Aanpak stroperij
Indiendatum: dec. 2011
Haarlem, 19-12-2011.
In de nieuwsuitzending van EenVandaag 'Stropen verhardt; wildstand neemt af'' van 5 december 2011 wordt gesteld dat er de laatste jaren veel meer gestroopt wordt dan vroeger. Duizenden reeën, edelherten en wilde zwijnen worden afgeschoten door stropers. Door dat stropen is op sommige plaatsen de reeënpopulatie al gehalveerd. Ook het BOA-registratiesysteem laat een toename zien van het aantal stroperijzaken. In 2009 werden bijna 2.800 stroperijzaken geregistreerd, in 2010 waren dat er al 3.100 en in 2011 zal dat oplopen tot meer dan 3.500. Volgens boswachters en jachtopzichters zijn deze aantallen nog maar het topje van de ijsberg.
Daarbij heeft de stroperij zich de laatste jaren ook verhard. De illegale wildhandel is in handen van de georganiseerde criminaliteit en de stropers zijn zwaar bewapend.
1. Is de landelijke trend van de laatste jaren van een grote toename en verharding van de stroperij ook in Noord-Holland zichtbaar? Hoe hoog is het aantal geregistreerde stroperijzaken in Noord-Holland in 2009 en 2010 en het verwachte aantal voor 2011?
2. Deelt u de mening van boswachters en jachtopzichters dat de aantallen stroperijzaken uit het BOA-registratiesysteem nog maar het topje van de ijsberg is?
Uit de nieuwsuitzending blijkt ook dat de stropers feitelijk vrij spel hebben. In slechts tien procent van de gevallen lukt het om de dader op te sporen. Tegenover de toename van de stroperijen staat namelijk een sterke afname van het aantal boswachters en jachtopzichters. In 2000 waren er nog 1.000 groene Bijzondere OpsporingsAmbtenaren (BOA's). Dit jaar zijn er nog maar zo'n 400.
De boswachters en jachtopzichters vinden wel de strikken in het bos, zien de auto's rondrijden met schijnwerpers om groot wild op te sporen en horen de schoten, maar hebben te weinig menskracht om de stroperij hard aan te pakken. Daarbij moet ook de veiligheid van de groene BOA's zijn gewaarborgd als zij optreden tegen de stropers.
3. Is de handhavingscapaciteit van de provincie voldoende voor een adequate aanpak van stroperij?
4. Bent u bereid om extra maatregelen te nemen om stroperij tegen te gaan, zoals het opzetten van een netwerk ‘groene’ handhavers of aan te dringen op hogere prioriteit of gezamenlijke aanpak van stroperij met andere handhavende instanties in Noord-Holland?
Indiendatum:
dec. 2011
Antwoorddatum: 20 jan. 2012
Ons antwoord aan provinciale staten luidt als volgt:
1. Nee. Op basis van de ons beschikbare informatie en onze ervaringen in het
veld kunnen wij stellen dat er geen sprake is van een grote toename en
verharding van de stroperij in Noord-Holland.
Het aantal stroperij zaken in Noord-Holland is ons onbekend. Daar waar
stroperij zich incidenteel voordoet wordt door ons bijstand (expertise)
verleend aan politie en/of terreinbeheerders. Het betreft slechts enkele
zaken in de afgelopen jaren. Hierin zien wij geen stijgende lijn.
2. Nee, die mening delen wij niet (zie ook de beantwoording onder 1). Wij zijn
bekend met het bestaan van het BOA-registratiesysteem maar maken hier
zelf geen gebruik van.
3. Ja. In de afgelopen jaren is door ons geïnvesteerd in de beschikbare
capaciteit op het gebied van de Flora- en Faunawet. De onder vraag 1
genoemde bijstand bij toezicht op en voorkoming van stroperij kan door ons
worden geleverd.
4. Nee, er bestaat reeds een netwerk van groene handhavers in Noord-Holland
waarin wij op maat participeren. Daar waar stroperij plaatsvindt, werken wij
bij de aanpak daarvan nauw samen met politie en/of terreinbeheerders. Het
initiatief daarvoor komt van beide kanten, we opereren als gelijkwaardige
partners.
Interessant voor jou
Statenvragen beleidsinformatie Jeugdzorg
Lees verderUitrijden drijfmest Eilandspolder
Lees verder