Algemene beschouwingen coalitieakkoord 2011
Voorzitter,
De Partij voor de Dieren is blij met een aantal punten uit het coalitieakkoord van VVD, PvdA, D66 en CDA: geen nieuwvestiging van intensieve veehouderij, het planologisch verankeren van de in 2010 herijkte Ecologische Hoofdstructuur, besparing van energie, investeren in duurzame energie en fietsen. Tot zover het goede nieuws, want het coalitieakkoord is geen goed nieuws voor dieren, natuur en milieu en daarmee voor de toekomst van Noord-Holland.
Voorzitter, het gaat al mis met het motto:
‘verantwoord en duidelijk gericht op de toekomst’.
Of is het nu:
Verantwoord en duidelijk, gericht op de toekomst.
Noemt het drie kenmerken of een wijze van gerichtheid op de toekomst?
Mijn fractie denkt dat wordt bedoeld dat deze coalitie duidelijk, verantwoord en gericht op de toekomst is. Helaas lezen wij weinig duidelijkheid, verantwoordelijkheid of gerichtheid op de toekomst in het akkoord.
Deze coalitie wil megastallen mogelijk maken. Bestaande intensieve veehouderijen mogen uitbreiden tot twee hectare. Erger nog, ontheffing voor uitbreiding tot meer dan twee hectare is mogelijk. Het is onduidelijk waaraan het college een ontheffingsaanvraag gaat toetsen. De uitbreiding ‘moet passen bij het huidige karakter van de Noord-Hollandse landbouw’, aldus het akkoord. Als dat het criterium is, hoe wordt dat gemeten? Past volgens deze coalitie een vleeskuikenfabriek met een jaarlijkse productie van 14 miljoen kippen of een megastal met 750 koeien bij ‘het huidige karakter van de Noord-Hollandse landbouw’? Het is onduidelijk en mijn fractie vreest sluipstallen. Los van de onduidelijkheid is het plaatsen van megastallen volstrekt onverantwoord en niet toekomstgericht. Megastallen, als overtreffende trap van de bio-industrie, zijn slecht voor de volksgezondheid, sociale rechtvaardigheid, dieren, natuur, milieu en landschap.
Voorts wil de coalitie toewerken naar, ik citeer: “Het oplossen van actuele problemen gerelateerd aan populaties met een omvang die de maatschappelijke draagkracht te boven gaan.” Maar wat is dan die maatschappelijke draagkracht? En hoe wordt die bepaald? Dat is onduidelijk en interpretatie hiervan kan daardoor alle kanten op. Wat betekent het voor het faunabeheerplan dat tot doel heeft om 9 van de 10 overzomerende ganzen te doden? Waarschijnlijk niets en dus is deze coalitie dodelijk voor wilde dieren.
De coalitie benadert duurzaamheid vanuit de wisselwerking tussen economie, ecologie en de trends uit de samenleving.’ Welke ‘trends uit de samenleving’ Welke wisselwerking? Weer die onduidelijkheid.
Een duidelijke en ook breed erkende definitie van duurzame ontwikkeling is: een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden te beperken om in hún behoeften te voorzien. Dus behoud van grondstoffen, behoud van biodiversiteit, en het schoonhouden van bodem, water en lucht. Dat is duidelijk.
Terloops merkt de coalitie op voorstander te zijn van de kernreactor in Petten, omdat onderzoek wordt gedaan naar ‘de verduurzaming van kernenergie’. Kernenergie is niet duurzaam. Kernenergie is afhankelijk van eindige grondstoffen en geeft onnodige risico’s en levensgevaarlijk afval waar geen oplossing voor bestaat. Onverantwoord dus. Mensen hebben schoon genoeg van kernenergie.
De voorgenomen herprioritering Ecologische Hoofdstructuur zal sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dit klinkt sympathiek, maar dat is slechts schijn. De essentie van het Nederlandse natuurbeleid is om tot grote natuurgebieden te komen, verbonden met ecologische verbindingszones. Hierdoor zijn planten en dieren mobiel, hebben leefgebieden en dit verlaagt de kans op uitsterven. Kwaliteit en kwantiteit zijn dus niet te scheiden. De coalitiebenadering is onverantwoord.
De provincie is op grond van de Natuurbeschermingswet het bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen en het opstellen van Natura-2000-beheerplannen. Natura 2000 gebieden zijn de parels van onze natuur. Het kan niet zo zijn dat het college achterover gaat leunen en het Rijk verantwoordelijk stelt. Toegegeven, er komt weinig ambitie en duidelijkheid uit Den Haag. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving neemt Nederland onvoldoende maatregelen om een verdere achteruitgang van de Natura 2000-gebieden te stoppen. Maar dat mag voor de provincie geen aanleiding zijn haar eigen verantwoordelijkheid niet te nemen. Dat is onverantwoord.
Peil volgt functie bij de coalitie: voor de veenweidegebieden betekent dit versnelde bodemdaling bij waterpeilverlaging. Dit is in strijd met het Nationaal Waterplan en ons eigen waterplan. Betekent dit het einde van de door CDA-gedeputeerde Kruisinga ingezette functiefaciliteringskaarten? De Partij voor de Dieren vindt onverkort vasthouden aan het principe ‘peil volgt functie’ niet duurzaam en onverantwoord.
Het is goed dat er strenge randvoorwaarden worden gesteld aan wind op land, maar het is slecht om daarbovenop het vermogen van de meest rendabele vorm van duurzame energie te beperken. Als aan de randvoorwaarden is voldaan en er geen gevaar is voor de volksgezondheid, het milieu, vogels en vleermuizen, waarom dan geen molen erbij? Wij missen een visie. Waarom geen energietransitieplan, dat is toekomstgericht.
De ambitie voor de biologische landbouw is te beperkt. Verder zingt de coalitie het liedje van schaalvergroting mee, dat het aantal boerenbedrijven heeft gedecimeerd. Waarom geen toekomstvisie voor een duurzame landbouw in Noord-Holland: alle landbouw duurzaam? Een landbouw die kwaliteit produceert, boeren die daarvoor een goede prijs krijgen, een goed dierenwelzijn, een vruchtbare bodem, een rijke biodiversiteit op en rond de akkers, een werkwijze die in harmonie is met de natuur, geen veevoer uit Zuid-Amerika maar uit Noordwest Europa, een veel lagere bijdrage aan klimaatverandering, kortom: een omschakeling van vervuilende massaproductie voor een bodemprijs naar kwaliteitsproductie voor een reële prijs. Dat is toekomstgericht.
Biodiversiteit komt niet eens in het coalitieakkoord voor. De biodiversiteit is nog maar 15 procent van wat het was en de daling zet nog steeds door. Dat is een crisis, denk aan de bijensterfte. Het verdwijnen van dieren en planten heeft een negatief effect op de bodem, lucht en het landschap. Verlies van biodiversiteit heeft dan ook grote gevolgen voor veiligheid, landbouw en economie. Investeren in het behoud en verbetering van onze soortenrijkdom is noodzakelijk. Dat is toekomstgericht.
Afsluitend roepen wij het nieuwe college op om zich aan haar eigen motto te houden, duidelijkheid te verschaffen en verantwoorde keuzes te maken vanuit een duurzame toekomstvisie. Pas dan gaan we een mooie toekomst in Noord-Holland tegemoet.
Dank u wel.
Interessant voor jou
Herziening Structuurvisie EHS en intensieve veehouderij
Lees verderAflasting Willem Arondéuslezing
Lees verder