Koe in de wei, kalf erbij
Naar een grondgebonden melkveehouderij met koe in de wei
Van kwantiteit naar kwaliteit in de melkveehouderij
Samenvatting
Noord-Holland heeft een bijzondere reputatie op het gebied van de melkveehouderij. Van de 80.000 koeien staat 90% buiten in de wei, en het aantal koeien per hectare grasland ligt onder het landelijk gemiddelde. Door de afschaffing van het melkquotum is echter een sterke intensivering van de melkveehouderij opgetreden, waarbij grondgebondenheid verder in het geding komt. Dit betekent meer koeien op stal, maar ook meer schade aan natuur en milieu. Boeren gaan bovendien een onzekere toekomst tegemoet door de steeds verder dalende melkprijs. Om intensivering en niet-grondgebonden melkveehouderijen en de daarmee gepaard gaande negatieve effecten voor dierenwelzijn, natuur en de financiële positie van boeren tegen te gaan, is het nodig dat er maatregelen worden genomen die de grondgebondenheid versterken en het welzijn van de Noord-Hollandse koe verbeteren. De Partij voor de Dieren voorstaat een melkveehouderij waarbij ingezet wordt op kwaliteit in plaats van kwantiteit.
1. Meer koeien, meer megastallen
De afschaffing van het melkquotum op 1 april 2015 heeft ertoe geleid dat bijna de helft van alle melkveehouders in Nederland hun bedrijf wil uitbreiden.[1] LTO heeft een groei van 15 tot 20% voorspeld.2 In Noord-Holland zijn er tot nu toe 80 aanvragen voor uitbreidingen van melkveehouderijen ingediend, waarvan 16 bij vergunning een megastal, dat wil zeggen een bedrijf met 250 of meer melkkoeien, zouden worden.[3] Als alle aanvragen worden vergund, komen er meer dan 10.000 koeien bij in Noord-Holland. Dat is een groei van maar liefst 12,5%. Er zijn zelfs plannen om in Noord-Holland de grootste koeienmegastal van Nederland te bouwen, met maar liefst 1400 koeien.[4][2]
a. Minder weidegang, meer gezondheidsproblemen
In Noord-Holland wordt koeien relatief vaak weidegang geboden. Toch is er landelijk een sterke daling te zien in het percentage koeien dat in de wei komt: in 2000 kwam 95% van de koeien buiten, inmiddels is dat nog maar 70%. Met name bij grote bedrijven, met 120 koeien of meer, is het percentage koeien dat levenslang op stal staat erg hoog.[5] Ook in Noord-Holland zal het aantal koeien dat nooit meer buiten komt stijgen als de intensivering van de melkveehouderij doorzet.
Koeien die levenslang op stal staan hebben meer gezondheidsproblemen dan koeien die in de wei komen. Pootproblemen en uierontstekingen komen vaker voor bij koeien die nooit buiten komen.[6] Omdat deze klachten leiden tot een vermindering van de melkproductie, worden deze koeien vaak vroegtijdig naar het slachthuis gebracht.[7] De koe is een wegwerpartikel geworden, aldus landbouwsocioloog Professor Jan Douwe van de Ploeg in Zembla.[8] Het is dan ook niet verwonderlijk dat uit onderzoek van Motivaction blijkt dat 80% van de Nederlanders het dieronvriendelijk vindt om koeien het hele jaar op stal te laten staan.[9]
De intensivering van de melkveehouderij gaat dus gepaard met negatieve effecten op dierenwelzijn.
