Amen­dement Niet laten vervallen bescher­mings­regime artikelen 5, 12 en 13


12 december 2016

Wij stellen u het volgende besluit te nemen:

Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 december 2016,

ter behandeling van voordracht 2016 | 85 tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

overwegende dat,

• gedeputeerde staten voorstellen de regels voor detailhandel, tot aanleg van bedrijventerreinen en kantoorlocaties, voor nieuwe woningbouw en voor overige verstedelijking, vervat in de huidige artikelen 5, 12 en 13 te laten vervallen;

• gedeputeerde staten hiervoor aanvoeren dat de PRV hierdoor gemakkelijker leesbaar en toepasbaar wordt;

• andere vergelijkbare regels voor weidewinkels, nieuwe landgoederen en windturbines in de PRV blijkens de voordracht niet vervallen;

• regels gelijk aan die in de nu nog vigerende versie van de PRV zijn opgenomen in de artikelen 5, 12 en 13 waarschijnlijk zullen worden opgenomen in door gedeputeerde staten vast te stellen nadere regels;

• er daarmee naar het zich laat aanzien materieel niets verandert aan de regels;

• artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening weliswaar niet uitsluit dat regels noodzakelijk met het oog op een goede ruimtelijke ordening worden gesteld krachtens provinciale verordening;

• het ter wille van leesbaarheid en toepasbaarheid echter onwenselijk is dat regelgeving onnodig wordt versnipperd over een verordening en uitvoeringsregels daarvan;

• dat regels ter uitvoering van de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van de provincie, alsmede de hoofdzaken van het door de provincie te voeren ruimtelijk beleid naar de geest van artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening behoren te worden vastgesteld door provinciale staten zelf, en niet door gedeputeerde staten;

besluiten:

in artikel 1 van het ontwerpbesluit behorende bij de voordracht 2016 | 85 Wijzing Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV):

onderdeel D te vervangen door:

Na artikel 5a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5b Detailhandel

1. Onverminderd artikel 5a voorziet een bestemmingsplan niet in nieuwe detailhandel op bedrijventerreinen en kantoorlocaties met uitzondering van:

a. een afhaalpunt ten behoeve van internethandel;

b. detailhandel die in zowel bedrijfseconomisch als ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de toegelaten bedrijfsuitoefening op grond van het vigerende bestemmingsplan en daarop nauw aansluit;

c. brand- of explosiegevaarlijke detailhandel of;

d. volumineuze detailhandel indien deze in winkelgebieden uit een oogpunt van hinder, veiligheid of verkeersaantrekkende werking niet inpasbaar is. Als het totaal winkelvloeroppervlak van deze volumineuze detailhandel meer dan 1500 m2 bedraagt, geldt dat:

1. dit aantoonbaar niet leidt tot ruimtelijk relevante leegstand in bestaande winkelgebieden, en;

2. de regionale adviescommissie hierover een advies heeft uitgebracht.

2. Een bestemmingsplan kan voorzien in nieuwe detailhandel, of omzetting van

volumineuze naar niet-volumineuze detailhandel, met een totaal winkelvloeroppervlak

van meer dan 1500 m2 mits:

a. dit aantoonbaar niet leidt tot ernstige verstoring of duurzame ontwrichting van de

bestaande detailhandelsstructuur;

b. de regionale adviescommissie hierover een advies heeft uitgebracht;

c. indien de nieuwe detailhandel wordt voorzien buiten bestaande winkelgebieden in de toelichting op het bestemmingsplan is aangetoond dat geen ruimte gevonden kan

worden binnen de bestaande winkelgebieden, en;

d. de nieuwe detailhandel in overeenstemming is met het detailhandelsprogramma dat

is opgenomen in de regionale detailhandelsvisie, voor zover het bestemmingsplan

vanaf 1 januari 2016 ter inzage is gelegd.

3 In afwijking van het tweede lid kan een bestemmingsplan voorzien in nieuwe detailhandel

met een totaal winkelvloeroppervlak tot 3000 m2 binnen een bestaand winkelgebied van

minimaal 25000 m2 totaal winkelvloeroppervlak.

4 Een bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe detailhandel op bedrijventerreinen en

kantoorlocaties met uitzondering van:

a. een afhaalpunt ten behoeve van internethandel;

5 Op een bestemmingsplan dat voorziet in de ontwikkeling van nieuwe detailhandel buiten

bestaand stedelijk gebied, is artikel 15 van overeenkomstige toepassing.

6 Gedeputeerde staten kunnen nadere regels stellen over de regionale detailhandelsvisie

en het detailhandelsprogramma.

Onderdeel K te vervangen door:

1. In artikel 12, tweede lid, vervalt:

"voor zover deze in overeenstemming is met de provinciale planningsopgave, als bedoeld in artikel 11, tweede lid",

2. Artikel 12, vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

"bestaand bebouwd gebied" wordt vervangen door bestaand stedelijk gebied.

3. Artikel 12, zesde lid, vervalt

Onderdeel L te vervangen door:

In artikel 13, derde lid vervalt onderdeel c.

Toelichting:

Met aanneming van dit amendement blijven de regels voor nieuwe detailhandel (nu nog artikel 5), aanleg van bedrijventerreinen en kantoorlocaties (nu nog artikel 12) en nieuwe woningbouw (nu nog artikel 13) in de PRV gehandhaafd, en niet gedelegeerd aan gedeputeerde staten.

De voorgestelde tekst van artikel 5b is gelijk aan en een combinatie van het in de voordracht nieuw voorgestelde artikel 5b (wordt het eerste lid van artikel 5b nieuw) en het nu nog bestaande artikel 5 (wordt het tweede lid van artikel 5b nieuw).

Bij handhaving van de huidige artikelen 12 en 13 zijn enkele wijzigingen nodig (in K en L) vanwege een juiste samenloop met enkele andere in de voordracht voorgestelde wijzigingen

J.M. Bruggeman F. Kramer L. van Raan


Status

Verworpen

Voor

SP, GroenLinks, PvdD, CU/SGP

Tegen

VVD, PvdA, CDA, D66, PVV, ONH, 50plus

Lees onze andere moties

Amendement wijziging artikel 44 PRV: verkorten termijn bestemmingsplannen)

Lees verder

Amendement Regionale afspraken

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer