Geen vrij­stelling voor het doden van dieren

De Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 20 april 2009, te Haarlem, ter behandeling van de Verordening vrijstellingen Flora- en Faunawet 2009;

constaterende dat:
- Gedeputeerde Staten in de toelichting van Verordening vrijstellingen Flora- en Faunawet 2009 stelt dat ontheffingen de voorkeur verdienen (boven een vrijstelling) omdat per geval de afweging gemaakt kan worden of het doden van dieren echt onvermijdelijk is;
- deze afweging bovendien toetsbaar en inzichtelijk is;
- Gedeputeerde Staten het doden van dieren per vrijstelling alleen toestaan om verjagingsacties effectiever te maken;

overwegende dat:
- er geen bewijs is dat afschot van enkele dieren verjagingsacties effectiever maken;
- de schade van de soorten op de vrijstellinglijst voor het doden van dieren beperkt is;
- een vrijstelling voor het voorkomen van schade niet noodzakelijk is, een ontheffing blijft altijd een mogelijkheid;

overwegende dat:
- het doden van dieren ongewenst is.

gehoord de discussie,

besluiten:

- artikel 4 van de conceptverordening te schrappen en daarmee geen vrijstelling te verlenen voor het doden van dieren;
- artikel 5 als volgt te wijzigen:
schrappen in lid 3: `/of doden van schadesoorten uit de bijlagen 3 en 4’
schrappen de leden 5 t/m 9
schrappen in lid 11: `en 4’
schrappen de leden 13 en 14

en gaan over tot de orde van de dag.