TTIP
Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 26 mei 2015, te Haarlem, ter behandeling van het coalitieakkoord 2015-2019;
constaterende dat:
- de Europese Commissie onderhandelt met de Verenigde Staten over een vrijhandelsverdrag (TTIP) en er een verdrag (CETA) tussen de EU en Canada in de maak is;
- TTIP en CETA schadelijke gevolgen zullen hebben voor milieu, gezondheid, dierenwelzijn, privacy, arbeidsrechten en ontwikkelingslanden;
- de zeggenschap en beleidsruimte van provinciebesturen mogelijk door TTIP en CETA worden beïnvloed;
- er in Nederland een brede coalitie bestaat van organisaties uit het maatschappelijk middenveld -waaronder vakbonden, milieu-en consumentenorganisaties, boerenorganisaties en organisaties die zich inzetten voor internetvrijheid- die zich ernstig zorgen maken over de gevolgen van TTIP en CETA voor onder meer mens, milieu, gezondheid;
overwegende dat:
- een groot aantal ondernemers in Nederland en Europa schadelijke gevolgen zal ondervinden als gevolg van toegenomen concurrentie door deze ‘vrijhandelsakkoorden’;
- TTIP een regulatory cooperation body in het leven brengt, waarin nieuwe en bestaande regelgeving, ook op decentraal niveau, voorgelegd worden aan de VS;
- het opnemen van de VS en Canada in de Europese interne markt de aanscherping van de normen en standaarden voor onder andere arbeidsrechten, milieu en voedselveiligheid zal bemoeilijken;
van mening dat:
- vrijhandelsakkoorden geen instrumenten moeten zijn om de Europese, nationale, regionale of gemeentelijke wetgevingente versoepelen of zelfs af te schaffen;
- TTIP en CETA vooral gunstig zijn voor multinationals en hun investeerders, maar niet voor het MKB;
- TTIP en CETA met ISDS (Investor-State-Dispute Settlement) afbreuk doet aan ons nationale rechtssysteem en onze democratische besluitvorming;
- van mening dat de beleidsvrijheid van de provincie niet mag worden beperkt door de VS of Canada;
gehoord de discussie,
spreken als hun mening uit dat:
- alleen harmonisering tussen de EU en de VS of Canada naar de hoogste normen bespreekbaar zou moeten zijn;
- elke clausule betreffende een geschillenregeling (ISDS) tussen investeerders en overheden die zich onttrekt aan het nationale rechtssysteem op principieel verzet stuit;
- een toets op democratisch gelegitimeerde decentrale regelgeving door een ‘regulatory coorperation body’ onacceptabel is;
- de provincie aandeelhouder moet kunnen blijven van nutsbedrijven Liander en PWN;
verzoeken het College van Gedeputeerde Staten:
- in interprovinciaal verband, in Brussel en Den Haag de mening van Provinciale Staten over CETA en TTIP uit te dragen;
- in interprovinciaal (IPO) verband de dialoog aan te gaan met andere provincies die zich zorgen maken over de gevolgen van CETA en TTIP;
en gaan over tot de orde van de dag.
Status
Aangehouden
Voor
Tegen
Lees onze andere moties
Motie Statenbrede annex Coalitieakkoord
Lees verderEffectief natuurbeheer: geld van agrarisch natuurbeheer naar natuurbeheer
Lees verder