Amen­dement wijziging artikel 44 PRV: verkorten termijn bestem­mings­plannen)


12 december 2016

Wij stellen u het volgende besluit te nemen:

Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 december 2016,

ter behandeling van voordracht 2016 | 85 tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

overwegende dat,

• artikel 4.1., tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat een gemeenteraad een bestemmingsplan in overeenstemming moet brengen met een provinciale ruimtelijke verordening binnen een jaar na inwerkingtreding of wijziging van deze provinciale ruimtelijke verordening, maar dat volgens hetzelfde artikel 4.1, tweede lid, provinciale staten in de provinciale verordening een andere termijn mogen vaststellen;

• Provinciale Staten van Noord-Holland deze termijn hebben gesteld op tien jaar;

• andere provincies waaronder Zuid-Holland en Gelderland in beginsel een kortere termijn hante-ren, waarbij bestaande rechten worden gerespecteerd;

• Gedeputeerde Staten in hun antwoorden van 17 mei 2016 op schriftelijke vragen 2016 | 45 hebben gesteld dat zij "het oordeel omtrent de keuze voor respecteren van bestaande rechten en de actualiseringstermijn van uiterlijk 10 jaar laten aan Uw Staten";

• het onwenselijk is, mede uit oogpunt van helderheid van regelgeving, dat gemeentelijke bestemmingsplannen tot tien jaar lang bepalingen kunnen bevatten die in strijd zijn met de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

besluiten:

in het ontwerpbesluit behorende bij de voordracht 2016 | 85 Wijzing Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) als besluitpunten toe te voegen in Artikel 1:

DD

Artikel 44, eerste lid komt te luiden:

1. Een bestemmingsplan anders dan een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid, is uiterlijk één jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, of zoveel eerder als het bestemmingsplan ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening is aangepast, in overeenstemming met deze verordening vastgesteld.

EE

Aan artikel 44, wordt, onder vernummering van lid 2 in lid 3, ingevoegd:

2. Het eerste lid is in niet van toepassing op ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening reeds bestaande rechten.

Onder bestaande rechten worden verstaan:

a. een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat besluit onherroepelijk is, dan wel voor zover een ontwerp van dat besluit ter inzage is gelegd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening en daarop door Gedeputeerde Staten geen zienswijze is ingediend;

b. een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, inclusief de daarin opgenomen vrijstellings-, wijzigings- en uitwerkingsmogelijkheden, voor zover dat plan door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd;

c. een vrijstelling als bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, voor zover Gedeputeerde Staten ten behoeve daarvan een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in voornoemd wetsartikel hebben verleend; of

d. andere bestaande rechten.

Toelichting:

Met aanneming van dit amendement wordt de termijn waarbinnen gemeenteraden bestemmings-plannen in overeenstemming met de PRV moeten brengen verkort naar één jaar.

In artikel 4.1, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening is bepaald dat de gemeenteraad binnen een jaar na inwerkingtreding van de verordening een bestemmingsplan of een beheersplan vaststelt in overeenstemming met de provinciale ruimtelijke verordening, tenzij bij de verordening een andere termijn wordt vastgesteld. In de verordening wordt de aanpassingstermijn thans op één jaar gesteld, dat wil zeggen gelijk aan de in de wet genoemde termijn. Deze aanpassingstermijn heeft alleen betrekking op geldende bestemmingsplannen die niet in overeenstemming zijn met de verordening. Voor een nieuw bestemmingsplan geldt dat deze bij de vaststelling in overeenstemming moet zijn met de verordening.

Voor "bestaande rechten" wordt een uitzondering gemaakt. Hiertoe dient het in het amendement voorgestelde nieuwe tweede lid van artikel 44.


Status

Verworpen

Voor

SP, GroenLinks, PvdD, ONH, CU/SGP, 50plus

Tegen

VVD, CDA, PvdA, D66, PVV

Lees onze andere moties

Motie Duurzame Glastuinbouw

Lees verder

Amendement Niet laten vervallen beschermingsregime artikelen 5, 12 en 13

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer