Vervolg­vragen op vragen van de VVD over blauwalg in het water


Indiendatum: okt. 2015

Inleiding

De VVD heeft in augustus 2015 Statenvragen gesteld over het toenemende aantal negatieve zwemadviezen voor Noord-Hollandse binnenwateren.[1] In deze wateren wordt namelijk steeds vaker blauwalg aangetroffen. De VVD wil de gevolgen van blauwalg voor recreanten, recreatieschappen en ondernemers tot een minimum beperken.

De Partij voor de Dieren vindt schoon en gezond water ook belangrijk, voor mens en dier. Nederland loopt echter ver achter op schema om het water gezond te krijgen en de Europese Kaderrichtlijn Water-doelen op tijd te halen.[2] De oorzaak daarvan ligt in een verhoogde nutriëntenbelasting, welke in oppervlaktewater leidt tot verhoogde algengroei en uiteindelijk kan leiden tot een dominantie van cyanobacteriën (blauwalg).

De antwoorden van GS op de door de VVD gestelde vragen geven voor de fractie Partij voor de Dieren aanleiding voor het stellen van vervolgvragen.

Vragen

1. GS noemt in haar beantwoording maatregelen om de overlast van blauwalg te verkleinen. Dit zijn alle ‘end-of-pipe’ maatregelen, zoals een drijvende keerwand plaatsen of het defosfateren van het oppervlaktewater. Hiermee wordt niet de bron van de vervuiling aangepakt, maar moet steeds opnieuw de effecten van de vervuiling worden bestreden. Kan GS een schatting geven van de kosten van deze jaarlijks steeds opnieuw te nemen maatregelen?

2. In de door u meegefinancierde database met maatregelen om blauwalg te verminderen (beatingtheblues.stowa.nl) worden bijna al de genomen maatregelen als minder of niet goed toepasbaar beoordeeld. Kunt u nader toelichten waarom u dan toch voor deze maatregelen heeft gekozen?

3. Heeft u onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de genomen maatregelen om de overlast van blauwalg te verkleinen, en zo ja, kunt ons die onderzoeken toesturen?

4. Is het waar dat de industrie sinds 1990 bijna 98 procent minder fosfaat loost?[3]

5. Is het waar dat de rioolwaterzuiveringsinstallaties sinds 1990 bijna 70 procent minder fosfaat lozen?[4]

6. Is het waar dat de agrarische sector sinds 1990 juist méér loost (2 procent)?[5]

7. Is het waar dat de agrarische sector nu 65% van de binnenlandse vervuiling van fosfaat in het oppervlakte water veroorzaakt?[6] Hoe ontwikkelt zich dat percentage tot aan 2027?

8. In het Coalitieakkoord ‘Ruimte voor Groei’ staat geschreven:

“Binnen de Europese Kaderrichtlijn Water wordt ernaar gestreefd dat uiterlijk 2028 al het water zo schoon is dat alle planten en dieren die er van nature voorkomen, terug kunnen keren. Wij zorgen ervoor dat deze richtlijn op tijd wordt uitgevoerd.”

Gezien het feit dat de landbouw de grootste bron vormt voor de vervuiling van oppervlaktewater met fosfaat, nemen wij aan dat u bij dit streven om de KRW doelen uiterlijk in 2028 tot een goede uitvoering te brengen met name zal inzetten om de uitstoot van fosfaat door de landbouwsector te verminderen. Is dat juist? Zo nee, waarom niet?

9. Bent u bereid om bij het Rijk aan te dringen op een strenger mestbeleid? Zo nee, waarom niet?

10. Is u bekend dat in de biologische landbouw evenwichtsbemesting wordt toegepast, wat inhoudt dat er niet meer mest op de gronden wordt gebracht dan de gewassen nodig hebben en daarmee nauwelijks uitspoeling naar het grond- en oppervlaktewater plaatsvindt?

11. Bent u bereid om uw beslissing om de biologische landbouw niet langer te stimuleren terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

12. Bent u bereid de reguliere, vervuilende landbouw 65 procent van de effectgerichte maatregelen tegen blauwalg te laten betalen? Zo nee, waarom niet?

[1] http://www.noord-holland.nl/web/Bestuur/Provinciale-Staten-van-NoordHolland.htm
[2] http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2015/huidige-krw-doelen-vragen-om-meer-maatregelen
[3] http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0114-Belasting-oppervlaktewater-en-emissies-naar-water-door-de-industrie.html?i=5-165
[4] http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0515-Belasting-van-oppervlaktewater-door-riolering-en-waterzuivering.html?i=16-114
[5] http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0192-Belasting-van-oppervlaktewater-met-vermestende-stoffen.html?i=5-117
[6] http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0192-Belasting-van-oppervlaktewater-met-vermestende-stoffen.html?i=5-117

Indiendatum: okt. 2015
Antwoorddatum: 9 nov. 2015

1. De maatregelen in de zwemwateren van de provincie worden genomen en bekostigd door de oppervlaktewaterbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat) en dus niet door de provincie. Wij hebben de waterbeheerders gevraagd om een inschatting van de jaarlijks met de maatregelen gemoeide kosten voor de zwemwateren in Noord-Holland. De kosten bedragen in de laatste twee jaar globaal zo’n € 250.000,- per jaar.

