Het uitbreiden van plezier­jacht op provin­ciale eigen­dommen


Indiendatum: nov. 2014

Inleiding

Gedeputeerde Staten hebben op 23 september ’14 besloten om verder te gaan met het verhuren van plezierjacht op provinciale gronden.[1] Het gaat om gronden die de provincie vanwege de decentralisatie natuurbeleid in eigendom heeft gekregen via het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL). Deze gronden zijn bedoeld om natuurgebieden te realiseren.

Het gaat hier om het verhuur van het ‘genot van de jacht’, artikel 31 e.v. Flora- en faunawet, beter bekend als de plezierjacht. Naast jacht kent de Flora- en faunawet ‘beheer en schadebestrijding’, artikel 65 e.v. Via een juridische toetsing kan toestemming voor afschot worden verleend wanneer daar een juridische onderbouwing voor is.

De provincie heeft heel lang de beleidslijn gehad dat het jachtrecht niet werd verhuurd. In 2009 is daar een einde aan gemaakt vanwege het Wieringerrandmeer. De provincie maakte daarmee plezierjacht mogelijk, terwijl 70%[2] van de Nederlandse bevolking die afwijst. Landschap Noord-Holland beheert duizenden hectares en verhuurt het jachtrecht niet, zonder problemen.[3] Onlangs besloot de provincie Utrecht te stoppen met plezierjacht.[4]

Vragen

1. Heeft u meegewogen dat u 70% van de bevolking dwingt om mee te werken aan iets wat zij moreel verwerpelijk vinden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
2. Staat in de jachthuurovereenkomsten met wildbeheereenheden nog steeds de zinsnede dat ‘jacht op lokaal schadeveroorzakende diersoorten’ wordt toegestaan? Zo ja, waarom wordt schadebestrijding niet via de daarvoor geëigende procedure van art. 65 e.v. Flora- en faunawet geregeld?
3. Borgt het college dat er geen dieren geschoten worden die geen schade veroorzaken? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom staat Gedeputeerde Staten het afschieten van dieren toe die geen schade veroorzaken? Hoe verhoudt zich dit tot het criterium ‘laatste redmiddel’?
4. Waarom kan in Utrecht de provincie zonder het verhuren van jachtrecht en uw college niet?
5. Kunt u een overzicht geven van alle gebieden waar de provincie de jacht verhuurt heeft en welke gebieden zij voornemens is de jacht te verhuren?
6. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om de verhuur van de jacht op provinciale gronden te beëindigen? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?

[1] http://www.mijnbabs.eu/babsnoordhollandweb/default.aspx?GAAgendatypecode=14 , commissie R&M, 27-10-2014
[2] Blauw research
[3] Mondelinge mededeling toenmalige directeur
[4] https://utrecht.partijvoordedieren.nl/statenfractie/moties/i/2659

Indiendatum: nov. 2014
Antwoorddatum: 18 dec. 2014

1. Het is niet correct dat door ons besluit iemand zou worden gedwongen mee te werken aan iets wat hij/zij moreel verwerpelijk vindt. Ons besluit had betrekking op het stellen van kaders waarbinnen pachters en wildbeheereenheden gezamenlijk tot huur van het jachtrecht op onze gronden kunnen overgaan.
2. Nee, de door u genoemde zinsnede staat niet in de jachthuurovereenkomsten zoals wij die aangaan.
3. Het kader voor deze afwegingen is voor ons het bepaalde in artikel 37, lid 1 van de Flora- en faunawet, waarin staat dat een jachthouder (in dit geval de provincie Noord-Holland) “verplicht [is] datgene te doen wat een goed jachthouder betaamt om een redelijke stand van het in zijn jachtveld aanwezige wild te handhaven dan wel, bij het ontbreken daarvan, te bereiken en om schade door in zijn jachtveld aanwezig wild te voorkomen”.
4. Provinciale Staten van de provincie Utrecht hebben een amendement aangenomen waarin Gedeputeerde Staten is verzocht geen nieuwe jachthuurovereenkomsten aan te gaan op gronden die in eigendom zijn van de provincie. Op gronden die tijdelijk in eigendom van de provincie zijn blijven de jachthuurovereenkomsten gedurende de overeengekomen looptijd wel in stand. In onze brief van 23 september jl. hebben wij uiteengezet waarom wij het wenselijk vinden de jacht op onze provinciale gronden te verhuren.
5. Wij dienden tot nu toe alleen lopende jachthuurovereenkomsten uit (deden het lopende contract gestand) op het moment dat wij gronden van particulieren verwierven. De enige uitzondering hierop was de nieuwe verhuur van gronden op 500 ha provinciaal eigendom in de Wieringermeer. In bijlage 1 is op kaart een overzicht te zien van de BBL gronden die in provinciaal eigendom komen. Naast onze huidige eigendommen bieden wij Wildbeheereenheden op deze gronden de mogelijkheid om de jacht te huren.
6. Neen. Voor een motivatie van ons besluit verwijzen wij naar onze brief (461404/469583) waarin ons besluit is toegelicht.

Interessant voor jou

Vervolgvragen over het kappen van bomen voor een nieuw bedrijventerrein

Lees verder

Afwegingskader vuurwerkevenementen in Noord-Holland en de Natuurbeschermingswet

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer