Monde­linge vragen over fauna­be­heerplan en vergassen ganzen


Indiendatum: mei 2014

Voorzitter,

“Uiteraard wordt het nieuwe faunabeheerplan met de Staten besproken.” Uiteraard! Dat beloofde onze gedeputeerde Flora en Fauna tot 2 keer toe. GS hebben afgelopen maand een nieuw faunabeheerplan goedgekeurd. PS kreeg een briefje van het voldongen feit, maar geen plan of evaluatie toegestuurd. Meteen zijn ook maar acht ontheffingen verleend aan de Faunabeheereenheid voor het afschieten van zwanen, eenden, hazen, gaaien, eksters, smienten, vossen en meerkoeten. Deze gelden tot 2019, zodat PS ook na de volgende verkiezingen voor een voldongen feit staan.

Provinciale Staten hebben niets aan toezeggingen die op de lange baan worden geschoven en uiteindelijk niet nagekomen worden. Mensen willen alleen afschot als laatste redmiddel, maar van een dergelijke terughoudendheid is bij dit college geen sprake:
- alternatieven voor afschot worden niet serieus genomen;
- een internationaal verdrag en een uitspraak van de Raad van State worden opzijgeschoven om stropersmethoden te legaliseren;
- dieren worden doodgeschoten, zelfs als de schade daar geen aanleiding toe geeft, omdat grondgebruikers het willen.

En als klap op de vuurpijl heeft GS voor de 3e keer op rij ontheffing gegeven om ganzen te vergassen. De Partij voor de Dieren heeft altijd gepleit voor het stoppen met lokken van ganzen naar Schiphol. Beter 10 ganzen in het veld, dan 1 over de baan. Nu de meeste graantelers de stoppels hebben ondergeploegd na het oogsten daalde het aantal baankruisingen met 90%. NEGENTIG PROCENT. En dan deden nog niet eens alle graantelers mee.

1. Welke beleidswijzigingen heeft het college genomen na kennisname van de feitelijke afname van 90% van het aantal baankruisingen na het onderploegen van oogstresten?
2. Kan het college enig effect aantonen van het vergassen van ganzen in de vorige 2 jaren op het aantal baankruisingen? Zo nee, waarom wordt beleid voortgezet dat geen aantoonbaar effect op de veiligheid heeft? Zo ja, waarom verwijst de ontheffing daar niet naar?
3. Waarom is het faunabeheerplan niet met Provinciale Staten besproken en zijn de ontheffingen meteen voor 5 jaar verleend?
4. Waarom is er geen degelijke evaluatie van het vorige faunabeheerplan uitgevoerd?
5. Welke wijzigingen zijn naar aanleiding van de reactie van de Dierenbescherming doorgevoerd?

Voorzitter, de Faunabescherming heeft niet gereageerd op de adviesvraag, de Dierenbescherming was zeer kritisch. Dit college concludeert daaruit breed draagvlak. Het versterkt het vermoeden dat dit college maatschappelijke organisaties alleen om advies vraagt om er mee te kunnen schermen.

2e termijn:

Voorzitter, deze gedeputeerde is zo overtuigd van jacht dat hij de volksvertegenwoordiging en de feiten negeert. Het ene moment wil de gedeputeerde doen geloven dat de provincie alleen ontheffingen toetst aan de wet, het andere moment wordt de FBE gesubsidieerd. Op het ene moment zegt hij toe het FBP te bespreken, het andere moment krijgt PS geen plan te zien. Ganzen vergassen blijkt niet te werken, er is geen effect te meten na 2 jaar, ploegen wel, het effect na 1 maand is 90% reductie van baankruisingen, maar de gedeputeerde wil het niet weten. Hij kondigt een notitie flora en fauna aan, maar laat al jaren op zich wachten ‘vanwege de nieuwe natuurwet’. Ondertussen dendert de gedeputeerde maar door.

Hoe gaat dat in het hoofd van de gedeputeerde? “We wachten op de natuurwet, nog even wachten, heh wat jammer, nu bent u net te laat. We hadden een juridische deadline, wat spijtig.”

Zo gaat het nu met het faunabeheerplan, gaat het zo ook bij de ganzen en de damherten?

De hoorzitting ganzen is een initiatief van PS dat eerder ondanks dan dankzij GS wordt georganiseerd.

Hoe kijkt de gedeputeerde terug op zijn tegenstrijdige uitspraken en toezeggingen?

Welk feit zou deze gedeputeerde van dit faunabeleid af kunnen brengen?

Indiendatum: mei 2014
Antwoorddatum: 12 mei 2014

Gedeputeerde BOND: Voorzitter. Mijnheer Van Liere, dank voor uw complimenten en steun voor mijn komend lijsttrekkerschap volgend jaar. Als het gaat om het beleid ingevolge de Flora- en Faunawetgeving, dan worden daar vaak zaken door elkaar heen gegooid en eigenlijk doet u dat ook met de vragen die u stelt. Het eerste deel van uw vragen gaat over het beleid rondom Schiphol. Daar is een nationale regiegroep voor samengesteld op initiatief van het Ministerie van I&M, ook voor de samenstelling van de regiegroep lag daar de verantwoordelijkheid en alle acties die daaruit naar voren zijn gekomen, zijn door die regiegroep geïnitieerd. Dat zijn vier sporen zoals u weet. Het verfijnen van de radartechniek, het RO-deel waar wij het al vaak over hebben gehad en waarvan wij weten dat dat wat langer duurt als je praat over bestemmingsplannen en structuurvisie, maar het gaat ook over de inrichting van het gebied. Zo min mogelijk water, zorgen dat het onaantrekkelijk wordt voor de vogels, met name voor ganzen, want dat is qua omvang de gevaarlijkste soort voor het vliegverkeer. Daar lag ook nog een keer een rapport voor de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan ten grondslag als het gaat om de gevaarzetting daarvan. Er is ook een project, een spoor ingezet als het gaat om de daadwerkelijke bestrijding en populatiebeheer. Er is een vergunning aangevraagd voor de inzet van CO2. Dat is allemaal gedaan door het ministerie. Dat die daar in de vaste structuur die wij kennen met de Faunabeheereenheid, een rol speelt als het gaat om het aanvragen ervan, mag duidelijk zijn. Dat is de reden waarom wij het als provincie op die manier hebben georganiseerd. Die Faunabeheereenheid is een aparte organisatie die juist op afstand is gezet, omdat de enige rol van de provincie is het toetsen van de vergunningen en ontheffingen die aangevraagd zijn, aan de artikelen van de Flora- en Faunawet. Ik ga uw vragen nu beantwoorden, maar deze inleiding is natuurlijk wel van belang om die scheiding te maken tussen de verschillende beheerplannen die er zijn en het project dat loopt rondom Schiphol met een tijdslijn van drie jaar.

Het antwoord op de vraag welke beleidswijzigingen het college heeft genomen na het kennen van de feitelijke afname van 90%, is: geen beleidswijzigingen, want de genoemde afname van 90% betreft een meting die nog niet meerjarig en daarom ook nog niet betrouwbaar is. Daarnaast betreft het een afname van baankruisingen in één maand en dat is een maand waarin het graan afrijpt. Dat is meestal de maand augustus. De baankruisingen in de overige maanden van het jaar zijn niet met het onderploegen van graanresten te beïnvloeden en als je dan kijkt naar spreiding van de incidenten over het hele jaar, dan kunnen wij met een afname van baankruisingen in deze maand nog geen genoegen nemen. U bent altijd degene die vraagt om een goede onderbouwing van dergelijke onderzoeken. Op deze manier wordt zo’n onderzoek opgebouwd, waarin wordt gestreefd naar een goede onderbouwing van de eindconclusie. Daarnaast – ik heb het al genoemd – gaat het om een meerjarige committering aan de uitvoering van dat convenant Nationale Regiegroep Vogelaanvaringen en daarin staat het reduceren van het risico van vogelaanvaringen prominent bovenaan in de prioriteiten. Eind 2014 zal een eerste evaluatie plaatsvinden en dat gaat dan om de maatregelen uit het convenant. Dan wordt op basis van die evaluatie het beleid aangepast.

Dan uw tweede vraag, of het college het effect kan aantonen van het vergassen van ganzen in de vorige twee jaren. U vraagt of zo nee, het beleid wordt voortgezet en zo ja, waarom de ontheffing daar niet naar verwijst. Net als de data – dus het antwoord op de eerste vraag – over de afname van de baankruisingen door het versneld omploegen van de graanresten, zijn er ook data voor baankruisingen in de rest van het jaar en dan praat je over meerjarige data die je daarvoor nodig hebt. Daarom moeten vangacties minimaal drie jaar achtereen worden uitgevoerd wil je het aantoonbare effect op de populatie duidelijk maken. Pas na de zomertelling van 2015 kunnen wij met enige stelligheid iets zeggen over het effect van de vangacties op de grootte van de populatie van ganzen in de zones waar wij actief zijn geweest.

Dan vraag 3, waarom is het beheerplan niet met PS besproken en zijn de ontheffingen meteen voor vijf jaar verleend? Het gaat hier om het Faunabeheerplan algemene soorten 2014. De goedkeuring van het Faunabeheerplan en daarover hebben wij het in de commissie al vaker gehad, is een bevoegdheid van GS en in dit geval gaat het om de soorten die algemeen aanwezig zijn, relatief weinig schade aanrichten en daarom politiek minder gevoelig zijn. In dit geval heb ik er dan ook voor gekozen om PS niet verder te betrekken bij de goedkeuring. Bij het Beheerplan ganzen daarentegen dat wel politiek gevoelig ligt, is er nu zelfs een werkgroep opgericht die een hoorzitting gaat organiseren op dat punt. Dat zegt wel iets als het gaat om de toezegging van het betrekken van PS daarbij. Dat is op zich natuurlijk wel een zwaar instrument om dat te doen, want wij hebben met elkaar afgesproken dat als er onderdelen uit die werkgroep komen die van invloed kunnen zijn op het beleid, wij serieus zullen bekijken wat er uit PS komt. Maar het is een bevoegdheid van GS, daar kunt u de wet op naslaan.

Waarom is er geen degelijke evaluatie van het vorige Faunabeheerplan uitgevoerd? Nou, nogmaals, het opstellen van zo’n faunabeheerplan is dus geen aangelegenheid van de provincie. Dat doet die 545 Faunabeheereenheid, want die is daarvoor verantwoordelijk en het is aan hen om het eerdere plan te evalueren. Welke wijzigingen zijn naar aanleiding van de reactie van de Dierenbescherming doorgevoerd? Voor deze vraag verwijs ik u graag door naar de Faunabeheereenheid. Het is wel zo dat als het gaat om de Dierenbescherming, u noemt het Faunafonds, maar die zijn allemaal benaderd over het plan. Hoe zij dat gedaan hebben en wat de reacties daarop zijn geweest zult u ook bij de Faunabeheereenheid moeten vragen, want dat is hun verantwoordelijkheid.

De VOORZITTER: Geeft dat de heer Van Liere aanleiding tot nadere vragen? Ongetwijfeld.

De heer VAN LIERE (PvdD): Voorzitter, deze gedeputeerde lijkt zo overtuigd van jacht dat hij de volksvertegenwoordiging en de feiten negeert. Het ene moment wil de gedeputeerde doen geloven dat de provincie alleen ontheffingen toetst aan de wet, maar het andere moment moet wel de Faunabeheereenheid gesubsidieerd worden en dat valt dus onder het begrotingsrecht van PS, om de GS/PS discussie even scherp te zetten. Op het ene moment zegt hij toe het Faunabeheerplan te bespreken, het andere moment krijgen PS geen plan te zien. Ganzen vergassen blijkt niet te werken, althans de eerste twee jaar in ieder geval niet. Ploegen wel, dat effect was al na een maand te zien, maar de gedeputeerde wilde dat eigenlijk niet weten. Kondigt een notitie Flora en Fauna aan, maar die laat al jaren op zich wachten vanwege de nieuwe Natuurwet. En ondertussen dendert de gedeputeerde maar door. Hoe gaat dat nou in het hoofd van de gedeputeerde? Wij wachten op een natuurwet, nog even wachten. Ah, wat jammer, nu bent u te laat. Er was een juridische deadline, wat spijtig. Zo gaat dat dus nu met het Faunabeheerplan. Gaat dat straks ook zo met die ganzen of damherten? Ik maak er wel even de opmerking bij dat die hoorzitting een initiatief was van PS, die eerder ondanks dan dankzij de gedeputeerde tot stand is gekomen. Dus dan eindig ik met de gewetensvraag, hoe kijkt de gedeputeerde terug op zijn tegenstrijdige uitspraken en toezeggingen? Welk feit zou deze gedeputeerde wel van zijn voorgenomen beleid af kunnen brengen?

