Bijdrage Jaar­stukken Recre­a­tie­schappen


15 juli 2024


Dat de provincie een eigen systematiek hanteert voor indexering en daardoor een zienswijze nodig is om dit te corrigeren naar de recreatieschappen bevreemd ons wel, omdat dit toch niet nieuw is voor de besturen. Bovendien zijn er allerlei afspraken gemaakt waar de provincie nu als enige partner vanaf lijkt te wijken. We maken ons dan ook wel ernstige zorgen over de continuïteit en kwaliteit van het beheer en de natuurlijke omgeving met haar biodiversiteit en ecosystemen van de recreatiegebieden.

Vervolgens, omdat de begrotingen niet rond komen, zijn de recreatieschappen steeds meer gedwongen commerciele activiteiten te ontplooien die juist nog verder ten koste gaan van die ecosystemen en de kwaliteit van natuurbeleving. Neem nou Twiske Poort, gigantische nieuwe bouwwerken, die alleen maar meer mensen aantrekken, maar minder van de natuurlijke omgeving heel houden. En dat bij, in of direct naast beschermde natuur.

Verder maken we ons wel zorgen over de beperkingen die Plassenschap Loosdrecht e.o. krijgt te verduren doordat de deelnemersbijdrage niet wordt verhoogd, terwijl daar specifiek om is gevraagd. Al eerder in de Commissie Bestuur heeft de PvdD gevraagd wat de gevolgen hiervan zullen zijn. In de zienswijze wordt gezegd dat er dan maar prioriteiten gesteld moet worden, dat zaken uitgesteld moeten worden of geschrapt. Niet duidelijk is gemaakt hoe het Plassenschap dit dan gaat invullen en wat de gevolgen zullen zijn voor de natuurwaarden en landschappelijke kenmerken. Daarom willen we dit specifiek weten.

Dit brengt ons tegelijk ook op nog een volgend punt. In de Commissie Bestuur lieten we al weten dat het de PvdD was opgevallen dat de jaarverslagen van elk recreatieschap opvallend nadrukkelijk benoemd dat de beheerkosten extreem zijn gestegen de afgelopen jaren als gevolg van de extremen door klimaatverandering veroorzaakt. Aangezien de meesten van ons hier nog steeds vliegend met vakantie gaan en elke dag vlees op hun bord hebben, zie ik niet gebeuren dat de gevolgen van klimaatverandering ineens gekeerd worden. Dus dit lijkt me het juiste moment om in het PPLG, waar ook recreatie in het landelijk gebied in is opgenomen, een visie te vormen op klimaatadaptatie van de recreatiegebieden en het recreatielandschap in relatie tot de andere ruimtelijke opgaven. Vechten tegen natuurlijke eigenschappen van het landschap hebben we altijd als Hollanders gedaan, maar daar lijken we steeds meer de grenzen van te bereiken. Dus zullen we nieuwe manieren moeten ontdekken om toch van het landschap gebruik te kunnen maken, niet alleen in onze voedselvisie, maar ook in de inrichting van onze recreatiegebieden. Ik hoor graag welke stappen GS daartoe nu al neemt.