Volks­tuin­parken in Ouder-Amstel


Indiendatum: feb. 2018

Vragen van het lid Drs. L.D. Vermaas (PvdD) over volkstuinparken in Ouder-Amstel

Inleiding

In de Duivendrechtse Polder (Ouder-Amstel) liggen vier volkstuinparken: Nieuw Vredelust, De Federatie, Ons Lustoord en Dijkzicht. In totaal staan er iets meer dan 800 huisjes met tuinen van gemiddeld 300 m2 en daaromheen veel openbaar groen, speeltuinen, watertjes en sloten. Het gaat om veengrondgebied. De tuinen zijn voor een groot deel siertuin en voor een klein deel moestuin. Ze liggen in het beheergebied van de gemeente Ouder-Amstel, maar de grond is het eigendom van Amsterdam. Toen deze tuinparken in de jaren 50 van de 20e eeuw werden opgericht was het hele gebied leeg. Jarenlang is daar met veel liefde aan de natuur gewerkt en met een prachtig resultaat, vol rijkdom aan flora en fauna. Dijkzicht is bijvoorbeeld uitgeroepen tot het mooiste “natuurlijk tuinieren” park van Nederland.

Inmiddels is er een samenwerkingscontract getekend door Amsterdam en de gemeente Ouder-Amstel. In het gebied van deze unieke tuinparken dreigt woningbouw te komen. Het gaat om De Nieuwe Kern (DNK), het project voor de bouw van 4.500 woningen in Ouder-Amstel. De tuinen liggen binnen het gebied van het Luchthavenindelingsbesluit en grondeigenaarschap is onderhevig aan complexe regels, waardoor er geen duidelijkheid is over wie op welk gebied, in welke fase, verantwoordelijk is. Daarnaast zijn de provinciale regels over de status van volkstuinen niet duidelijk: de volkstuinen weten nog steeds niet of ze bij Bestaand Stedelijk Gebied (BSG) horen of niet. Dit creëert onzekerheid voor de toekomst.

Vragen en Antwoorden

Vraag 1: In de commissie R&W heeft de Gedeputeerde onlangs aangegeven dat er nog geen ontwerpbestemmingsplan is ontvangen voor dit gebied en dat de provincie derhalve (nog) niet betrokken is bij de woningbouwplannen die spelen in dit gebied. Is dit juist?

Antwoord 1: Ja dit is juist.

Vraag 2: Heeft u met de gemeente Ouder-Amstel, gemeente Amsterdam en/of het Rijk gecommuniceerd over de mogelijke toekomst van de tuinparken en de mogelijkheid voor woningbouw in dat gebied? Zo ja, wat was de inhoud van die communicatie?

Antwoord 2: Vanwege de ligging onder de aanvliegroute van Schiphol is, op initiatief van het rijk, op ambtelijk niveau met betrokken overheidspartijen gesproken over de woningbouwplannen van de Nieuwe Kern. Er is niet gecommuniceerd over de mogelijke toekomst van de volkstuinen en de nieuwe functies in het gebied.

Vraag 3: Kunt u per eerder genoemde volkstuinpark aangeven in hoeverre dit bij een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing hoort of dat dit onderdeel is van een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing?

Antwoord 3: Nee, dat kunnen we niet. Het is aan het bevoegd gezag, in dezen de gemeente Ouder-Amstel, om in het bestemmingsplan te onderbouwen dat er sprake is van bestaand stedelijk gebied. Op dit moment ligt er nog geen bestemmingsplan voor. Het rijk heeft in het Besluit ruimtelijke ordening een definitie vastgelegd van bestaand stedelijk gebied. De kwalificatie bestaand stedelijk gebied hangt af van de omstandigheden van het geval, de specifieke ligging, de feitelijke situatie, het bestemmingsplan en de aard van de omgeving

Vraag 4: Mogen op de grond van deze volkstuinen woningen worden gebouwd?

Antwoord 4: Het antwoord op deze vraag hangt af van meerdere factoren waaronder de status van het gebied als ‘bestaand stedelijk gebied’, de ligging onder de aanvliegroute van Schiphol en diverse milieuaspecten. Om tot een antwoord te kunnen komen, dient het bevoegd gezag, de gemeente Ouder-Amstel, onderzoek te verrichten naar deze aspecten om de mogelijkheid van woningbouw op deze plek te bepalen.

Vraag 5: Welke rol speelt de provincie precies bij besluitvorming tot bouw van woningen voor zover gelegen binnen de 20ke/LIB5-contour en/of LIB4?

Antwoord 5:
Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) bevat de ruimtelijke regels op rijksniveau in verband met luchthaven Schiphol. Artikel 2.2.1d van het LIB bepaalt dat binnen de 20 Ke-contour (daar: `Afwegingsgebied geluid en externe veiligheid LIB 5 Schiphol’) geen nieuwe woningbouwlocaties zijn toegestaan buiten bestaand stedelijk gebied. Het wettelijk kader laat de provincie afwegingsruimte om beperkt één of enkele woningen in het buitengebied toe te staan (zoals de Ruimte voor Ruimte regeling).

De afspraken uit het Luchthavenindelingbesluit hebben wij verankerd in de Provinciale ruimtelijke verordening (Prv). Zie verder artikel 5e Prv. Wij beoordelen gemeentelijke bestemmingsplannen aan onder meer dit artikel. Het is aan gemeenten om te motiveren of zij met de bestemmingsplannen voldoen aan de regels uit de PRV. De provincie heeft met het Rijk afgesproken wel een rol te spelen bij de monitoring van de in BRS-verband (Bestuurlijke Regie Schiphol) overeengekomen afspraken inzake het rekenschap geven en informatieverstrekking door gemeenten wanneer er gebouwd wordt binnen de 20Ke. Daarover bent u per brief met kenmerk 1055890/1055898, verzonden 21 maart 2018, geïnformeerd.

Vraag 6: In de 20ke-contour mogen alleen woningen komen als het Bestaand Stedelijk Gebied (BSG) is. Klopt het dat dan in dat BSG volgens de geldende bepalingen alleen transformatiebouw is toegestaan, geen grootschalige woningbouw?

Antwoord 6: Nee dat klopt niet. Conform het gewijzigde Luchthavenindelingbesluit Schiphol (inwerkingtreding 1 januari 2018) gelden er binnen de 20 Ke-contour beperkingen voor nieuwe woningbouwlocaties buiten Bestaand Stedelijk Gebied. Binnen Bestaand Stedelijk Gebied gelden deze beperkingen niet en wordt ook geen nader onderscheid gemaakt tussen typen woningbouwontwikkelingen. Overigens geldt voor woningbouwplannen binnen de 20 Ke-contour wel regelgeving uit onder meer de Wet geluidhinder en het Bouwbesluit.

Vraag 7: Ziet u met ons de noodzaak voor het aanscherpen en verduidelijken van criteria voor BSG?

Antwoord 7: Nee. De definitie zoals opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt via de jurisprudentie steeds verder aangescherpt.

Vraag 8: Welke functie hebben de volkstuinen binnen het bestaande Bestemmingsplan?

Antwoord 8: Ter plaatse geldt het bestemmingsplan “Strandvliet 1970”. De bestemming is “Volkstuinen”. Er mag per tuin 1 gebouw worden gebouwd met een oppervlakte van 28 m2 en een hoogte van 3,5 meter. Ook mag er (met ontheffing) een gemeenschappelijk gebouw worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 200 m2 en een hoogte van maximaal 5 meter.

Vraag 9: Welke invloed heeft de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit Luchthavenindelingsbesluit Schiphol op de mogelijke invulling van het volkstuinengebied met woningbouw?

Antwoord 9: Afhankelijk van de kwalificatie van het gebied als ‘Bestaand Stedelijk Gebied’ kan het gebied wel of niet worden ingevuld met woningbouw.

Vraag 10: Klopt het dat er zorgen zijn, vooral bij de luchthavensector, over de uitwerking van De Nieuwe Kern?

Antwoord 10: Ja. Bij brief van 16 oktober 2017 heeft voormalig staatssecretaris Dijksma de Tweede Kamer geïnformeerd over de evaluatie van het Schipholbeleid en de afspraken die met de regio zijn gemaakt ten aanzien van het geven van rekenschap van de aanwezigheid van de luchthaven in bestemmingsplannen door gemeenten, het informeren van nieuwe bewoners, het afhandelen van klachten en het vrijwaren van de luchtvaartsector van extra kosten als gevolg van het wijzigingsbesluit LIB.

In deze brief wordt aangegeven dat de luchtvaartsector enkele zorgen heeft over de verdere uitwerking van deze afspraken. Dit betreft met name de wijze waarop gemeenten bij planvorming rekening houden met de aanwezigheid van de luchthaven, waarbij het project ‘De Nieuwe Kern’ als voorbeeld wordt genoemd.

Vraag 11: Bent u het met ons eens dat we heel zorgvuldig met dit soort park- en tuingebieden moeten omgaan en dat we ze moeten bewaren voor de bewoners van de stad die zelf steeds meer versteent?

Antwoord 11: We onderkennen het belang van groen in de nabije leefomgeving van stedelingen. Volkstuincomplexen zijn hier een voorbeeld van. Vanwege de schaarse ruimte in de regio streven we naar een optimale inpassing en toegankelijkheid van groengebieden voor verschillende doelgroepen. Tegelijkertijd is het van belang om, gelet op de grote woningbouwbehoefte binnen de MRA, goed te onderzoeken waar we wel of niet woningen moeten worden bijgebouwd. Het is aan de regio om deze afweging te maken.

Vraag 12: De gemeente Amsterdam, de grondeigenaar onder de volkstuinen, wil dat de volkstuinen aantrekkelijker worden voor meer mensen van buiten en de volkstuinen hebben talloze plannen om dat te bereiken. Om daar aan te kunnen werken hebben ze zekerheid nodig over hun voortbestaan. Wat gaat de provincie doen om de rol van betrouwbare overheid in deze zaak te vervullen en om duidelijkheid aan de volkstuinen te geven?

Antwoord 12: Dit is aan de grondeigenaar, de gemeente Amsterdam en aan het bevoegd gezag tot vaststelling van het bestemmingsplan, de gemeente Ouder-Amstel.

Vraag 13: Een groot deel van de tuinen ligt onder de aanvliegroute van Schiphol waardoor de vliegtuigen lager vliegen dan wenselijk is en de A2 loopt langs de tuinparken waardoor er veel fijnstof is. Bent u het met ons eens dat deze feiten het gebied tot suboptimale woonbestemming maken?

Antwoord 13: De aanwezigheid van rijkswegen, treinsporen en de ligging onder de aanvliegroute van Schiphol is, gelet op milieuaspecten, geen ideale uitgangssituatie. Tegelijkertijd kan de nabijheid van deze aspecten juist een aantrekkelijk woonmilieu opleveren. Suboptimaal betekent niet dat het niet kan. Compenserende en mitigerende (verzachtende) maatregelen kunnen ervoor zorgen dat milieuhinder kan worden verminderd.

Interessant voor jou

Vragen over aanpassing Bestemmingsplan voor de bouw van een nieuwe kernreactor nabij Natura 2000 natuurgebied

Lees verder

Vragen over natuurschade door de programmatische aanpak stikstof (PAS)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer