Bijdrage Masterplan Wonen


11 april 2022

Het Masterplan Wonen geeft antwoord op de vraag wat de provincie kan doen om gemeenten te helpen sneller meer betaalbare woningen te laten realiseren. Dat is mooi, want er moet inderdaad heel wat gebeuren. Tot zover valt hier derhalve niets op af te dingen.

En ik zal het niet uitgebreid over de handelingskaders en de instrumentenkoffer hebben: daar hebben andere fracties afdoende aandacht aan besteed. Bovendien hebben wij alle vertrouwen dat GS zich volledig zal inzetten om de genoemde versnelling mede tot stand te brengen.

Ik heb ook niet veel vragen: ik zie de agendering van deze 1.5 versie meer als mogelijkheid om dingen aan te reiken.

Het is al eerder gezegd: dit is een plan voor versnelling, geen Masterplan aangaande alles dat het dossier wonen herbergt. En dat blijft voor ons een gemis. Er is tijdens deze Statenperiode meerdere malen gezegd dat een meer integrale aanpak ‘er aan zit te komen’, en dit plan was wat ons betreft hiervoor de ideale gelegenheid. Niet dat het geheel kommer en kwel is, want we zijn wel tevreden over de aandacht voor woonsplitsing en een pilot voor uitvoering van verruiming voor herbestemming van Voormalige Agrarische Bouwpercelen.

Het is nog steeds geen integraal verhaal, met een echte toekomstbestendige visie. “De afspraken uit het Convenant Toekomstbestendig Bouwen MRA moeten zorgen voorduidelijkheid over gedeelde uitgangspunten, heldere doelen over de aanpak en ketensamenwerking met alle betrokkenen. In de afspraken zijn doelen en ambities op prestatieniveau opgenomen voor energiepositief/energieneutraal bouwen, circulair bouwen, klimaatadaptief bouwen, natuurinclusief bouwen, duurzame mobiliteit en gezonde leefomgeving in relatie tot nieuwbouw.”

Maar een convenant is slechts een afspraak, en dan verdient het aanbeveling om stevige afspraken te maken en daarnaast stimuleren om voor een hoog ambitieniveau te gaan. En dan vinden wij de keuze voor de ambitie ‘brons’ als standaard wel een beetje magertjes als het op toekomstbestendig bouwen aankom. Bij het vorige agendapunt hebben we het gehad over de meerwaardebepaling, en wat de Partij voor de Dieren betreft zou er hier een uitgelezen mogelijkheid liggen om in te zetten op meer dan brons.

En als we kijken naar de klimaatopgave die op ons af komt bijvoorbeeld: hoe verstandig is het om nog onder de zeespiegel te bouwen, moeten we drijvende woonwijken gaan overwegen of moeten we woningbouw concentreren in de zuidoostelijke helft van ons land? Nemen we dit soort overwegingen mee in dit soort plannen? Een klimaattoets is natuurlijk sowieso nodig volgens de omgevingswet, maar nemen we dit ook ‘aan de voorkant’ mee?

Faciliteren we alleen in ‘meer en sneller’ of denken we na over wat we gaan bouwen en voor wie? Voor welke doelgroep, voor welke prijs, op welke locaties? Kunnen we überhaupt wel bouwen gezien de huidige stikstofproblematiek? Dat vraagt toch echt om een bredere benadering.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Bijdrage over uitvoering Motie Tiny Houses

Lees verder

Transparantie en vergroening van MRA

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer