Amen­dement ‘Stop de Hobby­jacht’

Vergadering Provinciale Staten d.d. 12 december 2016, agendapunt 15

Amendement op voordracht 89-2016: besluitvorming over Burgerinitiatief ‘Stop de Hobbyjacht’, inhoudende vervanging van de tekst van het ontwerpbesluit Nr. 89 door ontwerpbesluit Nr. 89A

Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 december 2016, besluit:

De tekst van het ontwerpbesluit bij voordracht 89-2016: besluitvorming over Burgerinitiatief ‘Stop de Hobbyjacht" te vervangen door:

Nr. 89 A

Provinciale Staten van Noord-Holland;

Onderwerp: Besluitvorming over Burgerinitiatief ‘Stop de hobbyjacht’

gezien het voorstel van Burgerinitiatief ‘Stop de Hobbyjacht Noord-Holland’ van 29 augustus 2016 en het bijbehorende ontwerpbesluit, waarin PS verzocht wordt om:

1. alles te doen wat binnen haar bevoegdheden ligt om de jacht op de vrij bejaagbare diersoorten stop te zetten en bejaagbare en niet-bejaagbare soorten gelijkwaardige bescherming te bieden;

2. binnen haar jurisdictie geen vrijstelling of vergunning te geven voor het zonder noodzaak bejagen van houtduiven, hazen, konijnen, fazanten en wilde eenden;

3. dit beleid als zodanig vast te leggen in de, door de provincie nog vast te stellen, natuurvisie.

gelet op de ‘Verordening Burgerinitiatief Noord-Holland’,

gelet op de door Provinciale Staten aangenomen voordracht van 3-10-2016 over de geldigheid van het burgerinitiatief, gelet op het concept-verslag van de commissie NLM van 27-10-2016 agendapunt 8.a., gelet op het concept-verslag van de commissie NLM van 28-11-2016 agendapunt 4.a.,

gelezen de voordracht van de Statencommissie Natuur, Landbouw en Milieu van 29 november 2016;

besluiten:

A. Het voorstel voor een ontwerpbesluit van het Burgerinitiatief ‘Stop de hobbyjacht Noord-Holland’ in de voorgelegde vorm niet over te nemen.

B. Alles te doen wat binnen haar bevoegdheden en mogelijkheden ligt om de jacht op ‘vrij bejaagbare diersoorten’ waarvan de maatschappelijke noodzaak niet is aangetoond, tegen te gaan.

C. Een externe expert op het gebied van het Faunarecht te verzoeken om, op basis van de provinciale bevoegdheid om nadere regels te stellen voor het faunabeheerplan (artikel 3.12 lid 9), welke het kader is voor de uitvoering van de jacht (artikel 3.12 lid 1), voorstellen uit te werken voor aanpassing van provinciaal beleid en regelgeving die invulling geven aan het onder A geformuleerde doel, zonder dat die aanpassing leidt tot strijd met de Wet Natuurbescherming.

Toelichting

De indieners van dit amendement betreuren het dat de wetgever niet heeft voorzien in een generiek verbod van de jacht op dieren in gevallen waarin de maatschappelijke noodzaak ontbreekt. Daarmee is ook gegeven dat de provincie niet bevoegd is zelf een dergelijk generiek verbod af te kondigen. Wel kunnen onder meer in en voor het Faunabeheerplan (nadere) regels worden gesteld ten aanzien van de jacht binnen de provinciegrenzen (art. 3.12 lid 9 en 1).

Nu ook in het parlement de discussie nog volop gaande is over de uitleg van diverse onderdelen van de Wet Natuurbescherming, is er alle aanleiding om de wettelijke bepalingen die ruimte bieden om in te spelen op specifieke inzichten en omstandigheden in Noord-Holland ten volle te benutten.

Door het verzoek / de opdracht om voorstellen uit te werken, neer te leggen bij een extern expert die daartoe binnen de wettelijke kaders mogelijkheden ziet, wordt voorgesorteerd op maximaal resultaat en laat de provincie blijken er alles aan te doen om ‘onnodige’ jacht tegen te gaan. Het is uiteindelijk aan PS en GS om de voorstellen te beoordelen en in beleid en regelgeving te verwerken.

Met dit besluit wordt op verantwoorde wijze recht gedaan aan het door ruim 5400 burgers ondertekende verzoek van het Burgerinitiatief ‘Stop de Hobbyjacht’.

Haarlem, 12 december 2016

Provinciale Staten voornoemd,

, voorzitter , statengriffier