Dieren moeten struc­tureel in de begroting


Bijdrage Kader­brief

10 juli 2023

Voorzitter,

We hadden het er net bij de Jaarstukken over: de bespreking van de kaderbrief is één van de belangrijkste momenten voor de uitvoering van taken van ons als volksvertegenwoordigers. Want hiermee geven we kaders voor de jaarplannen en de begroting voor volgend jaar. Het gaat om de vraag waar we aandacht aan willen geven en waar juist niet.

Bij de Jaarstukken hadden we het ook over het feit dat we dik in het rood staan als het gaat om uitputting van onze planeet. We verbruiken meer dan we hebben en dat betekent dat we ons ecologisch huishoudboekje op orde moeten brengen. Om grote maatschappelijke kosten te voorkomen en te zorgen dat we straks allemaal een gezonde toekomst hebben, waar iedereen méé kan komen. Wat ons betreft betekent dat, dat de grootste vervuilers en verbruikers zo véél mogelijk gaan bijdragen, en kwetsbare groepen worden geholpen. Daar zien we weinig van in de kaders voor de begroting terug.

De kaderbrief is sowieso uitgekleed, omdat er nog geen coalitieakkoord was. Dat is er inmiddels wel, maar dat bespreken we pas volgende week. We nemen aan dat de echte discussie over de besteding van middelen bij de begroting 2024 komt en dat het nieuwe college samen met ons rekening houdt met de wensen die zowel in stedelijk als landelijk gebied bij burgers leven: kostbare natuur beschermen, investeren in een gezonde leefomgeving, rechtvaardige aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis en zorgen voor systeemverandering in de landbouw waar burgers, boeren, milieu en dieren beter van worden.


Daarom houden we het inhoudelijk voor deze kaderbrief bij 1 motie. Die motie achten we nodig omdat deze kaderbrief tenminste nog ergens gaat over investeringen in zaken die ten goede komen van menselijke inwoners van Noord-Holland. Maar de grootste groep inwoners, de niet-menselijke dieren, wordt weer vergeten. Ja, zegt GS dan, we kunnen niet elk detail in de Kaderbrief noemen. Dat is het nu juist. Er wonen meer dieren dan mensen dan dieren in deze provincie. Ze zijn geen detail, maar hun belangen horen steevast mee te worden genomen in de afwegingen die worden gemaakt. Provinciaal beleid heeft immers vaak ook impact op hun levens. Vaak gaat het om leven en dood.
Het kan echt niet meer dat een belangrijk stuk als de Kaderbrief ze niet eens noemt. Het past ook niet in een land waar burgers meer inzet willen van de overheid op dierenwelzijn.

Daarom de volgende motie met het dictum:

roepen het College van Gedeputeerde Staten op:

- om de mogelijkheden te onderzoeken voor (structurele) financiering voor dierenwelzijn in de Begroting 2024 en deze aan PS voor te leggen;

en gaan over tot de orde van de dag.


Ook al is dit straks wellicht geregeld tussen de coalitiepartijen, deze motie omarmen zou een mooi signaal zijn van GS dat ze echt rekening houden met dieren en dat dieren voortaan een plek verdienen in belangrijke stukken zoals dit.

Dan voorzitter, hebben we nog wel twee moties die meer van technische aard zijn.

De eerste gaat om de Brede Basismonitor. Een instrument waar hard aan is gewerkt en nog steeds aan wordt gewerkt. Het laat de belangrijke ontwikkelingen van welvaart in Noord-Holland in de brede zin van het woord zien: gezondheid, schone leefomgeving, ecologie, werk, etc.

De functie van de Brede Basismonitor is volgens de provincie om ontwikkelingen te signaleren en op de agenda te zetten, met als uiteindelijk doel om de grotere beleidsvraagstukken in een breder perspectief te kunnen beschouwen en bespreken. De Basismonitor is nu in de Kaderbrief echter alleen opgenomen door te verwijzen naar de website van de provincie. Het zou meer recht doen aan de functie van de Brede Basismonitor om in de toekomst te reflecteren hoe de monitor is gebruikt om afwegingen in de Kaderbrief te maken. Uiteraard binnen grenzen van het haalbare.

Daarom de Motie Betekenisvolle plek voor Brede Basismonitor in Kaderbrief

roepen het College van Gedeputeerde Staten op:

  • om volgend jaar in de Kaderbrief 2025 te reflecteren op de ontwikkelingen uit de Brede Basismonitor en aan te geven hoe die zijn gebruikt bij het maken van de keuzes in de Kaderbrief;

en gaan over tot de orde van de dag.

Ten slotte voorzitter, de laatste motie. Dat is vooral het inkoppen van wat al is ingezet door Provinciale Staten met twee eerder aangenomen moties over een klimaatcyclus en over het in kaart laten zien van baten van klimaat- en ecologisch beleid. Adviesbureau Berenschot heeft daar een advies over geschreven en daaruit blijkt dat een klimaatcyclus een instrument is dat afgewogen besluitvorming over de doelmatige en doeltreffende inzet van middelen ondersteunt en inmiddels door meerdere overheden nationaal en internationaal wordt toegepast. Daarbij het advies is om al lerende te doen en al doende te leren. Een integrale koppeling aan de gehele begroting zou daarbij volgens Berenschot recht doen aan integraliteit van de klimaatopgave.

Ook laat Berenschot zien hoe we de eventuele ‘baten’ van klimaat- en ecologisch beleid in kaart kunnen brengen en hoe dat kan bijdragen aan betere communicatie en draagvlak. Iets waar burgers ook naar vragen en de provincie nog een slag in moet maken. Het biedt de provincie ook een instrument om tegenstrijdigheden in beleid te minimaliseren en het beleid zo effectief en (kosten)efficiënt mogelijk te maken.

Nu is het een kwestie van de adviezen van Berenschot vertalen naar de provincie. Daarom de Motie Vervolgstappen controle en sturing klimaat en ecologisch beleid, met het dictum:

roepen het College van Gedeputeerde Staten op:

- om voor de bespreking van de Begroting 2024 te komen met een voorstel over op welke manier GS vervolgstappen neemt met de adviezen uit de verkenning “Klimaatbegroting en Synergiën van klimaatbeleid”;

- deze met de commissie te bespreken;
en gaan over tot de orde van de dag.