Motie Meer wind­energie op land toestaan

Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 14 november 2016 , te Haarlem, ter behandeling van de Begroting 2017;

constaterende dat:
- het college van Gedeputeerde Staten blijft vasthouden aan het realiseren van maximaal 685,5 MW opgesteld vermogen van windenergie op land;
- het college dit plafond verdedigt met het argument dat deze 685,5 MW nodig is om de doelstelling voor 2020 uit het Nationaal Energieakkoord (NEA) te halen;
- in dit akkoord de ambitie is vastgelegd om de energievoorziening voor Nederland in 2020 te laten bestaan uit 14% duurzame energie en in 2023 uit 16%;

overwegende dat:
- het New Climate Institute in kaart heeft gebracht wat Nederland zou moeten doen om een eerlijk aandeel te nemen in de reductie van broeikasgasuitstoot om binnen de 1,5 graden te blijven ;
- het volgens dit gerenommeerd instituut nodig is dat de energievoorziening al tussen 2025 en 2035 voor 100% moet zijn omgeschakeld naar duurzame energie;
- het tempo van het NEA en daarmee ook de provincie veel te laag is;
- in het huidige tempo we tussen 2030 en 2045 de redelijke kans verspeeld hebben om de opwarming onder de 2 twee graden te houden. Dan is ons ‘koolstofbudget’ op ;

van mening dat:
- het onverantwoord is om op het minimale percentage duurzame energie in 2020 te blijven hangen en toekomstige generaties daarmee in gevaar te brengen;

gehoord de discussie,

verzoeken het College van Gedeputeerde Staten:
- ruimte te geven aan windenergie en meer dan 685,5 MW opgesteld vermogen van windenergie op land toe te staan;

en gaan over tot de orde van de dag.