Discussienota geitenhouderij Enkhuizen en bescherming volksgezondheid
Discussienotitie Gang van zaken rond geitenhouderij Enkhuizen en risico's voor gezondheid
T.b.v. agendering in commissie NLG op 19 april '21
Statenfractie Partij voor de Dieren, Ines Kostić
1. Aanleiding
De fractie van de Partij voor de Dieren maakt zich ernstig zorgen over de gang van zaken rond de mogelijke komst van een groot geitenbedrijf bij Enkhuizen en daarbij horende risico's voor gezondheid. Dit naar aanleiding van antwoorden op onze Statenvragen [1] daarover, de daarna verkregen antwoorden op enkele technische vragen (zie bijlage) en het feit dat recent is gebleken dat er al in 2018 een negatief advies over de geitenhouderij in Enkhuizen lag, maar dat daarmee niets is gedaan. [2]
2. Casus geitenhouderij Enkhuizen
- Aanvrager geitenhouderij dient op 6 december '18, 6 dagen voordat de geitenstop in Noord-Holland ingaat, een aanvraag Omgevingsvergunning in bij B&W Enkhuizen.
- Het betreft een aanvraag voor het houden van 2.000 geiten, aan de rand van een woonwijk. Vermeldenswaardig hierin is ook dat vanáf 2.000 geiten, dus 1 geit meer, een Omgevingsvergunning Milieu en een MER vereist is. Nu is slechts een OBM van toepassing (Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets). [3]
- Al jaren is er veel bezwaar tegen, en onrust over een mogelijke komst van dit bedrijf vanwege verhoogde gezondheidsrisico's voor omwonenden. [4] Ook het college van B&W was tegen. Een meerderheid in de gemeenteraad is nog steeds tegen.
- Reden van deze onrust is dat al zeker 10 jaar bekend is dat omwonenden binnen een straal van 2 kilometer van een geitenhouderij 40 tot 60% meer risico lopen om longontstekingen te krijgen. [5] [6]
- In afwachting van nog een nieuw RIVM-onderzoek (dat pas in 2024 klaar zal zijn) naar de oorzaak van de verhoogde ziektedruk, hebben provincies vanaf 2017 een geitenstop ingevoerd. Dit is ook gebeurd in de provincie Noord-Holland, per 12 december 2018.
- De geitenstop betekent dat het niet meer mogelijk is om een geitenhouderij te beginnen of uit te breiden. Een aanvraag ingediend voordat de geitenstop inging kan volgens GS worden vergund.
- B&W Enkhuizen heeft uiteindelijk eind december '20 de vergunning verleend voor de geitenhouderij.
- PvdD heeft in Statenvragen februari '21 de suggestie gedaan om de geitenhouderij alsnog tegen te houden met gebruikmaking van het voorzorgsbeginsel.
- Het voorzorgsbeginsel is eerder toegepast in ieder geval in de gemeente Ronde Venen, waar sprake was van een vergelijkbare situatie. Die gemeente kreeg ook te maken met een aanvraag voor een intensieve geitenhouderij, vlak voor de geitenstop. De gemeente zette gezondheid van inwoners voorop, paste het voorzorgsbeginsel toe en weigerde de vergunning voor de geitenhouderij. Met als motivatie dat los van het geitenverbod van de provincie ook bij het besluit over de omgevingsvergunning (onderdeel milieu) het aspect gezondheid moet worden afgewogen, en dat uit onderzoek blijkt dat er een significant verband is tussen de aanwezigheid van geitenhouderijen en een verhoogd risico op longontsteking bij omwonenden. Zie antwoorden van de gemeente op vragen 3 en 4 van fractie PvdA/GL en de uitspraak van de rechter via link hieronder in de voetnoot. [7]
- GS heeft daarop geantwoord dat bij een OBM het voorzorgsbeginsel niet kan worden toegepast, tenzij B&W besluit dat er een MER moet worden opgesteld. B&W heeft echter besloten dat er geen MER hoeft te worden opgesteld (zie bijlage 'Besluit vormvrije MER-beoordeling').
- De motivatie in dit Besluit van B&W is dat geen MER hoeft te worden opgesteld, omdat in het VGO-rapport (Veehouderij en Gezondheid Omwonenden) van het RIVM alleen de aanbeveling staat om nader onderzoek te doen naar wat de toename aan longontstekingen veroorzaakt, en “andere aanbevelingen in afwachting daarvan niet zijn gegeven”. Ook zal het bedrijf geiten inenten tegen Q-koorts (zie bijlage, “Besluit Vormvrije MER beoordeling” 6 december 2018 en daaruit stukje tekst hieronder).
- Maar dit pleit juist vóór het laten opstellen van een MER door aanvrager. Waardoor bijvoorbeeld ook nieuwe milieueffecten in beschouwing kunnen worden genomen. Zoals het feit dat microbioloog en zoönose-expert Joke van der Giessen van het RIVM vermoedt dat de verhoogde kans op longontstekingen worden veroorzaakt door een nieuwe zoönose (een van dier op mens overdraagbare ziekte, zoals COVID-19), anders dan Q-koorts. [8]
- Daarnaast blijkt uit een digitale hoorzitting van de gemeente begin deze maand dat de gemeente in 2018 al een negatief advies van de GGD had over de vestiging van de betreffende geitenhouderij.[9] Daar is toen niets mee gedaan. Het stuk ontbrak aan het dossier destijds en de Omgevingsdienst (toen RUD) heeft dit advies niet gezien.
- Dat maakt dat het bovengenoemde besluit om geen MER op te stellen en uiteindelijk dus om een vergunning af te geven, op basis van onjuiste/onvolledige informatie genomen was. Dit maakt dat er genoeg reden is om de genomen besluiten te heroverwegen en een milieueffectrapportage te laten opstellen, waardoor het voorzorgsbeginsel sowieso kan worden toegepast. Zo stellen ook juristen.
- De ‘GGD-richtlijn medische milieukunde: Veehouderij en gezondheid' adviseert ook vanuit voorzorg om terughoudend te zijn met het plaatsen van gevoelige bestemmingen binnen 2 kilometer van een geitenhouderij.[10]
- De provincie is interbestuurlijk toezichthouder op gemeenten als het gaat om o.a. milieu. Volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is interbestuurlijk toezicht gericht op de juiste uitvoering van wettelijke medebewindstaken en of besluiten niet in strijd zijn met het algemeen belang. Het ministerie geeft ook aan te hechten aan het interbestuurlijk toezicht als belangrijkste sturingsinstrument om de kwaliteit van besluitvorming rond MER te bewaken.[11]
- Goede besluitvorming rond MER en bescherming van gezondheid van groot algemeen belang zijn. Dat alles is niet geborgd met de gemaakte besluiten over de geitenhouderij.
- In de Omgevingsverordening is geitenhouderij inmiddels opgenomen onder de definitie van Intensieve veehouderij. Daardoor kunnen nieuwe intensieve geitenhouderijen zoals die in Enkhuizen zich niet in Noord-Holland vestigen. Hiermee is nieuwvestiging als die in Enkhuizen dus sowieso niet meer toegestaan, nog los van de geitenstop.
- Uit de Omgevingsverordening:
intensieve veehouderij: een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat slacht-, fok-, leg-, pels- of melkdieren houdt, zonder of nagenoeg zonder weidegang of vrije uitloop, met uitzondering van veehouderij waarin producten worden vervaardigd die gecertificeerd zijn volgens in Nederland geldende regelgeving van de Europese Unie voor biologische producten en met uitzondering van viskwekerij.
In de PRV werd de geitenhouderij echter als een van de onverklaarbare uitzonderingen genoemd, ondanks meerdere bezwaren van PvdD. GS kwam te laat tot inzicht dat dat anders moest.
Uit de oude PRV (2019):
intensieve veehouderij: een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat zelfstandig of als neventak, geheel of grotendeels in gebouwen, varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren of overig kleinvee houdt, met uitzondering van het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, het kweken van vissen het houden van melkvee en overig rundvee, geiten, schapen of paarden.
- PvdD heeft GS in het verleden meermalen gevraagd geitenhouderij in de PRV als mogelijk intensieve veehouderij aan te merken en dus de uitzondering in de definitie op te heffen (uiteraard zijn niet alle geitenhouderijen intensief, maar de oude PRV sloot per definitie uit dat geitenhouderijen intensieve veehouderijen konden zijn), mede vanwege gezondheidsrisico's en de manier van houden. Als GS eerder de adviezen van PvdD had opgevolgd en deze bedrijfstak eerder als mogelijk intensieve veehouderij had aangemerkt, hadden we het probleem met de grote geitenhouderij in Enkhuizen kunnen voorkomen.
3. Conclusie
Aanvrager voor de geitenhouderij glipt vier keer door de mazen van de wet- en regelgeving:
1) dient 6 dagen voordat de (late) geitenstop ingaat nog snel een aanvraag in;
2) vraagt precies het aantal geiten aan (2.000) dat nog onder de reguliere Omgevingsvergunning en MER-drempel valt;
3) de motivatie van B&W om geen MER te verlangen, waardoor wel het voorzorgbeginsel zou kunnen worden toegepast en het bedrijf op redenen van gezondheidsrisico kan worden tegengehouden, is niet goed onderbouwd en op basis van onvolledige/verkeerde informatie, ondanks het feit dat er toen al een negatief advies van GGD lag;
4) provincie erkende geitenhouderijen ten tijde van de aanvraag per definitie nog niet als mogelijk intensieve veehouderij (terwijl daar alle reden toe was), maar inmiddels wel;
Het bovenstaande afgewogen tegen:
gezondheidsrisico's:
1) al zeker 10 jaar is bekend dat omwonenden binnen een straal van 2 kilometer van een geitenhouderij 40 tot 60% meer risico lopen om longontstekingen te krijgen;
2) in 2018 lag al een negatief advies van de GGD over de geitenhouderij, i.v.m. volksgezondheid, op basis waarvan de gemeente toen de vergunning had kunnen weigeren;
3) GGD adviseert ook de afstand van 2 kilometer aan te houden tussen geitenhouderijen en gevoelige bestemmingen als woningen en scholen. De geitenhouderij in Enkhuizen is gepland vlak naast een woonwijk;
4) RIVM-expert vermoedt dat het bij de verhoogde kans op longontsteking rondom geitenhouderijen gaat om weer een nieuwe zoönose, anders dan Q-koorts;
5) ondanks alle zorgwekkende indicaties m.b.t. gezondheid en het feit dat als het misgaat de gevolgen niet te overzien kunnen zijn, wordt nu toch het risico genomen;
6) als in 2024 het rapport van het vervolgonderzoek RIVM definitief concludeert dat de geitenhouderij een gevaar is voor gezondheid, moeten we rekening houden met mogelijke saneringskosten, die weer door de maatschappij zullen moeten worden gedragen.
Al met al is wat ons betreft klip en klaar dat de laatste zes punten op groot algemeen belang wijzen en zeer zwaar moeten worden gewogen. De provincie hoort daar als interbestuurlijk toezichthouder op milieu, als mede-beschermer van gezondheid van onze inwoners ook zoveel mogelijk actie op te ondernemen.
De gemeente Enkhuizen moet nu beslissen over een groot aantal (449!) bezwaren tegen de vergunning voor de geitenhouderij en heeft een zwaar argument om eerdere besluiten (Besluit mer-beoordeling en Omgevingsvergunning) te heroverwegen, nu de vergunning in de fase van het beoordelen van zienswijzen tegen de vergunning is.[12]
Het is een juridisch complexe casus, er zijn fouten in de afweging over het wel of niet uitvoeren van MER gemaakt en er is bijna niemand die de geitenhouderij wil. De provincie heeft meer middelen naar de gemeente en kan de gemeente en burgers proactief bijstaan om te zoeken naar de juridische ruimte om gezondheid te beschermen.
4. Vragen aan commissieleden
- Zijn de leden met de PvdD, de burgers, GGD en gemeenteraad van mening dat de geitenhouderij er vanuit te grote gezondheidsrisico's niet moet komen?
- Zijn de leden van mening dat volksgezondheid hier zwaar moet wegen?
- Zijn de leden bereid met ons mee te denken om hier een oplossing voor te vinden?
- Wij stellen bijvoorbeeld voor om GS ertoe te bewegen om eigen middelen/mensen in te zetten om gemeente te helpen de juridische ruimte te vinden om de gezondheid (o.a. in lijn met GGD advies) te beschermen. Het feit dat het besluit om geen MER te laten uitvoeren niet op basis van alle toen beschikbare informatie was genomen, geeft reden om in iedere geval alsnog een milieueffectrapportage te laten uitvoeren.
5. Vragen aan GS
- In de NLG-vergadering van 8 februari ’21 vertelde gedeputeerde Zaal dat ze Bestuurlijk Overleg heeft gepleegd met gemeente Enkhuizen. Gedeputeerde stelde dat het moeilijk was om een oplossing te vinden, maar dat de provincie met de gemeente meedenkt over de mogelijkheden.
- Is er sindsdien contact geweest met de gemeente? Heeft de provincie proactief aangeboden om mee te denken?
- Welke opties zijn precies allemaal uitgezocht?
- Heeft de provincie juridische experts ingeschakeld om te kijken waar de juridische ruimte zit om de vergunning voor de geitenhouderij alsnog niet te geven? Welke juridische mogelijkheden zijn onderzocht en hoe zijn ze allemaal afgewogen? We zien desnoods graag de bijbehorende stukken.
- Wat vindt GS ervan dat er al in 2018 een negatief GGD advies lag over de geitenhouderij, maar dat daar niets mee is gedaan, ook niet bij 'Besluit vormvrije MER-beoordeling'?[13]
- Wat vindt de provincie als interbestuurlijk toezichthouder op gemeenten als het gaat om o.a. milieu van het feit dat het besluit om geen MER te laten uitvoeren op onjuiste/onvolledige informatie is genomen? Is er volgens GS mogelijk sprake van besluiten die in strijd zijn met het algemeen belang (namelijk goede besluitvorming rond MER/milieu en volksgezondheid)?
- Wanneer wist de provincie voor het eerst van het negatieve GGD advies uit 2018 over de geitenhouderij?
- Is GS ook van mening dat volksgezondheid hier zwaar weegt en dat de geitenhouderij er niet moet komen?
- Bent u bereid om gemeente Enkhuizen te steunen en aan te moedigen om in haar Beslissing op Bezwaar de vergunning in te trekken, en eventueel alsnog een MER gaat verlangen?
[1] Https://api1.ibabs.eu
[2] https://www.noordhollandsdagblad.nl
[3]
https://www.infomil.nl
[4] https://www.nhnieuws.nl
[5] 2011: ‘Mogelijke effecten van intensieve-veehouderij op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar potentiële blootstelling en gezondheidsproblemen’ https://nivel.nl;
2016: ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden I’ https://www.rivm.nl;
2017: ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden II’ https://www.rivm.nl;
2019: ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden III- Longontsteking in de nabijheid van geitenhouderijen in Gelderland, Overijssel en Utrecht’ https://www.nivel.nl
[6] https://www.partijvoordedieren.nl
[7] https://www.spaarhetgein.nl; https://uitspraken.rechtspraak.nl
[8] https://www.ftm.nl;
https://www.partijvoordedieren.nl
[9] https://www.noordhollandsdagblad.nl
[10] https://www.noordhollandsdagblad.nl
[11] https://www.rijksoverheid.nl
[12] https://www.noordhollandsdagblad.nl
[13] https://www.noordhollandsdagblad.nl
Status
Ingediend
Voor