Ongecontroleerde bouw strandhuizen
Indiendatum: mei 2015
Inleiding
Diverse gemeenten aan de Noord-Hollandse kust zijn bezig met plannen voor de bouw van semipermanente strandhuizen (soms twee verdiepingen hoog) of hebben deze al gerealiseerd. Zo heeft de gemeente Den Helder al eerder vergunning verleend voor de bouw van 65-90 huizen bij Julianadorp. De gemeente Schagen bereidt plannen voor bij Petten (80 huizen) en er is een aanbestedingsprocedure gestart voor verblijfsrecreatie op het strand bij Grote Keeten (50 huizen). Ook de gemeente Zandvoort wil strandhuizen toestaan[1].
Over de plannen is onrust ontstaan bij bewoners, die zich afvragen of het strand nog van iedereen is. Bewoners, natuurorganisaties en -beheerders zijn bezorgd over de gevolgen van bouw, gebruik en extra verkeer op de duingebieden. Ook zijn er vragen over de effecten op kustveiligheid en waterbeheer.
In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) is in artikel 14 een verbod opgenomen op uitbreiding van bebouwing buiten het bestaande bebouwde gebied (BBG). Van dit verbod kan worden afgeweken als ‘nut en noodzaak’ van plannen kan worden aangetoond en er voldaan wordt aan de bepalingen voor ruimtelijke kwaliteit
Vragen
1. Is de provincie bekend met deze projecten? Kunt u ons een overzicht toesturen van projecten voor de bouw van semipermanente strandhuizen aan de Noord-Hollandse kust die zijn aangevraagd, waarvoor een (ontwerp) vergunning is verleend of een bestemmingsplanwijziging in voorbereiding is?
Met de ‘Handreiking Verblijfsrecreatie Noord-Holland’ geeft de provincie aan hoe zij ‘nut en noodzaak’ van plannen voor verblijfsrecreatie toetst: er dient vraag te zijn naar het plan, er dient regionale afstemming te hebben plaatsgevonden en er moet eerst gekeken zijn naar mogelijkheden binnen bestaande locaties. Maar bijvoorbeeld bij het plan in Petten (Bestemmingsplan Kustzone Petten) heeft deze toetsing nog niet, c.q. slechts marginaal plaatsgevonden, blijkens het recent gepubliceerde voorontwerp[2].
2. Heeft de provincie in ambtelijk vooroverleg over plannen voor strandhuizen het geldende provinciale beleid ingebracht?
3. Zo ja, hebben de gemeenten de inbreng van de provincie overgenomen? Geheel of gedeeltelijk?
4. Zo nee, hoe gaat de provincie de toets op regionale vraag en de voorkeur voor benutting van bestaande locaties dan afdwingen?
5. Is de provincie het met de vragensteller eens dat indien een dergelijke degelijke toetsing niet heeft plaatsgevonden zij de bouwaanvragen met al haar middelen zou moeten aanvechten?
6. Klopt het dat als er een economisch ‘nut en noodzaak’ is (er is vraag naar strandhuizen) daarmee ‘nut en noodzaak’ van het plan is aangetoond?
7. Wanneer er veel vraag is naar strandhuizen, waar zit dan geborgd dat er niet heel veel strandhuizen langs de Noord-Hollandse kust komen? Hanteert de provincie een bodem, en zo nee, zou die er dan niet moeten komen?
8. Hoe toetst de provincie de plannen voor strandhuizen aan de eisen van ruimtelijke kwaliteit? Kunt u ons deze toetsing toesturen?
Voor jaarrond strandpaviljoens geldt volgens de Structuurvisie al wel een beperkend beleid: die mogen maar op een beperkt aantal locaties gebouwd worden.
9. Wat is, mede gegeven het al bestaande beperkende beleid voor jaarrond strandpaviljoens, de visie van de provincie op de bouw van semipermanente strandhuizen?
