Uitspraak verbod bestrijdingsmiddelen nabij woningen
Schriftelijke vragen
Indiendatum: 22 jan. 2025
INLEIDING VRAGEN
Uitingen LTO
LTO oppert in een artikel in het Noordhollands Dagblad over bestrijdingsmiddelen [1] dat de bestaande verplichte spuitvrije zone van vijftig meter tussen een agrarisch perceel en bebouwing misschien wel kleiner kan. Maar volgens Mobilisation for the environment (MOB) moet deze spuitvrije zone juist groter worden. Uit meerdere onderzoeken is inmiddels duidelijk geworden dat bestrijdingsmiddelen zich over veel grotere afstanden verspreiden. Bestrijdingsmiddelen worden gevonden in de slaapkamers van mensen, diep in natuurgebieden en zelfs tot in de luiers van baby’s. Over de bollenteelt stelt MOB dat deze een enorme druk oplevert, door het hoge gebruik van bestrijdingsmiddelen in deze teelten. “Noord-Holland kent het hoogste percentage Parkinsonpatiënten. Er is inmiddels een duidelijk verband tussen deze ziekte en het gebruik van bestrijdingsmiddelen.’’
Uitspraak Rechtbank Limburg: verbod lelieteelt nabij woningen
Onder andere in de uitspraak van de Rechtbank Limburg [2] vorig jaar mei oordeelt ook de rechter dat een spuitvrije zone van 50 meter niet voldoende is. In deze rechtszaak verbood de rechter lelieteelt nabij een woonwijk vanwege de reële kans op gezondheidsschade van de omwonenden en hun kinderen.
De rechter hanteerde daarbij de volgende redenering:
- Het voorzorgprincipe is hier van toepassing: er is een reëel risico op schade voor de gezondheid.
- Testen en analyses die zijn voorgeschreven in de Europese toelatingsprocedure zijn niet voldoende geschikt om een goed beeld te geven van mogelijke schadelijke gevolgen voor het zenuwstelsel en de hersenen van mensen op de langere termijn. [3]
- Het standpunt van de teler dat de middelen zijn toegelaten en dus veilig zijn, gaat niet op. Onderzoek wijst voldoende uit dat er risico’s op de loer liggen zoals ziekte van Parkinson.
- Ook op de ‘groene’ lijst van 19 middelen staan 7 middelen waarvoor een reële kans bestaat op neurologische gezondheidsschade, vooral bij jonge en ongeboren kinderen.
- De teler heeft aangegeven dat hij de 19 middelen op de lijst nodig heeft om de teelt rendabel te maken.
- Uit onderzoek blijkt dat stoffen zeker tot 250 meter buiten percelen te vinden zijn. Een bufferzone van 50 meter volstaat daarom ook niet.
- Bovendien oordeelt de rechter dat er geen maatschappelijk belang is om de lelieteelt toe te staan. Lelies zijn een luxeproduct en door een verbod komt de voedselvoorziening niet in het geding. De teler kan tenslotte een ander gewas telen op het betreffende perceel.
De rechter heeft inmiddels meerdere keren geoordeeld dat de veiligheid van een door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toegelaten bestrijdingsmiddel niet is gegarandeerd. Dit vanwege een onjuiste en onvolledige toetsing, onder andere geen onderzoek vaak naar neurodegeneratieve effecten als Parkinson, Alzheimer en ALS, geen onderzoek naar blootstelling aan combinaties van middelen en langetermijn effecten niet onderzocht. Zie ook de brandbrief van 159 wetenschappers, waarin zij hun ongenoegen uiten over de mogelijk nieuwe toelating van het middel glyfosaat in Europa. [4]
Uit onderzoek van Follow the Money blijkt dat ongeveer dertigduizend Nederlanders op minder dan 250 meter van een lelieveld wonen. Dat zijn dertigduizend potentiële rechtszaken tegen boeren. Zij maken stuk voor stuk goede kans bij de rechter om de teelt een halt toe te roepen. De huizen staan met name in de traditionele lelieteeltgebieden: de Kop van Noord-Holland en Drenthe. Maar ook elders in het land, zoals de gebieden rond Roosendaal in Brabant en Venray in Noord-Limburg. Zie ook de interactieve kaart bij het artikel van Follow the Money. [5]
Maar ook op grotere afstanden worden bestrijdingsmiddelen teruggevonden, zelfs tot op 2.200 meter. De middelen kunnen zich dus veel verder verspreiden. [6]
VRAGEN
- Welke conclusies trekt u uit de uitspraak van de rechtbank Limburg?
- Gaat u het voorzorgsbeginsel toepassen als het gaat om bestrijdingsmiddelen, dat gebruik moet worden ingeperkt totdat bewezen is dat deze geen risico vormen voor de volksgezondheid en de natuur en daarbij ook kijken naar de gevolgen van mengsels van bestrijdingsmiddelen?
-
- Hoeveel inwoners van Noord-Holland wonen op minder dan 50 meter (waar de hoogste neerslag plaatsvindt) en minder dan 250 meter van een lelieveld in Noord-Holland?
- Hoeveel mensen wonen er binnen 50 meter van overige intensieve teelten zoals tulpen, pioenrozen, maar ook intensieve teelten met hoog gifgebruik zoals pootaardappelteelt?
- Hoe gaat u deze inwoners beschermen en hoe gaat u voor de inwoners kansrijke rechtszaken voorkomen?
- Gaat u net als de provincie Utrecht nieuwe omschakeling naar bollenteelt en verpachting van grond voor bollenteelt beperken, tenzij het gaat om biologische teelt? Utrechtse bloemensector verrast door provinciaal verbod op gewasbescherming - Nieuwe Oogst
-
- Tot hoe lang na bollenteelt zit het gif nog in de grond?
- Zijn er regels over het gebruik van de grond daarna?
- Is het toegestaan dat melkveehouders direct na de teelt, of enige tijd daarna, hun koeien weer op die grond laten lopen? Zo ja, welke tussenperiode geldt er?
- Is het toegestaan om direct na de teelt, of enige tijd daarna, gewassen voor menselijke of dierlijke consumptie op deze gronden te telen? Zo ja, welke tussenperiode geldt er?
- De rechter oordeelt dat lelieteelt geen maatschappelijk belang dient. Gezondheid van onze inwoners is een provinciaal belang ingevolge de Omgevingswet. Maakt GS diezelfde afweging? Gaat u dan de voorwaarden voor bollenteelt aanscherpen? Er zijn immers relatief weinig telers, die grote privé winsten halen maar veel grotere maatschappelijke schades veroorzaken, zoals schade aan gezondheid, natuur, water en bodemleven.
- Overweegt u net als de provincie Gelderland het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden te verbieden? 'Gelders verbod op bollenteelt bij grondwatergebied is symboolpolitiek' - Nieuwe Oogst
- De provincie heeft de plicht op grond van de Europese Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden om kwetsbare groepen incl. omwonenden te beschermen en om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te minimaliseren in kwetsbare natuur en drinkwatergebieden. Er is veel ruimte voor de provincie op basis van deze Richtlijn maar ook op basis van het Voorzorgsbeginsel om toegelaten middelen op bepaalde locaties of gebieden te verbieden of te beperken.
- Gaat u net als de provincie Noord-Brabant onderzoek doen naar de mogelijkheid om bestrijdingsmiddelengebruik te verbieden nabij onder meer woonwijken en natuurgebieden? Brabant onderzoekt mogelijk verbod op middelengebruik in intensieve teelten - Nieuwe Oogst
- Gaat u zich inzetten voor een bredere spuitvrije zone van vooralsnog 250 meter tot gevoelige bestemmingen, zoals woningen, scholen en kinderdagverblijven, en hiertoe een Instructieregel opnemen in de Omgevingsverordening Noord-Holland?
- Welke acties gaat u ondernemen om aan het vastgestelde beleid in de Voedselvisie te voldoen met betrekking tot de omschakeling naar biologische landbouw?
- Op welke manier gaat GS actief voorkomen dat na beëindiging van de bedrijfsvoering van melkveehouderijen in het kader van bijv. de stikstofreductie vrijgekomen landbouwgrond gebruikt gaat worden voor teelten die op hun beurt door het gebruik van bestrijdingsmiddelen schadelijk zijn voor de leefomgeving en er een nieuw probleem ontstaat? In hoeverre en in welke gevallen is een dergelijke situatie bij GS bekend voor Noord-Holland?
[2] Verbod teler om gewasbeschermingsmiddelen lelieteelt te gebruiken
[3] Zie ook o.a. de recente uitspraak Toelating pesticiden onder druk door uitspraak rechter | Trouw en Europese Hof kraakt toelating pesticiden: weg met de oude protocollen | Trouw
Indiendatum:
22 jan. 2025
Antwoorddatum: 25 feb. 2025
Uitspraak verbod bestrijdingsmiddelen NoordHolland - iBabs Publieksportaal
INLEIDING VRAGEN
Uitingen LTO
LTO oppert in een artikel in het Noordhollands Dagblad over bestrijdingsmiddelen [1] dat de bestaande verplichte spuitvrije zone van vijftig meter tussen een agrarisch perceel en bebouwing misschien wel kleiner kan. Maar volgens Mobilisation for the environment (MOB) moet deze spuitvrije zone juist groter worden. Uit meerdere onderzoeken is inmiddels duidelijk geworden dat bestrijdingsmiddelen zich over veel grotere afstanden verspreiden. Bestrijdingsmiddelen worden gevonden in de slaapkamers van mensen, diep in natuurgebieden en zelfs tot in de luiers van baby’s. Over de bollenteelt stelt MOB dat deze een enorme druk oplevert, door het hoge gebruik van bestrijdingsmiddelen in deze teelten. “Noord-Holland kent het hoogste percentage Parkinsonpatiënten. Er is inmiddels een duidelijk verband tussen deze ziekte en het gebruik van bestrijdingsmiddelen.’’
Uitspraak Rechtbank Limburg: verbod lelieteelt nabij woningen
Onder andere in de uitspraak van de Rechtbank Limburg [2] vorig jaar mei oordeelt ook de rechter dat een spuitvrije zone van 50 meter niet voldoende is. In deze rechtszaak verbood de rechter lelieteelt nabij een woonwijk vanwege de reële kans op gezondheidsschade van de omwonenden en hun kinderen.
De rechter hanteerde daarbij de volgende redenering:
- Het voorzorgprincipe is hier van toepassing: er is een reëel risico op schade voor de gezondheid.
- Testen en analyses die zijn voorgeschreven in de Europese toelatingsprocedure zijn niet voldoende geschikt om een goed beeld te geven van mogelijke schadelijke gevolgen voor het zenuwstelsel en de hersenen van mensen op de langere termijn. [3]
- Het standpunt van de teler dat de middelen zijn toegelaten en dus veilig zijn, gaat niet op. Onderzoek wijst voldoende uit dat er risico’s op de loer liggen zoals ziekte van Parkinson.
- Ook op de ‘groene’ lijst van 19 middelen staan 7 middelen waarvoor een reële kans bestaat op neurologische gezondheidsschade, vooral bij jonge en ongeboren kinderen.
- De teler heeft aangegeven dat hij de 19 middelen op de lijst nodig heeft om de teelt rendabel te maken.
- Uit onderzoek blijkt dat stoffen zeker tot 250 meter buiten percelen te vinden zijn. Een bufferzone van 50 meter volstaat daarom ook niet.
- Bovendien oordeelt de rechter dat er geen maatschappelijk belang is om de lelieteelt toe te staan. Lelies zijn een luxeproduct en door een verbod komt de voedselvoorziening niet in het geding. De teler kan tenslotte een ander gewas telen op het betreffende perceel.
De rechter heeft inmiddels meerdere keren geoordeeld dat de veiligheid van een door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toegelaten bestrijdingsmiddel niet is gegarandeerd. Dit vanwege een onjuiste en onvolledige toetsing, onder andere geen onderzoek vaak naar neurodegeneratieve effecten als Parkinson, Alzheimer en ALS, geen onderzoek naar blootstelling aan combinaties van middelen en langetermijn effecten niet onderzocht. Zie ook de brandbrief van 159 wetenschappers, waarin zij hun ongenoegen uiten over de mogelijk nieuwe toelating van het middel glyfosaat in Europa. [4]
Uit onderzoek van Follow the Money blijkt dat ongeveer dertigduizend Nederlanders op minder dan 250 meter van een lelieveld wonen. Dat zijn dertigduizend potentiële rechtszaken tegen boeren. Zij maken stuk voor stuk goede kans bij de rechter om de teelt een halt toe te roepen. De huizen staan met name in de traditionele lelieteeltgebieden: de Kop van Noord-Holland en Drenthe. Maar ook elders in het land, zoals de gebieden rond Roosendaal in Brabant en Venray in Noord-Limburg. Zie ook de interactieve kaart bij het artikel van Follow the Money. [5]
Maar ook op grotere afstanden worden bestrijdingsmiddelen teruggevonden, zelfs tot op 2.200 meter. De middelen kunnen zich dus veel verder verspreiden. [6]
INLEIDING ANTWOORDEN GEDEPUTEERDE STATEN
De provincie is niet het kaderstellend orgaan en geen bevoegd gezag voor
gewasbeschermingsmiddelen. De Europese Commissie beslist in overleg met alle lidstaten over de goedkeuring van werkzame stoffen op EU-niveau. De verantwoordelijkheid voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ligt deels bij de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en deels bij de ministers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het College voor de toelating
van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) is de bevoegde autoriteit in Nederland voor toelatingen van middelen. Het Ctgb gaat over de beoordeling van risico’s. Het Ctgb beoordeelt op basis van internationale afspraken en in wetgeving verankerde criteria of gewasbeschermingsmiddelen en biociden – bij juist gebruik – veilig zijn voor mens, dier en milieu én of ze werkzaam zijn. Op grond van deze beoordeling besluit het college of het middel in Nederland verkocht en gebruikt mag worden en stelt het gebruiksvoorschriften vast. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of bedrijven uitsluitend toegelaten
gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. De NVWA controleert tevens of bedrijven deze middelen op de juiste wijze toepassen. De NVWA ziet ook toe op de naleving van de keuringsplicht van toedieningsapparatuur voor gewasbeschermingsmiddelen.
De minister van LVVN heeft in kamerbrieven een toelichting gegeven op de werkwijze van het Ctgb. Het uitgangspunt van de provincie is dat inwoners, ondernemers en overheden moeten kunnen vertrouwen op de deskundigheid van het Ctgb.
Wij kunnen als provincie niet in de bevoegdheid treden van andere instellingen of overheden. Daarom zoeken we wat juridisch gezien mogelijk is, een zogenaamd handelingsperspectief. In dat kader gaan we ook uitwerking geven aan twee moties van Provinciale Staten: M 105/PS11-11-2024 en M 128/PS11-11-2024. Daarnaast zijn we met de agrarische sector in overleg hoe het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan worden verminderd.
VRAGEN
Vraag 1:
Welke conclusies trekt u uit de uitspraak van de rechtbank Limburg?
Antwoord 1:
Gedeputeerde Staten hebben kennisgenomen van de uitspraak. We volgen de gerechtelijke uitspraken met belangstelling. Het beeld van de verschillende gerechtelijke uitspraken is diffuus. We hebben hier nog geen conclusies uit getrokken of een standpunt over ingenomen. We zijn benieuwd naar de discussie in het IPO hierover.
Vraag 2:
Gaat u het voorzorgsbeginsel toepassen als het gaat om bestrijdingsmiddelen, dat gebruik moet worden ingeperkt totdat bewezen is dat deze geen risico vormen voor de volksgezondheid en de natuur en daarbij ook kijken naar de gevolgen van mengsels van bestrijdingsmiddelen?
Antwoord 2:
Zie inleiding, de provincie is geen bevoegd gezag en het toepassen van het voorzorgsbeginsel is daarmee niet van toepassing.
