Mest­beleid KRW-‘proof’

De Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 16 november 2009, te Haarlem, ter behandeling van het waterplan 2010-2015;

constaterende dat:
- in 1985 de fosfaatemissie naar oppervlaktewater vanuit de landbouwgronden 1,5 kg/ha. bedroeg en in 2005 1,4 kg/ha. (Natuurbalans 2009);
- het Planbureau voor de Leefomgeving stelt dat landelijk gezien regiomaatregelen geen invloed hebben op de fosfaatbelasting;
- het voorgenomen Rijksbeleid een daling van de fosfaatemissie uit de landbouw van slechts 3% in 2027 realiseert (Milieubalans 2009);
- de fosfaatemissies uit de landbouw dan 75% van de totale fosfaatemissies uitmaken (Milieubalans 2009);

overwegende dat:
- door hoge fosfaatconcentraties in het oppervlaktewater de ecologische doelstellingen niet worden gehaald, slechts 25% van de waterlichamen zal in 2027 aan de KRW doelen voldoen (Waterplan Noord-Holland 2010-2015);
- het Rijk besloten heeft het mestbeleid niet aan te scherpen;
- aanvullend generiek beleid van het Rijk nodig is opdat regionale maatregelen effectief kunnen worden;

van mening dat:
- de fosfaatconcentraties in het oppervlaktewater verder moeten worden teruggedrongen;
- het halen van de KRW doelen de regel, niet de uitzondering, moet zijn;
- een effectiever mestbeleid daartoe noodzakelijk is;

gehoord de discussie,

verzoeken het College van Gedeputeerde Staten:

- het Rijk op te roepen het mestbeleid KRW-‘proof’ te maken;
- het Rijk op te roepen de provincies en de waterschappen in staat te stellen de doelen van de KRW te halen;

en gaan over tot de orde van de dag.