10. Welke rol ziet de provincie op het gebied van een regulerende en/of coördinerende voor zichzelf weggelegd?
11. Waar is deze rol nu verankerd?
Volgens de provinciale ‘Handreiking Verblijfsrecreatie Noord-Holland’ verwacht de provincie van gemeenten dat ze ‘regionale visies’ maken, om op regionaal niveau afspraken te maken over de verdeling van ontwikkelruimte voor verblijfsrecreatie. De provincie wil dat deze visies op 1 januari 2016 definitief zijn, om plannen voor uitbreiding en nieuwe vestigingen vanaf die datum daaraan te gaan toetsen.
12. Wat is de stand van zaken m.b.t. de voorbereiding van regionale visies verblijfsrecreatie?
13. Wat doet de provincie om het tot stand komen van dergelijke visies te stimuleren?
14. Gaat de provincie plannen tegenhouden als de visies er op 1 januari 2016 niet zijn?
[1] http://www.haarlemsdagblad.nl/regionaal/haarlemeo/article27393868.ece/Zorgen-over-strandbungalows-Zandvoort_
[2] http://www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/roo/bestemmingsplannen?tabFilter=JURIDISCH
Indiendatum:
mei 2015
Antwoorddatum: 1 jan. 1970
1: Een gedeelte van plannen waaraan u refereert is bij ons bekend. Uit een inventarisatie bij de Noord-Hollandse kustgemeenten blijkt dat langs de kust reeds lange tijd seizoensgebonden strandhuisjes aanwezig zijn. Nieuwe plannen voor strandhuisjes beoordelen wij wanneer een bestemmingsplan aan ons wordt voorgelegd. De gemeenten hebben ons de volgende informatie gegeven.
2: Ja. In 2014 hebben we alle gemeenten geïnformeerd over de ‘Handreiking verblijfsrecreatie Noord-Holland’. Deze handreiking geeft een verheldering van de provinciale rol ten aanzien van de uitbreiding van verblijfsrecreatie buiten Bestaand Bebouwd Gebied (BBG). Ook worden gemeenten gestimuleerd om plannen voor verblijfsrecreatie vanuit een regionaal perspectief te benaderen. Met diverse gemeenten heeft een nader overleg over deze handreiking plaatsgevonden. Daarnaast vindt met alle gemeenten in Noord-Holland op reguliere basis overleg plaats op ambtelijk niveau waarbij alle lopende en toekomstige planologische ontwikkelingen binnen de gemeente worden besproken en waarbij wordt aangegeven hoe deze zich verhouden tot het provinciale beleid. In het overleg met de gemeente Schagen is het voorontwerp bestemmingsplan Kustzone, welke voorziet in de ontwikkeling van nieuwe strandhuisjes en beachhouses besproken. Er heeft geen overleg plaatsgevonden met de gemeente Zandvoort over de initiatieven voor strandhuisjes aangezien het hier slechts aanvragen voor omgevingsvergunningen betreft.
3: De ‘Handreiking verblijfsrecreatie’ geldt niet als verplichting voor gemeenten. Onze ervaring is dan ook dat gemeenten deze handreiking op verschillende wijzen implementeren.
4: De gemeenten zijn primair zelf verantwoordelijk voor een ‘goede ruimtelijke ordening’ en het inventariseren welke ruimtelijke kaders hiervoor worden opgelegd. Bestemmingsplannen of omgevingsvergunningen die de plaatsing van nieuwe strandhuisjes mogelijk maken worden aangemerkt als verstedelijking in het landelijk gebied. Artikel 14 van de PRV ziet op onderbouwing van de ‘noodzaak’ voor dit type verstedelijking en het aantonen dat deze niet kan worden gerealiseerd door herstructureren, intensiveren, combineren of transformeren. De huidige PRV stelt momenteel geen eisen aan de regionale afstemming van dit type verstedelijking. In de ‘Handreiking Verblijfsrecreatie’ sturen we daar wel op aan. Overigens geldt voor alle bestemmingsplannen die nieuwe verstedelijking mogelijk maken dat ook de ‘Ladder van duurzame verstedelijking’ uit het Bro moet worden doorlopen. Hierin is wel de motiveringseis opgenomen dat voor een beoogde ontwikkeling een regionale behoefte bestaat en dat deze regionaal is afgestemd.