b. Meer negatieve effecten voor natuur, milieu en klimaat
Meer koeien betekent ook meer mest. Boeren hoeven echter niet over voldoende grond te beschikken om die mest te kunnen uitrijden. Het mestoverschot zal hierdoor sterk groeien, wat grote schade aan de natuur en de biodiversiteit met zich mee brengt. De stikstof- en fosfaatbelasting van natuur en wateren wordt voor een groot deel veroorzaakt door de melkveehouderij. Het bereiken van de doelen voor schoon water (Kaderrichtlijn Water) zal met een groei van het aantal koeien nog moeilijker worden.[10] Daarnaast wordt voor niet-grondgebonden bedrijven soja geïmporteerd waarvoor oerwouden in Zuid-Amerika worden gekapt. Daarmee draagt de intensieve melkveehouderij ook meer bij aan klimaatverandering.[11]
Uit een recent onderzoek is gebleken dat de externe, door de maatschappij gedragen kosten van de melkveehouderij maar liefst €2.500.000.000 tot €7.500.000.000 bedragen.[12] Deze kosten zijn onder meer het gevolg van het kappen van regenwoud voor het verbouwen van soja, de uitstoot van broeikasgassen en de effecten van stikstof op de natuur en de humane gezondheid. Dat betekent dat de prijs van een pak melk geen €0,80 zou moeten zijn, maar tussen de €1,00 en de €1,42 om alle kosten te dekken. Het produceren van melk brengt dus aanzienlijke externe kosten met zich mee, die nu worden afgewenteld op de samenleving. Het is zelfs zo dat de totale opbrengsten van de melkveehouderij (€3,2 miljard) mogelijk lager zijn dan de externe kosten van deze sector.[13]
Wanneer de melkveehouderij verder zal intensiveren, zullen ook deze externe kosten, die ook voor een deel voor rekening komen van de provincies, verder stijgen.
c. Een onzekere toekomst voor boeren
Per dag stoppen 7 boeren in Nederland met hun bedrijf. Met name de kleine boerenbedrijven die niet willen uitbreiden hebben het moeilijk. 40% van de boeren was dan ook tegen het afschaffen van het melkquotum.[14]
Nu de melkproductie fors toeneemt, is het tevens onvermijdelijk dat de daling van de melkprijs doorzet. Zo voorspelt de Europese Commissie dat de melkprijs tot 2020 onder ]de €0,35 zal blijven.[15] Zeker nu ook landen als China flink hebben ingezet op uitbreiding van de veestapel, en daardoor minder melk importeren.[16] Dit betekent voor boeren dat hun inkomen erg onzeker wordt, en dat liquiditeitsproblemen voor met name de grote bedrijven die veel hebben geïnvesteerd in uitbreidingen, op de loer liggen.[17] Op dit moment ligt de prijs die boeren krijgen voor hun melk zelfs ver onder de kostprijs. De Rabobank heeft daarom boeren aangeraden de productie niet uit te breiden maar zelfs terug te schroeven,[18] en FrieslandCampina betaalt boeren om minder te produceren.[19] Ook het Rijk is van plan om melkveehouders verplicht te doen inkrimpen.[20] Het is daarom onwenselijk dat het Noord-Hollandse beleid uitbreiding blijft faciliteren. De Noord-Hollandse boeren zullen daar uiteindelijk zelf de dupe van worden.
2. Van kwantiteit naar kwaliteit in de melkveehouderij
"Uiteindelijk moet de zuivel de groei niet in meer koeien en een steeds hogere productie per koe zoeken, maar in groei in kwaliteit door toegevoegde waardes als weidegang en andere zaken voor een hoog dierenwelzijn."
- Dierenbescherming, "Zuivel? Alleen van koeien in de wei!" (2015) pag. 5 -
In plaats van méér, moet de melkveehouderij streven naar beter. Het huidige groeitempo van de melkveehouderij leidt tot welzijnsproblemen voor de koe, onherstelbare schade aan de natuur en een onzekere toekomst voor boeren. Het is daarom zaak dat de provincie stappen neemt en inzet op kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Ook het Landbouw Economisch Instituut (LEI) pleit voor een verduurzaming en een verhoging van de toegevoegde waarde in plaats van schaalvergroting om vergaande prijsverlagingen het hoofd te bieden. Zo stelt het LEI in het rapport "Duurzaam concurreren in de Nederlandse melkveehouderij" het volgende:
"Globaal gesproken zijn er voor de sector drie strategieën om zich aan prijsverlaging aan te passen: kostprijsverlaging, verhoging van de toegevoegde waarde en een combinatie van beide.
Kostprijsverlaging is onder meer mogelijk door schaalvergroting. Dat is niet zonder risico. Zo is sterke schaalvergroting niet goed verenigbaar met weidegang. Dat maakt het landschap saaier en kan ten koste gaan van het dierenwelzijn. Daarmee kan de populariteit, en zelfs de licence to produce van de melkveehouderij in gevaar komen. Verhoging van de toegevoegde waarde biedt in theorie meer perspectief om de spagaat vol te houden. (…)
In een strategie van toegevoegde waarde zal duurzaamheid worden gezien als een potentiële troef. Daarbij zal een ruimere definitie van duurzaamheid worden gehanteerd, waarin extra zorg wordt besteed aan koeien en landschap (onder meer door weidegang) en waarin ook rekening wordt gehouden met problemen als klimaatverandering en het kappen van tropisch regenwoud."
a. Duurzaamheid versterken
Een noodzakelijke stap om de melkveehouderij te behoeden voor verdere intensivering, en een manier om in te zetten op een verduurzaming van de sector, is het bevorderen van grondgebondenheid van Noord-Hollandse melkveebedrijven. Een grondgebonden melkveehouder neemt de bodemvruchtbaarheid als basis.[21] Wanneer een boer niet meer mest produceert dan zijn eigen land nodig heeft en het grootste deel van het veevoer op zijn eigen land kan verbouwen neemt dus ook de belasting van natuur en milieu af.[22] Om de bodemvruchtbaarheid en de biodiversiteit in het landelijke gebied te verbeteren is inzetten op grondgebonden melkveehouderij noodzakelijk.[23]
De boer is met een grondgebonden bedrijf ook veel minder afhankelijk van externe factoren zoals de invoer van soja en mestverwerking, waardoor de financiële positie van het bedrijf stabieler wordt. Ook het CLM, onafhankelijk kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu, benadrukt dit:
"We zien de laatste jaren toenemende fluctuaties in de prijzen van melk, veevoer en mest. Dit maakt met name intensieve melkveebedrijven afhankelijker van externe factoren. Zij kunnen deze afhankelijkheid voor melk nauwelijks beïnvloeden, maar voor voer en mest wel: een grondgebonden bedrijf hoeft minder veevoer aan te kopen en minder mest af te zetten. Daarmee is een grondgebonden melkveebedrijf zelfstandiger en autonomer."[24]
Daarnaast zal het mestoverschot slinken wanneer groei gekoppeld wordt aan de hoeveelheid grond. Dit zal de externe kosten, die nu voor rekening komen van de samenleving, sterk doen dalen.
Ook weidegang krijgt een positieve impuls door grondgebondenheid. Het weiden van koeien is bovendien goed voor het milieu, omdat de ammoniakuitstoot aanzienlijk lager is.[25] Ook vormen koeien in de wei een belangrijk en gewild landschappelijk element, wat voor zowel het imago van de Noord-Hollandse melkveehouderij als het toerisme een belangrijk gegeven is.
"Ik geloof niet in een model van productie van veel voor weinig. Daar waren we altijd goed in, maar andere landen zullen daar op termijn beter in zijn. Nederland moet gaan voor een product van hoge kwaliteit dat duurzaam wordt geproduceerd."
- Staatssecretaris Martijn van Dam, Jubilieumdiner Boerderij -
Om de grondgebondenheid van melkveehouderijen te kunnen versterken en daarmee weidegang te behouden en de bodemvruchtbaarheid te verbeteren, is het noodzakelijk dat de verhouding van het aantal dieren tot de beschikbare hoeveelheid grond in balans is. De maatregelen die het Rijk op dit moment neemt zijn daartoe niet voldoende, omdat er nog steeds groei met onvoldoende grond mogelijk is. Een betere manier om echte grondgebondenheid te realiseren is bijvoorbeeld een systeem van graasdiereenheden. Bij dit systeem wordt er een maximum aan het aantal dieren gesteld op basis van de hoeveelheid grond, waarbij ook de melkproductie wordt ingecalculeerd. Het voordeel van dit systeem van grondgebondenheid is dat het voorkomt dat de productie per koe wordt opgevoerd, wat nadelig kan zijn voor het dierenwelzijn. Zo bedraagt een koe met een melkproductie van 8.000 kg per jaar 1,19 graasdiereenheden (gde).[26]
De meeste boeren in Noord-Holland produceren minder dan 3 graasdiereenheden per hectare toelaat: in Noord-Holland heeft een melkveebedrijf gemiddeld 77,5 koeien, waarbij er gemiddeld 1,17 koeien per hectare worden gehouden.[27] De meeste Noord-Hollandse boeren zullen dus niet beperkt worden door dit voorstel voor een maximum van 3 graasdiereenheden per hectare. Zij zullen er zelfs voordeel van ondervinden, omdat de ratrace naar verdere schaalvergroting om maar te kunnen blijven concurreren, hierdoor wordt afgeremd. De groei van het aantal bedrijven met 250 koeien of meer (zogenaamde megastallen), waarvan er op dit moment al minstens 15 zijn in Noord-Holland zal met deze maatregel wel sterk worden geremd. Groei blijft echter mogelijk, wanneer er voldoende grond wordt aangeschaft.
Bij de in 2017 geplande aanpassing van de PRV voor de onderdelen die de landbouw betreffen (zie Oplegmemo Statengriffie bij agendapunt 3.a, RWW 30 mei 2016 voor de geplande wijzigingen van de PRV in 2017), is het wenselijk om de grondgebondenheid van melkveebedrijven te versterken, bijvoorbeeld middels een systeem van graasdiereenheden.
Maatregel 1: pas de bepalingen op het gebied van grondgebonden landbouw bij de geplande wijziging van de PRV in 2017 zodanig aan dat de grondgebondenheid toeneemt en gestimuleerd wordt, bijvoorbeeld middels het opnemen van een maximum aantal graasdiereenheden per hectare.
"Wij gaan samen met de sector werken aan een toekomst-bestendige sector. We beschouwen de biologische land-bouw als kraamkamer voor de reguliere sector. We zetten in op de algehele verduurzaming van de sector."
- Coalitieakkoord "Ruimte voor groei" -
De biologische melkveehouderij loopt op het gebied van grondgebondenheid, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, dierenwelzijn en duurzaamheid voorop. Toch blijft het percentage biologische melkveehouders laag. Op dit moment wordt er zelfs biologische melk geïmporteerd omdat de vraag veel hoger is dan het aanbod. Er zijn, mede door de hogere literprijs, veel gangbare melkveehouders die willen omschakelen, maar helaas lopen zij daarbij tegen een aantal hindernissen aan. De omschakelingsperiode van 2 jaar betekent namelijk een terugloop van de inkomsten en een stijging van de kosten. Ook is er bij het omschakelen naar biologisch behoefte aan meer grond. De provincie kan bijdragen aan de kennisoverdracht tussen boeren die al zijn overgeschakeld, en boeren die van plan zijn dat te doen. Door te onderzoeken op welke wijze boeren die willen omschakelen hierbij gefaciliteerd kunnen worden, kan de provincie een bijdrage leveren aan het vergroten van het aantal biologische melkveehouders in Noord-Holland.
Maatregel 2: onderzoek tegen welke hindernissen Noord-Hollandse melkveehouders die willen omschakelen naar biologisch aanlopen, en hoe zij bij de omschakeling gefaciliteerd kunnen worden door de provincie.
Naast het stimuleren van omschakeling, kan de provincie ook samenwerking tussen reeds omgeschakelde bedrijven stimuleren, om de positie en de continuïteit van de biologische sector te borgen. Dit kan bijvoorbeeld door het project BioValley een volwaardig vervolg te geven.
Maatregel 3: stimuleer dat biologische veehouders en akkerbouwers in een provinciebrede kringloop kunnen acteren, bijvoorbeeld middels een volwaardig vervolg van BioValley.
Verworpen, 10-04-2017
Voor: PvdD, SP, GroenLinks, CU/SGP, ONH, PVV
Tegen: VVD, CDA, D66, PvdA, 50PLUS
"Wij stellen financiële middelen beschikbaar voor maatregelen die het verduurzamen van de land- en tuinbouwsector stimuleren."
- Coalitieakkoord "Ruimte voor groei" -
Besluit:
Gedeputeerde Staten op te dragen op basis van het hierboven gestelde:
1. de bepalingen op het gebied van grondgebonden landbouw bij de geplande wijziging van de PRV in 2017 zodanig aan te passen dat de grondgebondenheid toeneemt en gestimuleerd wordt, bijvoorbeeld middels het opnemen van een maximum aantal graasdiereenheden per hectare;
2. te onderzoeken tegen welke hindernissen Noord-Hollandse melkveehouders die willen omschakelen naar biologisch aanlopen, en hoe zij bij de omschakeling gefaciliteerd kunnen worden door de provincie
3. te stimuleren dat biologische veehouders en akkerbouwers in een provinciebrede kringloop kunnen acteren, bijvoorbeeld middels een volwaardig vervolg van BioValley;
Linda Vermaas
Partij voor de Dieren
Noten:
1 http://www.agridirect.nl/nl/nieuws/362-bijna-de-helft-van-de-nederlandse-en-vlaamse-melkveehouders-wil-uitbreiden-na-vervallen-melkquotum
2 http://www.dekalverhouder.nl/nieuws/LTO-groei-melkveehouderij-15-tot-20-procent#1
