Amen­dement definitie inten­sieve veehou­derij in PRV


3 februari 2014

Provinciale Staten van Noord-Holland in vergadering bijeen op 3 februari 2014

ter behandeling van de voordracht vaststelling Provinciale Ruimtelijke Verordening,

besluiten in bovengenoemde ontwerpbesluit:

in artikel 2q de tekst

“intensieve veehouderij: een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat zelfstandig of als neventak, geheel of grotendeels in gebouwen, varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren of overig kleinvee houdt, met uitzondering van het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, het kweken van vissen het houden van melkvee en overig rundvee, geiten, schapen of paarden.”

te vervangen door de tekst

“intensieve veehouderij: niet-grondgebonden agrarische bedrijven die zelfstandig of als neventak grotendeels of geheel in gebouwen varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren, vis, melkvee, overig rundvee, geiten, schapen, paarden en/of overig kleinvee houden. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij”;

Toelichting

In de PRV worden beperkingen opgelegd aan de intensieve veehouderij die van belang zijn voor goede ruimtelijke ordening. De kern van de definitie is het niet-grondgebonden, geheel of grotendeels in gebouwen houden van dieren. Dit zijn ruimtelijk relevante criteria. In de huidige definitie worden allerlei uitzonderingen toegevoegd zonder gegronde (ruimtelijke) reden. Indiener acht dit in strijd met het principe van gelijkberechtiging. Bovendien krijgen sectoren die nu niet als intensieve veehouderij worden gezien, maar zich steeds meer in die richting ontwikkelen, alle ruimte daartoe. Zo staat de PRV geen nieuwvestiging toe van bedrijven die varkens geheel in gebouwen houden, maar wel als koeien of geiten geheel in gebouwen worden gehouden. Het mogelijk loslaten van de melkquota in 2015 (koeien) of de strenge eisen in Noord-Brabant (geiten) maakt deze ontwikkeling tot een reëel risico.

In de Nota van beantwoording schrijft GS: “Daar waar het juridisch noodzakelijk of beter is, passen wij de PRV bij de komende inhoudelijke aanpassing aan op geldende landelijke (rijks-) definities. Voor zover dat niet het geval is, hanteren wij de definities zoals wij die het meest passend achten voor het provinciaal beleid.”

Indiener acht het meest passend bij provinciaal beleid om de definitie in overeenstemming te brengen met de oorspronkelijk bedoeling en te ontdoen van onwenselijke uitzonderingen.


Status

Verworpen

Voor

Partij voor de Dieren, SP, 50plus, ONH

Tegen

VVD, PvdA, CDA, D66, CU/SGP

Lees onze andere moties

Amendement bestaande agrarische bebouwing

Lees verder

Thuiswerken toevoegen aan PMI maatregelen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer