Amen­dement Beleidsarme intro­ductie BSG (Bestaand Stedelijk Gebied)

Amendement Beleidsarme introductie BSG (Bestaand Stedelijk Gebied)

Vergadering Provinciale Staten d.d.12 december 2016, agendapunt 11

Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 december 2016, besluit in Voordracht 85-2016 het ontwerp-besluit toe te voegen (onderstreept):

A2, onderdeel k

k. bestaand stedelijk gebied: gebied als bedoeld in artikel 1.1.1 eerste lid onder h, van het Besluit ruimtelijke ordening, met dien verstande dat niet onder bestaand stedelijk gebied wordt verstaan:

- stedelijk groen dat grenst aan of een ecologische verbinding heeft met buiten-stedelijk groen, waaronder volkstuinen en sportparken

- bebouwing in natuur- en recreatiegebieden die grenzen aan stedelijke bebouwing

- bebouwing die bestemd is voor tijdelijk gebruik

- verblijfsruimtes op wielen en jaarrond sta-caravans

en A3, onderdeel z

z. landelijk gebied: het gebied, niet zijnde bestaand stedelijk gebied, als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid onder h, van het Besluit ruimtelijke ordening;

te vervangen door:

z. landelijk gebied: het gebied, niet zijnde bestaand stedelijk gebied, als bedoeld in artikel .. onder A2, onderdeel k ((aanpassen aan nummering in de nieuwe verordening)).

Toelichting

Gedeputeerde Staten beogen met vervanging van het begrip ‘Bestaand Bebouwd Gebied’ door ‘Bestaand Stedelijk Gebied’, zoals gedefinieerd in het Besluit Ruimtelijke Ordening, een beleidsarme wijziging door te voeren die beter aansluit bij de actuele situatie. Gezien echter de diverse door GS gegeven toelichtingen, onder meer in de beantwoording van de technische vragen in RWW van 28-11-2016 en de brief van 7-12-2016, zijn de indieners van dit amendement er niet van overtuigd dat hier sprake is van een beleidsarme wijziging, zeker waar het de effecten betreft. GS heeft toegegeven dat het om een versoepeling gaat: ’Door de strikte uitleg van BBG definitie door de Raad van State ontstaat er door het hanteren van de definitie BSG een versoepeling van de onbedoeld strikte provinciale regelgeving in het stedelijk gebied.’ (28-11-2016). Op het woord ‘onbedoeld’ na, zijn wij het daarmee eens.

Graag zien wij dat het huidige beschermingsniveau -dat met de definitie van BBG is beoogd- zoveel mogelijk overeind blijft. Dat kan bij voorbeeld door het begrip BBG te handhaven. Maar gezien de gekozen systematiek kiezen wij ervoor om in de definitie van BSG duidelijk te maken wat daar niet onder valt. Het amendement is niet uitputtend, maar ondervangt wel de belangrijkste risico’s die de definitiewisseling met zich meebrengt. Jurisprudentie leert dat de Raad van State niet alleen rekening houdt met het Besluit ruimtelijke ordening, maar ook met wat de provincie in haar ruimtelijke verordening heeft vastgelegd.