Ruim­te­lijke normen

De Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 16 maart 2009, te Haarlem, ter behandeling van het burgerinitiatief “Stop veefabrieken in Noord-Holland”;

constaterende dat:
- Het burgerinitiatief “Stop Veefabrieken in Noord-Holland” een breed draagvlak heeft en leeft onder de bevolking;
- Intensieve veehouderij een potentiële bedreiging is voor de in de overwegingen genoemde provinciale doelen;

overwegende dat:
- Provinciale Staten streven naar een vergroting van het areaal biologische landbouw;
- Provinciale Staten streven naar verbreding en extensivering van de landbouw;
- Provinciale Staten streven naar klimaatneutraliteit;
- Provinciale Staten streven naar behoud van de landschappelijke kwaliteiten van Noord-Holland;
- Provinciale Staten streven naar behoud van de biodiversiteit;
- Provinciale Staten streven naar het terugdringen van de uitstoot van fijnstof, ammoniak en stankoverlast;

van mening dat:
- landbouw een agrarische en geen industriële activiteit moet zijn;
- de koe in de wei een kenmerkende landschappelijke kwaliteit van Noord-Holland is;
- grondgebondenheid een natuurlijke maat is die agrarische en industriële activiteiten scheidt;

gehoord de discussie,

dragen het College van Gedeputeerde Staten op:
- te onderzoeken hoe een norm voor grondgebondenheid in de ruimtelijke verordening de provinciale doelen kan verwezenlijken;
- te onderzoeken hoe weidegang voor koeien via de ruimtelijke verordening kan worden gerealiseerd;

en gaan over tot de orde van de dag.