5: Nee, de huidige PRV stelt momenteel geen eisen aan de regionale afstemming van dit type verstedelijking. In de ‘Handreiking Verblijfsrecreatie’ sturen we daar wel op aan.
6: Nee. Bij de onderbouwing van ‘nut en noodzaak’ worden meerdere belangen afgewogen. Bij de onderbouwing wordt bijvoorbeeld ook getoetst op de behoefte aan een dergelijke voorziening en kustveiligheid. Daarnaast wordt een plan ook beoordeeld op het aspect ruimtelijke kwaliteit.
7: Nee, de provincie hanteert geen bouwcontingent. Ruimtelijke ordening betreft per definitie een afweging tussen verschillende belangen. Het is allereerst aan een gemeente om hierin een afweging te maken. In 2011 heeft de provincie in het kader van het nationale Deltaprogramma de strategische agenda kust opgesteld. In deze agenda is het versterken van de identiteit van de kustplaatsen als één van de drie hoofdopgaven benoemd. Daarbij geldt dat naast aandacht voor het intensiveren van “reuring” in de recreatiezones, ook aandacht is voor het intensiveren van “rust” in natuurgebieden.
8: Bestemmingsplannen die voorzien in nieuwe verstedelijking dienen te voldoen aan artikel 15 ‘Ruimtelijke kwaliteitseis ingeval van verstedelijking in het landelijk gebied’ van de PRV. In de bijbehorende Leidraad Landschap en Cultuurhistorie worden de kwaliteiten van de strandzone niet specifiek benoemt. Wel staat aangegeven dat een ontwikkeling rekening dient te houden met de kernkwaliteiten van het betreffende landschapstype. Plannen met een grote impact kunnen ter advisering aan GS worden voorgelegd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO).
9: Er bestaat momenteel geen provinciale visie die specifiek is gericht op strandhuisjes. De ontwikkeling van nieuwe strandhuisjes in het landelijk gebied wordt aangemerkt als nieuwe verstedelijking. Derhalve zijn onder andere artikelen 14 ‘Nieuwe verstedelijking in het landelijk gebied’ en 15 ‘Ruimtelijke kwaliteitseis ingeval van verstedelijking in het landelijk gebied’ van de PRV van toepassing.
10: Vanuit ons toeristisch beleid zien wij een belangrijke coördinerende en faciliterende rol voor ons om gemeenten te ondersteunen bij de onderbouwing van de ‘regionale behoefte’. Het opstellen van de ‘Handreiking Verblijfsrecreatie’ was hiervoor een eerste aanzet waarbij nu de gesprekken plaatsvinden met de diverse regio’s om te komen tot een goede inventarisatie om op basis hiervan goede afwegingen te kunnen maken.
11: Deze rol is vastgelegd in de ‘Economische Agenda 2012-2015’ en nader uitgewerkt in de ‘Handreiking Verblijfsrecreatie’.
12: Met name in de regio Noord-Holland Noord worden hierin concrete stappen gezet. In de diverse regio’s zijn de gemeenten gestart met het inventariseren van het huidige aanbod en de bestaande plannen. Deze inventarisatie vormt de basis voor de regionale visies. In de Metropool Regio Amsterdam (MRA) is de regionale afstemming belegd in de Hotelmonitor.
13: Zie antwoord vraag 10.
14: Nee. De ‘Handreiking Verblijfsrecreatie’ heeft geen juridische status. De hierin gestelde datum geldt dan ook niet als een ultimatum maar als streefdatum om gemeenten aan te sporen met elkaar in gesprek te gaan over de regionale behoefte.
Interessant voor jou
Ontheffing vh doden van ganzen dmv afschot en vergassing in Noord-Holland
Lees verderKap bos Purmerend voor nieuw bedrijventerrein
Lees verder