Gedeputeerde BOND: Voorzitter, deze gedeputeerde houdt gewoon de kaders van de Flora- en Faunawet in de gaten als het gaat om zijn beleid. En als het gaat om de Faunabeheereenheid, 11 van de 12 provincies hebben een dergelijke faunabeheereenheid, want dat is de beste manier om ervoor te zorgen dat je juist niet met die dubbele pet op komt te staan. Onze toetsende rol is dus van belang. Als u mij een gewetensvraag stelt over de problematiek van de ganzen en dan nu even sec over het Beheerplan ganzen waarvoor de hoorzitting wordt georganiseerd, dan kunnen wij het ons inderdaad niet permitteren om op dit dossier stil te staan. Ik denk dat het daarom ook van belang is dat het qua uitvoering een bevoegdheid is van GS. Er zijn heel veel partijen bij betrokken, zoals de G7 om die nog even in herinnering te roepen. Daar ben ik echt wel mee bezig, als u vraagt wat deze gedeputeerde nou wil. Ik zou graag het G7 en misschien wel het G8-akkoord, de geest daarvan in Noord-Holland op tafel willen houden en te proberen om in Noord-Holland op die manier het probleem aan te pakken, want dat is wat u ontkent, maar ik niet. Ik 585 heb daar geen rapporten voor nodig, maar gewoon het gezonde boerenverstand. Maakt u maar eens een rondje door deze provincie en kijkt u naar het feit dat wij dit jaar 4,7 miljoen euro aan schade uitkeren, terwijl wij weten dat een groot deel van de benadeelden niet eens meer de moeite neemt om de schade in te dienen, omdat dat nogal wat werk vergt. Dus de schade is in het echt nog veel meer, los van de emotionele schade die daar ook nog aan vastzit als het gaat om het feit dat je als bedrijf soms een deel van je oogst in de container kunt gooien, want daar doe je het niet voor. Zo zit deze gedeputeerde daarin, ja, toch dit probleem aanpakken met heel veel partijen op verschillende manieren, waarbij ik de doelstelling van het G7-akkoord nastreef en dat is terug naar het niveau van 2005, waarbij zelfs de soorten met het aantal broedplaatsen zijn benoemd. Dat is een hele stevige doelstelling, maar dat is wel de richting die deze gedeputeerde wil inzetten als het gaat om het aanpakken van dit probleem. De nieuwe Natuurwet die u noemt, inderdaad, daar zijn wij van afhankelijk, van datgene wat er nog in Den Haag moet worden besloten en dat is de reden waarom wij als het gaat om de hoorzitting die u organiseert, hebben gezegd, zet er nou geen tijdsdruk op, probeer die nieuwe natuurwetgeving meer in de breedte bij de hoorzitting te betrekken, waarbij u specifiek op het ganzenprobleem inzoomt. Prima, dat was ook mijn antwoord in de commissie, doet u dat maar, PS. Ik ben ook bij de start van uw eerste werkgroep aanwezig geweest om dat toe te lichten. Er is ook nog een mogelijkheid om nog een keer een verlenging, een ontheffing te verlenen van het huidige beheerplan. Dat is ook nog een optie. Dat zijn de onderdelen waarvan ik u in commissieverband in kennis stel, maar als het gaat om de ontheffingen die er liggen om dit probleem aan te pakken, dan is dat een beleid waar deze gedeputeerde als u dan toch de gewetensvraag stelt, volop wil inzetten om ervoor te zorgen dat wij de doelstellingen van het G7-akkoord gaan halen.

Interessant voor jou

Gevaarlijke situaties in zwembaden

Lees verder

Een nieuwe subsidieronde voor de visserij

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer