Motie Regionale Veen­wei­de­stra­tegie (RVS) zo snel mogelijk concreet!

Provinciale Staten van Noord-Holland in vergadering bijeen op 21 november 2022 ter bespreking van de ‘Regionale Veenweidestrategie 1.0’:

constaterende dat:

• bodemdaling veenweiden’ zijn gedaan;1
• deze uitspraken en de reacties daarop input zijn geweest voor het rapport van de heer Cees Veerman ‘Haren kost geen tijd’2, met de meest geciteerde zinsnede ‘Wel urgent, niet acuut’
  en een oproep tot zorgvuldig en geduldig overleg met alle betrokkenen. Vrijwel alle geconsulteerden waren ervan overtuigd dat het tijd is om gezamenlijk de problematiek van
  de bodemdaling als prioriteit aan te vatten;
• eind 2019 GS de Staten middels een brief met bijlagen3 informeerden over de start van het
  integraal gebiedsprogramma Laag Holland;
• de betrokken Statencommissie de afgelopen jaren veelvuldig aandacht heeft besteed aan de veenweideproblematiek met diverse werkbezoeken, technische briefings en discussies
  waarin ook vertegenwoordigers van betrokken partijen participeerden;

• we bijna vier jaar verder zijn na de richtinggevende uitspraken en in die periode zowel in Laag Holland als in andere veengebieden zoals De Ronde Hoep veel gesproken en geleerd is over de veenweideproblematiek en de mogelijke aanpak;
• de provincie aan de slag is gegaan met de Noord-Hollandse gebiedsgerichte aanpak en in de veengebieden veelvuldig in gesprek is geweest met tal van partners waaronder betrokken
  agrarische ondernemers;
• daarmee wordt voldaan aan het door dhr. Veerman bepleite zorgvuldige en geduldige overleg met alle betrokkenen;
• in de 1.0-versie van de Regionale Veenweidestrategie zoals vandaag aan de orde veel kennis en ervaring is gebundeld, maar nog geen strategie is geformuleerd;
• GS voornemens is om de uitwerking naar een strategie voor de veenweidegebieden een plek te geven in Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG);

1. de provincie in de afgelopen jaren de aanbeveling van Dhr. Veerman om de veenweideproblematiek als ‘wel urgent, niet acuut’ te beschouwen ter harte heeft genomen;
2. er mede door de vele nieuwe uitdagingen (klimaat, stikstof, water, gezondheid, leefbaarheid en perspectief voor de landbouw) in het landelijk gebied nog meer urgentie is ontstaan en een gecoördineerde aanpak geen langer uitstel kan dulden;
3. tal van partijen waaronder de betrokken Waterschappen, andere overheden, natuurorganisaties en landbouworganisaties pleiten voor een voortvarende aanpak met heldere doelstellingen, een goed gevulde instrumentenkoffer en brede samenwerking;

verzoeken het College:

1. in de eerste versie van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied concrete doelen te formuleren bij voorkeur op gebiedsniveau;
2. inzake remming en stoppen van bodemdaling, veenherstel, klimaat en water, inzichtelijk te maken wat nodig is om die doelen te halen en hiervoor de richtinggevende uitspraken van december 2018 als startpunt te nemen. In het PPLG aan te geven welke instrumenten zullen worden ingezet om de doelen te halen waaronder de systeemoplossingen zoals vermeld op pagina 20 van de RVS en instrumenten op het gebied van ruimtelijke ordening, teeltwijzen en het provinciale pachtbeleid en alle instrumenten te bundelen in een zogenaamde ‘instrumenten koffer’ voor de gebiedsgerichte aanpak;
3. voor het proces van voorbereiding en uitvoering van de veenweidestrategie intensief samen te werken met alle betrokkenen in volle breedte zowel sectoraal als geografisch;
4. bij de toegezegde maandelijkse agendering van het PPLG-proces in de commissie NLG uiterlijk in februari 2023 een update te geven over de beoogde aanpak inzake bodemdaling en veenherstel binnen het PPLG en hierover in gesprek te gaan met de commissie;
5. Tussen nu en de vaststelling van het PPLG onverwijld door te gaan met de aanpak in Laag-Holland, de Ronde Hoep, Bovenkerkerpolder, Keverdijksepolder en Polder Westzaan;

En gaan over tot de orde van de dag.