Initiatiefvoorstel Transitiedenken in het PPLG
Bij de kaderbrief 2025-2028
Transitiedenken voor PPLG Noord-Holland
Commissie Landelijk Gebied 17 juni 2024 bij agendapunt Kaderbrief 2025
MET HET OPTIMALISEREN VAN BESTAANDE PROCESSEN EN PRODUCTEN WINNEN WE HOOGUIT WAT TIJD, MAAR WE KUNNEN ER DE WICKED PROBLEMS NIET MEE OPLOSSEN. DAT INZICHT BEGINT STEEDS MEER DOOR TE DRINGEN.
OM HET IN DE GEEST VAN ALBERT EINSTEIN TE ZEGGEN: ALS JE BLIJFT DOEN WAT JE ALTIJD DEED, KRIJG JE WAT JE ALTIJD KREEG. WE ONTKOMEN ER NIET AAN OM ONZE MANIER VAN LEVEN FUNDAMENTEEL TER DISCUSSIE TE STELLEN. EEN ECHT DUURZAME SAMENLEVING VEREIST EEN ANDERE INRICHTING VAN ONZE MAATSCHAPPELIJKE SYSTEMEN EN MARKTEN.
Aanleiding
De provincie Noord-Holland zit middenin het proces om tot een Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) te komen in opdracht van het Rijk, waarmee uitvoering gegeven wordt aan de doelen van het NPLG op natuur, water en klimaat. Hiervoor is een grote verandering van de inrichting van het landelijk gebied, een ware transitie van landbouw- en voedselsysteem, nodig. Zie ook Kamerbrieven uit 2022 [1,2]:
• “Tegelijk is de afgelopen jaren steeds scherper duidelijk geworden dat de landbouw in Nederland door de intensieve wijze waarop we hoge producties realiseren de grenzen heeft bereikt - en in veel gevallen heeft overschreden - van wat de leefomgeving aankan. We staan nu voor de immense opgave de biodiversiteit te herstellen en de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen naar de lucht en van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het water substantieel te verminderen.”
• “De aanpak hiervan duldt geen uitstel. Het gaat daarbij niet om het bijschaven van de scherpe randjes, maar om een gehele transitie van het landbouw- en voedselsysteem.”
Momenteel ligt een conceptversie van het PPLG voor, waarin Gedeputeerde Staten 40% van de hernieuwde inrichting van het landelijk gebied presenteert aan de Provinciale Staten. Daarnaast staat de Kaderbrief 2025 op de agenda, waarmee bijsturing van prioriteiten kan worden aangeduid. Voor de Partij voor de Dieren zijn deze agendapunten in de Commissie Landelijk Gebied van 17 juni en vaststelling in de vergadering van Provinciale Staten van 8 juli aanleiding om een voorschot te nemen in de transitie van het landelijk gebied van Noord-Holland. De aan de commissieleden gepresenteerde nota’s zijn immers niet gericht op enige transitie van het landelijk gebied en onze kaderstellende en controlerende taak brengt ons er in dit stadium dan ook toe om aan de hand van dit initiatiefvoorstel te komen met enkele voorstellen ter besluitvorming aan de Staten van Noord-Holland ten einde de provinciale organisatie te bewegen in de transitie van het landelijk gebied die het Rijk, maar ook onze inwoners [3], inclusief de agrarische ondernemers, en natuur zo verdienen.
Gebiedsproces als casus
In de Technische briefing op 27 mei 2024 werden drie gebiedsprocessen toegelicht, waaronder het gebied de Weidse Polders in de Binnenduinrand ter hoogte van Bergen aan Zee.[4] Een gebied met bollenteelt, melkveehouderij en natuurgebieden. Graag nemen wij dit gebied als casus om te laten zien hoe transitie van de landbouw met als doel het behalen van de natuurdoelen én perspectief voor ondernemers en inwoners eruit zou kunnen zien. Aan de hand van deze casus zullen we vervolgens enkele voorstellen doen, die het voorgestelde transitiedenken in de organisatie kunnen inzetten om het proces voor een breed gedragen PPLG effectief en duurzaam te volbrengen.
Een inleiding tot transitiedenken
Het zingt al heel lang rond, maar het dagelijks bestuur van de provincie Noord-Holland lijkt er maar niet aan te durven gaan staan: we hebben een transitie nodig van het landelijk gebied van onze provincie. Er wordt al een jaar gewerkt in allerlei groepen, gebieden en processen aan manieren om de echte problemen van klimaatverandering, waterkwaliteit, natuurbehoud voor het creëren van een gezonde en leefbare omgeving voor mens en dier nu en in de toekomst het hoofd te bieden. Zonder succes. Hoe dat komt? Er wordt niet gedacht in transitie, er is geen visie voor de toekomst en er wordt niet echt een andere inrichting van ons landelijk gebied voorgesteld als stip aan de horizon. Wat we wél terugzien in de 40% versie, het tweede concept van het PPLG, is een optimalisering van bestaande processen, geitenpaadjes uitdiepen, onbewezen kostbare innovaties bovenop onbewezen kostbare innovaties stapelen en een toenemend aantal zieke landbouwhuisdieren [5], agrarische ondernemers [6] en wegkwijnende natuur met het leven daarin [7], waar wij als mens zo afhankelijk van zijn. De crises zijn door Gedeputeerde Staten erkend, maar de paden die gecreëerd worden voor een uitweg leiden steeds opnieuw naar dezelfde problemen terug. Zoals de minister in 2022 al zei, “bijschaven van scherpe randjes” is niet voldoende. Dat is geen transitiedenken, dat zijn geen transitiepaden. Nederland is koploper in de wereld als het gaat om transitiewetenschap. Laten we hier in Noord-Holland dan ook van profiteren, betekenis aan geven en een vertaling naar de praktijk maken.
TRANSITIEDENKEN IN DE PRAKTIJK
IN DE PRAKTIJK ZIEN WE DAT DE TRANSITIEWETENSCHAP, OOK WEL ‘TRANSITIEDENKEN’ GENOEMD, STEEDS MEER WEERKLANK VINDT. IN STRATEGIEËN VAN BEDRIJVEN EN OVERHEDEN DUIKEN BEGRIPPEN ALS ‘TRANSFORMATIE’, ‘TRANSITIEPAD’, OF ‘SYSTEEMPERSPECTIEF’ STEEDS VAKER OP. WETENSCHAPPERS DIE ZICH SPECIALISEREN IN DIT DENKEN WORDEN REGELMATIG DOOR AMBTENAREN EN MANAGERS UIT HET BEDRIJFSLEVEN UITGENODIGD OM MEE TE KIJKEN EN ADVIES TE GEVEN OVER HET VORMGEVEN VAN EEN VISIE VOOR DE TOEKOMST. EN HET BLIJFT NIET BIJ HET ONTWIKKELEN VAN VERGEZICHTEN.
DE TRANSITIEWETENSCHAP HOUDT ZICH OOK BEZIG MET HET STUREN VAN TRANSITIES: HET PROBEREN TE BEÏNVLOEDEN VAN DE SNELHEID EN RICHTING VAN EEN TRANSITIE. BINNEN DE TRANSITIEWETENSCHAP, EN OOK ANDERE VAKGEBIEDEN DIE DAAROP VOORTBOUWEN, ZIJN ER VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN EN MODELLEN ONTWIKKELD VOOR TRANSITIESTURING. (BRON: WWW.HETGROENEBREIN.NL)
Bollenteelt in de Weidse Polders: een gebied in transitie
Presentatie in de Technische briefing
De opgaven in het gebied Weidse Polders liggen op het vlak van natuur, stikstof, water en bodem, klimaat, landbouw en landschap en erfgoed. Meteen werd al de opmerking gemaakt dat niet voor alle opgaven heldere, kwantificeerbare doelen zijn geformuleerd. Doelen die passend zijn in dit gebied, zijn bijvoorbeeld:
- Kaderrichtlijn Water-doelen halen (2027) en dus de waterkwaliteit snel verbeteren;
- adviezen Ecologische Autoriteit voor N2000-gebied Noord-Hollands duinreservaat [8] uitvoeren voor zover dit gebied daarop invloed heeft: stikstof uitstoot met 50% terugbrengen (2030) en ontwatering en peilverlaging aan de duinrand verlagen;
- aanleggen 500 meter houtwallen en hagen en 500 meter ecologische oevers, ter uitvoering van Aanvalsplan Landschap (2030) (groenblauwe dooradering);
- 10 hectare bosaanleg, ter uitvoering van de Bossenstrategie (2030);
- realiseren huidige NNN-opgave voor dit gebied.
Wat in het formuleren van een aanpak in het gebied ook een rol speelt en meegenomen moet worden is het perspectief voor ondernemers, gezonde leefomgeving, stikstofbelasting in Natura-2000 gebied omlaag brengen en de gevolgen voor de milieubelasting van veeteelt en bollenteelt. In de presentatie ontbrak verder aandacht voor de behoefte aan nieuwe recreatie- en woongebieden, waarnaar we in elk gebiedsproces ook op zoek moeten.
Het gebiedsproces is vervolgens ‘een integrale afweging tussen water, natuur en landbouw’ in 7-wekelijkse integratiesessies met vooral belanghebbenden van de huidige situatie, wat uiteindelijk moet leiden tot een Gebiedsvisie.
Van bijschaven naar transitie
In bovengeschetst proces signaleren we een aantal stappen die een transitie in de weg staan, namelijk:
• Een visie voor het gebied ontbreekt De gesprekken die al maanden aan de gang zijn, moeten leiden naar een ‘gebiedsvisie’ aldus de presentatie. Dit is echter geen sturing geven aan een transitie, maar vragen om binnen bestaande kaders innovaties te vinden die ontegenzeggelijk naar hetzelfde probleem van vervuiling en een ongezonde leefomgeving zullen leiden en bovendien geen ruimte zal doen ontstaan voor overgangsgebieden, uitvoering van de bossenstrategie of nieuwe recreatie- en woongebied.
• Meetbare, aan de visie congruente doelen ontbreken. Zo werd in de presentatie in de Technische briefing als natuuropgave bijvoorbeeld ‘groenblauwe dooradering’ genoemd. Maar wat moet wanneer zijn aangelegd? En een genoemde landbouwopgave was: “De veeteelt en de bollenteelt in de overgangszone schuren met het unieke water- en bodemsysteem”. Dat is een constatering, maar wat is het kader om dit in overeenstemming te brengen met elkaar?
• Een plan van aanpak met een tijdpad en transitiepaden ontbreekt: wanneer moet wat bereikt zijn?
• Een analyse van oorzaken en mogelijke oplossingsrichtingen ontbreken en vandaar uit de redenering naar wat nodig is om de doelen te halen. En vandaar uit werken naar oplossingsrichtingen, of scenario’s voor mogelijke inrichtingen voor de Weidse Polders. Scenario’s zijn te gebruiken om verschillende ruimtelijke opties te verkennen, keuzes te maken, prioriteiten te stellen en paden in de tijd uit te zetten.
Dus waar gaan de gesprekken over in het gebiedsproces als de stip aan de horizon niet bekend noch uitgedragen wordt? Welke opgaven zijn er nu eigenlijk concreet? Wie pakt hier de leiding in en wie de regie?
Bijschaven door minder bestrijdingsmiddelen te gebruiken, bijschaven door spuitzones te verkleinen, bijschaven door technische hoogstandjes om stallen potdicht te maken. Bijschaven door kringlopen te sluiten is géén transitiedenken. Een transitie naar vee- en bollenteelt op biologische, regeneratieve wijze wél.
De visie voor Weidse Polders kan dan vereenvoudigd worden tot:
De landbouw in Weidse Polders (bollenteelt, veeteelt, overige teelt) is volledig omgeschakeld naar biologische en regeneratieve wijze, waarbij ondernemers in de gehele keten toekomstperspectief hebben, en plaats is voor natuur, natuurinclusief wonen en kleinschalige natuurinclusieve recreatie in een gezonde leefomgeving.
Vervolgens worden transitiepaden benoemd die hiertoe kunnen leiden. Koplopers kunnen anderen adviseren in hun aanpak, ketenpartners worden gestimuleerd en consumenten en eindgebruikers worden verleid, wellicht zelfs omdat het aanbod volledig biologisch is.
Gaande over de transitiepaden zullen zich ongetwijfeld hobbels en kuilen voordoen, bijvoorbeeld over de vraag van verdienmodellen, mislukte oogsten en de invulling van natuurbeheer of dichtheid van nieuwe woongebieden. Kleine en grote stappen zijn goed. Er zullen pioniers zijn die barrières tegenkomen, dreigen vast te lopen op geldende regelgeving of juist hun ervaringen kunnen inzetten om anderen te helpen. Dat is dan het moment om nieuw instrumentarium in te zetten, zoals in de provincie Brabant onlangs het provinciaal omschakelfonds [9] in het leven is geroepen. Het beleid aanpassen, maar altijd met het oog op die stip aan de horizon. Experimenteren is een wezenlijk onderdeel van transitiedenken.
Regie met een transitiemanager
Transitiemanagement is een kunst en een kunde. Het gaat om effectief sturen, patronen doorbreken, de onder- en bovenstroom verbinden, maar ook om faciliteren, verkennen, vallen en opstaan stimuleren. Een inspirerend transitiemanager kan bovengenoemde activiteiten van visievorming tot transitiepaden begeleiden en kan sturen op de ontwikkeling van scenario’s. Die kunnen gaan over samengaan in collectieven voor een passend verdienmodel tot een opkoopregeling of omschakelen naar andere teelt of zelfs een heel ander vak, bijvoorbeeld in het kader van bosbouw of recreatiebeheer.
De transitiemanager is er om allerlei processen op te starten en de regie te voeren aan de hand van een dashboard waar kansen, ervaringen, obstakels, uitwisseling kan plaatsvinden. Daarnaast houden we zo met elkaar de ecologische, economische en sociaal-culturele waarden in de transitie van het landelijk gebied bijeen.
”Niets is sterker dan een idee waar de tijd rijp voor is.”
Victor Hugo
Voorstellen
Aan Provinciale Staten wordt voorgesteld te besluiten om:
- een transitiemanager aan te stellen die de provinciale organisatie kan voorgaan in transitiedenken en de gebiedsprocessen zo kan inrichten dat visie, doelen, ambities aansluiten op een nieuwe inrichting van het landelijk gebied, en de financiering hiervoor op te nemen in de begroting 2025 en daarna.
- een langetermijnvisie, een toekomstbeeld, op het landelijk gebied te laten formuleren, via een door de transitiemanager geleid proces, die richting geeft aan de transitiepaden in het PPLG.
- een provinciaal omschakelfonds te laten ontwikkelen, vergelijkbaar met de variant in Noord-Brabant, die de periode van inkomensonzekerheid helpt overbruggen in de periode van transitie.
[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/06/10/startnotitie-nplg-10-juni-2022
[3]
https://www.noord-holland.nl/Onderwerpen/Landelijk_gebied/Inwonersraadpleging, zie de figuren 0-2 en 0-3
[4]
https://portal.ibabs.eu/Agenda/View/ee29e0e1-9750-4bab-b92f-3d71db007dd1 ;(BOT/TB 27 mei 2024)
[5] Bijv. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/06/01/rapport-expertgroep-zoonosen;
[6] Bijv. https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/parkinson-op-het-platteland, aanleiding was een brief van een boerenzoon uit Zwaagdijk, West-Friesland, en
https://noordholland.partijvoordedieren.nl/vragen/vragen-over-parkinson-uit-gifspuit; Inspreker dochter van een aan Parkinson overleden fruitteler in Westwoud bij Hoorn, mei 2024 http://bit.ly/4eomSUc; https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20231013_47061949
https://nos.nl/artikel/2521411-biodiversiteitsdoelen-niet-binnen-bereik-toont-nieuw-dashboard;
Status
Ingediend
Voor