3 Statenvragen A.E. van Liere (PvdD) over nieuwe megastallen in Noord-Holland, 13 maart 2015.
4 http://schagenvandaag.nl/algemeen-business/dierenpartij-tegen-megastal-middenmeer
5 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/landbouw/publicaties/artikelen/archief/2014/2014-4157-wm.htm. Voor boeren is het beweiden van koeien niet meer rendabel als er meer dan 85 koeien worden gehouden (exclusief weidepremie), of rond de 140 koeien per bedrijf met deze weidepremie. Zie A. van den Pol-van Dasselaar, A.P. Philipsen en de M.H.A. de Haan: Economisch Weiden, Rapport 697, Wageningen UR Livestock Research, 2013; M.Vrolijk en J.H.J. Gosselink Parels en puzzled bij weidegang, Rapport 680, Wageningen UR Livestock Research, 2013; J. Zijlstra en G. Holshof: Nieuw beweidingssysteem op basis van Ierse ervaringen, Rapport 681, Wageningen UR Livestock Research, 2013.
6 http://www.wakkerdier.nl/persberichten/honderden-megastallen-met-melkvee-staan-in-de-startblokken
7 http://zembla.vara.nl/seizoenen/2015/afleveringen/27-05-2015/koeien-zijn-wegwerpproducten-geworden/
8 http://zembla.vara.nl/seizoenen/2015/afleveringen/27-05-2015/koeien-zijn-wegwerpproducten-geworden/
9 Motivaction, "Welke perceptie heeft de Nederlandse consument van de melkveehouderij?", 2007, pag. 12.
10 http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2015/afschaffing-melkquotum-maakt-mestafzet-complexer-en-vergroot-lokaal-risicos-voor-natuur
11 CLM et al., "Is biologische landbouw klimaatvriendelijker dan gangbare landbouw?", juni 2015.
12 http://www.ngpf.nl/2016/02/24/onderzoek-de-echte-prijs-van-melk-melk-kost-meer-dan-het-oplevert/.
13 Zie http://www.ngpf.nl/2016/02/24/onderzoek-de-echte-prijs-van-melk-melk-kost-meer-dan-het-oplevert/. Ook in Nieuw-Zeeland is gebleken dat deze externe kosten hoger zijn dan opbrengsten van de export van melkproducten, zie "The true cost of milk: Environmental deterioration Vs. profit in the New Zealand dairy industry". Kyleisha Foote; Mike Joy Ecology Group, Massey University, Private Bag 11-222, Palmerston North 4442, New Zealand.
14 http://www.melkvee.nl/nieuws/2779/40---boeren-oneens-met-afschaffen-quotum
15 http://www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Nieuws/2015/12/Melkprijs-blijft-tot-2020-onder-EE-035-2727501W/?cmpid=NLC%7cboerderij_vandaag%7c2015-12-02%7cMelkprijs_blijft_tot_2020_onder_%200%2c35
16 http://www.boerenbusiness.nl/melkmarkt/artikel/10864783/china-zet-kaders-voor-een-zee-van-melk
17 http://veeteelt.nl/nieuws/melkprijs-2015-kan-zorgen-voor-liquiditeitsproblemen
18 http://fd.nl/ondernemen/1113308/melkveehouders-financieel-in-de-knel
19 http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10871569/frieslandcampina-gaat-betalen-voor-minder-melk
20 http://nos.nl/artikel/2090454-melkveehouderij-moet-inkrimpen.html
21 http://www.netwerkgrondig.nl/Grondgebonden/
22 Zie ook https://milieudefensie.nl/veestapel
23 Zie ook http://www.milkstory.nl/artikel/opinieblog-grondgebondenheid-de-beste-keuze
24 CLM, "Grondgebonden melkveehouderij: beleidsopties en hun gevolgen", 2013.
25 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/landbouw/publicaties/artikelen/archief/2015/koeien-vaker-in-de-wei-leidt-tot-lagere-ammoniakuitstoot.htm
26 Zie CLM, "Opties voor een grondgebonden melkveehouderij", 2014, pag. 19.
27 Blijkens gegevens van het CBS: in Noord-Holland waren er in 2014 81.724 koeien, verspreid over 1054 bedrijven en ca. 70.000 hectare grasland.
Voor