Vraag 3:
a) Hoeveel inwoners van Noord-Holland wonen op minder dan 50 meter (waar de hoogste neerslag plaatsvindt) en minder dan 250 meter van een lelieveld in Noord-Holland?
b) Hoeveel mensen wonen er binnen 50 meter van overige intensieve teelten zoals tulpen, pioenrozen, maar ook intensieve teelten met hoog gifgebruik zoals pootaardappelteelt?
Antwoord 3:
Deze informatie wordt niet bijgehouden door de provincie. Provincies zijn niet verplicht deze informatie bij te houden.
Vraag 4:
Hoe gaat u deze inwoners beschermen en hoe gaat u voor de inwoners kansrijke rechtszaken voorkomen?
Antwoord 4:
Zie de inleiding op de antwoorden. We onderzoeken wat juridisch gezien mogelijk is, een zogenaamd handelingsperspectief. In dat kader gaan we ook uitwerking geven aan twee moties van Provinciale Staten: M 105/PS11-11-2024 en M 128/PS11-11-2024. Daarnaast overleggen we met de agrarische sector over het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Vraag 5:
Gaat u net als de provincie Utrecht nieuwe omschakeling naar bollenteelt en verpachting van grond voor bollenteelt beperken, tenzij het gaat om biologische teelt? Utrechtse bloemensector verrast door provinciaal verbod op gewasbescherming - Nieuwe Oogst
Antwoord 5:
Wij hebben kennisgenomen van het besluit in Utrecht en hebben hierover nog geen standpunt in genomen. We zijn benieuwd naar de standpunten van andere provincies en zijn dan ook benieuwd op welke wijze dit besproken gaat worden in IPO-verband.
Vraag 6:
a) Tot hoe lang na bollenteelt zit het gif nog in de grond?
b) Zijn er regels over het gebruik van de grond daarna?
c) Is het toegestaan dat melkveehouders direct na de teelt, of enige tijd daarna, hun koeien weer op die grond laten lopen? Zo ja, welke tussenperiode geldt er?
d) Is het toegestaan om direct na de teelt, of enige tijd daarna, gewassen voor menselijke of dierlijke consumptie op deze gronden te telen? Zo ja, welke tussenperiode geldt er?
Antwoord 6:
a) Zie de inleiding over toelating van middelen. Het RIVM heeft de expertise over
gewasbeschermingsmiddelen en bodem. Het instituut onderzoekt hoe
gewasbeschermingsmiddelen zich verspreiden in het milieu, waaronder in/door de bodem. https://www.rivm.nl/bestrijdingsmiddelen/bestrijdingsmiddelen-in-milieu
Dit onderzoek richt zich veelal op grondwater, omdat daarin de normen worden overschreden.
b) c) d) De provincie heeft daar geen regels voor. Zie de inleiding over toelating van middelen.
Vraag 7:
De rechter oordeelt dat lelieteelt geen maatschappelijk belang dient. Gezondheid van onze inwoners is een provinciaal belang ingevolge de Omgevingswet. Maakt GS diezelfde afweging? Gaat u dan de voorwaarden voor bollenteelt aanscherpen? Er zijn immers relatief weinig telers, die grote privé winsten halen maar veel grotere maatschappelijke schades veroorzaken, zoals schade aan gezondheid, natuur, water en bodemleven.
Antwoord 7:
Wij hebben kennisgenomen van de uitspraak en hebben hierover nog geen standpunt
ingenomen. Op uw vragen hoe wij omgaan met de Omgevingswet en of wij voorwaarden voor bollenteelt gaan aanscherpen: zie de inleiding op de antwoorden, zie de antwoorden op de vragen 2 en 4.
Vraag 8:
Overweegt u net als de provincie Gelderland het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden te verbieden? 'Gelders verbod op bollenteelt bij grondwatergebied is symboolpolitiek' - Nieuwe Oogst
Antwoord 8:
Wij hebben kennisgenomen van het besluit in Gelderland en hebben hierover nog geen
standpunt ingenomen. Wij komen hier nader op terug bij de presentatie van de tussenevaluatie van de Kaderichtlijn Water (KRW) in maart 2025. In artikel 4.55 Omgevingsverordening is een verbod op milieubelastende activiteiten (waaronder telen van gewassen in de openlucht en veehouderij) opgenomen voor de waterwingebieden. In deze gebieden mogen dus geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.
Vraag 9:
De provincie heeft de plicht op grond van de Europese Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden om kwetsbare groepen incl. omwonenden te beschermen en om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te minimaliseren in kwetsbare natuur en drinkwatergebieden. Er is veel ruimte voor de provincie op basis van deze Richtlijn maar ook op basis van het Voorzorgsbeginsel om toegelaten middelen op bepaalde locaties of gebieden te verbieden of te beperken.
a) Gaat u net als de provincie Noord-Brabant onderzoek doen naar de mogelijkheid om bestrijdingsmiddelengebruik te verbieden nabij onder meer woonwijken en natuurgebieden? Brabant onderzoekt mogelijk verbod op middelengebruik in intensieve teelten - Nieuwe Oogst
b) Gaat u zich inzetten voor een bredere spuitvrije zone van vooralsnog 250 meter tot gevoelige bestemmingen, zoals woningen, scholen en kinderdagverblijven, en hiertoe een Instructieregel opnemen in de Omgevingsverordening Noord-Holland?
Antwoord 9:
a. Wij hebben kennisgenomen van het besluit in Noord-Brabant en hebben hierover nog geen standpunt ingenomen. We onderzoeken of de provincie een (juridisch) handelingsperspectief heeft, zie inleiding.
b. De minister van LVVN heeft aangekondigd dat een wetenschappelijk onderzoek wordt gestart met betrekking tot afstanden en bebouwing.
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 10:
Welke acties gaat u ondernemen om aan het vastgestelde beleid in de Voedselvisie te voldoen met betrekking tot de omschakeling naar biologische landbouw?
Antwoord 10:
De Voedselvisie is onderdeel van de toekomstperspectieven die voor het landelijk gebied onder kringlooplandbouw een uitwerking krijgen. De doelen die bij kringlooplandbouw horen (klimaat, circulariteit, plant- en diergezondheid, biodiversiteit, waterkwaliteit, bodem én de sociaal economische positie van de agrarisch ondernemer) kunnen vanuit verschillende transitiepaden gerealiseerd worden. Transitiepad 1 is Hightech gesloten systemen - technische innovatie. Transitiepad 2 is Hightech open systemen – technische innovatie. Transitiepad 3 is Extensivering – landschappelijke innovatie. Transitiepad 4 is Biologische landbouw. Transitiepad 5 is Natuurbeheer en natuurontwikkeling. Transitiepad 6 is Multifunctionele landbouw. Transitiepad 7 is Stoppen. Als ondernemers voor het pad naar biologische landbouw kiezen,
zijn er verschillende ondersteunende mogelijkheden, o.a. via de Rijksregelingen of via het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Over biologische landbouw en de inzet van de provincie Noord-Holland hebben wij uw staten in 2024 geïnformeerd, onder meer met een technische briefing.
Vraag 11:
Op welke manier gaat GS actief voorkomen dat na beëindiging van de bedrijfsvoering van melkveehouderijen in het kader van bijv. de stikstofreductie vrijgekomen landbouwgrond gebruikt gaat worden voor teelten die op hun beurt door het gebruik van bestrijdingsmiddelen schadelijk zijn voor de leefomgeving en er een nieuw probleem ontstaat? In hoeverre en in welke gevallen is een dergelijke situatie bij GS bekend voor Noord-Holland?
Antwoord 11:
Zie de inleiding over de toelating van middelen en controle op naleving.
[2] Verbod teler om gewasbeschermingsmiddelen lelieteelt te gebruiken
[3] Zie ook o.a. de recente uitspraak Toelating pesticiden onder druk door uitspraak rechter | Trouw en Europese Hof kraakt toelating pesticiden: weg met de oude protocollen | Trouw
Wij staan voor:
Interessant voor jou

De stikstofaanpak van de provincie tast het vertrouwen in de overheid aan
Lees verderVervolgvragen over het gebruik van staalslakken in de provincie
Lees verder