Tweede Begro­tings­wij­ziging over Aankoop­re­geling veehou­de­rijen N2000


11 oktober 2021

Voorzitter,

Het is fijn dat er geld vrijgemaakt wordt voor de regeling Aankoop Veehouderij nabij natuurgebieden. Laat ik dat als eerste zeggen.

We zitten namelijk in een enorme natuurcrisis. Een monotoon landschap, plat, leeg en stil. Landschapspijn, zo goed beschreven door Jantien de Boer in 2017. Het boek is nog steeds actueel en beschrijft de pijn van zowel boeren als natuur. Ik blijf dit boek net zo lang pluggen totdat iedereen het gelezen heeft EN we de pijn uit Noord-Holland hebben verdreven.

Deze aankoop regeling, waar we nu het kredietbesluit over nemen, moet de stikstof depositie naar beneden krijgen. Maar we zien dat de gemiddelde stikstof uitstoot door de vee-industrie de afgelopen jaren is toegenomen. Het toont aan dat het door deze bedrijven dus niet vanzelf geregeld wordt. Het gevolg is dat de diversiteit aan soorten nog verder achteruit gaat.

Onze leefomgeving heeft zwaar te lijden door deze stikstofuitstoot. Elke dag dat we boven de maximale draagkracht van een gebied zitten, verslechtert de situatie. Duurt het langer voordat natuur hersteld is, moeten we meer besteden aan beheer. Vorige week hebben we dat ook kunnen zien tijdens het werkbezoek in Polder Westzaan; hoeveel geld en zweet natuurorganisaties daar inbrengen om soorten ondertussen niet te laten uitsterven. Zodat de politiek met een oplossing kan komen. Dan moeten we dat wel doen.

Een belangrijk punt in de regeling van Aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden, is de verplichting van de minister dat de provincie zorgdraagt dat de productierechten komt te vervallen. En hier maken we ons dan ook zorgen om, want als het gaat om productierechten wordt er door de gedeputeerde al snel weer gekeken naar het Rijk. Wil de gedeputeerde wel écht naar een vermindering van het aantal intensief gehouden dieren? Graag een antwoord van de gedeputeerde op deze vraag. Want ook het aantal dieren in Noord-Holland groeit elk jaar nog steeds. Of gaan we zien dat het geld straks gebruikt is en er ondertussen weer meer melkvee is.

Daar zit namelijk de oplossing. We zullen een andere vorm van landgebruik moeten hebben: minder aantallen dieren, ,minder mest op het land, naar een natuur inclusieve landbouw. We moeten geen miljoenen gaan besteden aan het kopen van huizen, schuren en gronden. We moeten niet minder boeren hebben, maar meer, maar dan wel natuurboeren, of noem het regeneratieve landbouw: biologisch met een plus. Het verschil tussen de stok en de wortel. Deze regeling is nodig, vooral om de productierechten uit de markt te halen. We hebben in het verleden als overheid te veel vervuiling toegestaan. Het ongedaan maken van deze vervuiling kost ons nu veel belastinggeld. Laten we vooral zorgen dat het dan resulteert in krimp van het aantal dieren. En ook in diervriendelijker beleid en niet zo veel mogelijk melk uit de overgebleven koeien proberen te persen. Met alle bijkomende vervuiling.

Deze regeling met Rijks- en provinciegeld, moet bijdragen aan een weg voorwaarts en aansluiten bij de voedselvisie die we als provincie hebben. Laten we dat einddoel niet uit het oogverliezen.


https://wetten.overheid.nl/BWBR0044295/2020-11-04