2. Nee, de keuze voor de te nemen maatregelen ligt bij de waterbeheerders.

3. Nee, wij hebben geen onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de genomen maatregelen, omdat dit een taak is van de waterbeheerders. Zij monitoren per locatie het effect van de maatregelen.

4 en 5. Ja, in de door u aangehaalde bron worden deze cijfers inderdaad genoemd. Wij achten deze bron betrouwbaar.

6: Nee dat is niet correct. In de door u aangehaalde bron daalt de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater (landbouw en uit- en afspoeling) van 4,31 miljoen kilo in 1990 tot 4,04 miljoen kilo in 2013. Overigens is deze fosfaatbelasting niet hetzelfde als ‘lozen’. Mede door het gevoerde mestbeleid gaat de agrarische sector steeds efficiënter met de mineralen om. Fosfaatoverschotten nemen sterk af, met uitzondering van akkerbouwbedrijven op zandgronden (bron: Evaluatie Meststoffenwet 2012). Dat dit nog niet tot uiting komt in de concentratie van fosfaat in het oppervlaktewater, heeft te maken met de trage en indirecte reactie van de waterkwaliteit op het mestbeleid. Op gronden met een lage of neutrale fosfaattoestand hoopt het fosfaat nog steeds op in de bodem. De bufferende werking van de fosfor in die bodem, vertraagt en maskeert de reactie.

7. Ja, in de door u aangehaalde bron wordt dit cijfer inderdaad genoemd.
Wij achten de bron die u heeft gebruikt betrouwbaar.
Wij kennen geen prognoses voor de ontwikkeling van dit percentage tot aan 2027.


8. Ja, ons water- en landbouwbeleid is er mede opgericht om de uitstoot van fosfaat door de landbouwsector te verminderen maar onze rol hierbij is beperkt.
In algemene zin zijn de waterbeheerders primair verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen om de ecologische KRW-doelen te halen, die door de provincies in hun waterplannen worden vastgesteld en waartoe ook maximale fosfaatconcentraties behoren. De waterbeheerders zijn daarbij voor wat betreft de fosfaatuitstoot door de landbouw, voor een belangrijk deel wel afhankelijk van andere partijen. Zo heeft het Rijk een bepalende rol bij het verminderen van de uitstoot van fosfaat door de landbouwsector, omdat het immers over de, generieke, mestwetgeving gaat.
Een van de maatregelen kan het stimuleren van agrariërs zijn om de uit- en afspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater te beperken. De landbouwsector levert hier ook zelf een bijdrage aan met het zogeheten Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.
De provincie doet overigens meer aan het fosfaatprobleem dan alleen het stellen van de ecologische KRW-doelen. Zo leveren wij binnen de KRW-samenwerking van provincies en waterschappen in deelstroomgebied Rijn-West, onze bijdrage aan de nutriëntenaanpak voor de gebieden veenweiden, bollen en diepe polders. Bijvoorbeeld door voor Noord-Holland de regie te nemen bij de besteding van de POP3-middelen ten behoeve van waterdoelen.


9. Nee, op dit moment niet. Het Rijk zal in 2016 de mestwetgeving evalueren. Wij wachten de uitkomsten daarvan af en zien op dit moment geen aanleiding om voor die tijd aan te dringen op een strenger mestbeleid.

10. Ja, dat is ons bekend. Evenwichtsbemesting wordt vanaf dit jaar ook in de reguliere landbouw toegepast, conform de afspraak met de Europese Commissie. De effecten van evenwichtsbemesting op de opbrengst en kwaliteit van landbouwproducten, de toestand van de bodem en fosfaatuitspoeling op langere termijn zijn nog niet bekend en worden nog onderzocht.

11. Nee. Zie antwoord op vraag 10. Evenwichtsbemesting wordt ook in de reguliere landbouw toegepast en het stimuleren van biologische landbouw draagt daarom mede niet extra bij aan het oplossen van de fosfaatproblematiek. Verder zetten wij in op de algehele verduurzaming van de sector en streven wij naar het verkleinen van het verschil tussen de biologische en de reguliere landbouw.

12. Nee, dit is geen provinciale verantwoordelijkheid

Interessant voor jou

Mondelinge vragen Ultrafijnstof rond Schiphol

Lees verder

Adventurepark in EHS-gebied Geestmerambacht

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer