland Noord Circulair uit 2018[8] staat bij circulair slopen dat downcycling tot granulaat kan worden voorkomen. Is GS het met de Partij voor de Dieren eens dat gebruik van vermalen bouwafval met daarin plastic en andere soorten verontreiniging geen gezond onderdeel is van de circulaire economie?

Antwoord 9:
Nee, we zijn niet tegen het toepassen van bouwgranulaat als dit voldoet aan de wettelijke normen, waarin gezondheid zwaar meeweegt. Voor de transitie naar een circulaire economie is dit echter een laagwaardige, niet geheel circulaire toepassing. Noord-Holland zet in op de transitie naar een
circulaire economie, een transitie die nog maar kort is ingezet. Nationale doelstellingen worden hierbij gevolgd en waar mogelijk aangevuld met extra stimulering van een circulaire aanpak (zie onze Actieagenda circulaire economie 2021-2025). Gedurende de periode van transitie blijven niet-circulaire activiteiten bestaan.

Vraag 10:
Heeft GS toegang tot de conformiteitverklaring van de gebruikte recyclinggranulaat in natuur en recreatiegebieden?

Antwoord 10:
Nee. De technische documentatie (CE Conformiteitverklaring opgesteld door de fabrikant) wordt gedurende 10 jaar bewaard vanaf de datum waarop het product in de handel wordt gebracht. Recyclinggranulaat is een product dat al langer dan 10 jaar gebruikt wordt voor paden en het is ons niet bekend welk product waar is gebruikt en van welke fabrikant afkomstig. In het certificaatregister van BRL2506 certificaathouders [8a] vindt u een overzicht van de lopende certificaathouders. De CE Conformiteitsverklaring moet op verzoek aan de relevante markttoezichtautoriteit (in dit geval: de Inspectie Leefomgeving en Transport) ter beschikking worden gesteld.

Vraag 11:
Is GS bereid om voor recyclinggranulaat aanvullende instructieregels op te stellen en hierbij voor te sorteren op het in werking treden van de Omgevingswet met de bijbehorende verschuiving van bevoegdheden?

Antwoord 11:
Nee. Gelet op het feit dat voor dit onderwerp landelijk normen zijn geformuleerd en in ons coalitieakkoord is opgenomen dat wij in dergelijke gevallen geen bovenwettelijk beleid formuleren, zie wij daar geen aanleiding toe.

Vraag 12:
Vindt GS de gehanteerde norm van maximaal 1% verontreiniging nog houdbaar voor gebruik in natuur en recreatiegebieden? Zo nee, bent u bereid uw standpunt hierover naar het ministerie te communiceren voor aanscherping van de Regeling recyclinggranulaat?

Antwoord 12:
Ja, wij vinden deze norm houdbaar en zullen hierover geen separaat provinciaal standpunt formuleren.

Vraag 13:
Beaamt GS dat de overheid en andere terreinbeheerders, zoals waterschappen, gemeentes, provincies en natuurbeschermingsorganisaties een voorbeeldfunctie hebben om (zwerf)afval en de verspreiding van microplastics te voorkomen?

Antwoord 13:
Ja. Wij vinden inderdaad dat ons college en de door u genoemde organisaties een voorbeeldfunctie hebben en dat daarmee van hen verwacht mag worden dat zij, binnen de grenzen van wat redelijkerwijs verlangd kan worden, al het mogelijke doen om (zwerf)afval en de verspreiding van microplastics te voorkomen en/of anderen op dit belang te attenderen.

[1] https://www.trouw.nl/

[2] Plastic in de bodem | KRO-NCRV (kro-ncrv.nl)

[3] https://wetten.overheid.nl/

[4] https://www.trouw.nl/

[5] https://www.noordhollandsdagblad.nl/[5a] Over BRL2506

[5b] AP04 Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen - SIKB

[6] wetten.nl - Regeling - Wet bodembescherming - BWBR0003994 (overheid.nl)

[7] https://www.staatsbosbeheer.nl/

[8] https://www.odnhn.nl/ p.24

[8a] Certificaatregister (brl2506.nl)

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Vragen over het verlenen van een ontheffing voor pretvluchten met helikopter

Lees verder

Drinkwater prioriteit en lozing van brei door hyperscale datacenters op Agriport A7

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer