Omge­vings­ver­or­dening: gemiste kansen voor dieren, natuur en milieu


13 februari 2020

Voorzitter,

Laten we even stilstaan bij de reden waarom de Omgevingswet überhaupt is opgezet. De overheid wilde aansluiten bij de nieuwe, complexe maatschappelijke uitdagingen en de transitie naar een duurzame samenleving, waarin kwetsbare waarden worden beschermd, vergemakkelijken.

Het hele idee van de Omgevingswet was om vervolgens integraal, in samenhang te kijken naar de grote uitdagingen. Klimaatverandering, milieuproblemen, de noodzaak van landbouwhervorming, etc.

Maar het gekke is dat we van dat integrale wonderlijk weinig terugzien in de Omgevingsverordening.

Krijgen we straks van de GS een Verordening die wel een duidelijker kader biedt om alle belangen rond milieu, klimaat, natuur en economische ontwikkeling in samenhang af te wegen?

Voorzitter,

Dan de mate van bescherming van kwetsbare waarden. De gewenste duurzame ontwikkeling is alleen mogelijk wanneer natuur en milieu voldoende worden beschermd. Maar ook daar biedt de Omgevingsverordening nu te weinig waarborg voor.

Belangen van economische ontwikkeling kunnen natuurlijk botsen met die andere meer kwetsbare belangen. Moeten gemeenten die belangenafweging straks alleen maken? Hoe moet de gemeente dat precies doen zonder een echt integraal kader?

Deze verordening biedt te weinig houvast.

Duurzaamheid (volgens de definitie van Brundtland) is een leidend principe in de Omgevingswet. Hoe wordt dat concreet verankerd en geoperationaliseerd in de Omgevingsverordening?


Goed nieuws is dat we een aantal goede ambities in de Omgevingsvisie hebben geformuleerd. Die zien we echter ook nauwelijks terug in de Omgevingsverordening. Ik noem 3 voorbeelden:

1. Waar komen de ambities rond natuurinclusieve kringlooplandbouw terug? Er is bijv. geen enkel houvast om te werken richting het uitfaseren van gif in de bollenteelt en bestaande intensieve veehouderijen mogen groeien.

2. Hoe zien we de ambities rond milieu en leefbaarheid terug in de verordening?

3. Wat is er gebeurd met de ambitie van natuurinclusief bouwen, wat integraal bekeken ook goed is voor klimaat, dierenwelzijn en biodiversiteit?

Voorzitter,

Dit moet beter. En dit kan beter.

De Omgevingswet geeft de provincie gelukkig de mogelijkheid om eigen zogenaamde omgevingswaarden op te nemen in de Omgevingsverordening. Denk dan bijvoorbeeld aan normen voor ultrafijnstof en roet, het stimuleren van kringlooplandbouw en afbouwen van gifgebruik. Daar kan de provincie gewoon zelf concrete normen voor invullen. Maar nu heeft de provincie zich beperkt tot alleen de twee wettelijk verplichte omgevingswaarden (veiligheidsnormen voor waterkeringen en de normen voor waterkwaliteit). Waarom alleen die?

Met het opnemen van eigen omgevingswaarden in de Omgevingsverordening, moet de provincie zorg dragen voor monitoring en waar nodig een programma om aan die omgevingswaarden te voldoen.

Door een aantal noodzakelijke opgaven uit de Omgevingsvisie te nemen, hier concrete omgevingswaarden aan te koppelen en waar nodig instructieregels op te stellen, geven we beter houvast aan niet alleen onszelf, maar ook aan gemeenten.

Zo creëren we meer duidelijkheid, zorgen we voor een goed beschermingsniveau van kwetsbare waarden en pakken we echt duurzaam door. Gaan GS deze omgevingswaarden in de laatste versie van de Verordening nog formuleren?

Voorzitter, ten slotte:

De Omgevingswet legt nog meer druk op gemeenten, terwijl uit onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat gemeenten de al bestaande druk niet goed aankunnen. Dat zorgt zelfs voor gevaarlijke situaties, zoals woonwijken die in de buurt van gevaarlijke stoffen worden gebouwd.

Denkt GS echt dat gemeenten nu juridisch, organisatorisch en financieel klaar zijn voor het op zich nemen van deze extra taken?